Vogeltrek en soortvorming

°

°

Leidt migratie tot nieuwe vogelsoorten?

vogel
Matt Reinbold (via Wikimedia Commons).

Sommige vogelpopulaties houden er diverse migratieroutes op na. Maar wat gebeurt er als deze vogels met elkaar kruisen? En kunnen deze populaties uitgroeien tot aparte soorten? Gedragsbioloog Jente Ottenburghs zocht het uit.

Stel je de volgende fictieve situatie voor. In een klein dorpje wonen de families Jansen en Peters. Elk jaar trekt de familie Jansen naar het zuiden van Frankrijk voor een welverdiende vakantie, terwijl de familie Peters naar een bungalow in het oosten van Duitsland reist. Wat zou er nu gebeuren als de oudste dochter van de familie Jansen trouwt met één van de zonen uit de familie Peters? Vertrekken de kinderen van dit gezin dan elk jaar met verlof naar een tussenliggende locatie in het zuidoosten, zoals Oostenrijk of Kroatië? Deze situatie klinkt misschien absurd, maar dit is precies wat er gebeurt bij enkele vogelsoorten.

Zwartkoppen
In 1991, bestudeerde Andreas Helbig (toen aan het Max Planck Instituut) het migratiegedrag van Europese zwartkoppen (Sylvia atricapilla) in zijn lab. Deze vogels trekken ’s nachts vanuit Centraal Europa naar het zuiden. Maar afhankelijk van hun genetische achtergrond kiezen de vogels tussen twee mogelijke migratieroutes, via het zuidoosten of het zuidwesten. Dit fenomeen wordt een ‘migratiebreuk’ genoemd. Helbig kruiste vogels die er elk een andere migratieroute op nalieten en ontdekte dat de resulterende hybriden een tussenliggende migratierichting aannamen, recht naar het zuiden gericht.

Dwerglijster
Recent gingen Kira Delmore en Darren Irwin van de University of British Colombia nog een stapje verder. Zij bekeken de migratieroutes van de dwerglijster (Catharus ustulatus), een onopvallende vogelsoort uit Noord-Amerika, in het wild (met behulp van GPS-technologie). Deze kleine lijster kent twee ondersoorten met een verschillende migratieroute. De rossige ondersoort (C. u. ustulatus) vliegt vanuit de kustgebieden via het zuidwesten naar Mexico. De olijfkleurige ondersoort (C. u. swainsoni) daarentegen vertrekt vanuit het binnenland in zuidoostelijke richting met bestemming Argentinië. Genetisch onderzoek toonde reeds aan dat deze twee ondersoorten regelmatig kruisen. Zouden deze hybriden ook een tussenliggende strategie vertonen? Het antwoord is ja. Heel wat hybriden volgden een migratieroute die intermediair was vergeleken met hun ouders (pal naar het zuiden dus). Maar enkele individuen vlogen via het zuidwesten naar hun overwinteringsgebieden en keerden later terug via het zuidoosten. Andere hybride individuen deden het dan weer net omgekeerd. Deze vogels combineerden dus de migratieroutes van beide ouders. Een onverwacht resultaat. De genetische puzzel achter dit gedrag is voorlopig nog niet opgelost.

Kirsten Ruegg (Stanford University) keek met enkele collega’s op een heel andere manier naar deze situatie. Zij vroeg zich af of deze twee ondersoorten kunnen uitgroeien tot twee aparte soorten als gevolg van hun uiteenlopende migratiestrategieën. Hiervoor werd het volledige genoom van enkele vogels in kaart gebracht. Vervolgens onderzocht men of genen, die gelinkt worden aan migratie, significant verschillend waren tussen de twee ondersoorten. Dit bleek onomstotelijk het geval te zijn. Hierna testte Ruegg een recent theoretisch model van Patrick Nosil (University of Boulder) en Jeffrey Feder (University of Notre Dame) waarin zij voorspellen dat genen die belangrijk zijn in soortvorming samen clusteren en ‘eilanden’ vormen in het genoom (zogenaamde eilanden van divergentie). Gedurende het proces van soortvorming worden deze eilanden steeds groter totdat uiteindelijk de twee genomen radicaal verschillend zijn en we kunnen spreken van twee aparte soorten. In de situatie van de dwerglijster verwachtte Ruegg migratiegenen te vinden in diverse eilanden verspreid over het genoom. Op 15 van de 23 chromosomen vond men inderdaad deze eilanden. Maar in tegenstelling tot de verwachtingen, dreven de migratiegenen vooral in de uitgestrekte genoomoceaan rondom de eilanden. Desondanks lijkt migratie een belangrijke route te zijn op de weg naar nieuwe soorten.

Jente Ottenburghs (1988) heeft sinds zijn Master Evolutie en Gedragsbiologie aan de Universiteit van Antwerpen een brede interesse voor evolutionaire biologie. Sinds mei 2012 werkt hij als PhD-student bij de Resource Ecology Group aan de Universiteit van Wageningen. Meer informatie over zijn onderzoek vind je hier. En neem ook eens een kijkje opzijn blog waarop – hoe kan het ook anders – de evolutie eveneens centraal staat.

 

Bronmateriaal:

Delmore, K.E. & Irwin, D.E. (2014) Hybrid songbirds employ intermediate routes in a migratory divide.                                     Ecology Letters, 17:1211-1218.
Helbig, A.J. (1991) SE- and SW-migrating Blackcap (Sylvia atricapilla) populations in Central Europe: Orientation of birds in the contact zone. Journal of Evolutionary Biology, 4:657-670.
Nosil, P. & Feder, J.L. (2012) Genomic divergence during speciation: causes and consequences. Philosophical Transactions of the Royal Society B, 1587:332-342.

°
Ruegg, K. et al. (2014) A role for migration-linked genes and genomic islands of divergence of a songbird. Molecular Ecology, 23:4757-4769.

http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/mec.12842/abstract

 

Range map and associated migratory pathways of coastal (black) and inland (grey) forms of the Swainson’s thrush. Light grey indicates regions of potential hybridization, and the stars indicate regions where samples were collected for genetic analysis (n = 5 for each population). Swainson’s thrush image was provided courtesy of the Mitch Waite Group.

http://www.readcube.com/articles/10.1111%2Fmec.12842?r3_referer=wol&show_checkout=1

°

 

 

 

Incipient Speciation in European Blackcaps


http://rspb.royalsocietypublishing.org/content/281/1784/20140473.short

 

http://www.scientias.nl/?s=migratie+vogels

 

trekkende vogels   <— doc

 

Dieren met in hun naam het woord trekker

trekkervis

 

°

Tekkende vissen 

Zalm:

 

Bron van navigatie voor massale trek (bij forellen en zlmachtigen )ontdekt?

Eindelijk hebben wetenschappers dan de bron van de massale trek van  deze dieren ontdekt. Althans dat toont een publicatie in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences  aan.

In de neus van de regenboogforel werden een soort van kompasnaaldjes ontdekt die er voor zouden zorgen dat diersoorten over grote afstanden hun weg herkennen. Met andere woorden, de Tom Tom van de forel?

Cellen uit de neusholten van de regenboogforel werden daartoe in een draaiend magnetisch veld geplaatst en toen bleek dat kleine kristallen van magnetiet (met veel ijzer, dat ook in kompassen wordt gebruikt) in deze cellen synchroon draaiden met de bewegingen van het opgewekte magnetische veld.

De kracht van de magnetische reactie van deze kristallen en hun stevige bevestiging aan de celmembranen toonden een beeld van heen en weer bewegende zeilen overeenkomstig de zwak magnetische velden van de aarde. De cellen waarin deze zeilen zich bevinden geven hun bewegingen dan door aan de hersenen. De vis bepaalt aan de hand hiervan dan zijn richting tijdens de trek. De reden waarom dit nu pas ontdekt wordt is het feit dat slechts 1 van de 10.000 cellen in de neus over deze kristallen beschikt. Deze ‘kristalcellen’ reageren honderd keer sterker op magnetisme dan tot nu toe werd aangenomen.

“Belangrijk is dat we voor de eerste keer hebben aangetoond dat de interne kompasnaald een sterke band heeft met de plasmamembraan (of buitenste membraan) van de cel, wat noodzakelijk is om een ommiddellijk bijsturend sensorisch proces te ondersteunen”, aldus onderzoeker Michael Winklhofer van de Universiteit van Műnchen. De jacht op andere mineralen in bepaalde cellen is nu geopend.

http://www.biomassaliteit.nl/nieuws.htm

De forel heeft een heus kompas in zijn neus

 

Bronmateriaal:

Magnetic characterization of isolated candidate vertebrate magnetoreceptor cells” – PNAS.org

http://www.npowetenschap.nl/nieuws/artikelen/2012/juli/Een-neus-voor-richting.html

http://www.hln.be/hln/nl/2661/Dieren/article/detail/1467441/2012/07/10/Regenboogforel-heeft-kompas-in-neus.dhtml

°

220318_962_1228337858867-zalm1

 

 

Paling :

 

Afbeeldingen van trekgedrag vissen  <—

http://nl.wikipedia.org/wiki/Trekvis

 

tonijnen  <— 

http://en.wikipedia.org/wiki/Fish_migration

 

 

Over grote afstanden trekkende zeediersoorten

 1.  Langvintonijn:
Thunnus alalunga.
 2.  Tonijn:
Thunnus thynnus.
 3.  Grootoogtonijn:
Thunnus obesus.
 4.  Skipjacktonijn:
Katsuwonus pelamis.
 5.  Geelvintonijn:
Thunnus albacares.
 6.  Zwartvintonijn:
Thunnus atlanticus.
 7.  Kleine tonijn:
Euthynnus alletteratus; Euthynnus affinis.
 8.  Pacifische tonijn:
Thunnus maccoyii.
 9.  Fregatmakreel:
Auxis thazard; Auxis rochei.
 10.  Pomfrets:
familie Bramidae.
 11.  Marlijnen:
Tetrapturus angustirostris; Tetrapturus belone; Tetrapturus pfluegeri; Tetrapturus albidus; Tetrapturus audax; Tetrapturus georgei; Makaira mazara; Makaira indica; Makaira nigricans.
 12.  Zeilvis:
Istiophorus platypterus; Istiophorus albicans.
 13.  Zwaardvis:
Xiphias gladius.
 14.  Sauries:
Scomberesox saurus; Cololabis saira; Cololabis adocetus; Scomberesox saurus scombroides.
 15.  Dolfijnvis:
Coryphaena hippurus; Coryphaena equiselis.
 16.  Oceanische haaien:
Hexanchus griseus; Cetorhinus maximus; familie Alopiidae; Rhincodon typus; familie Carcharhinidae; familie Sphyrnidae; familie Isuridae.
 17.  Walvisachtigen:
familie Physeteridae; familie Balaenopteridae; familie Balaenidae; familie Eschrichtiidae; familie Monodontidae; familie Ziphiidae; familie Delphinidae.

 

 

 °

Andere trekkende  dieren ; 

Monarch vlinder

monarchvlinder

°
°
…….

Afbeeldingen van vogeltrek

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vogeltrek

http://en.wikipedia.org/wiki/Bird_migration

http://en.wikipedia.org/wiki/Lepidoptera_migration

http://nl.wikipedia.org/wiki/Trekvlinder

 

Caribische (rif) langoesten <—-

°

Trekkende zoogdieren 

VLEERMUIZEN 

http://www.zoogdiervereniging.nl/node/359

SERENGETI  TREK  

Afbeeldingen van gnoes grote trek <—

trekkende gnoes

trekkende gnoes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwe_gnoe

°

http://nl.wikipedia.org/wiki/Migratie_(dieren)

ZEESCHILDPADDEN  

Lederschildpad

— WALVISSEN 

Grijze walvis

 

 

°

GROEPSELECTIE

   // EVOLUTIE  

°

Groepsselectie onder spinnen met een persoonlijkheid

Evolutiebiologen zijn nog steeds sceptisch over het al dan niet voorkomen van groepsselectie. Maar daar komt wellicht verandering in: experimenteel onderzoek toont nu mogelijk groepsselectie aan onder sociale spinnen.

Op 1 juli 1858 werden tijdens een samenkomst van de Linnean Society in Londen twee wetenschappelijke papers gecombineerd in een presentatie, getiteld On the tendency of Species to form Varieties; and on the Perpetuation of Varieties and Species by Natural Selection. De auteurs van de twee papers luisterden naar de namen Charles Darwin en Alfred Russel Wallace. Het is de eerste vermelding van natuurlijke selectie. Een jaar later, in 1859, publiceerde Darwin On the Origin of Species en introduceerde zo het concept bij het brede publiek.

Meer dan 150 jaar later wordt er nog steeds onderzoek gedaan naar de werking van natuurlijke selectie.

En één van de grote vragen is op welk niveau natuurlijke selectie inwerkt:

het gen, het individu of de groep?

°

Groepselectie
Vero Copner Wynne-Edwards deed beroep op groepsselectie om specifieke aanpassingen en gedragingen te verklaren.

Bij sommige vogelsoorten helpen jonge individuen met het grootbrengen van de volgende generatie in plaats van zelf voort te planten. Dit coöperatief broedgedrag kon volgens Wynne-Edwards verklaard worden door middel van groepsselectie.

De jonge individuen offeren hun eigen potentieel tot voortplanting op ten voordele van de groep. Maar in 1966 weerlegde George C. Williams het idee van groepselectie in zijn boek Adaptation and Natural Selection.

Hij argumenteerde dat de meeste aanpassingen verklaard kunnen worden vanuit het oogpunt van het gen.

Dit idee werd later gepopulariseerd door Richard Dawkins (zie The Selfish Gene).

Sindsdien heeft het concept van groepsselectie een negatieve bijklank.

Vele evolutiebiologen fronsen nog steeds de wenkbrauwen wanneer groepsselectie wordt aangewend om een bepaald kenmerk of gedrag te verklaren.

Spinnen
Maar Jonathan Pruitt (University of Pittsburgh) en Charles Goodnight (University of Vermont) komen nu met een studie die mogelijk groepsselectie in het wild aantoont.

Zij vergeleken het succes van kolonies van de sociale spin Anelosimus studiosus.

Afbeeldingen van Anelosimus studiosus  <—klik

  • Anelosimus studiosus is een spinnensoort in de taxonomische indeling van de kogelspinnen. Het dier behoort tot het geslacht Anelosimus.Wikipedia

°

Deze spinnen vertonen twee ‘persoonlijkheden’, een rustig en een agressief type.

De verhouding tussen deze persoonlijkheden in een kolonie bepaalt het succes van de groep.

In een ingenieus experiment werden artificiële kolonies samengesteld en geïntroduceerd in diverse omgevingen. Vervolgens volgden de onderzoekers het succes van de kolonies over twee generaties. Het bleek dat hoe meer een artificiële kolonie leek op een natuurlijke kolonie uit een bepaald gebied,(1)  hoe succesvoller deze kolonie was.

Men observeerde ook dat in bepaalde groepen de persoonlijkheidsverhouding van de artificiële kolonies over de tijd verschoof naar de natuurlijke situatie.

De groepen pasten zich dus aan aan de lokale omstandigheden. Deze aanpassing was weliswaar afhankelijk van de herkomst van de groepsleden. Kolonies die bestonden uit lokale spinnen benaderden steeds de natuurlijke situatie, terwijl kolonies met uitheemse individuen een persoonlijkheidsverhouding vertoonden die sterk leek op die in hun gebied van herkomst.

Een mooi voorbeeld van lokale adaptatie. Waarom sommige verhoudingen van persoonlijkheden het beter doen in bepaalde omgevingen dan andere is nog niet duidelijk.

Desalniettemin is dit misschien het eerste experimentele bewijs voor groepsselectie in het wild.

Spannend spinnenonderzoek dus.

°

 

Bronmateriaal:
Lewontin, C. (1970) The Units of Selection. Annual Review of Ecology and Systematics, 1: 1-18.
Pruitt, J.N. & Goodnight, C.J. (2014) Site-specific group selection drives locally adapted group compositions. Nature. Advanced Online Publication, 10.1038/nature13811.
Williams, G.C. (1966) Adaptation and Natural Selection. Princeton University Press.
Wynne-Edwards, V.C. (1962) Animal Dispersion in Relation to Social Behaviour. Edinburgh: Oliver & Boyd
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Judy Gallagher.

 

LINKS 

http://www.nature.com/nature/journal/vaop/ncurrent/abs/nature13811.html

http://www.simonsfoundation.org/quanta/20141002-in-social-spiders-evidence-that-groups-evolve/

Social spiders work together to capture a grasshopper.

Social spiders work together to capture a grasshopper.

 

Female Anelosimus studiosus spiders can have either aggressive or docile personalities.

Female Anelosimus studiosus spiders can have either aggressive or docile personalities.

Social-spider colonies are made up of “warrior” and “nanny” spiders. Different colonies have different ratios of warriors to nannies, depending on the environment. Researchers engineered new colonies, some of which retained their ancestral ratio, and some of which were altered so that spiders from warrior-heavy colonies were used to create nanny-heavy colonies, and vice versa. The new colonies were then placed in native and foreign environments. After a couple of generations, the altered colonies began to revert to their ancestral compositions, suggesting that natural selection shaped the composition of the group to be best suited to its native environment.

http://www.wired.com/2014/10/social-spider-group-evolution/

http://guardianlv.com/2014/10/group-selection-in-social-spiders/

 

https://www.google.be/webhp?sourceid=chrome-instant&rlz=1C1LDJZ_enBE499BE499&ion=1&espv=2&ie=UTF-8#q=Anelosimus+studiosus+group+selection&tbm=nws

http://www.biology.pitt.edu/person/jonathan-pruitt

 

°

(Jente Ottenburghs (1988) heeft sinds zijn Master Evolutie en Gedragsbiologie aan de Universiteit van Antwerpen een brede interesse voor evolutionaire biologie. Sinds mei 2012 werkt hij als PhD-student bij de Resource Ecology Group aan de Universiteit van Wageningen. Meer informatie over zijn onderzoek vindt u hier. En neem ook eens een kijkje op zijn blog waarop – hoe kan het ook anders – de evolutie eveneens centraal staat.)

Aziatische genen in Europese varkensAziatische genen in Europese varkensTijdens de industriële revolutie werden Aziatische varkens naar Europa gehaald om de lokale rassen te verbeteren. Onderzoek toont…
Broederliefde zorgt voor meer nakomelingenBroederliefde zorgt voor meer nakomelingenCompetitie tussen mannetjes heeft vaak kwalijke gevolgen voor vrouwtjes. Maar blijkbaar veranderen verwante fruitvliegen hun gedrag, broers zijn…

 

Reacties : 

  • dergelijke “evolutionarily stable strategy” situaties werden eerder al door Hamilton en Dawkins beschreven – geheel binnen het kader van klassieke natuurlijke selectie

(Jente)

In het originele artikel wordt geen poging gedaan om deze situatie in een ESS te beschrijven.
Ik denk dat hun definitie voor groepselectie ertoe leidt dat ze het kunnen aantonen:

“Group selection may be defined as selection caused by the differential exctinction or proliferation of groups”

De auteurs zijn weliswaar voorzichtig met hun uitspraken. Ze suggereren groepselectie (ik gebruik in de tekst ook “misschien” en “mogelijk”).

  • (1) Welk ‘bepaald’ gebied?

Extended Evolutionary Synthesis (EES)

   ( evolutie & evolutie theorie ) 

°

http://rationalwiki.org/wiki/Extended_evolutionary_synthesis

°

Gert Korthof describes the ‘Extended Evolutionary Synthesis’ as:

”Neo-Darwinism plus molecular genetics (Watson & Crick, 1953). That is about 50 years ago. Furthermore, there are or probably will be included: developmental biology (evo-devo), genomics, epigenetics, ecology, symbiosis, life history, hybridization, horizontal gene transfer, systems biology, Earth System Science (including Niche Construction and Gaia), origin of life, astrobiology, sociobiology (incl. evolutionary psychology), evolution of the brain and mind (consciousness).

http://wasdarwinwrong.com/

 (Zie verder ook onderaan )

°

Review: Massimo Pigliucci, Gerd B. M¨ller Evolution, The Extended Synthesis

http://www.scienceforums.net/topic/70332-evolutionary-mechanisms/

°
Extended Evolutionary Synthesis (EES) 

 evolutietheorie onder vuur?

( * “voor de zoveelste maal ?” )

Een groep evolutiebiologen stelt dat de evolutietheorie uitgebreid moet worden met vier concepten (embryonale ontwikkeling, plasticiteit, niche constructie en niet-genetische overerving). Aanhangers van het huidige evolutiemodel reageren gevat.

Sinds de Moderne Synthese  ( MES )in de jaren 30, waarin natuurlijke selectie, genetica, paleontologie en taxonomie verenigd werden, ligt de focus van evolutionair onderzoek op genen.

aula / T. Dobzhansky

aula / T. Dobzhansky

…..Was een  invloedrijk  populair-wetenshappelijk  boek van een van  de vaders van de uitgekristaliseerde  Moderne synthesis midden vijftiger jaren  vorige eeuw  ….

(klik op de afbeeldingen voor vergrotingen )

T. Dobzhansky  Enkele citaten uit het voorwoord

T. Dobzhansky
Enkele citaten uit het voorwoord

°

Een groep evolutiebiologen stelt nu dat deze synthese uitgebreid moet worden met nieuwe concepten. Deze nieuwe synthese, Extended Evolutionary Synthesis (EES) gedoopt, betoogt dat evolutie meer is dan enkel genen. In het vaktijdschrift Nature werden beide kampen tegenover elkaar gezet.

Vier concepten
Volgens de aanhangers van de nieuwe synthese ontbreken er vier concepten in de standaard evolutionaire theorie, namelijk embryonale ontwikkeling, plasticiteit, niche constructie en niet-genetische overerving.

Deze concepten zijn weliswaar het onderwerp van talloze studies, ze worden echter gezien als uitkomsten van andere, meer fundamentele evolutionaire processen.

De EES-verdedigers stellen dat deze vier concepten ook een belangrijke rol spelen als drijvende krachten in de evolutie.

  1. Plasticiteit (uiting van verschillende kenmerken afhankelijk van de omgeving) en bepaalde trends in de embryonale ontwikkeling kunnen bijvoorbeeld de eerste stap zijn in de oorsprong van nieuwe kenmerken.
  2. Niche constructie (de invloed van organismen op hun omgeving, zoals een beverdam) kan ervoor zorgen dat organismen zelf hun selectiedruk sturen.
  3. Tenslotte, niet-genetische processen, zoals epigenetica, kunnen het evolutionaire proces sterk beïnvloeden.

Het antwoord
In het andere kamp reageert men dat de vier voorgestelde concepten reeds onderdeel uitmaken van diverse onderzoeksprogramma’s. Maar de basis van evolutiebiologie blijft nog steeds het gen.

–Het is zeker waar dat niet-genetische processen soms een rol spelen in de evolutie van bepaalde organismen, en plasticiteit in genexpressie is meermaals aangetoond.

°

Maar om embryonale ontwikkeling of plasticiteit een fundamentele rol toe te bedelen, daarvoor is er voorlopig nog geen overtuigend bewijs.

°

Mijn visie
Als evolutiebioloog, wil ik ook graag mijn eigen visie op dit debat met de lezers delen. Ik neig ernaar me aan te sluiten bij het kamp dat de standaard evolutionaire theorie verdedigt.

De vier concepten waarvan geopperd wordt dat zij ook een fundamentele rol spelen, zijn zeker de moeite waard om te bestuderen. Maar uiteindelijk kan alles teruggebracht worden op de genen.

Bijvoorbeeld,

—-plasticiteit is een gevolg van de expressie van verschillende genen, maar deze patronen in genexpressie worden weer gereguleerd door de andere genen.

°

—-Het komt mij voor dat het EES-kamp niet zo zeer het huidige evolutiemodel aanvalt, maar eerder genetisch determinisme: de idee dat alles voorgeprogrammeerd is in het genoom en dat er bij gevolg geen vrije wil bestaat.(1)(2) 

(Jente Ottenburghs (1988) heeft sinds zijn Master Evolutie en Gedragsbiologie aan de Universiteit van Antwerpen (= Nelissen ) een brede interesse voor evolutionaire biologie. Sinds mei 2012 werkt hij als PhD-student bij de Resource Ecology Group aan de Universiteit van Wageningen. Meer informatie over zijn onderzoek vindt u hier. En neem ook eens een kijkje op zijn blog waarop – hoe kan het ook anders – de evolutie eveneens centraal staat.)

___________________________________________________________________________________________

REACTIES    en  zijspoortjes  :

comments op

Huidige evolutietheorie onder vuur?

°

” …..Ik zie niet wat voor nieuws er aan de evolutie theorieën word toegevoegd door de EES’ers. Allemaal gewoon al lang bekend en perfect passend in de evolutie wetenschappen  ….” 

–> Maar , dat de aangetoonde feitelijke  bevindingen en ontdekkingen  ook kunnen worden verklaard (en ingepast) in de  MES betekent nog niet dat ze de definitief  zijn verklaard  …….

°
Het is altijd zeer moeilijk te bepalen welke factoren de belangrijkste zijn of primair zijn in een proces als de evolutie. Meestal berusten deze beoordelingen op gewoontes en disciplines van de wetenschappers.

In de natuur is het proces echter een geheel en zijn alle factoren onmisbaar.

°
Verder valt op dat Darwin deze zg nieuwe factoren ook al kende en toepastte wel op andere wijze als hier bedoeld is, maar toch.

*

EES zou natuurlijk   goed gebruikt kunnen worden als springplank voor de ID-oten. …..Maar dat is niet de reden dat  EES  kan worden veroordeeld . Dat k an ook   gewoon odat  EES   een  overbodige stellingname is.

°PANSPERMIA ?

1.- Tijd om  Panspermia  in de evolutietheorie op te nemen  ?

2.- Bewijzen voor panspermie + bewijzen voor de bouwstenen van leven elders in het universum = bewijs dat leven niet op Aarde of alleen maar op Aarde is ontstaan  ….

Bewijs van buitenaards leven in meteorieten gevonden?

http://www.scientias.nl/bewijs…

Diamonds may have been life’s best friend on primordial Earth

http://phys.org/news136473549….

Life Forms Ejected on Asteroid Impact Could Survive to Reseed Earth According to a Study Published in Astrobiology

http://www.spaceref.com/news/v…

Key To Life Before Its Origin On Earth May Have Been Discovered

http://www.sciencedaily.com/re…

Mysterious Compound Seen as Key to Ocean Life

http://www.livescience.com/228…

Can meteorites carry primitive life from one planet to another?

http://phys.org/news105804274….

COSMIC ANCESTRY

Life comes from space because life comes from life

http://www.panspermia.org/

The Science of the Astrophysics & Astrochemistry Laboratory

http://www.astrochem.org/sci.p…

Life As We Know It Nearly Created in Lab

http://www.livescience.com/321…

Panspermia and the Origin of Life on Earth

http://www.panspermia-theory.c…

Did Earth Life Come from Space? Tough Algae Suggests Panspermia Possibility

http://www.space.com/22880-lif…

Extremophile

http://en.wikipedia.org/wiki/E…

Murchison meteorite

http://en.wikipedia.org/wiki/M…

Building Block for Life Found in Mars Meteorite

http://news.discovery.com/spac…

NASA Scientists Find Evidence of Water in Meteorite, Reviving Debate Over Life on Mars

http://www.jpl.nasa.gov/news/n…

Alien life found living in Earth’s atmosphere, claims scientist

http://www.telegraph.co.uk/sci…

Genetics Indicates Extraterrestrial Origins for Life:

This does not mean that life began over 10 billion years ago, but rather that the first gene was fashioned billions of years before the creation of Earth.

http://journalofcosmology.com/…

Sea plankton ‘found living outside International Space Station’

http://www.telegraph.co.uk/sci…

Building Blocks of Life Found in Galactic Cloud

http://news.discovery.com/spac…

(antwoord 1) ……de panspermie theorie valt buiten de fundamenten van de evolutietheorie

…….of leven nu op aarde of  buitenaards  is ontstaan breekt niets af van de evolutietheorie. Dit is hetzelfde nonargument als dat van  fundamentalisten aangaande dat evolutietheorie

” het ontstaan van leven niet kan verklaren en derhalve fout is.”

–Het ontstaan van leven op aarde (of het nu panspermie of abiogenese is) staat los van de evolutietheorie.

–Abiogenese IS NIET  = /= de evolutietheorie (correct genaamd de Modern Evolution Synthesis maar voor het plebs is het gemakkelijk om het over de evolutietheorie te hebben omdat ze dan het woordje theorie kunnen aanvallen (waarmee ze ook laten merken nog steeds niet te snappen wat een theorie of een hypothese is)).

– De evolutietheorie (= MES   en zelfs uitbreidingen  daarvan  )   omvat niet de oorsprong van het leven op Aarde. Of dat leven nu van andere sterren komt, van Mars, van goden of elfjes, of op Aarde is ontstaan vanuit abiotische chemische processen, dat maakt voor evolutieleer niet uit.
–Trouwens waar is  panspermisch leven dan  onstaan ?                                                                                                                                                 ( uit het “oneindige “ , allicht ?–>(of) ” het is gewoon overal aanwezig in de kosmos /(of)  het is een eigenschap van de kosmos en haar  materieele manifestaties   , die  overal  moet onstaan  “ )

Panspermia is waarschijnlijk een overbodige complicatie.
Ik wil best geloven dat een aantal van de chemicalien die op Aarde meehielpen leven te kickstarten in de circumstellaire ruimte zijn ontstaan – astronomische waarnemingen suggereren tenslotte dat een aantal protoplanetaire schijven rijk zijn aan complexe organische moleculen –    Maar dat zegt nog niet dat *leven* elders MOET  zijn ontstaan.

(antwoord 2)

DE”aangehaalde”   BEWIJZEN  voor panspermia  ?  

* ik zie maar één stuk bewijs in je lijst met links dat iets meer is dan speculatief, en dat is de link naar het artikel over

de leeftijd van bepaalde genen.   

http://journalofcosmology.com/Life100.html

Dat is echter geen wetenschappelijk artikel, en als je serieus bent in je wens de panspermia-positie te verdedigen zul je toch met wetenschappelijke bevindingen moeten komen, niet met populaire artikelen.

“de bewijstukken  dat  panspermia  MOGELIJK   is stapelen zich in de loop der jaren op  ….”

—> Mee eens  … Maar bewijzen dat iets mogelijk is is niet hetzelfde als bewijzen dat het waarschijnlijker is dan de alternatieven

–> Evolutiekennis  is (net als  in alle  (natuur)wetenschappen ) wat we (met grote en minder grote graden van zekerheid, afhankelijk van het niveau van detail) weten.

Om erachter te komen wat we nog niet weten moeten we teruguit redeneren vanuit wat we weten. Evolutie is het platform van waaruit we de oorsprong-van-leven proberen te achterhalen, niet andersom.
—> Panspermia   zil vol graten … Er is om te beginnen te weinig  dat ons zekerheid geeft dat ONS leven van ergens anders afstamt .
Maar  tenslotte moet leven ergens beginnen en dat kan net zo goed HIER  zijn.

Wat  echter NIET verandert ( in die context )  is de evolutietheorie, ( en haar toepassing ) die blijft gelden ( =  is wellicht universeel geldig   , van zodra er sprake is van replicatoren ) of aards  ” leven “nu van elders komt of niet…..

°  Panspermie zegt ook niet dat het leven van elders MOET komen  en zo onze planeet als het ware heeft bezaaid met leven.

Panspermie zegt voornamelijk dat  :
leven ook elders, andere planeten, andere planetenstelsels kan zijn ontstaan,
-dat dit leven ook kan overleven in gesteente afkomstig van die planeten met leven, en zo dus ook op onze planeet Aarde kan terecht  zijn  gekomen.
-Maar ook andersom :  leven van onze Aarde kan ook terecht zijn gekomen op andere planeten, en mits gunstige omstandigheden daar ook gedijen en evolueren.

-Dit neemt uiteraard niet weg dat leven  ook  op Aarde ook is ontstaan, want mist gunstige omstandigheden kan en zal trouwens hier op Aarde ook wel leven zijn ontstaan, gedijen  en  evolueren.

Maar met het grote verschil, dat we uiteindelijk niet over de  ene  aardse  boom des levens spreken, maar wel over meerdere” bomen des levens.”uit de kosmos   (dat is ook het gene waar ik meestal op hamer)

-Na verloop van tijd-miljoenen jaren zijn al die bomen zo in en door elkaar gegroeid, dat het haast onmogelijk is om het Aardse leven (leven dat op Aarde is ontstaan) te onderscheiden van het buitenaards leven (leven dat van elders afkomstig anders dan onze Aarde)

En daarom, gezien het opstapelen van de bewijzen, mogelijkheden dat panspermie wel degelijk kan en heeft kunnen plaatsvinden hier op Aarde, daar serieus rekening mee moet gehouden worden wat betreft het leven hier op Aarde maar ook elders, ook de evolutie wat betreft van het aanwezige leven.

—> Er zijn bezwaren tegen de these dat er nu leven uit verschillende bronnen zou kunnen bestaan op Aarde.

Op DOMEIN niveau , ja misschien, maar zodra je specifieker dan domein gaat kijken: nee.

En zelfs op domeinniveau is de match op biochemisch en zelfs genetisch niveau zo groot dat je de conclusie van een enkele LUCA ( de overlevende  stamvader van het aardse leven  van een aantal concurende   luca’s ? die zowel buitenaards als onafhankelijk kunnen  zijn onstaan op aarde  ) eigenlijk niet meer ontkomt.

–>  Om daar tegenin te gaan moet je dus met wel heel bijzonder bewijs aan komen zetten.

(tsjok)

Uiteindelijk merken  NU  niets meer  van (eventueel) ”  nieuw  onstaan  allereerste leven “( of zelfs van elders primitief  en alternatief ingevoerd leven  op deze aarde ) omdat ze van zodra ze onstaan (of hier arriveren ) worden opgegeten door het reeds aanwezige leven dat afstamt van de succesrijkste  ( prehistorische ) luca(s) die het(nog grotendeels )” onzichtbare”    aanwezige ” wortelnetwerk ” van de aardse stamboom vormen   …..

°

(Tenslotte )

– Het lijkt mij  ook  sterk dat leven onbeschermd interstellaire afstanden overleeft.
Daarbij komt nog eens dat een aantal van de hypotheses mbt het op Aarde ontstaan van leven bijzonder plausibel zijn.
-Op dit moment acht ik dus het lokaal ontstaan van leven – al dan niet met in circumstellair ontstane chemicalien – waarschijnlijker dan panspermia.

“Although computer models suggest that a captured meteoroid would typically take some tens of millions of years before collision with a neighboring solar system planet,[32]there are documented viable Earthly bacterial spores that are 40 million years old that are very resistant to radiation,[32][38] and others able to resume life after being dormant for 25 million years,[141] suggesting that lithopanspermia life-transfers are possible via meteorites exceeding 1m in size ”
http://en.wikipedia.org/wiki/Panspermia

Echter
Of de gegevens (uit bovenstaand citaat ) nu direct van toepassing is op de preservatie van leven over interstellaire afstanden of niet durf ik zo niet te zeggen, maar dat vergroot de kansen natuurlijk wel wat.

Soit.
Leven moet ergens zijn begonnen, en de meest spaarzame aanname ( parsimonie principe ) is nog steeds dat leven dat hier bestaat , hier is begonnen.

°

–De gehele panspermia – hypothese  verschuift alleen maar “het onstaan van het leven (uit “dode” stof )  “vraagstuk  …. maar daarmee is het niet opgelost …..

  • Wanneer (eventueel) echter buitenaards ” leven ” ( of populaties van replicatoren )  ontdekt wordt : moet men zich gaan afvragen of  die replicatoren ook de wetmatigheden van  evolutionaire algorythmes ( eventueel zelfs andere dan de aardse ?) volgen en de titel “levend ” verdienen …..
  • Evolutietheorie is veel breder dan alleen maar “Darwin” en ” dieren.”Het is universeel en digitaal.
    Het zal optreden van zodra opeenvolgende generaties van replicatoren erfelijk gecodeerd materiaal gaan doorgeven … en die hoeven niet perse “levende ” stof /organismen (of extended artefacten ervan ) te zijn in de huidige betekenis …..Het is een menselijke tekortkoming om de wetmatigheid van evolutie los te gaan zien van het universele
  • “virussen”  en  de  “voorgestelde  “memen(= vergelijkende  metaforen voor eenheden van(bijv oorbeeld)  evoluerende ideeen en/of  diverse   culturele gebruiken  )  zijn  replicatoren die NIET (formeel en  conventioneel )tot het “levende”   worden gerekend ….
  •  Wat is de definitie van leven anders  dan een(voorlopig en  omschrijvend/benaderend  )understatement  ?

(zie ook) Wat is leven —> (als start )

http://korthof.blogspot.be/2014/10/what-is-life-addy-pross-boek-bespreking.html

NATURE-NURTURE

 

  • (1)………… De(verouderde )  strijd   tussen het  genetisch determinisme  en de invloed van de omgeving ( …. de omgeving tijdens de ontwikkeling van een individu  ,  de opvoeding / cultuurinvloed  ) als leidend en vorm-gevend principe in de evolutie ___ net zoals Lamarckisme en Darwinisme ____   is  een   gemoderniseerde  (heroprakeling) discussie   van het  klassieke nature/nurture debat.( vooral in de evolutionaire  psychologie , de menswetenschappen  en aanverwanten  ) oftewel de vraag               “ Hoeveel generaties nurture is nodig voor een verandering in nature?
  • Wie het weet mag het zeggen….Al met  al gaat het(wetenschappelijk )  om de (vermeende ) onderlinge samenhangen  tussen  geno- en feno-types zoals ze verschijnen binnen de opeenvolgende generaties van  populaties  …….
  • (2)………….De vrije wil discussie  is al met al, bijzonder  sterk  gekleurd door  een filosofische  (en religio-theologische )kwestie(s ): tussen enerzijds de predestinatieleer van de   calvinisten (deterministen en  fatalisten incluis ) en  de vrije wil leer die individueel  kiest voor of tegen de stem van het  eigen  door god ingbouwde “geweten” in de individuele  ziel   van de contrareformatische katholieken  ( maar evenzeer bij   verlichte   libertaire /”tabula rasa “(jean jacques Rousseau )vertegenwoordigers  en de  uitlopers van het  Dialectisch marxisme  ( = die zweren bij een maakbare mens  (bijvoorbeeld het ideologisch gekleurde  semi-wetenschappelijke ) oude lysenkoisme en de “heropvoedingskampen”/goelags  )en het dialectisch   historicisme  van Hegel

*

FILOSOFIE  ?
“…..Evolutieleer is een verzameling mathematische modellen, biologische en genetische wetmatigheden, op basis waarvan harde, testbare voorspellingen worden gedaan.
Wat is daar nu filosofisch aan?…..”

* Evolutietheorie; beschrijft het proces waarbij erfelijke eigenschappen binnen een populatie van organismen veranderen in de loop van de generaties als gevolg van genetische variatie, voortplanting en natuurlijke selectie.
De(evolutiewetenschap ) populatiegenetica beschrijft alleen het deel over genetische variatie.

–>Nee. Populatiegenetica beschrijft ook middels mathematische en statistische modellen hoe natuurlijke selectie de frequentie van allellen beinvloed – over korte en langere periodes.
Populatiegenetica ligt dus aan de basis van evolutie per natuurlijke selectie.

Er is niets filosofisch aan  de  (MES ) evolutieleer.

*
(JENTE )
De sterkte van de evolutietheorie is zogenaamde consiliëntie (of convergentie van bewijs).
Evolutie wordt ondersteund door waarnemingen en experimenten uit diverse disciplines, waarvan de populatiegenetica er een is.
Hierdoor kan evolutie beschouwd worden als een wetenschappelijke theorie en niet als filosofie.

Hier is meer info over consiliëntië:
http://en.wikipedia.org/wiki/Consilience
*

EES  is nog té filosofisch ( =nog te weinig wetenschappelijk bewijs )

Het artikel hierboven, waar alle discussie hier over zou moeten gaan, is zeer filosofisch van aard.
Links en rechts ondersteund, maar ook ondermijnd door wetenschappelijke waarnemingen.

°Onderaan het artikel staat :

(1)(2)”Het komt mij voor dat het EES-kamp niet zo zeer het huidige evolutiemodel aanvalt, maar eerder genetisch determinisme: de idee dat alles voorgeprogrammeerd is in het genoom en dat er bij gevolg geen vrije wil bestaat”

en dan kom je mi. toch in een deels filosofische discussie terecht.  ( * ) (**)

(  en verder  :   Wat is de vrije wil? Hoe is het van invloed?
En dan een kip en het ei verhaal.
Zetten de genen aan tot keuzes of worden de genen veranderd door keuzes?)

(* Grailgathor )

“..deels (in een)filosofische discussie terecht …”

……..En daarom valt dat dan ook buiten het onderwerp evolutietheorie. Kortom, als EES-ers iets dergelijks als reden voor hun voorstel aanvoeren, dan is het tijd dat ze met  voldoende  wetenschappelijke bewijsstukken   te komen ipv te teren op  speculaties en  (zweverige ) filosofietjes ……

(**JENTE ) Dat klopt inderdaad.
Ik heb het gevoel dat de discussie tussen EES en de huidige theorie voorlopig nog te filosofisch is door het gebrek aan bewijs in het EES-kamp.
En die laatste paragraaf was ook bedoeld om wat discussie uit te lokken 🙂

Filosofische definities “evolutie “ | Tsjok’s blog

tsjok45.wordpress.com/2013/02/19/filosofische-definities-evolutie/

Buskes 19 feb. 2013 – E = VSR oftewel Evolutie(mechanisme ) is Variatie, Selectie en Replicatie. Nota Uiteraard is E … http://evodisku.multiply.com/journal/item/245.  ……..

*

HOND  EN WOLF

 ………”zet een puppy van je lieve hond bij een wolf en het wordt weer een wolf.” Imprinting heet dat.

  1. Imprinting is een  verschijnsel  uit de ethologie  (dierpsychologie ) :  dat is ontdekt door Konrad Lorenz ( en verder ontwikkeld door  Nico Tinberger )      …..     (klik )                                                                                                     Het is sterk gelieerd  als verschijnsel  “conditionering ” maar verschilt er duidelijk van  : 

DOC]CONDITIONERING.docx – Bloggen.be

blogimages.bloggen.be/evodisku/attach/167770.docx

 

Ethologist Konrad Lorenz showed that newly hatched birds imprint on the first moving object seen after hatching. At one point, Lorenz raised ducks, and they  …

—>  Het gaat  bij inprenting  over  de invulling  van een  gedragspatroon bij pasgeboren dieren ( bijvoorbeeld  de  stelregel /opdracht  volg het eerste dier (of zelfs bewegend voorwerp ) dat je ziet als zijnde je moeder )

Merk op dat deze(reflexachtige ?)     opdracht  die ( in dit geval ) een relatie vastlegt ( een invulling die daarna blijkt afgesloten ) )wel degelijk “hardwired ” is   en dus  derhalve erfelijk  aanwezig )   … Bovendien is imprinting alleen mogelijk in een erg jong stadium van de levensloop  omdat deze eigenschap nogal vlug verdwijnt   ( NOOT : bij mensen kan de  imprinting eigenschap   misschien langer duren ,zeker indien men de homo sapiens beschouwd als een paedomorfe  primaat )

inprenting

Eenden – kuikens veranderden  niet  in mensen omdat ze achter Konrad Lorenz aanliepen ……

  • ….. Een wolf  wordt geen  hond   omdat hij  door een  lieve hond werd geadopteerd …. Net zoals   het “wolfskind” Mowgli geen  genetische   wolf werd ….. wordt een juveniele  wolf geen  “hond”  omdat hij werd geadopteerd door een vriendelijke en goed opgevoede hondenteef  ….

zie ook  Feral children  <—

Feral Children | An anthropology of wild, savage and feral

feralchildren.info/

 Often the reality is more about child abuse and neglect, rather than incredible Mowgli- or Tarzan-style heroics. The fates of these feral children can reveal ..
Boys and girls who have grown up outside the normal structures of family and society, who have survived life in the wild or in the company of animals, are deeply fascinating to us.

Boys and girls who have grown up outside the normal structures of family and society, who have survived life in the wild or in the company of animals, are deeply fascinating to us.

Honden verschillen  nu eenmaal  genetisch van wolven.

Ja, veel wolf-eigen instincten hebben de transitie naar hond overleefd, en zullen zich doen gelden onder de juiste omstandigheden. Maar daarmee worden honden geen basale wolven:                                                                                                                                                          Veel eigenschappen zijn uniek voor de hond, en vind je in wolven niet terug.

(Voorbeelden ) …….honden kunnen enkele weken eerder zien dan wolven, hetgeen helpt honden aan te passen aan menselijke omgevingen( al dan niet met imprinting  verschijnselen ?).                                                                                                  Een hond socialiseert daardoor eerder met mensen dan wolven, met als gevolg dat de kans dat een hond zich onderdeel voelt van de familie (en/of beter opgevoed kan worden )  veel groter is dan bij wolven ( die trouwens ook  de leiding door  de alpha wolf in hun roedel zonder meer  aanvaarden ) .

En zo zijn er nog veel meer eigenschappen, ontwikkelingsmatige, gedragskundige, morfologische, die wolven niet hebben maar honden wel.

Honden zijn aangepast aan hun niche. ( al dan niet met antropogene kweekmethodes en arftificieele selectie door de mens )Honden zijn een andere richting op geevolueerd dan de wilde wolf.                                                                                                                                                      Je draait tienduizend generaties aan evolutie niet terug eenvoudigweg door een individu in een andere omgeving te plaatsen.

Wederom: dat een hond die in het wild wordt losgelaten verwildert dat zal niemand tegenspreken. Maar een wilde hond is nog steeds geen wolf.

Dus als je een hond tussen de wolven plaatst zal het ten hoogste een wilde hond worden – niet een basale wolf.

  • Wordt natuurlijk een andere zaak als deze hond zich met wolven gaat kruisen, en je na een X aantal generaties het nageslacht gaat bekijken.

Honden  zijn  in de eerste plaats gefokt door mensen, niet door de evolutie.  ….Sommige wolfshonden waren  afkomstig uit wolvennesten …. Bovendien kunnen ook andere hondachtigen (vossen) ervengoed  “getemd “en (bewezen)gedomesticeerd worden

  • No difference. Blijft een zaak van genetische divergentie. Hoe die divergentie tot stand is gekomen maakt geen drol uit.

-artificieele (fokkerij) of natuurlijke  evolutie bij replicatoren die een “drunkard walk” route binnen een  evolutielandschap volgen  :  het zijn twee kanten van eenzelfde munt ….

Het langdurige gezelschap ( en  gedeeltelijke  afhankelijkheid ) van de mens kan op de lange duur dus wel genetische veranderingen in de stamlijnen en populaties van deze “huisdieren” veroorzaken  …. Sommige hondenrassen (chiuhua ’s bijvoorbeeld ) kunnen moeilijk zonder de mens …

°

De mens doet  dus  aan niche constructie.

Dieren die sympathie ervaren, (oftewel emotionele  voorkeuren   vd mens om een bepaald dier voorrang te verlenen, )of “gewild” zijn , worden gefokt en   hebben  daardoor  een grotere overlevingskans.

___________________________________________________________________________________________

Tenslotte : (mijn mening  inzake  “Nurture -nature ”  en    evolutie   ) 

  • wetenschappelijk is de zaak al (gedeeltelijk )opgelost door beide concepten( nurture en nature )  te (h)erkennen als ( in de tijd gespreide )  interactieve elementen en tegenkoppelingen   waarbij de omgeving en de genenconfiguraties zowel de (voorhanden )  ingredienten als  de receptuur leveren voor een  ongestuurde ” blind Watchmaker ” ( =dat laatste is  een (antropomorfische ? ) metafoor van Dawkins  voor  allerlei  evolutieprocessen en ineengrijpende mechanismen  )

ZIE OOK 

  • [DOC]NURTURE NATURE HERSENDOSSIER 5.docx – Bloggen.be

    blogimages.bloggen.be/evodisku/attach/167813.docx

                ——->  “ Momenteel is het mogelijk om het genoom van bacteriën op enkele weken te bepalen. Het frappante is                                   dat de resultaten parallel lopen …”

  • FENOTYPE en GENOTYPE | Tsjok’s blog

    tsjok45.wordpress.com/2012/10/21/3190/

                ——–>   21 okt. 2012 – evodisku inhoud GLOS F → INHOUD G → Fenotype en Genotype NOTES •                                                                                    ” Fenotype  en Genotype:

                                  informatie  ; … Het resultaat van “nature & nurture “.

    blogimages.bloggen.be/evodisku/attach/167810.docx

               ——–>” Volgens de toonaangevende Amerikaanse psycholoog Steven Pinker moeten we het vooral niet                                                moeilijker maken dan het is. In zijn boek Hoe de menselijke …. “

http://en.wikipedia.org/wiki/Nature_versus_nurture

°

STEVEN  PINKER 

Why nature-nurture  won’t go away (Steve Pinker ) 

Klik om toegang te krijgen tot nature_nurture.pdf

http://nl.wikipedia.org/wiki/The_Blank_Slate

Klik om toegang te krijgen tot the_blank_slate_general_psychologist.pdf

Klik om toegang te krijgen tot pinker00.pdf

 Geoffrey Miller 

blogimages.bloggen.be/evodisku/attach/159948.docx

————> ” 7 jun. 1996 – De Amerikaanse psycholoog Geoffrey Miller denkt zelfs dat er maar één soort ….”

Tabula rasa geoffrey miller   <—

°

Kunnen organismen hun eigen evolutie sturen?Kunnen organismen hun eigen evolutie sturen?Evolutionaire verandering is het resultaat van willekeurige mutaties en natuurlijke selectie. De suggestie dat evolutie mogelijk een doel…
Aziatische genen in Europese varkensAziatische genen in Europese varkensTijdens de industriële revolutie werden Aziatische varkens naar Europa gehaald om de lokale rassen te verbeteren. Onderzoek toont…
Bronmateriaal:
Kevin Laland, Tobias Uller, Marc Feldman, Kim Sterelny, Gerd B. Müller, Armin Moczek, Eva Jablonka, John Odling-Smee, Gregory A. Wray, Hopi E. Hoekstra, Douglas J. Futuyma, Richard E. Lenski, Trudy F. C. Mackay, Dolph Schluter, Joan E. Strassmann.
Does evolutionary theory need a rethink?
Nature 514, 161–164 (09 October 2014)
 

13 oktober 2014

Moet de evolutietheorie grondig herzien worden?
©Nature 8 Oct 2014

Does evolutionary theory need a rethink?

is de kop van een opvallend artikel in de Nature van 8 Oct (gratis). Het is geschreven door 15 auteurs, zo lijkt het, maar het bestaat uit twee delen.

Het eerste deel betoogd dat de evolutietheorie grondig herzien moet worden (8 auteurs) en het tweede deel dat dat helemaal niet nodig is (7 auteurs).

Het is geen research artikel, maar een opinie artikel.

Wat de aanleiding is weet ik niet.

Hier een korte impressie van het artikel. Het is ondoenlijk om hier een evenwichtig, goed onderbouwd oordeel te vellen over het vraagstuk.

Het gaat hier in feite over de ontwikkeling van de evolutietheorie sinds Darwin in 1859 zijn Origin of Species publiceerde.

De voorstanders van de herziening (ik noem ze ‘de progressieven’) verwijten een deel van hun collega’s (ik noem ze ‘de conservatieven’) dat ze de evolutietheorie na Darwin versmald hebben tot populatiegenetica.

Hier komt het op neer:

random genetische variatie, natuurlijke selectie, aanpassing.

Evolutie werd en wordt door hen simpelweg gedefinieerd als verandering van genen in de loop van de tijd.

Maar daardoor raken een aantal zaken die niet herleid kunnen worden tot genen buiten zicht.

En die zaken beinvloeden evolutie wel, en die moeten dan ook erkend worden als drijvende krachten van evolutie. Deze vier:

  1. developmental bias: [phenotypische] variatie wordt gestuurd door de embryonale ontwikkelingswijze en is daarom niet random
  2. phenotypic plasticity: de omgeving bepaald rechtstreeks het fenotype van het individu (buiten genen om)
  3. niche construction: organismen veranderen hun omgeving en daardoor beinvloeden ze natuurlijke selectie
  4. extra-genetic inheritance: organismen erven méér over dan alleen hun genen (ook wel epigenetica genoemd)

Als U dat te technisch wordt, hier is de rode draad: genen zijn niet alleen-bepalend voor evolutie.

De progressieven claimen dat ze een aantal verschijnselen beter kunnen verklaren dat het standaard model. Ze gaan zelfs zover te claimen dat hun 4 mechanismes de centrale feiten van evolutie, aanpassing en soortvorming, kunnen verklaren. Het wordt hoog tijd dat dit erkend wordt menen ze.

De ‘conservatieven’ menen -heel toepasselijk- ‘all is well!

Ze beginnen hun betoog met een enigszins misleidende opmerking over Darwin. Darwin had zich al gerealiseerd in een van zijn laatste boeken over wormen dat wormen hun eigen milieu creëren

. Een lesje voor de Niche Construction theoretici: er is niets nieuws onder de zon.

Darwin had eigenlijk al een Niche Construction theory and wij evolutiebiologen hebben dat altijd al gevolgd.

Die opmerking is niet geheel terecht want in zijn meest gelezen en invloedrijkste hoofdwerk The Orgin of Species komen wormen niet aan bod [1].

Verder zeggen ze dat in de jaren 1936 – 1947 (klassieke) genetica geïntegreerd werd in de evolutietheorie. Dat is waar, maar dat genetica tot een soliede begrip van aanpassing en soortvorming leidde lijkt mij behoorlijk overdreven.

Het klopt dat de ontdekking van DNA in 1953 een grote revolutie teweegbracht in de evolutietheorie. De conservatieven voeren dit op als bewijs dat de evolutietheorie niet in steen gebijteld is en continu verandert.

De vier processen die de progressieven opvoeren (zie boven) hebben voldoende aandacht in de evolutietheorie (ze geven enige bewijzen uit de literatuur) en daarom is een nieuwe revolutie en een nieuwe naam voor de evolutietheorie niet nodig.

Het is niet gebrek aan aandacht, maar van voldoende bewijs voor de 4 alternatieve processen dat het probleem is.

Bovendien zijn /hebben veel evolutiebiologen eigen verlanglijstjes van onderwerpen die ook meer aandacht verdienen. Maar daar kunnen we niet aan beginnen.

Evolutiebiologie is levendig, modern en open-minded. Maakt U zich geen zorgen. Alles komt goed.

°

De progressieven verwijten de conservatieven dat in hun evolutietheorie alles om genen en DNA draait (minachtend: ‘gene-centric’).

Maar dat is toevallig –zowel theoretisch als empirisch– het meest soliede gedeelte van de hele evolutietheorie!

Evolutie is niets anders dan natural selection, drift, mutation, recombination and gene flow.

De vier alternatieve niet-Darwiniaanse processen zijn slechts kleine toevoegingen aan deze hoofdprocessen en zijn niet essentieel voor evolutie. Alleen onder bepaalde omstandigheden kunnen ze invloed op evolutie uitoefenen. Eerlijk gezegd zijn punt 1 en 4 sowieso nog lang niet voldoende onderbouwd om opgenomen te worden in de evolutietheorie.

Geen gepraat!

Aan het werk!

De conservatieven reageren alsof zij in de regering zitten. De progressieven worden tot oppositie gedwongen.

Uw problemen hebben onze aandacht en alles wat nuttig en waar is hebben we al opgenomen in ons beleid. Wij nodigen U uit om constructief met ons mee te werken aan de toekomst van ons mooie land.

°

Er zit een grote tegenstrijdigheid in de boodschap van de gevestigde orde: Darwin heeft, en in navolging van Darwin hebben wij altijd al aandacht aan Uw kritiekpunten besteed, én die punten zijn niet belangrijk en slecht onderbouwd.

°

Ikzelf vind de evolutietheorie zoals voorgesteld door ‘de gevestigde orde’ een verarming.

Als ‘natural selection, drift, mutation, recombination and gene flow’ de kern is van de evolutietheorie, dan zijn we niet veel verder gekomen dan de populatiegenetica van de jaren dertig.

We hoeven ons niet te verbazen dat dit zijn weerslag vindt in de evolutiehandboeken die studenten voorgeschoteld krijgen [3]. Evolutiehandboeken worden door ‘de gevestigde orde’ geschreven.

Zoals ik eerder op dit blog [2] en op mijn website [4] heb beschreven, is evolutie een planetair verschijnsel en moet ook in die context bestudeerd en onderwezen worden.

En zelfs dat is niet voldoende.

De alles-overkoepelde context van biologisch evolutie is Big History: voortgekomen uit cosmologische evolutie en zich voorzettend in menselijke culturele evolutie.

Mijn droom: een evenwichtig evolutiehandboek dat door beide partijen is geschreven…

Noten

  1. Je kunt makkelijk een search doen op de site Darwin Online van  John van Wyhe. Het woord ‘worm’ komt maar 4x in The Origin voor, waarvan 1 in de literatuurlijst en de andere 3 zijn niet relevant.
  2. blog: Big History: een synthese van kosmologie, evolutie, en cultuurgeschiedenis
  3. blog: Evolutiehandboeken beoordeeld vanuit het Big History perspectief. Tien miljard jaar in de prullenbak?
  4. o.a. hier: About this site en verspreid over de hele WDW website.
LEES VOORAL DE ZEER INTERESSANTE  REACTIES  op dit blog van KORTHOF    
Een poging tot samenvatting  —>
1.-  NC (NICHE CONSTRUCTION)
°
Evolutie mechanismen
 http://mechanismsevo.blogspot.be/
°
 °
°
 °
°
EVO-DEVO ( +  development biology ) 

Evo-Devo and an Expanding Evolutionary Synthesis: A Genetic Theory of Morphological Evolution

Abstract 


Biologists have long sought to understand which genes and what kinds of changes in their sequences are responsible for the evolution of morphological diversity. Here, I outline eight principles derived from molecular and evolutionary developmental biology and review recent studies of species divergence that have led to a genetic theory of morphological evolution, which states that (1) form evolves largely by altering the expression of functionally conserved proteins, and (2) such changes largely occur through mutations in the cis-regulatory sequences of pleiotropic developmental regulatory loci and of the target genes within the vast networks they control.

°
  • Mûller 

PDF]Extended Synthesis: Theory expansion or alternative?

door GB Muller – ‎Geciteerd door 2 – ‎Verwante artikelen

Discussion. Lindsay Craig—The So-Called Extended Synthesis and …. Wiley-Blackwell. Müller GB (2007) Evodevo: Extending the evolutionary synthesis.

 
°
EXTENTED   PHENOTYPE  
°
APPENDIX 
(Een beetje) gechiedenis van de modernere ontwikkelingen in de evolutiebiologie en aanverwanten kan helpen bij een genuanceerder insteek …..
Maar het gaat vooral over de weergave van de ” problemen” met de evolutietheorie ,  in de journalistiek en in de blogosfeer————————————————————————————————————-
(Uit het archief ) 2004
(bewerkte bron) :
http://www.wetenschapsforum.nl/index.php/topic/4726-evolutietheorie-wat-zijn-de-problemenonduidelijkheden/
°
Binnen de evolutietheorie___ zoals binnen elke (wetenschappelijke) theorie, zijn er vast problemen , moeilijkheden en/of onduidelijkheden in de vceronderstelde  verklaringen gegeven door  de theorie…

Binnen de (subatomaire) natuurkunde worden deze altijd breed uitgemeten, maar van de evolutietheorie zijn ze eigenlijk nog niet zo goed ( en vooral volgens de huidige stand van kennis wetenschappelijk verantwoord )in het daglicht gesteld in de algemene persberichtgeving en blogosfeer (buiten de creationistische stemmingmakerij dan ) met haar zogenaamde gebalanceerde “gelijkwaardigheid van allerlei “opiniemakers en meningenspuiers … vandaar dus : ” ….. over wat de huidige problemen (2004 ) van de evolutietheorie zijn, en in welke richting er aan een oplossing wordt gedacht? …)
(1)

Volgens sommigen zitten de meeste problemen, voornamelijk in de details van o.a. de evolutie-wetenschappen ;( bijvoorbeeld ) paleontologie , de palaeoantropologie en de fylogenetica ;
“……Hoe zagen de voorouders van vleermuizen en Pterosauriërs er uit, de eerste insecten, enzovoort. Allemaal beesten die zelden fossilliseren…
…….. Details in de evolutionaire verwantschappen(fylogenetica ) is mogelijk nog erger,….(bijvoorbeeld,) welke soort heeft gestalte gegeven aan het geslacht homo?
A.afarensis of A.africanus ( Update 1) (2)
Daar kom je nooit helemaal uit, maar wat geeft het?
Dat wordt gesteld dat het Australopithecus was (waaruit het geslacht homo evoulueerde) vind ik al een goede verhelderende prestatie …

( Update 1) of het ondertussen ontdekte fossiel A. sediba ? De fossielen en vooral nieuwe technieken (allerlei comuter aided – scanss) die een fossiel kunnen analyseren en in 3D kunnen ananlyseren zonder het fossiel te beschadigen , en die al in deze eeuw ontdekt zijn betekenen een geweldige verfijning van de bestaande stambomen ter zake

(1)….Ik wil hier geen discussie beginnen over of het creationisme weer in ere hersteld moet worden; omdat creationisme een sectaire (fundamentalistische ) geloofsrichting is die uitgaat van absolute zekerheden ( zowel metafysische als religieuze en literatlistische interpretaties van “heilige ” geschriften , ficties en mythologieen gekleurd door wensdenken ) en derhalve geen bundel van herzienbare/uitbreidbare (natuur)wetenschappelijke hypotheses en theorieeen )

(2) … Het zoeken van de “missing link ” in rechte lijn …. zal wel altijd een zoektocht blijven …om de eenvoudige reden dat nog  geen enkel fossiel uit dat verleden ( de schakel tussen mens en mensaapachtige voorouder )met een “geboortebewijs / identitietspapieren en/of nog bruikbaar en ananlyseerbaar DNA profiel (reeds ) werd gevonden ”

°

2009
http://www.programmed-aging.org/theories/evolution_issues.html

http://evolution.berkeley.edu/evosite/evo101/IIIMechanisms.shtml

 °
Molecular biology :-Self directed evolution of bacteria ? :
http://www.quantamagazine.org/20140115-under-pressure-does-evolution-evolve/

Organische KOOLSTOFVERBINDINGEN

°

°

life-03-00331ABIOGENESIS *

abiogenesis updates.docx (193.6 KB)
abiogenesis.docx (730.8 KB)

chiraliteit.docx (609.8 KB)
CHNOPS.docx (488.6 KB)  http://sandwalk.blogspot.be/2013/02/reviewing-arseniclife-paper.html  
B4.RANDVOORWAARDEN-BIOCHEMIE-VAN-LEVENDE-MATERIE-IN-HET-HEELAL[1]

 

°

Molecuul suggereert dat leven in interstellaire ruimte begon

molecuul

Wetenschappers hebben op zo’n 27.000 lichtjaar van de aarde een koolstof-gebaseerd molecuul met ‘vertakkingen’ ontdekt.(1) Het suggereert dat de complexe moleculen die nodig zijn voor leven hun oorsprong vinden in de interstellaire ruimte.

De onderzoekers bestudeerden met behulp van het Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) het stervormingsgebied Sagittarius B2. Het gebied bevindt zich dicht bij het hart van de Melkweg en is rijk aan complexe interstellaire organische moleculen.

Het is niet ongebruikelijk dat onderzoekers organische moleculen ontdekken in stervormingsgebieden. Maar die organische moleculen bestaan altijd uit koolstofatomen die één rechte lijn vormen.

Het molecuul dat onderzoekers nu in stervormingsgebied Sagittarius B2 aantroffen – i-C3H7CN – is heel anders. Het bestaat niet uit één rechte lijn koolstofatomen, maar heeft ‘vertakkingen’. Het is voor het eerst dat in de interstellaire ruimte zo’n molecuul is ontdekt.

De vertakkingen die de onderzoekers zagen, doen denken aan de structuur van moleculen waarvan we weten dat ze nodig zijn voor het ontstaan van leven.

Denk bijvoorbeeld aan aminozuren (de bouwblokken van proteïnen). De ontdekking onderschrijft dan ook de theorie die stelt dat vrij complexe moleculen die nodig zijn voor het ontstaan van leven – zoals aminozuren die we vaak in meteorieten aantreffen – geproduceerd worden in een vroeg stadium van stervorming, nog voordat planeten zoals de aarde tot stand komen.

Bronmateriaal:
New molecule found in space connotes life origins” – Cornell.edu
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door MPIfR / A. Weiß (achtergrond), Universiteit Keulen / M. Koerber (moleculaire modellen), MPIfR / A. Belloche (montage).
Fig. 1
Fig. 1Models of propyl cyanide isomers and conformers.

(A) iso-propyl cyanide (i-C3H7CN). (B) gauchenormal-propyl cyanide (g-n-C3H7CN). (C) antinormal-propyl cyanide (a-n-C3H7CN). C, H, and N atoms are indicated by gray, small light-gray, and blue spheres, respectively.

New molecule found in space connotes life origins

September 26, 2014// Cornell University
Summary:
Hunting from a distance of 27,000 light years, astronomers have discovered an unusual carbon-based molecule contained within a giant gas cloud in interstellar space.
The discovery suggests that the complex molecules needed for life may have their origins in interstellar space.
(2)
The vibrant, starry stream of the Milky Way frames radio telescopes of the Atacama Large Millimeter/submillimeter Array – known as the ALMA Observatory – in Chile’s Atacama Desert.
Credit: Y. Beletsky/ESO
 °
REACTIES 
Koolstofchemie is de meest veelzijdige chemie die er is, koolstof kent bijna net zo veel verbindingen als alle 117 andere elementen bij elkaar opgeteld. En deze anorganische verbindingen zijn lang niet zo reactief, complex of stabiel als de koolstofverbindingen.Uit die chemie is in ieder geval al één keer leven voortgekomen en dat gebeurde hier op Aarde al in de eerste ~500 miljoen jaar. Astronomisch gesproken heel snel dus. Al het leven (DNA) bestaat uit dezelfde elementen: waterstof, zuurstof, koolstof, stikstof en fosfor. (CHNOPS) De eerste vier elementen maken zo’n 99% uit van alle materie in het universum. Alleen fosfor is een zeldzaam element, een factor duizend zeldzamer zelfs dan silicium! [2]En die chemie kom je in alle uithoeken op Aarde tegen, onder de meest extreme omstandigheden.
En niet alleen hier blijkbaar.
Andere planeten, manen, asteroïden, kometen, interstellaire en circumstellaire gaswolken, overal vindt dezelfde koolstofchemie plaats.
Dit is niet het eerste complexe organische molecuul dat we aantreffen, maar wel een van de meer interessante tot nu toe [3].—->   We hebben geen voorbeelden van leven gebaseerd op andere elementen en om eerlijk te zijn weten we niet eens hoe dat precies zou moeten werken, welke biosignaturen bij zulk leven horen.
We weten dus ook niet waar we naar moeten zoeken.Aangezien chemie een deterministisch proces is en koolstofgebaseerd leven zich(minstens ) al een keer heeft ontwikkeld is het waarschijnlijk dat dit proces zich elders onder de juiste omstandigheden kan herhalen.
Voor bijvoorbeeld silicium is die waarschijnlijkheid op dit moment te verwaarlozen simpelweg omdat ieder precedent en ieder chemisch mechanisme ontbreekt.Nou kan koolstofgebaseerd buitenaards leven nog steeds totaal vreemd voor ons zijn. Zelfs hier op Aarde vindt je leven, al dan niet uitgestorven, onder zulke extreme omstandigheden dat je die met recht buitenaards zou kunnen noemen, het zijn biotopen totaal vreemd voor ons oppervlaktebewoners.
Microben in rotslagen diep onder de grond, of op vier kilometer diep onder water bij temperaturen ver boven 200 graden Celsius, of gewoon pal bovenop de sarcofaag van Chernobyl [4].
Recent hebben ze mogelijk zelfs plankton aangetroffen aan de buitenkant van het ISS!Koolstofgebaseerd leven is veelzijdig en robuust. Dikke kans dat we dat als eerste gaan vinden daarbuiten.
Leven met een andere chemie is zeker niet uit te sluiten maar eerder uitzondering dan regel.
Het zou wel een veel interessantere ontdekking zijn natuurlijk![1] http://ptable.com/
[2] https://en.wikipedia.org/wiki/Abundance_of_the_c …
[3] https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_interstell …
[4] http://www.sciencedaily.com/releases/2007/05/070 …
—-> over de waarschijnlijkheid van ‘carbonbased life’:  multicellulair/macroscopisch leven ontwikkelt zich al vrij snel (als er maar voldoende ‘vrije’ zuurstof is).
Op aarde gebeurde dat minimaal tweemaal.
Zie ook de ontdekking in Gabon:(een behoorlijke zijsprong,-om aan te geven hoe ‘vanzelfsprekend’ en veelzijdig koolstofleven wel niet is (overigens volgens de ontdekkers was het toen al  wel behoorlijk gedifferentieerd,))
—> Over silicium als basis  ;  Het lijkt me niet onmogelijk maar wel onwaarschijnlijk.
Maar  een dataset van één (= carbon based life ) is nog altijd beter dan een dataset van nul zoals bijvoorbeeld het geval is met siliciumleven.
(1)  vooral  het vakgebied  van de   spectroscopie analyseerd  het opgevangen  licht uit een bepaalde bekende   ruimtebron 
°
Dergelijk   licht gaat  op die ruimtebron  door meer dan één soort  moleculen……. verschillende soorten moleculen absorberen verschillende soorten licht, hierdoor missen er bepaalde kleurfrequenties in het spectrum van de lichtstraal dat onze aarde bereikt…..zie het als een soort streepjescode,…. zo   weten  we  exact van welke stoffen welk licht absorberen, en zo zien we welke stoffen er aanwezig zijn in die gaswolk.
Dit alles er vanuit gaande dat onze theorieën over licht in het hele universum gelden. Lichtsnelheid, gedragingen van licht en het lichtspectrum zijn theoretisch onderbouwd, door empirisch onderzoek kunnen we zien dat onze uitgangspunten op aarde en rond de aarde gelden, maar of dat verder in de ruimte zo is  ?   dat zijn aannames.(*)
Ik blijf graag kritisch op wetenschappelijke “feiten” gebaseerd op lange reeksen van aannames.
(antwoord )
(*)  Nee dat zijn geen ”   aannames.”
Je kunt het eenvoudig zien,   Ga je de aan de natuurconstanten sleutelen dan kunnen er spectra ontstaan die bij nu niet bestaande isotopen behoren en kunnen er spectra verdwijnen.
Tor nu toe is er nooit iets van die aard gemeten.
°
  • (2) de ontdekking is fijn maar een vertakte koolstofketen is net zo veel “leven” als enige andere conditie die zou leiden tot bijv zelf-replicatie.

 

  • Het punt is dat hij nog niet eerder gezien was. Uiteraard heeft leven bouwstoffen nodig maar  er is geen reden om te denken dat die alleen op Aarde zouden rondslingeren voor spontane of bewuste creaties.
  • er is bovendien  niemand voor nodig om uit de organische bouwstenen leven te maken ……wat er voor nodig is , heet abiogenese en vooral veel tijd                                                                                                                                                                                                                                                                                                    —> We weten al lang dat religieuze  scheppings verhalen kant noch wal raken. Wat we nog niet weten is hoe leven daadwerkelijk is ontstaan…….Maar men werkt eraan 
 °
Veel reli-fanaten houden  vol dat leven buiten de aarde ‘niet kan’ en elk stukje bewijs dat dit wel degelijk  kan bestaan  of bestaan heeft,  haalt dat onhoudbare standpunt verder onderuit.
°

EMOTIES

BREIN EN EVO  INHOUD       

EMOTIES HERSENDOSSIERS 3.docx (1 MB)

evolutionair voordeel gedrag.docx (374.3 KB)

°

zie ook

__________________________________________________________________

Acht gezichtsuitdrukkingen: blijdschap, boosheid, verdriet, minachting, walging, neutraal, angst en verbazing

In de Nijmeegse database zijn acht belangrijke emoties opgenomen: blijdschap, boosheid, verdriet, minachting, walging, neutraal, angst en verbazing.

http://www.ru.nl/@746910/pagina/

FacialExpressions

 

facial-expressions1  chimps

 

 

 

°

 

Chimps are good at showing their moods and do so using the expressions on their faces. The shape of the mouth and whether or not the teeth are bared are important signals. The chimps pictured above are showing (1) a desire to play, (2) how they beg for food, (3) fear, and (4) anxiety.

 

 

heel herkenbare basale emoties en gezichtuitdrukking

°

De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat wij mensen zes basale emoties hebben die te herkennen zijn aan de hand van specifieke gezichtsuitdrukkingen. Maar die zes basale emoties gaan nu op de schop: nieuw onderzoek suggereert dat we er maar vier hebben.

Onderzoeker Paul Ekman stelde dat er zes basale emoties zijn die we middels een bepaalde gezichtsuitdrukking communiceren en die mensen wereldwijd – ongeacht hun taal of cultuur – begrijpen. Die zes emoties zijn: vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing en walging. Als u een gezicht trekt dat getuigt van walging, dan maakt het dus niet uit waar u dat gezicht trekt: of u nu in China of in Noorwegen of in Arabië bent, iedereen herkent de gezichtsuitdrukking en weet dat u walgt.

Onderzoek
Tenminste: dat dacht Ekman. Nieuw onderzoek suggereert namelijk dat er eigenlijk maar vier basale emoties zijn die we heel gemakkelijk aan een bepaalde gezichtsuitdrukking kunnen verbinden. Onderzoekers van de universiteit van Glasgow bestudeerden de spieren in het gezicht en het moment waarop bepaalde spieren bij het vertonen van een bepaalde emotie actief werden.

Angst en verbazing
Uit het onderzoek blijkt dat de gezichtsuitdrukkingen die horen bij blijheid en verdriet vanaf het begin al duidelijk onderscheidend zijn van de rest van de basale emoties.

 

(verdriet ? )

Rouw in het dierenrijk

blije chimpansee ? 

lachende chimps 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chimpansee

http://nl.wikipedia.org/wiki/Lachen_(gedrag)

Chimpansees, gorilla’s, bonobo’s en orang-oetans produceren bij speelse activiteiten als stoeien, elkaar nazitten of kietelen geluiden die verwant lijken aan de lach van mensen. Het lachen van jonge chimpansees en bonobo’s gaat vaak gepaard het een typisch spelgezicht(play-face) en is vooral opvallend bij het kietelen. Bij het spelgezicht staat de bek iets open, en is alleen de bovenrand van de ondertanden zichtbaar. De vocale lach van chimpansees verschilt echter qua geluidspatroon van die van mensen, en is meer een soort hijgerig in- en uitademen. Hij verandert ook niet bij het ouder worden. Ook blijken deze dieren gevoelig in dezelfde ‘kietelgebieden’ op het lichaam, zoals buik en oksels.

een “lachende “orang oetang

°

curious and  exited  df2fa600d48714f85f29b243af968b00_mediumCurious , baffled   and ….. exited 

 

Maar voor angst en verbazing ligt dat anders. Zij delen in de eerste fase waarin mensen deze emoties uiten de wijdopengesperde ogen en zijn dan moeilijk van elkaar te onderscheiden.

 

1358243740_chimpansee_flickr_patries71

De verbazing van de porno-verslaafde  chimp Gina 

 

http://www.kennislink.nl/publicaties/het-bange-dier

 

Chimpansees die gebruikt worden voor medische proeven vertonen dezelfde psychiatrische symptomen als mensen die gefolterd worden.

In een studie met 116 chimpansees bleek dat 95 procent minstens één van de patronen vertoont die we ook bij mensen terugvinden die lijden aan de posttraumatische stressstoornis. De dieren in kwestie werden ooit gebruikt voor medische proeven en leven intussen in een reservaat in de VS. Maar hun gedrag wekt jaren later nog steeds bezorgdheid, zo melde de Britse krant The Independent.

Voor de studie werd het gedrag van de apen vergeleken met het gedrag bij menselijke patiënten. De chimpansees hebben last van meerdere symptomen: ze blijven weg uit bepaalde ruimten in hun leefomgeving, ze vertonen angstuitbarstingen, ze hebben moeite met sociaal contact en ze kunnen amper slapen.

 

 

°

 

Datzelfde geldt voor woede en walging: zij delen in het begin de gerimpelde neus en zijn in eerste instantie meer aanwijzingen dat gevaar dreigt.

Pas in een later stadium zijn angst en verbazing en woede en walging van elkaar te onderscheiden en dus zijn er  vier verschillende gelaatsuitdrukkingen horend bij vier verschillende emoties.

Evolutie
De onderzoekers stellen dan ook dat er eigenlijk maar vier basale emoties zijn die gemakkelijk van het gezicht af te lezen zijn. Dat is volgens de onderzoekers met het oog op de evolutietheorie goed te verklaren.

Gelaatsuitdrukkingen kunnen we om twee redenen maken: om ons vege lijf te redden of om anderen te waarschuwen.

Evolutionair gezien is het eerste het belangrijkste.

In het geval van gevaar zijn onze ogen dan ook wijd opengesperd, zodat we zoveel mogelijk informatie tot ons kunnen nemen en we trekken onze neus op om te voorkomen dat we eventuele schadelijke stofjes binnen zullen krijgen.

In dat prille stadium kan een ander die gelaatsuitdrukking nog niet aan een bepaalde emotie koppelen.

Later worden andere spieren in het gezicht actief waardoor de ander dat wel kan en dus weet of iemand angstig of gewoon verbaasd is en op basis daarvan kan handelen (in het geval van angst bijvoorbeeld op de vlucht slaan).

“Wat ons onderzoek laat zien is dat niet alle spieren in het gezicht tegelijkertijd actief worden wanneer we een bepaalde gezichtsuitdrukking vormen,”

stelt onderzoeker Rachael Jack. In plaats daarvan worden eerst spieren actief die ons kunnen redden en pas later worden de spieren waarmee we iets naar anderen kunnen communiceren, actief.

“Ze veranderen van in de biologie gewortelde signalen in de complexere specifieke signalen met een sociale functie.”

Bronmateriaal:
Written all over your face: humans express four basic emotions rather than six, says new study” – Gla.ac.uk

*

…wetenschappers  hebben onlangs kaartjes van ons lichaam gemaakt  waarop te zien is waar elke emotie te voelen is?
Kaartje van uw lichaam laat zien waar elke emotie te voelen isEmoties hebben ook een fysiek effect. Zo kan een gevoel van verliefdheid ons warm van binnen maken, terwijl…

°

BOOSHEID  

 

De evolutie van het boze gezicht ontrafeld

 Boze  verwanten 

edinburg zoo

edinburg zoo

angrty gorilla    759211749_6f6642c0f5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

angry  and menacing  gorilla 

 

 

Vraag tien mensen om een boos gezicht te trekken en ze zullen alle tien dezelfde spieren aanspannen. Waarom? Wetenschappers zijn eruit: het boze gezicht is evolutionair gezien voordelig, omdat het ons sterker laat lijken dan we zijn.

Waar ter wereld je ook komt: een boos gezicht is overal hetzelfde. “Zelfs kinderen die blind geboren zijn, trekken dit gezicht als ze boos zijn ook al hebben ze het zelf nog nooit gezien,” vertelt onderzoeker Aaron Sell. Wereldwijd gooien mensen zeven spiergroepen in de strijd om een boos gezicht te maken. En dat is fascinerend. Want waarom deze zeven spiergroepen? Amerikaanse en Australische wetenschappers wilden dat ook wel eens weten.

Onderhandelingen
Tijdens een eerder onderzoek deden deze wetenschappers al de ontdekking dat de emotie ‘woede’ waarschijnlijk ontstond en zich wist te handhaven omdat het een nuttige emotie is tijdens onderhandelingen. Een eerste stap tijdens onderhandelingen is de ander laten weten dat je het niet eens bent met zijn voorstel en dat het conflict pas voorbij is als er een voor beide partijen aanvaardbare oplossing is gevonden. Dat verklaart volgens de onderzoekers waarom de emotie ‘woede’ gepaard gaat met een specifieke gezichtsuitdrukking: met die gezichtsuitrukking laat je aan anderen weten dat je het niet eens bent met het voorstel. “Maar het boze gezicht geeft niet alleen de start van een conflict weer,” benadrukt Sell. “Elke specifieke gezichtsuitdrukking zou dat immers kunnen doen. Wij bedachten dat het boze gezicht deze specifieke vorm heeft, omdat het nog een boodschap afgeeft: elk element ervan is ontworpen om de ander te intimideren.” Volgens de onderzoekers draagt elk element van het boze gezicht eraan bij dat een individu gevaarlijker oogt. En hoe gevaarlijker een individu oogt, hoe groter de kans is dat hij zijn zin krijgt.

Experiment
Een mooie hypothese. Maar is dat werkelijk zo? De onderzoekers namen de proef op de som. Met behulp van de computer genereerden ze verschillende gezichten. Die gezichten gaven ze de verschillende elementen van een boos gezicht mee. Het resultaat was een gezicht dat niet boos keek, maar wel één element van woede bezat. Eén zo’n element dat je in een boos gezicht aantreft, is bijvoorbeeld de lage wenkbrauwen. De onderzoekers genereerden een gezicht met lage en met hoge wenkbrauwen en lieten proefpersonen de gezichten bekijken. Vervolgens moesten die proefpersonen aangeven hoe sterk ze de afgebeelde persoon achten. De proefpersonen die een gezicht met lage wenkbrauwen (slechts één element van een boos gezicht) zagen, dachten dat de afgebeelde persoon veel sterker was dan de persoon met hoge wenkbrauwen. En dat gold niet alleen voor de wenkbrauwen, maar voor elk individueel element van een boos gezicht: de samengeknepen lippen, de hoge kin, enzovoort.

“Ons eerdere onderzoek toonde aan dat mensen uitzonderlijk goed in staat zijn om de vechtvaardigheden van een individu vast te stellen door naar zijn gezicht te kijken,” vertelt Sell. “Aangezien mensen die sterker lijken vaker hun zin krijgen – zelfs als anderen even sterk zijn – concluderen we dat de evolutie van het boze mensengezicht verrassend eenvoudig verklaard kan worden: het is het etaleren van dreiging.”

Net zoals sommige dieren zich wanneer ze bedreigd worden groter maken dan ze in werkelijkheid zijn, wekken bedreigde mensen het idee dat ze groter en sterke zijn dan ze in werkelijkheid zijn door boos te kijken.

“Het verklaart waarom de evolutie deze specifieke gezichtsuitdrukking selecteerde om samen te gaan met woede,”

voegt onderzoeker John Tooby toe.

“Woede ontstaat doordat je weigert om de situatie te accepteren en het gezicht organiseert zich vervolgens zo dat je de andere partij duidelijk laat weten welke gevolgen het heeft als deze de situatie niet acceptabeler maakt. Wat vooral zo prettig is aan deze onderzoeksresultaten is dat geen enkel element van het boze gezicht toeval is: ze geven allemaal dezelfde boodschap af.”

 

Bronmateriaal:
The Universal ‘Anger Face’” – UCSB.edu

 

“Een boos gezicht trekken is geen toeval”

http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.2076467

 

VRT

di 02/09/2014 
Gianni Paelinck
Lage wenkbrauwen, opengesperde neusgaten en gespannen lippen: het zijn de kenmerken van een boos gezicht en dat is niet toevallig, ontdekten onderzoekers van de universiteit van Santa Barbara in Californië. Ons gezicht is zo geëvolueerd omdat het ons sterker doet lijken. Elk element van een boos gezicht helpt ons een ander te intimideren en dat is evolutionair voordelig.

We gebruiken 7 spiergroepen om tot de specifieke constellatie van een boos gezicht te komen en dat alles is te herleiden tot de evolutietheorie. Een boos gezicht biedt ons functionele voordelen, zo stellen de onderzoekers.

“In een eerder onderzoek toonden we al aan dat de emotie woede ons helpt om te onderhandelen bij een conflict”, zegt onderzoeker Aaron Sell.

Met woede gaat ook een specifieke gezichtsuitdrukking gepaard en die is overal ter wereld hetzelfde. Meer nog: de uitdrukking is aangeboren want ook blinde kinderen trekken eenzelfde boos gezicht, zo stellen de wetenschappers.

“Een boos gezicht doet ons sterker lijken dan we zijn”

De onderzoekers van de universiteit van Santa Barbara genereerden met computers enkele gezichten met telkens een boos element en lieten dat vervolgens zien aan proefpersonen. Wat bleek? De proefpersonen dachten dat de mensen met ook maar één boos element in het gezicht veel sterker waren dan wanneer dat element niet te zien was.

“Elk element van een boos gezicht helpt dus om een ander te intimideren omdat de boze persoon sterker gaat lijken”, aldus onderzoek Sell.

Op die manier kunnen mensen zich dus sterker voordoen dan ze eigenlijk zijn, waardoor ze in een conflict een sterkere onderhandelingspositie krijgen. En dat is volgens de onderzoekers het resultaat van onze biologische evolutie.

“Woede ontstaat wanneer een persoon een gegeven situatie niet kan aanvaarden en het gezicht organiseert zichzelf onmiddellijk om aan de andere persoon te tonen wat het hem kan kosten als die de situatie niet acceptabeler maakt.

Ons onderzoek toont nu aan dat alle elementen in een boos gezicht niet toevallig zijn, maar allemaal dezelfde functie hebben: het etaleren van een dreiging”,

luidt de conclusie van het onderzoek.

Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad “Evolution & human behavior”.

The anger face

 

http://www.sciencedaily.com/releases/2014/08/140828184811.htm

The anger face is a constellation of features, each of which makes a person appear physically stronger.
Credit: © Vera Kuttelvaserova / Fotolia

Rimpels helpen ons om te schatten hoe oud iemand is. Maar nieuw onderzoek wijst erop dat we (onbewust)…
 °
AGRESSIE 
Agressie  <– doc (chimps and  war )
agressie.docx (1.3 MB) <– 
°
 http://www.nu.nl/wetenschap/3880353/evolutie-maakte-menselijke-gezichten-sterk-verschillend–.html

‘Evolutie maakte menselijke gezichten sterk verschillend’

Menselijke gezichten zijn waarschijnlijk geëvolueerd om zo veel mogelijk uniek te zijn. Dat beweren Amerikaanse wetenschappers in een nieuwe studie.

 

individual faces ( homo sapiens )

individual faces ( homo sapiens )

De verschillen tussen gezichten van individuen zijn bij mensen veel groter dan bij dieren.

Dat is waarschijnlijk in de loop van de evolutie zo gegroeid, omdat de herkenbaarheid van individuen van groot belang is bij sociale interacties tussen mensen.

Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Californië in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.

Genen

De wetenschappers analyseerden de DNA-volgorde van een groot aantal mensen over de hele wereld. Genen waarvan bekend is dat ze de vorm en bouw van het gezicht bepalen, bleken veel sterker te variëren dan genen die het uiterlijk van andere lichaamsdelen beïnvloeden.

Volgens hoofdonderzoeker Michael Sheenan suggereren de bevindingen dat het gezicht van mensen is geëvolueerd om zo veel mogelijk uniek te zijn.

Waar de meeste dieren vooral op geuren afgaan om elkaar te herkennen, zijn sociale interacties bij mensen vooral visueel gericht.

Hersenen

“Mensen zijn fenomenaal goed in het herkennen van gezichten, er is zelfs een hersendeel gespecialiseerd in deze taak”, verklaart Sheenan op nieuwssite ScienceDaily.

“Onze studie toont aan dat mensen in de loop van de evolutie zijn geslecteerd om uniek en herkenbaar te zijn.”

Sheenan neemt zichzelf als voorbeeld om het bijzondere staaltje evolutie uit te leggen. “Het is duidelijk in mijn voordeel dat ik anderen gemakkelijk kan herkennen, maar het is ook handig dat ik herkenbaar ben voor anderen. Als het geen evolutionair voordeel zou zijn om een uniek gezicht te hebben, dan zouden we er allemaal ongeveer hetzelfde uitzien.”

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis

http://www.sciencedaily.com/releases/2014/09/140916112240.htm

Human faces are so variable because we evolved to look unique

Date:September 16, 2014
Source:University of California – Berkeley
Summary:
Why are human faces so variable compared to other animals, from lizards and penguins to dogs and monkeys? Scientists analyzed human faces and the genes that code for facial features and found a high variability that could only be explained by selection for variable faces, probably because of the importance of social interactions in human relationships and the need for humans to be recognizable.
The amazing variety of human faces — far greater than that of most other animals — is the result of evolutionary pressure to make each of us unique and easily recognizable.
Credit: UC Berkeley
human faces variety

human faces variety

Humans have much more individually distinctive faces than many animals. (a) Human populations show extensive variability in facial morphology that is used for individual recognition. Patterns of elevated variability are even maintained in more genetically homogeneous populations such as the Finnish, as demonstrated by the portraits of six male soldiers. (b) In contrast to the variability present in human faces, many animals such as king penguins have much more uniform appearances. While king penguins are not known to visually recognize individuals, they do have highly distinctive vocalizations that are used for individual recognition. (Photo credits: SA-kuva, Finnish Armed Forces photograph; Wikimedia commons.)
°
Apen gezichten  —>
primaten gezichten

primaten gezichten

HYENA

 

°

Trefwoord

Aardwolf

Meer afbeeldingen

  1. De aardwolf is een hyena uit zuidelijk en oostelijk Afrika. Het is de enige levende soort uit de onderfamilie aardwolven; de aardwolf verschilt sterk van andere hyena’s en kan worden beschouwd als het buitenbeentje van de familie. Wikipedia

Bruine hyena (Hyaena brunnea syn. Parahyaena brunnea Meer afbeeldingen

  1. De bruine hyena of strandwolf is een van de vier nog levende soorten hyena’s. Hij is nauw verwant aan de gestreepte hyena en samen worden ze ook wel tot hetzelfde geslacht, Hyaena, gerekend. Wikipedia

Civetkat

  1. Civetkatten zijn een geslacht van kleine, slank gebouwde roofdieren die voorkomen in Zuidoost-Azië. Wikipedia

Gevlekte hyenaMeer afbeeldingen

  1. De gevlekte hyena is de grootste, agressiefste en de luidruchtigste hyenasoort. In grote delen van Afrika is het het meest voorkomende grote roofdier. De gevlekte hyena is de enige nog levende soort uit het geslacht Crocuta. Wikipedia

Gestreepte hyenaMeer afbeeldingen

  1. De gestreepte hyena is één van de vier hyenasoorten. Ze danken hun naam aan de zwarte strepen over het hele lichaam. Wikipedia

HyaenadonMeer afbeeldingen

  1. Hyaenodon is een geslacht van uitgestorven Creodonta dat miljoenen jaren heeft geleefd en op bijna alle continenten voorkwam. Er zijn zo’n vijftien soorten in dit geslacht benoemd. Er zijn vele soorten gevonden, die sterk in grootte verschilden. Wikipedia

OxyaenaMeer afbeeldingen

  1. Oxyaena is een uitgestorven carnivoor zoogdier behorend tot de familie Oxyaenidae van de Creodonta. Oxyaena had een lichaamslengte van ongeveer een meter. Het was één van de algemeenste roofzoogdieren van de Noord-Amerika in het Wasatchian. Wikipedia

 

 

°

LINKS

http://www.pinterest.com/tsjok/hyenas/

 

Kruger park

http://www.bryerpatch.com/news/africa2000/animals.htm

 

Hyena

Hyena baby

pregnant hyena

Spotted hyena with pup in Kruger National Park, South Africa

Playing with mama

°

AFSTAMMING  & EVOLUTIE

De eerste  hyena achtigen

the early  cat line

 

 

 

 

Hyanodon.JPG

 

hyanodon

 

http://www.ansp.org/museum/leidy/paleo/hyaenodon.php

http://fingerlakesfossilfarm.org/mammal_fossils.htm

hyanodon skeleton

hyaenodon.skeleton jpg
Creodonts are an extinct group of carnivorous mammals that were long thought to be the ancestors of modern Carnivora. This is no longer thought to be the case. Creodonts were the dominant group of carnivorous mammals in the early Tertiary and were quite diverse. They ranged from very large, wolf-like animals as Hyaenodon to small mongoose-like forms such as Prototomus vulpeculus.

Creodonts lived in North America, Asia, Europe, and Africa.

.

civetkat

 

 

 

 

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Civetkatten

De vroegste hyena’s leken sterk op de hedendaagse Civetkatten, maar toen de bossen plaatsmaakten voor open vlaktes, werden de hyena’s snel rennende roofdieren in de Oude Wereld, vergelijkbaar met de honden in Noord-Amerika.

Zo’n 15 miljoen jaar geleden waren er ongeveer 30 hondachtige hyenasoorten, maar toen veranderde het klimaat. Naarmate de hyena’s in aantal terugliepen, trokken de honden (die ook leden onder de kou) vanuit Noord-Amerika naar het zuiden over de nieuwgevormde landbrug.

De hyena’s hebben zich weliswaar aangepast aan de nieuwe omstandigheden, maar omdat de honden reeds bezit hadden genomen van hun leefmilieu moesten ze zich ontwikkelen tot bottenkrakers (of termieteneters).

Phylogeny

nested hierarchy and phylogeny   of  cat  , bear and dog branch

 

Cat / bear /dog branches

 

phylogeny hyanidae

 

 

http://www.hyaenidae.org/uploads/images/kay%20phylogeny.jpg

http://www.hyaenidae.org/ancient-hyaenas.html

ICITHERIUM

ichterium

 

 

De eerste hyena’s verschenen 15 miljoen jaar geleden in het Midden-Mioceen en ontstonden vermoedelijk in Afrika, ze worden beschouwd als verwanten van de katten.

De hyena Chasmoporthetes was de enige van zijn familie die ook in Noord-Amerika voorkwam dit ten tijden van het Pleistoceen.

Dit genus had zich ook verspreidde ze zich over Azië, Europa en Afrika.

 

 

 

Chasmoporthetes

 

chasmaporthetes

 

 

Gemaakt 29-12-04

PACHYCROCUTA

 

http://en.wikipedia.org/wiki/Pachycrocuta

 

PACHYCROCUTA

 

 

 

 

 

Pachycrocuta brevirostris/ Carnivore /

pachycrocuta  and homo erectus

 

Where: Eurasia and eastern Africa/   MiddlePliocene to Middle Pleistocene

The Pachycrocuta brevirostris was largest of the prehistoric hyenas, and is frequently called: the Giant Hyena. It was about 100 cm tall and weighed about 190 kg. this would make it the largest hyena to have ever lived. It was a small-pack hunter of large animals, but it probably preferred to scavenge, because it was a heavyset animal not built for chasing prey over long distances.

 

hyena's

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hyena’s

carnivoraforum

 

carn

 

carnovofo

 

 

http://carnivoraforum.com/topic/9331029/1/

Spelonkhyena

Crocuta crocuta spelaea

Species: Crocuta crocuta Subspecies: Crocuta crocuta spelaea

spelonkhyena  schedel

 

 

The Cave Hyena (Crocuta crocuta spelaea)

is an extinct subspecies of spotted hyena (Crocuta crocuta) native to Eurasia, ranging from Northern China to Spain and into the British Isles. Though originally described as a separate species from the spotted hyena due to large differences in fore and hind extremities, genetic analysis indicates no sizeable differences in DNA between Pleistocene cave hyena and modern day spotted hyena populations. It is known from a range of fossils and prehistoric cave art. With the decline of grasslands 12,500 years ago, Europe experienced a massive loss of lowland habitats favoured by cave hyenas, and a corresponding increase in mixed woodlands. Cave hyenas, under these circumstances, would have been outcompeted by wolves and humans which were as much at home in forests as in open lands, and in highlands as in lowlands. Cave hyena populations began to shrink after roughly 20,000 years ago, completely disappearing from Western Europe between 14-11,000 years ago, and earlier in some areas.

 

 

 

 

 

skull spelonk hyenaA nearly complete skull of Crocuta spelaea from Europe. Photo from Diedrich & Zak (2006).

_

The main distinction between the spotted hyena and the cave hyena is grounded on different lengths of the hind and fore limb bones. The humerus and femur are longer in the cave hyena, indicating an adaptation to a different habitat to that of the spotted hyena. It is unknown if they showed the same sexual dimorphism of the spotted hyena. It has been estimated that they weighed 102 kg (225 lbs).

Little is known of their social habits. It is widely accepted that they used caves as dens, although sites in the open-air are also known. There is no indication of cave hyenas living in large clans or on a more solitary basis, though large clans are not considered likely in their Pleistocene habitat.

Crocuta_crocuta_spelaea_

 

 

 

 

 

 

grothyena schedel

 

http://carnivoraforum.com/topic/9331026/1/

 

°

EXTANTE  HYAENA’S

 

extante soorten

 

 

°gevlekte hyena

 

gevlekte hyena

Mensen zijn altijd weer verrast als ze horen dat hyena’s deel uitmaken van de katachtigen en helemaal niet nauw verwant zijn met de honden.Dat komt omdat ze binnen de katachtigen  de tegenhangers van honden zijn en zich tot langeafstandslopers hebben ontpopt op de vlaktes. Vandaag de dag zijn er nog maar vier hyenasoorten over. Drie daarvan hebben de “klassieke” verbrijzelende kaken en zijn jagers/aaseters.De vierde is de aardwolf, die zich voedt met termieten.

gevlekte hyena's

 

Hyena welpen

welpen

lachende hyena

lachende volwassen hyena

Hyena’s communiceren met behulp van bacteriën

12 november 2013 Caroline Kraaijvanger5

's nachts

Masai Mara National Reserve

 

 

Masai Mara National Reserve in Kenya

Hyenas recognize each other’s smell — or perhaps the smell of each other’s microbiome.  // ANUP SHAH / NATUREPL.COM

°

Hyena’s laten boodschappen aan elkaar achter in de vorm van uitwerpselen. Wetenschappers hebben nu ontdekt dat die uitwerpselen veel meer bacteriën bevatten dan gedacht en dat die bacteriën de boodschap van de hyena overdragen.

Wanneer hyena’s uitwerpselen achterlaten in het gras dan bevatten die zuur ruikende signalen héél veel informatie die andere dieren kunnen ‘lezen’,” vertelt onderzoeker Kevin Theis. “Hyena’s kunnen zo snel een gedetailleerde boodschap achterlaten en weer gaan. Het is een soort prikbord waarop te zien is wie er in de buurt zijn en hoe het met die hyena’s gaat.”

Wetenschappers hebben die geurige boodschappen van de hyena’s nu grondig bestudeerd. Ze ontdekten zo onder meer dat deze veel meer bacteriën bevatten dan gedacht. En dat die bacteriën degenen zijn die de boodschap overbrengen. “De plekken waar de hyena’s hun uitwerpselen neerleggen zijn prikborden, de uitwerpselen zijn visitekaartjes en de bacteriën zijn de inkt die letters en woorden vormen en informatie aan de bezoekers van het prikbord informatie bieden over diegene die het prikbord bezocht heeft. Zonder de inkt is het gewoon een bord met lege, niet-informatieve kaartjes.”  (1)

De geuren van de uitwerpselen verschilden sterk. Die verschillen bleken nauw samen te hangen met de soort hyena, het geslacht en de mate van vruchtbaarheid.

Geuren vertellen hyena’s dus iets over andere hyena’s. En die geuren worden geproduceerd door de bacteriën, zo schrijven de onderzoekers in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

 

Bronmateriaal:

“Bacteria may allow animals to send quick, voluminous messages”

 – MSU.edu                               

 

 http://msutoday.msu.edu/news/2013/bacteria-may-allow-animals-to-send-quick-voluminous-messages/

 

 Hyenas scent posts

Hyenas scent posts

may be short, relatively speaking, yet they convey an encyclopedia of information about the animals that left them. (Credit: Courtesy of MSU)

 

°

De bacteriën die in de geurklieren van hyena’s leven, zijn bepalend voor de geuren waarmee de dieren signalen afgeven aan elkaar.

De samenstelling van de micro-organismen bij gevlekte en gestreepte hyena’s is verschillend, zodat deze verschillende soorten hun soortgenoten aan hun geur kunnen herkennen.

 

Ook verandert de structuur van de bacteriën als vrouwtjes klaar zijn om te paren, zodat ze op dat moment een specifieke geur uitdragen.

 

Lichaamsvocht

De wetenschappers slaagden erin om met een speciale techniek een zeer groot aantal bacteriën in de geurklieren van hyena’s in kaart te brengen.

Met deze informatie kunnen ze verschillen meten in het lichaamsvocht dat hyena’s achterlaten op gras om geuren te communiceren.

 

http://www.sciencedaily.com/releases/2013/11/131111161510.htm

 

“De diversiteit van de bacteriën is genoeg om de origine van deze signalen te verklaren”, verklaart Theis op Nature News. http://www.nature.com/news/smelly-microbes-help-hyenas-to-communicate-1.14141

 

 

°

De wetenschappers vermoeden dat ook andere diersoorten gebruik maken van micro-organismen om verschillende geuren te communiceren. Meer onderzoek moet uitwijzen of dat ook echt zo is.

 

 

  • De term “visitekaartjes” is nogal vrij van interpretatie, haha. Maar goed, volgens mij kan deze studie naar behoorlijk wat diersoorten geëxtrapoleerd worden, omdat de ontlasting van iedereen uniek is en zeer veel over een individu kan zeggen. Het is namelijk een afbraakproduct van een systeem met ontelbaar veel processen.  Als je dat nauwkeurig gaan analyseren, krijg je een behoorlijke uitgebreide anamnese

Bruine hyena

 

 

Engels : Brown hyena
Duits : Schabrackenhyäne, Braune Hyäne, Strandwolf
Frans : La hyène brune

De bruine hyena of strandwolf (Hyaena brunnea syn. Parahyaena brunnea) is een van de vier nog levende soorten hyena’s.
Hij is nauw verwant aan de gestreepte hyena en samen worden ze ook wel tot hetzelfde geslacht, Hyaena, gerekend.

De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst beschreven door Thunberg (Carl Peter Thunberg was een Zweedse natuuronderzoeker. Hij was een student van Carolus Linnaeus.) in 1820.

De bruine hyena leeft in westelijk Zuid-Afrika, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Angola.
Hij komt meer dan de andere hyena’s in woestijnen voor, voornamelijk in de Kalahari en de Namibwoestijn.
Ook komt hij voor in drogere, met struiken begroeide steppen en savannes.
Ook langs de woestijnkust van Namibië komen ze geregeld voor.

Bruine hyena

Bruine hyena
auteur : Southafrica.net op
www.dinosoria.com

De bruine hyena heeft een ruige, donkerbruine tot zwarte vacht, met een lichtgele kraag om de hals, die als maan dient bij volwassen dieren, en een grijzig gezicht.
Over de poten lopen witte horizontale strepen.
De staart is kort en donker van kleur.
De losse, ruige vacht kan bij conflicten worden opgezet, waardoor het dier groter en indrukwekkender lijkt.

Hij wordt ongeveer 110 tot 161 centimeter lang, met een 21 tot 30 centimeter lange staart.
De schouderhoogte bedraagt zo’n 72 tot 88 centimeter.
De bruine hyena weegt tussen de 28 en de 55 kilogram.
Mannetjes worden groter dan vrouwtjes.

 

bruine hyena Hyaena brunnea

Hyaena brunnea
auteur : Sally London op http://www.dinosoria.com    
CC 3.0

De bruine hyena is een nachtdier.
Overdag rust hij in een zelfgegraven hol (tot 150 centimeter diep), een natuurlijk hol tussen de rotsen of in het hol van een aardvarken.

Hij eet voornamelijk aas, maar ook afgevallen vruchten.
Soms maken ze actief jacht op kleine en middelgrote zoogdieren als de springhaas, jonge antilopen en de grootoorvos, kleine gewervelden als kikkers en hagedissen en ongewervelden.
Langs de kust van Namibië zoeken ze naar dode welpen van de Zuid-Afrikaanse zeebeer, aangespoelde walvissen en andere dode zeedieren.
Op de vuilnisbelten van Johannesburg, Pretoria en andere grote steden zoeken ze ook naar voedsel.
De bruine hyena eet per dag gemiddeld 2,8 kilogram.

De dieren foerageren alleen, omdat ze zelden voedsel vinden waar meer dan één hyena van kan leven.
Bij grote karkassen houden zich zelden meer dan drie dieren op.
Tijdens het foerageren kunnen ze afstanden afleggen van wel 54 kilometer

 

Brown Hyaena Portrait

De bruine hyena
auteur : © Martin Heigan    

 

Bruine hyena’s kennen geen vaste sociale structuur.
Ze leven solitair, in paren of in kleine, losse groepen, die kunnen bestaan uit zes tot vijftien dieren, en bestaan uit tot drie volwassen mannetjes en vijf volwassen vrouwtjes.
Als de dieren oud genoeg zijn om op zichzelf te staan, kunnen ze bij de groep blijven of gaan rondzwerven.
Sommige dieren blijven hun hele leven bij dezelfde troep. Een groep houdt een los territorium bij, die veelvuldig wordt gemarkeerd.
Markeren gebeurt door geurvlaggen en latrines(vaste plaats waar ze hun behoefte doen).

Bruine hyena’s planten zich het gehele jaar door voort.
Het vrouwtje paart met meerdere mannetjes, zowel groepsleden als rondzwervende mannetjes.
Een vrouwtje krijgt per worp één tot vijf (gemiddeld twee tot vier) jongen na een draagtijd van 120 dagen.
Ze worden blind en doof geboren in een ondergronds hol.
Het vrouwtje zondert zich de eerste paar maanden af van de rest van de groep.
Meestal krijgt één vrouwtje in de groep een nest, maar ook andere vrouwtjes mogen zich voortplanten.
Jongen worden in zulke situaties na enkele maanden door alle zogende vrouwtjes gezoogd, en de jongen worden bij elkaar verzorgd in een gezamenlijk hol.
De jongen worden twaalf tot vijftien maanden lang gezoogd.
Na drie maanden eten ze hun eerste vaste voedsel.

Na 18 maanden verlaten ze meestal het nest.
Vrouwtjes zijn na twee tot drie jaar geslachtsrijp.

(NESTED Hierarchies ) GENESTE HIERARCHIEEEN

NOTES N  

*

http://evolution.berkeley.edu/evosite/lines/IVDhierarchies.shtml

°

Nested Hierarchies

Common ancestry is conspicuous.
Evolution predicts that living things will be related to one another in what scientists refer to as nested hierarchies—rather like nested boxes.

Groups of related organisms share suites of similar characteristics and the number of shared traits increases with relatedness.

This is indeed what we observe in the living world and in the fossil record and these relationships can be illustrated as shown below.

cladogram illustration showing nested hierarchies

In this phylogeny, snakes and lizards share a large number of traits as they are more closely related to one another than to the other animals represented.

The same can be said of crocodiles and birds, whales and camels, and humans and chimpanzees.

However, at a more inclusive level, snakes, lizards, birds, crocodiles, whales, camels, chimpanzees and humans all share some common traits.

Humans and chimpanzees are united by many shared inherited traits (at least )more then 90% of their DNA).

But at a more inclusive level of life’s hierarchy, we share a smaller set of inherited traits in common with all primates.

More inclusive still, we share traits in common with other mammals, other vertebrates, other animals.

At the most inclusive level, we sit alongside sponges, petunias, diatoms and bacteria in a very large “box” entitled: living organisms.

———————————————————————————————-

 

°  …… Alle leven volgt een patroon van geneste hierarchieen. Sets van definierende kenmerken binnen sets binnen sets.

  

°Een basale set is een set met algemene kenmerken.

°Een gederiveerde set is een set binnen de basale set, met specifieke kenmerken.

°Een tussenvorm( meestal een  —> ” mozaikvorm ” )  is een vorm met kenmerken die morfologisch intermediair zijn tussen de kenmerken van oudere fossielen binnen de basale set en nieuwere fossielen die voldoen aan een bepaalde gederiveerde set.  —>  En dat soort fossielen wordt gevonden, bij bosjes.

1.-Er is ondertussen een hele boom van tussenvormen die de onderlinge verhoudingen van moderne en uitgestorven levensvormen illustreren.

2.- phylogenetische  Stambomen ( bij eukaryoten  en vele  invertrbraten )  gebaseerd op de morfologische sequenties in fossielen ( …..en in extante organismen op  basis van vergelijkende anatomie en osteologie  ) komen goed overeen  met stambomen op grond van  sequenties afkomstig uit  (o.a) de vergelijkende  genomica … Bovendien blijken ook stambomen  gebaseerd op gedrag (ethologie) bij hogere (gewervelde)dieren  goed te correleren met de overige  stambomen  van diezelfde hogere gewervelden  

(zie verder onderaan een discussie over stambomen ) 

 

   :

schematische  indeling van de zogenaamde nested ( geneste )hierarchie      

Image:Biological classification L Pengo.svg

 

 

Network of  protokaryotic  life (communities )  manifestations  

Web-of-life-Doolittle

 

 

 

 

 

 

 

 

EVOLUTIE en TOEVAL

° °

Evolutie blijkt sterk afhankelijk van toevalligheden

Een vandaag de dag belangrijk eiwit in het menselijk lijf kon die belangrijke functie enkel verkrijgen doordat het twee heel onwaarschijnlijke mutaties opliep. Het laat zien hoe belangrijk spelingen van het lot binnen de evolutie zijn.
°
De onderzoekers bestudeerden proteïnen. Het ging om eiwitten die vandaag de dag een belangrijke rol spelen in het menselijk lichaam: ze doen dienst als cellulaire receptoren voor het stresshormoon cortisol.
°
De onderzoekers achterhaalden hoe het eiwit er 450 miljoen jaar geleden – toen het nog niet in staat was om cortisol te herkennen – uit moet hebben gezien. Vervolgens maakten ze dit 450 miljoen jaar oude eiwit na en bestudeerden de evolutie ervan.
°
Twee onwaarschijnlijke mutaties
°
Ze ontdekten zo dat het eiwit zoals we dat vandaag de dag kennen alleen kan bestaan dankzij twee heel onwaarschijnlijke mutaties. Die mutaties hadden geen invloed op het functioneren van het eiwit. Maar zonder die mutaties zou het eiwit de mutaties die deze later doormaakte en die het eiwit gevoelig maakten voor cortisol niet hebben getolereerd.
….Dit heel belangrijke eiwit bestaat enkel dankzij een speling van het lot….
stelt onderzoeker Joe Thornton.

Alleen deze twee

°

De onderzoekers keken of er wellicht andere mutaties waren die het eiwit gevoelig hadden kunnen maken voor cortisol. Maar ze konden die niet vinden. Alleen de twee zeer onwaarschijnlijke mutaties die het eiwit al in een vroeg stadium doormaakte, konden het eiwit klaarstomen voor de belangrijke taak die deze vandaag de dag heeft.

°

Algemeen toepasbaar ….

Als onze resultaten algemeen van toepassing zijn – en we denken dat ze dat zijn – dan is de wijze waarop veel systemen in ons lichaam werken het resultaat van heel onwaarschijnlijke toevallige gebeurtenissen die ver in ons evolutionaire verleden plaatsvonden.”

“ALS WE DE EVOLUTIONAIRE GESCHIEDENIS OVER ZOUDEN KUNNEN DOEN, ZOU HET LEVEN ER VRIJWEL ZEKER RADICAAL ANDERS UITZIEN DAN NU HET GEVAL IS” (1)

° Toeval speelt dus een enorm grote rol in de evolutie van het leven op aarde. ° Tijdens eerdere discussies omtrent evolutie en toeval, werd vaak gesproken over externe toevallige gebeurtenissen die het leven op aarde vorm hebben gegeven. Denk aan een komeetinslag, klimaatverandering of massa-extinctie.(2)

° Maar dit onderzoek toont aan dat toeval ook intern een rol speelt.

“Als we de evolutionaire geschiedenis over zouden kunnen doen, zou het leven er vrijwel zeker radicaal anders uitzien dan nu het geval is,”

voorspelt Thornton.

“Onvoorspelbare genetische gebeurtenissen openen constant deuren naar bepaalde evolutionaire uitkomsten en sluiten de deuren in de richting van andere evolutionaire uitkomsten en dat allemaal binnen de biochemische systemen van onze cellen.”

 

Joe Thornton, Ph.D.

 

° Bronmateriaal: Evolution depends on rare chance events, ‘molecular time travel’ experiments show” – University of Chicago Medical Center (via Sciencedaily.com)

June 18, 2014
Summary:
Historians can only speculate on what might have been, but a team of evolutionary biologists studying ancient proteins has turned speculation into experiment. They resurrected an ancient ancestor of an important human protein as it existed hundreds of millions of years ago and then used biochemical methods to generate and characterize a huge number of alternative histories that could have ensued from that ancient starting point.
Molecular structure (stock image).
Credit: © zhu difeng / Fotolia
°
(1) zie ook  :  J.S. GOULD  : ( replaying the tape of evolution  ) http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2011/09/11/stephen-jay-gould/ http://www.peripatus.gen.nz/Evolution/RepGou.html   http://www.arn.org/docs/orpages/or131/wise.htm Truly a Wonderful Life – Review of Stephen Jay Gould’s Wonderful Life. Origins Research 13:1. Wise, Kurt P.

“…..Though he never explicitly mentions chaos theory, Stephen Jay Gould has introduced it into what he calls the gentle field of paleontology–i.e. the study of fossils. His latest book, Wonderful Life, is primarily a discourse on what Gould calls the contingency of evolutionary history. If the evolutionary “tape” were played again, there is no way to predict what would happen–and no reason to expect that humans would have existed. In other words, chaos theory may also fit evolutionary history, just as it does cloud growth, planetary orbits, and scores of other events of an apparently orderly nature ….”

° How repeatable is evolutionary history? http://www.sciencedaily.com/releases/2014/06/140623225009.htm ‘Weakness’ in clover genome biases species to evolve same trait

The clover genus Trifolium is surprisingly varied. Of the clover species shown here, T. repens (bottom right), commonly known as white clover, and T. isthmocarpum (middle left), a salt-tolerant species known as Moroccan clover, include both cyanide-producing and cyanide-less plants, although some of the other species have one of the two genes needed to synthesize cyanide.
Credit: Ken Olsen

June 23, 2014 Washington University in St. Louis Summary: Some clover species have two forms, one of which releases cyanide to discourage nibbling by snails and insects and the other of which does not. A scientist found that this ‘polymorphism’ has evolved independently in six different species of clover, each time by the wholesale deletion of a gene. The clover species are in a sense predisposed to develop this trait, suggesting that evolution is not entirely free form but instead bumps up against constraints.

°

(2) = “contingency “gebeurtenissen van -en door S J  Gould  vaak als  (filosofisch gestoeld ) tegenargument  gebruikt bij sommige beweringen van theistische evolutionisten ( bijvoorbeeld gebruikt tegen enkele opvattingen van  de Engelse  paleontoloog   Simon Conway Morris,over de onvermijdelijkheid van bepaalde evolutionaire uitkomsten–> met name het verschijnen van  intelligente “godsvrezende  en godsvererende ” wezens  als  finaal doel = de “mens ” (of  een of andere   convergente   mensachtige  intelligentie )  als ultieme uitkomst  van de evolutie processen  )en

als waarschuwing  tegen de  opvatting dat natuurlijke  selectie ALLEEN , het ENIGE en EXCLUSIEVE   evolutiemechanisme  zou zijn  (=–>  “adaptionistische verhaaltjes “–> evolutionaire psychologie  )

LENSKI  EXPERIMENT 
http://scienceblogs.com/notrocketscience/2008/06/02/history-restricts-and-guides-the-evolution-of-innovations/
______________________________________________________________

***  Evolutie  en creationisme  :

°

Kansen en kansberekening   //

°

What’s Wrong With Creationist Probability? Sept. 3, 2006 By JOHN ALLEN PAULOS http://abcnews.go.com/Technology/story?id=2384584

°   ANTI-CREATO    ;    ° Teologie argument en causaal verband <— TOEVAL ID en THEISTISCHE EVOLUTIONISTEN.docx (101.9 KB) <–

°

(Uit de kommentaren  )

°

1.- de kans dat ik u ooit tegenkom is klein, de kans dat ik u nooit tegenkom is erg groot.(maar nooit  per definitie =0  (en  bij voldoende tijd  en turbulentie  ) )

°

2.- Mensen die dingen( en ) /open -ended  processen  niet kunnen  beredeneren noemen deze dingen (resultaten van die processen  )toeval of goddelijk.

°

***  Cosmologie en fysica    

°

* QUANTUM “SCHOMMELINGEN” (FLUCTATIES )  en QUANTUM-KWAK 

° zie ook : Contingency : 

° (Evolutie )

http://rationalwiki.org/wiki/Historical_contingency

http://www.stephenjaygould.org/library/shermer_contingency.html

https://notes.utk.edu/bio/greenberg.nsf/6617131020461f6585256d24005739db/0a0954eb28d501f385256f040057cef9?

 

OpenDocument

°

*(filosofie )

http://nl.wikipedia.org/wiki/Contingentie

°

* (organisatietheorie ) http://en.wikipedia.org/wiki/Contingency_theory http://nl.wikipedia.org/wiki/Contingentietheorie

 

°

https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/19695/afscheidsrede%20Gittenberger.pdf?sequence=2

°

http://evolutie.blog.com/2006/08/09/orkanen-toeval-of-ontwerp/

°

TOEVAL EN NOODZAAK

 

Disproving the Notion of Random Chance in Evolution

Far from random, evolution follows a predictable genetic pattern, Princeton researchers find

Posted October 25, 2012;
http://www.princeton.edu/main/news/archive/S35/06/74S40/

http://www.scientificamerican.com/article/predictable-evolution-trumps-randomness-of-mutations/

http://animals.about.com/od/evolution/ss/evolution_6.htm

°

http://korthof.blogspot.be/2014/07/noodzaak-versus-toeval-in-de-evolutie.html

 

Noodzaak versus toeval in de evolutie. Vier wetenschappers die noodzakelijkheid verdedigen

(1) Christian de Duve

Iedereen heeft wel eens gehoord van het ‘Rerun the tape of life’ arugment. Het zegt dat als je het evolutieproces opnieuw zou laten beginnen vanaf het ontstaan van het leven, er dan heel andere planten en dieren zouden ontstaan. En dan zouden wij er misschien niet geweest zijn. Het is een argument voor de belangrijke of zelfs overheersende rol van het toeval [1] in de loop van evolutie. Het argument is afkomstig van de paleontoloog en populair-wetenschappelijk auteur Steven J. Gould die het uiteenzette in Wonderful Life (1989). De meeste biologen zijn het met hem eens dat het toeval een grote rol speelt

[2]. Het wordt ‘historical contingency’ genoemd. De geschiedenis van het leven op aarde zit vol van die historical contingencies. Maar toch is er een klein aantal wetenschappers dat ‘noodzakelijkheid’ verdedigt. De eerste is: (1) Christian de Duve (zie mijn blog Is Christian de Duve een deïstische fine-tuner? Het toevals evangelie versus noodzakelijkheids evangelie). Maar daarna ontdekte ik ook nog de biofysicus Harold Morowitz en de van origine Nederlandse paleontoloog Geerat Vermeij. Tenslotte is er nog de paleontoloog Simon Conway Morris.(2) Harold Morowitz

(2) Harold Morowitz

“Harold Morowitz has long been a vigorous proponent of the view that life on earth emerged deterministically from the laws of chemistry and physics, and so believes it highly probable that life exists widely in the universe”. (wikipedia)

Een ieder die serieus geïnteresseerd is in het thema toeval versus onvermijdelijkheid in evolutie, kan ik zijn publicaties:

  • A Theory of Biochemical Organization, Metabolic Pathways, and Evolution‘ (1999)
  • Energy flow and the organization of life‘ (2006)

aanbevelen (beide pdfs gratis te downloaden). Het eerste is pittig, en geeft een diepgravend overzicht over wat onvermijdelijkheid, determinisme in de biologie inhouden, en hoe hij denkt dat je de toevallige en onvermijdelijke eigenschappen van het leven kunt onderscheiden. Morowitz zegt dat het leven zowel onvermijdelijke als toevallige eigenschappen heeft. Zeer belangrijk om vooruitgang te boeken in de controverse. Het tweede artikel is iets korter (10 pag).
Morowitz heeft het (extreme?) standpunt dat het onvermijdelijk is dat het leven op aarde ontstond, en dat tenminste de eerste stappen hetzelfde zullen zijn op iedere vergelijkbare planeet en dat biofysici in staat zouden moeten zijn die eerste stappen logisch af te leiden uit de basisbeginselen van schei- en natuurkunde, samen met de begincondities van de aarde. Zijn vertrekpunt is dat er chemische energie aanwezig was op de vroege aarde, en het metabolisme van de eerste levensvormen te begrijpen is als een logische manier om die opgehoopte energie af te voeren. Dus niet: organismen ‘zoeken’ energiebronnen, maar energie kan goed afgevoerd worden door het metabolisme van levensvormen. Het eerste metabolisch systeem werd als het ware tot leven ‘gedwongen’. Dat metabolisme is het kernmetabolisme of core metabolism dat in de loop van de evolutie hetzelfde is gebleven. Ondanks dat het totale metabolisme enorm is uitgebreid in de loop van de evolutie, is de kern nog steeds terug te vinden in het huidige leven. Dat core metabolism is universeel. [Dat zou dus ook op aarde-achtige planeten voor moeten komen!].

Morowitz’ analyse zegt niet veel over morfologische evolutie en biodiversiteit. Hoe verder je komt in de loop van de evolutie, zegt hij, des te meer wordt de rol van het toeval groter (‘frozen accidents‘) [3]. Zaken die anders hadden gekund.

(3) Geerat Vermeij

(3) Geerat Vermeij
©Lifeboat Foundation

Het bijzondere van Geerat Vermeij is dat hij geen fysicus of chemicus is, maar paleontoloog en toch plaatst hij kritische kanttekeningen bij ‘historical contingency’ [4]. Volgens Vermeij bestaat ‘historical contingency’ uit unieke evolutionaire uitvindigen. Maar er zijn maar weinig echt unieke uitvindingen. De meeste zogenaamde unieke uitvindingen zijn slechts schijnbaar uniek omdat ze significant langer geleden hebben plaatsgevonden (langer dan 500 miljoen of 1 miljard jaar geleden), waardoor veel fossiele informatie verloren is gegaan. We hebben dus incomplete data. Daardoor lijkt het alsof een evolutionaire uitvinding uniek is. Dit onderbouwt hij met uitgebreide data. Een belangrijke maar relatief onbekende bijdrage aan het debat toeval – noodzakelijkheid. Tenminste, ik kende deze publicatie nog niet.

(4) Simon Conway Morris
©Univ. Cambridge

(4) Simon Conway Morris
 
Simon Conway Morris werd vooral bekend door het boek:Life’s Solution. Inevitable Humans in a Lonely Universe(2003) dat die zich expliciet richt tegen Gould’s rerun the tape of life argument. Hij wijst er op dat convergentie veel vaker voor komt dan er in de officiële evolutie handboeken vermeld staat. Zijn boek documenteert dat een overvloed van voorbeelden. Daarom verdient het om apart gereviewed te worden. Voorbeelden: onafhankelijke ontwikkeling van visuele systemen, reuksystemen, echolocatie, intelligentie. Actief vliegen is onafhankelijk ‘uitgevonden’ bij vogels, insecten en vleermuizen. Simon Conway Morris wordt vooral vaak aangehaald door creationisten omdat hij de overheersende rol van het toeval in evolutie bestrijdt. Het ‘toeval’ wil dat Conway Morris christelijk is. Het laatste hoofdstuk heet: ‘Towards a theology of evolution’. Jammer, want nu heeft men de neiging om zijn hele boek te zien als een poging zijn christelijk standpunt te onderbouwen. En daardoor lijkt het dat dit boek genegeerd wordt door de meerderheid van wetenschappers. Zo noemen bijvoorbeeld Bergstrom en Dugatkin in hun studieboek Evolution (2012) wel een ouder wetenschappelijk boek van hem, maar niet Life’s Solution (te ‘populair’ om genoemd te worden? of bias?).

NB: er is nu een alternatief: George R. McGhee (2011) ‘Convergent Evolution: Limited Forms Most Beautiful’. (is ook paleontoloog) [11 jul 2014]

De vier wetenschappers Christian de Duve, Harold Morowitz, Geerat Vermeij en
Simon Conway Morris geven ieder op verschillende manieren tegenwicht tegen de standaardopvatting die zo vanzelfsprekend is dat het niet eens meer opvalt. Zelfs Carl Sagan in zijn klassieke bestseller Cosmos (1980) schrijft:

Carl Sagan: Cosmos,
paperback 2013

“Were the Earth to be started over again with all its physical features identical, it is extremely unlikely that anything closely resembling a human being would ever emerge. There is a powerful random character to the evolutionary proces. A cosmic ray striking a different gene, producing a different mutation, can have small consequences early but profound consequences late. Happenstance may play a powerful role in biology, as it does in history. …” (p. 297 en verder, Cosmos, paperback uitgave 2013 )

Wie er gelijk heeft weet ik (nog) niet, maar dankzij deze vier wetenschappers ben ik er achter gekomen dat het standaardbeeld van de overheersende rol van het toeval in evolutie helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Vanzelfsprekendheid is nooit goed. Kritiek is wel degelijk mogelijk. Er bestaat een alternatief dat onderzocht moet worden wil je een genuanceerd beeld vormen over de rol van toeval in evolutie.

Noten

  1. ‘Toeval’ zoals biologen dat begrip gebruiken! Fysici gebruiken ‘toeval’ in een andere betekenis. Dit verhaal gaat over biologie.
  2. Natuurlijk niet zoals het creationistisch misverstand over evolutie wil dat het leven door toeval ontstaat of dat genen, eiwitten of organismen door toeval ontstaan. Mutaties zijn toevallig en natuurlijke selectie is niet toeval.
  3. “At the core, the behavior tends to be governed by deterministic physical chemistry, and, as one moves out from the core, frozen accidents play an ever-increasing role in the historical unfolding of biology. As has been noted, biology stands between physics and history. “
  4. Geerat J. Vermeij (2006) ‘Historical contingency and the purported uniqueness of evolutionary innovations‘, PNAS, 2006. (gratis)

°

 

 

Kritiek op Conway Morriss : 

http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2009/02/14/simon-conway-morris-becomes-a-creationist/

 

°

 

INTEELT en dergelijke

°

INHOUD GLOS i /J

°

Zie ook    Archief document  

INTEELT    <— (klik )

met o.a.

—> Hyenawijfjes  verhinderen  inteelt  

—> Pisluchtje  bij muizen  

—> Vleermuizen doen het met de schoonfamilie ( maar dat is niet noodzakelijk  inteelt sensu strictu ) 

 

________________________________________________________________

 

 

Trefwoorden 

(zie ook archief document hierboven )

Inteelt   //   Kruising van verwanten. De nauwste vorm van inteelt is zelfbevruchting  // kruisingen  tussen zuster en broer, moeder en zoon, dochter en vader  —>   Neven en nichten   ( de (oude) vlaamse volksmond zei = “kozijns en nichte vrijen allichte “).

° Inteelt leidt tot het homozygoot worden van ( veel  ) eigenschappen.—> Daaronder zijn er vooral een hoop ongustige(–> zeg maar schadelijke )  die  hun  doorslaggevende  invloed laten gelden  in het  filtreringsproces dat de evolutie is  …. 

° Inteelt : verwantschapsteelt die behalve de goede ook de (eventuele) slechte eigenschappen in de bloedlijnen versterkt

°http://nl.wikipedia.org/wiki/Inteelt                                                                                                                                      Inteelt is een wetenschappelijk begrip dat inhoudt het kruisen binnen een soort, ondersoort of ras van nauw aan elkaar verwante individuen. De verwantschap tussen beide ouders is hierbij groter dan de gemiddeld vastgestelde inteeltcoëfficiënt van de totale populatie.

-Bij het fokken van gedomesticeerde dieren wordt inteelt gebruikt om gewenste uiterlijke of karaktereigenschappen te behouden en te versterken. Wanneer in een dier een eigenschap als wenselijk beschouwd wordt, wordt vaak een dier dat deze eigenschap toont met een naaste verwant (vader/moeder broer/zus) gekruist om in de nakomelingen deze eigenschap terug te zien

* maar dat soort  van “behouden  van gewenste eigenschappen “binnen een groep  zeer  nauwe verwanten ,  kan ook gepaard gaan met een boel  ongewenste  effecten die eveneens kunnen worden doorgegeven ….Op deze wijze verkregen  “rassen ” zijn dikwijls behept met allerlei verhoogde risico’s op ziekten  en verminderde robuustheid   … ze zullen derhalve meer zorg en veeartsenij  goed kunnen gebruiken   ….

°

 

°

zelfbevruchting  //Autogamie

-Samensmelting van een mannelijke gameet met een vrouwelijke gameet van hetzelfde individu . 

-tot bevruchting leidende bestuiving van een bloem door stuifmeel van hetzelfde plante-exemplaar (tegengestelde van kruisbestuiving)

 

Nota =

Zelfbevruchting mag men niet verwarren met  de  sexuele  capriolen  van  hermafrodieten  ( slakken bijvoorbeeld )

Hermafrodieten  bevruchten hun partner ( en soms veranderen ze  van “gender” gedurende hun levensloop ) …niet zichzelf ….

 

‘De wijngaardslak is zoals alle slakken hermafrodiet ofwel tweeslachtig en gedurende de voortplantingstijd rond mei tot juli vindt de paring plaats. Hierbij is één dier passief, en gedraagt zich als vrouwtje, de andere is actief en brengt zaadcellen in het lichaam van de partner. Voorafgaand aan de paring schiet de ene slak een kalk-achtige liefdespijl in de andere slak, hierbij worden hormonen afgegeven waardoor de ontvanger gestimuleerd wordt te paren. Er wordt vermoed dat het afschieten van deze uit calciumcarbonaat bestaande pijl ook nog andere doelen dient, zo kan het zijn dat de ‘vaderslak’ de aanstaande moeder wat extra calcium geeft voor de ontwikkeling van de eitjes. De eigenlijke paring gebeurt door de penis met de vagina te verbinden, waarna de spermatozoïden in een spermatofoor worden afgegeven. Nadat de ene slak bevrucht is, worden de rollen vaak omgedraaid en vindt dus wederzijdse bevruchting plaats. De eitjes worden in kleine holletjes afgezet en komen na enkele weken uit. Het duurt 3 tot 4 jaar eer de jongen volwassen zijn, de maximale levensduur is ongeveer 6 jaar.’ (Wikipedia )

http://www.kennislink.nl/publicaties/slakkenseks-geeft-nieuw-inzicht-in-evolutie

 

°

Beetje incest goed voor nageslacht  ?

Meer kleinkinderen met je achter-achter-achterneef

 7 februari 2008

Inteelt is taboe, en niet voor niets: kindertjes van een broer en zus hebben vaak genetische afwijkingen. Maar met familie die wat verder uit elkaar ligt, is het prima kinderen maken, blijkt uit oude IJslandse familiegegevens. Achter-achter-achterneven en -nichten krijgen de meeste kleinkinderen van iedereen

°

Niet met broer of zus, maar anders: waarom niet?

Niet met broer of zus … maar anders ?

°

Iedereen heeft hier en daar wel een paar zeldzame, zwakke genen, en dat hoeft helemaal niet erg te zijn                          –

Omdat je ieder gen dubbel hebt, eentje van je vader en eentje van je moeder, heb je meestal ook de compenserende normale versie in huis.Maar die reserve-genen-truc werkt niet meer als je ouders broer en zus zijn: er is een grote kans dat die beide hetzelfde zwakke gen geërfd hebben, en dat jij daardoor twee zwakke genen krijgt.
Inteelt leidt vaak tot erfelijke afwijkingen, zoals een tragere groei of onvruchtbaarheid.
Vrijwel alle culturen kennen dan ook een zwaar taboe op incest: seks tussen familieleden.
Toch moet je het ook weer niet overdrijven, blijkt uit een onderzoek van onderzoekers van de universiteit van IJsland en het genetica-instituut deCODE, beide in Reykjavik.
IJsland heeft een genetisch en cultureel zeer homogene bevolking van ongeveer 313 duizend mannen en vrouwen, die vrijwel allemaal afstammen van Noren die in de vroege middeleeuwen emigreerden.
Bovendien worden de familierelaties al eeuwen prima bijgehouden op het zeer geletterde eiland.
Het bedrijf deCODE is speciaal opgericht om deze twee voordelen te gebruiken bij genetisch onderzoek naar erfelijke afwijkingen en eigenschappen.
De onderzoekers onderzochten in hun database 160.811 huwelijken over de periode 1800 tot 1965, en gingen na in hoeverre bruid en bruidegom verwant waren.
IJsland, land van watervallen, gletschers, vikingen en keurig bijgehouden bevolkingsregisters
Ijsland , watervallen , geisers , vulkanisme , sneeuw en ijs …vikings 
°
In het niet al te dichtbevolkte IJsland ben je al gauw in de verte familie van elkaar.
Vervolgens turfden ze hoeveel kinderen en kleinkinderen er uit die huwelijken voortkwamen, en hoe oud die werden.
Het resultaat verbaasde.
Weliswaar bleek inteelt een probleem: stellen die achterneef en -nicht waren (dus verwant in de derde generatie), kregen kinderen die minder lang leefden dan gemiddeld. ok waren er vruchtbaarheidsproblemen, want ze kregen ook minder kleinkinderen dan stellen die verder verwant waren, in de vierde of vijfde generatie.
Maar toch leek er ook een voordeel te zitten aan trouwen binnen de familie.
Hoe sterker de ouders verwant waren, hoe meer kinderen ze hadden. En verwanten in de de vierde of vijfde generatie (achter-achterneven en nichten, of nog een ‘achter’ erbij) mogen dan meer kleinkinderen hebben dan de bijna-incestueuze achterneef-nicht-stellen, die laatsten waren nog altijd kleinkinderrijker dan partners die heel ver of helemaal niet verwant zijn.
Vikingen maakten Europa onveilig, maar stichtten ook de eerste Europese democratie sinds jaren op IJsland
Vikingen maakten ooit europa onveilig, maar stichten tevens de eerste democratie … op ijsland 
°
Het is mogelijk  dat sociale en culturele effecten een rol spelen.
Bij huwelijken binnen een uitgebreide familie hoeft het familiebezit niet opgedeeld te worden, wat een materiële voorsprong geeft. Maar de effecten blijven vergelijkbaar over zeven periodes van vijfentwintig jaar.
In die tijd veranderde de IJslandse maatschappij van een gesloten boerenmaatschappij naar een moderne, rijke westerse maatschappij, met heel andere gewoontes in het uitzoeken van partners en het krijgen van kinderen. Mogelijk telt het dubbele-zwakke-genen-effect toch niet zo zwaar zolang het niet om broers en zussen gaat, stellen de onderzoekers, en is er ook een genetisch voordeel aan verwantschap.
Het erfelijk materiaal van verwanten zou compatibeler kunnen zijn dan dat van vreemden, bijvoorbeeld doordat hele groepen van genen op elkaar afgestemd zijn. Als die gematcht worden met wildvreemde genen, gaat die afstemming verloren.
Als er inderdaad een biologische basis is voor het incestvoordeel, voorspellen de onderzoekers, zal de opkomst van de moderne maatschappij, waarin partners gemiddeld veel minder verwant zijn dan vroeger, alleen daarom al bijdragen aan het dalende kindertal.
°
Bruno van Wayenburg Agnar Helgason et al: ‘An Association Between the Kinship and Fertility of Human Couples’, Science, 8 februari 2008

°

 

 

Zeldzame hersenafwijking door mutatie

Inteelt zorgt 16 generaties later voor gezondheidsproblemen

24 april 2014

Huwelijken binnen families of kleine bevolkingsgroepen kunnen ernstige gevolgen hebben.

Zoom

Het gen dat een zeldzame hersenaandoening veroorzaakt is geïdentificeerd. De aandoening wordt veroorzaakt door één mutatie die ongeveer 16 generaties terug is ontstaan in een enkel individu ergens in Turkije. De aandoening uit zich in verkleinde hersengebieden zoals de hersenstam en het cerebellum. Dit is terug te zien in symptomen zoals geestelijke beperkingen, beroertes en vertraagde ontwikkeling van de motoriek.

Het erven van een schadelijke mutaties is op zich niet heel zeldzaam.

Maar omdat een mens van ieder gen twee varianten heeft, een van de vader en een van de moeder, leidt dit maar zelden tot aandoeningen(heterozygoot ) .

Wanneer er echter veel binnen een familie of kleine bevolkingsgroep wordt getrouwd, kan dit wel voor problemen zorgen. Dan is er een veel grotere kans dat een persoon het gemuteerde gen van zowel de vader als de moeder erft.(homozygoot )

Dat leidt tot zeldzame aandoeningen die zonder inteelt niet hadden bestaan.

Dit is ook de manier waarop deze aandoening, die door een mutatie in het CLP1 gen wordt veroorzaakt, is ontstaan.

16 Generaties geleden heeft de verandering in het gen zich spontaan voorgedaan in één persoon.

Amerikaans onderzoek aan de universiteit Yale heeft precies dezelfde mutatie teruggevonden in kinderen met de zeldzame aandoening in negen verschillende Turkse families.

Dit is een voorbeeld dat laat zien hoe belangrijk variatie in een populatie is en wat de gevolgen zijn van inteelt. De kans op gezonde kleinkinderen is een stukje groter als je je kinderen de wijde wereld in stuurt.

 

___________________________________________________________________________________

GESLACHTSGEBONDEN    DEFECTEN

die  bij   inteelt  ook grotere kansen krijgen  om op te duiken  in het nageslachts

voorbeeld  :   HEMOFILIE  (bij inteelt zijn zowel  de  vader als  de  moeder in het bezit van  minstens een  X chromosoom dat drager is van het defect // dit  defecte  allel   is  een recessief   allel  ) 

http://www.mijnhemofilie.be/nl/hemofilie/hemofilie-en-erfelijkheid/

Hemofilie en erfelijkheid | Mijn hemofilie

In de meeste gevallen worden mensen geen hemofiliepatiënt maar worden ze met hemofilie geboren. Hemofilie is een erfelijke ziekte die van ouder op kind wordt overdragen.

Ons lichaam bestaat uit minuscule cellen. Deze cellen bevatten elk 46 chromosomen gegroepeerd in 23 paren die talrijke kenmerken bepalen zoals de kleur van de ogen, de haarkleur, enz. Een van deze paren bepaalt het geslacht: meisje of jongen. Dit zijn de X- en Y-chromosomen.

Mannen hebben een X-chromosoom en een Y-chromosoom

Mannen hebben een X-chromosoom
en een Y-chromosoom

Femme avec un chromosome X porteur

Een vrouw heeft twee X-chromosomen.
Als een van deze chromosomen het hemofilie-gen draagt, kan het andere chromosoom dit compenseren. Deze vrouw zal dus “draagster” zijn maar geen hemofiliepatiënte.

Hemofilie is een ‘geslachtsgebonden’ stoornis. Het hemofilie-gen bevindt zich dus op één van de geslachtschromosomen, het X-chromosoom.

Vrouwen hebben twee X-chromosomen

Vrouwen hebben
twee X-chromosomen

Homme avec un chromosome X qui a le gêne

Een man heeft slechts één X-chromosoom.
Als dit chromosoom drager is van het hemofilie-gen, dan zal de man aan hemofilie lijden.

Wat gebeurt er met de volgende generatie?

Vader heeft hemofilie

Un père porteur fait deux filles conductrices sur deux

Moeder is draagster

Une mère conductrice fait un garçon sur deux hémophile et une fille sur deux conductriceZowel vader als moeder kan hemofilie overdragen. Een vader met hemofilie zal dochters krijgen die draagsters zijn; de overdracht zal dus niet direct ‘zichtbaar’ zijn (de dochters zullen geen klinische effecten vertonen). Een moeder die draagster is heeft één kans op twee om een gezonde dochter te krijgen, en ook één kans op twee om een zoon zonder hemofilie te krijgen.

Het type en de ernst van de hemofilie worden beide erfelijk bepaald. Als een moeder het hemofilie A gen heeft, zal haar zoon aan hemofilie A lijden en niet aan hemofilie B. Als er in de familie milde hemofilie voorkomt, dan kan dit type van milde hemofilie worden overgedragen op toekomstige generaties.

 

 

schematische voorstelling van de erfelijke overdracht van hemofilie

 

°

Ter overweging ; 

1)Wat gebeurt er als vader (hemofiliepatient ) en moeder ( draagster)   beiden   in het bezit  zijn  van  het  hemofilie allel ? ( =    bij inteelt neemt de kans op een dergelijk schema   dus toe   ?  )

Zonen van mannen met hemofilie erven hun X chromosoom van hun moeder ..  dergelijke  zonen zijn vrij van hemofilie , tenzij hun moeder draagster is want dan hebben ze  opnieuw  één kans op twee op hemofilie .

 

°

* Merk op    :  

Naast deze overgeerfde  familiale vormen  kan hemofilie in ongeveer 30 procent van de gevallen voorkomen door een nieuwe toevallige genetische mutatie in het FVIII gen, die er dan verder voor zorgt dat hemofilie overerfbaar is binnen de familie.

 http://www.levenmethemofilie.be/nl/hemofilie/oorzaak-van-hemofilie/een-kwestie-van-erfelijkheid

http://www.ahvh.be/nl/informatie/draagsters-van-hemofilie/erfelijkheid/122-hemofilie-erfelijkheid-overdracht

https://www.uzleuven.be/hemofiliecentrum/hemofilie-a

 

°

Aap houdt foute sekspartner op afstand met zijn ‘looks’

apenkop

De apen op de afbeelding hierboven behoren tot hetzelfde geslacht. Toch zien hun gezichten er heel anders uit. Waarom? Zo voorkomen de apen dat ze ‘per abuis’ seks hebben met een aap die niet tot hun soort behoort.

 

“Evolutie leidt tot aanpassingen die dieren in staat stellen om in een bepaalde omgeving te gedijen,” vertelt onderzoeker James Higham. “En na verloop van tijd leiden die aanpassingen tot de evolutie van een nieuwe soort.” Zo ontstonden ook de verschillende soorten die passen binnen het geslacht van de echte meerkatten. Het geslacht telt maar liefst 26 soorten. Die soorten zijn niet alleen nauw aan elkaar verwant. Maar wonen ook nog eens vrij dicht bij elkaar in de buurt. Sterker nog: ze lopen elkaar vaak tegen het lijf en reizen, eten en slapen zelfs samen. “Een belangrijke vraag is: welk mechanisme zorgt ervoor dat nauw aan elkaar verwante soorten wiens leefgebieden overlappen geen seks met elkaar hebben en dus aparte soorten blijven?”

FOUTE SEKSPARTNER
Het is evolutionair gezien bijzonder onhandig als een echte meerkat paart met een echte meerkat die tot een andere soort behoort. Het kan namelijk resulteren in nageslacht dat onvruchtbaar is.

De gezichten
In de jaren tachtig suggereerde een zoöloog dat de totaal verschillende gezichten van de verschillende soorten apen voorkwamen dat ze ‘per abuis’ paarden met een aap die niet tot hun eigen soort behoorde. Hij kon dat echter niet bewijzen. Onderzoekers pakten de hypothese van de zoöloog nu weer uit de kast en keken of ze er met behulp van moderne technologieën misschien wel bewijs voor konden vinden.

Foto’s

Ze fotografeerden verschillende soorten echte meerkatten in verschillende gebieden en over een periode van achttien maanden. Vervolgens gebruikten ze speciale computerprogramma’s om de overeenkomsten en verschillen tussen de gezichten op te sporen. Ze ontdekten dat de gezichten van de verschillende soorten echt sterk verschilden. De verschillen waren het grootst tussen soorten die hetzelfde leefgebied deelden en dus de grootste kans hadden om ‘per abuis’ met de verkeerde soort te paren.

“Deze resultaten suggereren sterk dat het bijzondere uiterlijk van deze apen te wijten is aan selectie van visuele signalen die seks met andere soorten ontmoedigen,” stelt onderzoeker William Allen. “Dit is misschien wel het sterkste bewijs dat visuele signalen een rol spelen in het belangrijke evolutionaire proces dat leidt tot de vorming en totstandkoming van soorten en het is met name opwindend dat we dit ontdekt hebben in een deel van onze eigen geslachtslijn.”

°

Bronmateriaal:
To Avoid ” 
De foto’s bovenaan dit artikel zijn gemaakt door William Allen / Nature Communications.

 

°

Inteelt , SOORTVORMING  en GENETISCHE  VARIATIE 

 

—> Inteelt geeft wel variaties, maar  eigenlijk zijn het vaak negatieve mutaties, die versterkt worden doorgegeven  , waardoor de populatie waarin ze voorkomen  uiteindelijk ook uitsterft.

Het probleem met (vruchtbare ) inteelt  is namelijk dat niet alleen de goede eigenschappen worden doorgegeven maar de invloed  van  slechte eigenschappen ook gaat worden uitvergroot.
Op langere termijn is er dan geen genetische diversiteit meer en sterft de soort dus uit.
Het is daarom een must dat verschillende groepen van het zelfde geslacht aan genetische uitwisseling doen, waarbij de ene groep (populatie) dus gaat paren met de andere groep(populatie ) .

Daarom zien we ook vaak, dat bv mannetjes de groep verlaten om dan een andere groep over te nemen, op die manier is die genetische diversiteit gegarandeerd.

Maar, en dat is iets wat velen ook vergeten, als twee groepen van de zelfde soort uiterlijk verschillen gaan vertonen door evolutie  -of zelfs  ( meestal neutrale)  mutaties,(wat dus de mogelijkheid geeft duplicaties te gaan  gebruiken als nieuw genetisch  evolutie materiaal )  zoals in het geval van de meerkatten mogelijk is gebeurd  , dan spreken we over subgroepen( subspecies / rassen )  binnen  dezelfde soorten   en uiteindelijk ook  binnen  hetzelfde geslacht.

°
Maar,-en nu komt het- verschillende subgroepen kunnen en zullen trouwens ook, omdat ze genetisch niet zo verschillend zijn, met elkaar paren en dan spreken we over hybriden binnen het zelfde geslacht. ( = eigenlijk  zijn dat  soortbastaarden  want beide partners behoren tot twee verschillende soorten  binnen weliswaar hetzelfde geslacht  ) waarvan sommigen in de F1  toch vruchtbaar blijken en/of  minstens een paar genen kunnen uitwisselen  die in de oorspronkelijke twee populaties niet voorkwamen ( Heidelberger /  neanderthaler / Denisova / archaic homo sapiens  binnen het geslacht homo )

soortbastaarden  <–Doc archief

Op die manier word die genetische diversiteit nog groter ( en /of vergroot de kans  op  het verwerven van gunstige vreemde “subgroepvreemde “- genen  maar  vergroot de kans  op bepaalde genetische ziekten  of  genetische  voorbeschiktheid (1) )en is dus  een (water)kans(dus hoe klein ook niettemin groter  dan zonder hybridisatie )  op nieuwe subgroepen binnen hetzelfde taxon

Na verloop van tijd-verschillende (vele) generaties worden de verschillen tussen de eerste en de laatste subgroep zo groot, dat we uiteindelijk kunnen spreken van een geheel nieuwe soort binnen het taxon en uiteindelijk ook een   geslacht( genus )  ondanks het feit dat ze genetisch nog aan elkaar verwant zijn.(= behorend tot hetzelfde taxon )

Om iets heel lang kort te houden, hybriden spelen  een rol in het evolutie proces.
Het evolutie proces gaat te traag om die verscheidenheid te verklaren, met de invoeging van hybriden gaat het veel sneller.

(1) zelf bij rasvermengingen binnen dezelfde soort loert dat gevaar sowieso al   :

http://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/sikkelcelanemie-onder-blanke-mensen-met-verborgen-zwarte-voorouders

 

 

 

Verklarende woordenlijst Paleontology D

  / PALEONTOLOGIE

EXTERNE  LINKS  & bronnen  

–> Nederlands WOORDENLIJST 

http://www.fossiel.net/information/article.php

–> English 

http://palaeos.com/paleontology/glossary.html

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z

Paleontological glossary (Choose the first letter of the the term you’re interested)

in: A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |

 

_________________________________________________________________________________________

Verklarende woordenlijst Paleontologie


D

Dactylioceras  ….Ammonieten,uit   het   Midden- en Onder-Jura. o.a. bekend uit Holzmaden in Duitsland.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Dactylioceras

Dactylioceras sp.

Dactylioceras sp.  / A fossil Ammonite, Dactylioceras sp., from the Jurassic (Toarcian) Shale of Holzmaden, Germany.

http://de.wikipedia.org/wiki/Posidonienschiefer-Formation

Lias  Holzmaden 

°

Decapoda   …. voorbeeld  : Meyeria (klasse Malacostraca, orde Decapoda, onderorde Pleocyemata). Een kreeft. Bekend uit het Onder-Krijt van Bentheim en van het isle of wight 

meyeria

http://palaeo.gly.bris.ac.uk/Palaeofiles/Fossilgroups/Decapoda/fossilrecord.html

- Photo COPYRIGHTED ! anomura (germany )

_____________________________________________________________________________

Demospongiae  //Demosponzen  // —

Demospongiae =Demosponzen = ‘gewone sponzen’ met een skelet van hoornachtig materiaal =spongine, of van kiezelzuur zonder spongine.

This phylogenetic tree uses biological systematics.  All of the shown genera and species belong to the class Demospongiae as well as the order Homoscleromorpha based on 28S rDNA analyses.

http://bioweb.uwlax.edu/bio203/2011/pluym_conn/phylogeny.htm

Calcareous skeletons apparently evolved independently within three classes of sponges—Calcarea, Demospongiae, and Archaeocyatha.

Class Demospongea

Sponges with skeletons of spongin, spongin and siliceous spicules, or a skeleton of fused opaline silica.

When present, spicules are commonly monaxon, tetraxon, or polyaxon, but never triaxon.

Nomenclature of Common Megascleres & Microscleres in Fossil and Modern Sponges

Modified from Boardman et al (1987)

Here is an example of a modern demosponge with spongin.

demosponge
Here is a good example of a fossil demosponge.
Note in this specimen the canals in the siliceous walls.
Note that calcification also occurs in demospongiae

________________________________________________________________________________________

Dendrieten   // PSEUDOFOSSIELEN  …. op gesteenten  kunnen  soms dendrieten voorkomen —> op boomtakken of mos gelijkende afzettingen van mangaan- of ijzerverbindingen. (dendron = boom.)

Afbeeldingen van Dendrites(crystal)

  Manganese dendrites on a limestone bedding plane from Solnhofen, Germany. Scale in mm.

http://en.wikipedia.org/wiki/Dendrite_(crystal)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Dendriet_(kristal)

°
Dendrietisch  //Als een dalstelsel in een homogene ondergrond ongestoord en volledig tot ontwikkeling kan komen, dan vormt er zich een dendrietisch = boomvormig dalstelsel. NB. Dendron = boom. Zo’n stelsel omvat veel kleineeinddalletjes = brondalletjes, die zelf geen zijdalletjes meer hebben. Ze worden dalletjes van de eerste orde genoemd. Deze stromen uit in dalen van de tweede orde, die in dalen van de derde orde, enz. Hethoofddal is het dal van de hoogste orde. De verhouding van het aantal dalen van opeenvolgende orde noemt men de bifurcation ratio = de vertakkingfactor van het dalstelsel of deel daarvan.
Er bestaan allerlei wetmatigheden; waaraan de omstandigheden binnen een dalstelsel voldoen. Ze zijn vastgelegd in de Wetten van Horton.

________________________________________________________________________________________
Dendrograptus  // —->  Dendrograptus is an extinct genus of Graptolite from the Lower Ordovician.

http://fossiilid.info/9947

Dendrograptus sp., GIT 539-48-1

GIT 539-48-1 Dendrograptus sp.
INFO | IMAGE
Dendrograptus sp., GIT 539-48-2

GIT 539-48-2 Dendrograptus sp.
INFO | IMAGE
Dendrograptus sp., GIT 539-48-2

GIT 539-48-2 Dendrograptus sp.
INFO | IMAGE
Dendrograptus vulgaris Obut, 1953, GIT 119-19

GIT 119-19 Dendrograptus vulgaris Obut, 1953
INFO | IMAGE
Dendrograptus sp., GIT 539-48-3

____________________________________________________________________________________

°

DENTALIUM  Dentalium

Mollusca (Weekdieren)  Klasse:   Scaphopoda (Tandschelpen)  Orde:  Dentaliida    http://nl.wikipedia.org/wiki/Dentalium

   Antalis vulgaris

Antalis vulgaris (o Dentalium vulgaris): ) //  Dentalium is een geslacht van weekdieren, dat fossiel bekend is vanaf het Ordovicium. Tegenwoordig bestaan er nog enkele soorten van dit geslacht.

Fossil scaphopod (tusk shell), Dentalium; middle Miocene (c. 15 my old), Mornington, Victoria
Photographer: John Broomfield / Source: Museum Victoria

°

Dentalium Scaphopod    from  in the Eocene.

Specimens found in the Stone City Formation (aka Whiskey Bridge) of Brazos River, near Bryan, Texas.
    
    

_________________________________________________________________________________________

DEVOON    

The Devonian Period:  The Age of Fish

Devonian —>  A period of the Paleozoic era, spanning the time between 410 and 360 million years ago. It is named after Devonshire, England, where rocks of this age were first studied. (USGS Paleontology glossary)

First clubmosses, horsetails and ferns appear, as do the first seed-bearing plants (progymnosperms), first trees (the progymnosperm Archaeopteris), and first (wingless) insects.

Strophomenid and atrypid brachiopod,rugose and tabulate corals, and crinoids are all abundant in the oceans. Goniatite ammonoids are plentiful, while squid-like coleoids arise.

Trilobites and armoured agnaths decline, while jawed fishes (placoderms, lobe-finned and ray-finned fish, and early sharks) rule the seas.

First amphibians still aquatic.

Old Red Continent” of Euramerica. Beginning of Acadian Orogeny for Anti-Atlas Mountains of North Africa, and Appalachian Mountains of North America, also the Antler, Variscan, and Tuhua Orogeny in New Zealand. (Wikipedia) More

°

The Devonian Period of the Paleozoic Era lasted from 417 million years ago to 354 million years ago. It is named for Devon, England where the old red sandstone of the Devonian was first studied.

The Continents of The Devonian
During the Devonian there were important changes in the land masses on the globe. North America and Europe had collided forming a large continent called Euramerica. This caused the formation of the Appalachian Mountain Range. The other large land mass was Gondwana. It was made up of South America, Africa, Antarctica, India and Australia. These two large land masses lay close to one another near the equator.

Devonian Continents

The two continents were moving toward each other throughout the Devonian Period. The waterway between the two continents covered a subduction zone. This is an area where one plate is moving underneath the other. Eventually this would mean that the two continents would collide to form the supercontinent Pangea in the Permian Period. That event is more than 64 million years later.

Plants Cover The Land
Laying so close to the equator meant that the climate of the Devonian was warm. The warm temperatures made life on land particularly good for the plants. They developed vascular tissues to carry water and food through roots and leaves. The most important development was the seed. Now plants were not dependent on the presence of water for reproduction and they could move further inland. Ferns and the first trees began to cover the land.

Insects and Other Animals Find Homes On Land
The plant-covered lands made a good home for the first wingless insects and spiders. Even a primitive vertebrate, the tetrapod or four-footed vertebrate, developed the ability to live outside the water and move on land.

fish fossil

The Age of Fishes

THE FISHES 

Spindle diagram for the evolution of fish and other vertebrate classes.[2]Conventional classification has living vertebrates as a subphylum grouped into eight classes based on traditional interpretations of gross anatomical and physiological traits. In turn, these classes are grouped into the vertebrates that have four limbs (the tetrapods) and those that do not: fishes. The extant vertebrate classes are:[3]

Fish:

Tetrapods:

In addition to these are two classes of extinct jawed fishes, the armoured placoderms and the spiny sharks.

The Devonian is known as the Age of Fishes. It is famous for the thousands of species of fish that developed in Devonian seas. We know this because of the fish fossils found in Devonian rocks. When fish first started to develop, they had no jaws and the support structure was made of cartilage. This material doesn’t fossilize well, so the earliest fossils were of fish whose outside skin was protected by scales and plates made of boney tissue. These fish were called Ostracoderms. Their name means “shell-skins.” These animals appear in rock from the late Silurian and early Devonian periods.

Devonian fish Dunkleosteus

Fish with Jaws
The next development was the fish with jaws, gills and paired fins. The Placoderms were the first fish to have all three of these characteristics. They still had the “shell skin” of the Ostracoderms, but it mainly covered the head and neck area. The largest of the Placoderms was the Dunkleosteus. It was a huge predator in the Devonian seas. It could be as long as 10 meters. Instead of teeth, it had large boney plates that stuck down in the front of its mouth opening. The powerful jaws were deadly to other fish, sharks and even other Dunkleosteus.

Devonian anchient shark

Ancient Sharks
Sharks, or Chondricthyes, developed during the Devonian also. Sharks are thought to be descendents of the large Placoderms, but they lost the ability to form the boney armor on the outside of the body and were unable to form bones on the inside also. Their body is supported by cartilage. Because of the skeletons of cartilage, very little fossil evidence is available. They did leave behind their teeth. Much of the information we have about ancient sharks comes from the many different types of fossil teeth that have been found. Sharks first appear during the middle of this period.

The Bony Fish; Osteichthyes

  1. Afbeeldingen van devonian bone fishes

The bony fish appear during the Devonian Period. The first of these are the lobe-fins. These fish have pairs of fins with fleshy lobes at the base and more typical fin membranes at the ends. The lobes contain jointed bones. These lobe-fins are thought to have evolved into “legs” and eventually into amphibians that spend their lives both in and out of the water.

The coelacanth is a lobe-fin fish that developed during the Devonian. For years it was thought to have gone extinct at the end of the Mesozoic Era along with the dinosaurs, but in 1938 a living coelacanth was caught. Since then coelacanths have been seen from time to time in the Indian Ocean.

The Lung Fish
The Dipterus was a lungfish that developed at this time. In many ways it looked like the lobe-fins with bony flesh at the base of its fins. But the Dipterus had lung sacks branching off of its throat that got air from the gills. During the Devonian Period, there were huge swings of floods and drought. During drought times, when lakes turned into ponds, the plants used all the oxygen in the little water that remained. A Dipterus that was stranded in such a pool could stick its head out of the water and get the air it needed to stay alive.

The Reef Builders
The reef building work of the sponges and corals went on through the Paleozoic Era. They built some of the largest reefs in the world. Invertebrates grew well in Devonian seas too, so many new species developed. The ammonite is one of these.

Mass Extinction Ends The Period
Species had begun to branch out and include both land and water habitats. The Devonian Period ended with a mass extinction. The Devonian extinction hurt the water habits much more than those on land. The sponges and corals were the most affected. No major reef building happened again for thousands of years.

  


Life of the Devonian

Change in the Devonian Seas

The Devonian seas were dominated by brachiopods, such as the spiriferids, and by tabulate and rugose corals, which built large bioherms, or reefs, in shallow waters. Encrusting red algae also contributed to reef building. In the Lower Devonian, ammonoids appeared, leaving us large limestone deposits from their shells. Bivalves, crinoid and blastoid echinoderms, graptolites, and trilobites were all present, though most groups of trilobites disappeared by the close of the Devonian.

The Devonian is also notable for the rapid diversification in fish. Benthic armored fish are common by the Early Devonian. These early fish are collectively called “ostracoderms“, and include a number of different groups. By the Mid-Devonian, placoderms, the first jawed fish, appear. Many of these grew to large sizes and were fearsome predators. Of the greatest interest to us is the rise of the first sarcopterygiians, or the lobe-finned fish, which eventually produced the first tetrapods just before the end of the Devonian.


Change in the Devonian Landscape

By the Devonian Period, life was well underway in its colonization of the land. Before this time, there is no organic accumulation in the soils, causing these soil deposits to be a reddish color. This is indicative of the underdeveloped landscape, probably colonized only by bacterial and algal mats.

By the start of the Devonian, however, early terrestrial vegetation had begun to spread. These plants did not have roots or leaves like the plants most common today, and many had no vascular tissue at all. They probably spread largely by vegetative growth, and did not grow much more than a few centimeters tall. These plants included the now extinct zosterophylls and trimerophytes. The early fauna living among these plants were primarily arthropods: mites, trigonotarbids, wingless insects, and myriapods, though these early faunas are not well known.

By the Late Devonian, lycophytessphenophytesferns, and progymnosperms had evolved. Most of these plants have true roots and leaves, and many are rather tall plants. The progymnosperm Archaeopteris, whose leaves are shown at right, was a large tree with true wood. In fact it is the oldest such tree known, and produced some of the world’s first forests. By the end of the Devonian, the first seed plants had appeared. This rapid appearance of so many plant groups and growth forms has been called the “Devonian Explosion”. Along with this diversification in terrestrial vegetation structure, came a diversification of the arthropods.


Devonian Times presents oodles of information about early forests and the first vertebrates on land. The information is based on findings at Red Hill, Pennsylvania, USA.

Read about the Devonian Mass Extinction at the Hooper Virtual Paleontology Museum.

Find out more about the Devonian paleontology and geology of North America at the Paleontology Portal.

_________________________________________________________________________________________

Diagenesis:

*The process during which sediments are compacted and/or cemented, to become rocks.

*All chemical, physical, and biological modifications undergone by a sediment after its initial deposition

  • Diagenese   ;   Diagenese is een proces dat zorgt dat gesteente minerale veranderingen ondergaat nadat het is afgezet. Diagenese vindt plaats bij relatief lage temperatuur en druk. Het gesteente hoeft hiervoor dus niet diep begraven te zijn in de aardkorst.
  • Als het gesteenteveranderd doordat het aan een hoge temperatuur en druk wordt blootgesteld is er sprake van metamorfose. Of er diagenese plaatsvindt, en in welke mate hangt sterk af van de samenstelling van het gesteente en de chemische samenstelling van het grondwater. Als er zeer oplosbare mineralen in een gesteente aanwezig zijn zoals in kalksteen of evaporiet, dan zal er veel eerder diagenese plaatsvinden.Een voorbeeld van diagenese is cementatie. Hierbij slaan opgeloste mineralen uit het grondwater neer in het gesteente. Dit kan ook onderzee plaatsvinden. De dichtheid van het gesteente neemt hierbij toe, en de porositeit neemt af. Het gesteente gaat hierbij ook meer een vast geheel vormen.Een andere vorm van diagenese is compactie. Door het gewicht van bovenliggende pakketten sediment wordt de afzetting samengedrukt. Ook kan er drukoplossing plaatsvinden doordat korrels waar de meeste druk op staan eerder kunnen oplossen in het grondwater. De opgeloste mineralen slaan vervolgens weer neer in de poriën. De dichtheid neemt hiermee verder toe.Een derde vorm van diagenese is uitloging. Door bepaalde chemische samenstelling van grondwater kunnen ook mineralen uit een afzetting oplossen en met grondwaterstromingen verdwijnen uit de afzetting.In kalkhoudende fossielen kan door diagenetische processen rekristallisatie optreden waarbij het fossiel wordt omgezet naar meer stabiele vormen van kalk. Bijvoorbeeld omzetting van aragoniet naar calciet.
  • Fossielen (vooral die van aragoniet) kunnen ook geheel oplossen. Als later door diagenese de holte weer wordt opgevuld door een ander mineraal kunnen steenkernen ontstaan.
  • Kalksteen wordt soms ook door diagenese omgezet in dolomietFossielen gaan hierbij vaak verloren of worden aangetast.
  • Diagenese speelt ook een rol bij de verandering van organische stoffen in sedimenten. Denk bijvoorbeeld aan de vorming van steenkoololie en gas.

____________________________________________________________________________________

Differential erosion/weathering: Caused by differences in the resistance of rocks and particles within rocks. This can be applied on a small scale e.g. a fossil weathering out of its surrounding matrix, a large scale e.g. valleys naturally cutting through less resistant rocks, and any other scale in-between.

______________________________________________________________________________________

  • Diagnostische eigenschap(pen)  …Een diagnostische eigenschap is een eigenschap op basis waarvan een taxonomische groep onderscheiden kan worden van andere groepen. 

____________________________________________________________________________________

  • Diapsida (Diapsiden)De Diapsida zijn een groep gewervelde dieren met oorspronkelijk twee gaten achter de oogkas. Bij sommige groepen zijn later in de evolutie deze gaten weer verloren gegaan, maar ze behoren nog wel tot diapsida op grond van hun afstamming. Tot de diapsida behoren:

    De eerste diapside is de Petrolacosaurus uit het boven Carboon van Noord AmerikaIn het Mesozoicum waren de diapsida dominant.

Petrolacosaurus kansensis

Petrolacosaurus kansensis, from the Late Pennsylvanian of Kansas. Drawing from Diapsid characters, from Benton 2000.

Labidosaurus

Life restoration of Petrolacosaurus kansensis, the earliest known diapsid, from the Late Carboniferous of Kansas. Illustration by Nobu Tamura (Wikipedia)

http://palaeos.com/vertebrates/diapsida/araeoscelida.html

____________________________________________________________________________________

  • Diatomee /Diatomeeën /Diatomophyceae    :                                                                                                                                                                   De Diatomophyceae of Bacillariophyceae vormen een klasse van algen, welke als microfossielen aangetroffen worden sinds hetJura tijdperk.                                                                                                                                                                                             De meeste soorten zijn slechts 10 tot 100 micrometer groot. Deze soortenrijke groep wordt veel gebruikt in onderzoek naar de stratigrafie. Diatomeeën hebben een extern kiezelskeletje van kiezel—>  (Kwarts, SiO2)                                                     .Diatomeeën of kiezelwieren, ook wel diatomen genoemd, vormen een stam binnen de supergroep Chromalveolata van eencellige wieren met een extern skelet van kiezel. Ze behoren tot de eukaryote algen of tot het fytoplankton. Wikipedia        //                                                                                                                               http://en.wikipedia.org/wiki/Diatom                                                                                                                                                                              Evolutionary history                                                                                                                         Terre diatomées ou farine fossil -shell Flour Diatomaceous earth image0 diatomaceous   powder /sand   (magnified ) = Fossil Shell Flour:
  • This is the result of the fossilization of microscopic unicellular phytoplankton shells that once lived in the oceans and lakes that covered  several times   many  regions of the Earth.
  •  Meer afbeeldingen

Diatoms: Microscopic, unicellular (single celled), golden-brown algae.  They are found practically everywhere, including marine, brackish, fresh water, soil, and ice environments. They are characterized by a ‘pill box’ style skeleton (frustule) composed of opaline silica. The opaline silica is unstable and begins to convert to cristobalite as the diatom-bearing sediment is buried and temperatures rise. The frustule is dissolved and the record of the organism is lost.

Veel plankton komt voor in het noordelijk deel van de Atlantische, de Indische en de Pacifische Oceaan. Het fytoplankton  daar  bestaat vooral uit geweldige hoeveelheden diatomeeën, waarvan de naar de bodem zinkende skeletdeeltjes het hoofdbestanddeel vormen van het sediment. Dit diatomeeënslik ligt als een brede gordel om  o.a.  het gehele Antarctische continent.

_____________________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________________

  • Dimorfie    ;   Seksuele dimorfie is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes van een organisme. Niet alle organismen hebben deze verschillen, en eventuele verschillen kunnen behoorlijk uiteenlopen. Niet alleen dieren hebben seksuele dimorfie, maar het komt ook bij sommige planten voor.
  • DIMORPHISM  :

Where one species is found in two distinctly different forms,

Sexual dimorphism
Sexual dimorphism exists in both humans and ammonites, but while human males are typically larger,                                                   male ammonite fossils are much smaller than females.Here, a small human female (Beth Kaminsky) with a small male ammonite, and a big human male (Alaskan artist Ray Troll) poses with a big female ammonite.

–> for instance when the male of an ammonite species is smaller than the female.

Figure 6.2   Sexual dimorphism in ammonites, the Jurassic Kosmoceras. The larger shell (macro conch )(a) was probably the female, the smaller(micro conch ) (b) the male. (Courtesy of Jim Kennedy and Peter Skelton.)

Claire Still and Rowan Lockwood looked at the relationship between sexual dimorphism in ammonoids and how long a taxon survives. Ammonoids were shelled cephalopods (squid) that first show up (I think) in the Devonian, and reached incredible levels of diversity in the Mesozoic before finally going extinct at the end of the Cretaceous. Many ammonoids are notable for being sexually dimorphic, meaning the sexes are different sizes and/or shapes, as in Didymoceras below (specimen from the Wyoming Dinosaur Center):

Still and Lockwood found that sexually dimorphic taxa tended to survive for longer than monomorphic taxa. It’s not clear why this is the case, as modern birds seem to show the opposite pattern.

https://gsa.confex.com/gsa/2010NE/finalprogram/abstract_170226.htm  http://vmnhpaleontology.wordpress.com/2010/03/16/gsa-day-3/

–> dimorphism in other  fossils 

canine teeth of Amphicyon

Figure 3. Right lower canine teeth of Amphicyon longiramus from Thomas Farm demonstrating sexual dimorphism in body size. A, UF 271019, male; B, UF 154301, female.

http://www.flmnh.ufl.edu/vertpaleo/fossilspeciesAmphicyonlongiramus.htm

—> Extant  “great apes ”  skulls also show clearly dimorphismal traits  

Bornean orangutan male (left) and female skull showing sexual dimorphism

Bornean orangutan male (left) and female skull showing sexual dimorphism

_________________________________________________________________________________________

°

Dinocyst: A resting stage or reproductive stage in the life cycle of a dinoflagellate. (USGS Paleontology glossary)

light microscope image of dinoflagellateModern dinoflagallates, found off the shore of South Africa, viewed by light microscopy.light microscope image of dinoflagellate

A Confocal Laser Scanning Microscope was used to image this microscopic animal. Very thin optical sections (images) are taken, as in computer tomography (CT scans). These images are then re-composed on a computer to produce a 3D reconstruction. The movie is not complete because ‘depth’ information is limited to the optical section width and is therefore of low resolution.

Dinoflagellates are microscopic unicellular algae (plants), which populate the sea in huge numbers. They mostly belong to the phytoplankton, which live in the surface waters of the ocean and photosynthesise (like land plants). Hence they belong to the important group of ‘primary producers’ at the beginning of the food chain, serving as food for many larger creatures.

These cysts give a continuous abundant fossil record from many sedimentary rocks from the Upper Triassic Period onwards, so we know they have existed for more than 200 million years.

–>Moreover, the dinoflagellate cysts changed quickly during the Mesozoic Era and Cenozoic Era. They are therefore very good guide fossils and much used for age dating of sedimentary rocks (a technique called biostratigraphy). Dinoflagellate cyst biostratigraphy is especially widely used in exploration for oil or gas reservoirs.

Links

°

 Dinoflagellate: Small organisms with both plant-like and animal-like characteristics, in earlier taxonomies usually classified as algae (plants). They take their name from their twirling motion and their whip-like flagella.(USGS Paleontology glossary);

found as fossil from the mid Triassic to the present. Modern dinoflagellates are often responsible for the phosphorescence of the sea and toxic red tide. Fossil dinoflagellates are used to date and correlate rocks from the Triassic to the Quaternary. (Amateur Geologist Glossary) —->

Dinoflagellaten 2     Deel van het phytoplankton  ….= ééncellige algen. .
Sommige van deze organismen leven in kolonies van ééncelligen.

Vb. ééncellige algen.
Dinoflagellate Digoflagellate

Earliest  miocne flagellate

Earliest Miocene dinoflagellate

Deflandrea Robusta

Deflandrea…

Dracodinium waipawaense

Dracodinium…

Pyxidinopsis waipawaensis

Pyxidinopsi…

Charlesdown edwardsii

Charlesdown…

_____________________________________

°

Dinosauria     Dinosauriër      Dinosauriërs  —>

De superorde Dinosauria, ofwel dinosauriërs vormen een bekende groep binnen de klasse van de reptielen (Reptilia). De dinosauriërs ontstonden in het Trias tijdperk sommige groepen, met name de vogels (Aves), komen voor tot vandaag. De overige groepen, ook wel gemakshalve niet-vogelachtige dinosauriërs genoemd, stierven uit bij de massa-extinctie aan het einde van hetKrijt. Een meteroietinslag op het huidige schiereiland Yucatan lag wellicht aan de basis van deze extinctie, waarbij ook vele andere iconische taxa zijn uitgestoreven, waaronder de ammonietenbelemnieten en pterosauriërs.

De dinosauriërs kunnen worden onderverdeeld in de Saurischia en de Ornithischia die zich onderscheiden met een andere vorm van de pelvis en het schaambeen (pubis). Binnen de Saurischia hebben zich vanuit de Theropoden de vogels ontwikkeld. Recente ontdekkingen van dinosaurus- en vogelfossielen in Chinese Lägerstatten hebben aangetoont dat vele groepen een lichaamsbedekking van veren hadden, die soms een uitgesproken ornamentele functie hadden. Andere dinosauriërs hadden een huid met schubben, vergelijkbaar met reptielen vandaag. Dit blijkt uit verschillende vondsten van gemummificeerde specimens, en specimens die huidafdrukken hebben nagelaten in het omliggend gesteente.

Er bestonden zowel herbivoren als carnivoren binnen de dinosauriërs. Ze hadden een terrestrische levenswijze. Dinosauriërs zijn een zeer diverse groep die veel verschil vertoont in grootte en lichaamsbouw. Dinosauriërs legden eieren en hadden in sommige gevallen broedzorg. Of dinosauriërs warmbloedig of koudbloedig waren zijn wetenschappers het nog niet over eens, maar het is zeer waarschijnlijk dat er ook in dit opzicht variatie bestond tussen de verschillende groepen.

Er zijn inmiddels resten van vele (ruim 1300) soorten dinosauriërs gevonden. Enkele bekende soorten zijn de Tyrannosaurus, Allosaurus, Triceratops, Spinosaurus en Iguanodon. Zeereptielen zoals de Mosasaurus en de vliegende Pterosauriërs behoren niet tot de dinosauriërs, maar ze leefden wel in dezelfde periode.

Dinosaurussen spreken tot de verbeelding (Foto Michael Gray)

Dinosauriërs spreken erg tot de verbeelden, niet in het minst door de vormvariaties binnen en tussen de groepen, en de enorme groottes die sommige genera konden bereiken. In dat opzicht kunnen ze een belangrijke rol spelen in het loswekken van intresse van mensen voor de geschiedenis van het leven op aarde en fossielen. Vaak zijn Dinosauriërs de eerste uitgestorven diergroep waar mensen -niet zelden als kind- mee in aanraking komen. Als geen andere heeft deze groep kunstenaars, film- en documentairemakers en schrijvers geïnspireerd. Dinosauriërs zijn publiekstrekkers waarmee musea bezoekers en fondsen kunnen verwerven. Dit uit zich helaas ook in de -vaak illegale- internationale handel in fossiele resten van dinosauriërs.

Het monteren van een Iguanodon uit Bernissart

Binnen de Benelux zijn verschillende vondsten van dinosauriërs gedocumenteerd. De meest iconische hiervan is ongetwijfeld de vondst in 1878 van een hele kudde Iguanodons en geassocieerde fauna in een steenkoolmijn in de omgeving van Bernissart, België. Maar zelfs in de mariene krijtafzettingen rond Maastricht zijn botresten van Dinosauria aangetroffen. Het gaat hier om resten die toendertijd door rivieren vanuit het vasteland naar het mariene milieu zijn getransporteerd.

     Globe.png

Foto’s of locaties voor Dinosauria bekijken

__________________________________________________________________________________

°

Diploria: A genus of coral that first appeared in the Late Cretaceous, and is still extant (Phylum Cnidaria, Class Anthozoa, Order Scleractinia, Family Faviidae). Component of modern reefs in the Caribbean and Florida.

Afbeeldingen van fossil diploria

http://en.wikipedia.org/wiki/Diploria

HPIM1028

Fossil Brain Coral – Diploria strigosa

_______________________________________________________________________________________

Dipnoi  // De Dipnoi of longvissen vormen een onderklasse binnen de Sarcopterygii (Kwastvinnigen). Ze komen voor in het fossielenbestand van het Devoon tot heden. Ze zijn aangepast om om te gaan met tijdelijke droogte. Hiervoor bezitten ze een soort longen waarmee ze lucht kunnen happen, en het vermogen zich in te graven om de droge periode uit te zitten. Deze aanpassingen kwamen al vroeg in de evolutionaire geschiedenis van deze groep voor, zo blijkt onder andere uit de positionering van de neusgaten bij fossielen vertegenwoordigers.

Afbeeldingen van dipnoi

°Meer afbeeldingen

  • Longvissen zijn onder de vissen waarschijnlijk het nauwst verwant aan de viervoeters zoals kikkers, krokodillen en apen. Zij worden ingedeeld bij de kwastvinnigen. Dipnoi verschenen voor het eerst in het vroege Devoon. Wikipedia

longvis en evolutie <— doc

http://en.wikipedia.org/wiki/Lungfish#Timeline_of_genera

Some Lungfish are able to survive when their pools dry up! they can burrowing into the mud and seal themselves in a mucous-lined burrow, to help keep moist. During this time, they breathe air through their swim bladder instead of through their gill. These fish will even drown if they are kept underwater and not allowed to breathe air!
Fossilized lungfish burrows have been found in rocks as old as the Permian peiriod.
There are seven families of fossilized lungfish known, only two survived into the Triassic and those two are still alive today!

_____________________________________________________________________________________

Distaal  : Distaal is een anatomisch begrip; een lichaamsdeel dat zich verder van het midden van het lichaam bevindt. Het tegengestelde isproximaal.

Dorsaal   :  Dorsaal betekent aan de rugzijde van een organisme.

____________________________________________________________________________________

 Draadwormen            Ronde of Draadwormen          Afbeeldingen van draadwormen

  • Rondwormen zijn een grote groep van zeer algemeen voorkomende wormen. Er zijn meer dan 25.000 beschreven soorten. Ook de aaltjes behoren tot de nematoden. Nematologie is de wetenschap die de nematoden bestudeert. Wikipedia

http://en.wikipedia.org/wiki/Nematode

The nematodes or roundworms are one of the most common phyla of animals, with more than 20,000 described species. They inhabit freshwater, marine, and terrestrial environments, where they often outnumber other animals in both individual and species counts, and are found in locations as diverse as Antarctica and oceanic trenches. Further, there are a great many parasitic forms, including pathogens in most plants and animals, humans included. Only Phylum Arthropoda exceeds Nematoda in diversity.

Nematodes are unsegmented, bilaterally symmetric, have triploblastic protostomes, and possess a complete digestive system. Nematodes are believed to be related to the arthropods and priapulids and grouped with them in the Ecdysozoa (the molting animals), the evolutionary is unresolved.

Because most living forms are microscopic, the discovery of their ancient ancestors as fossils is unlikely.

However, one species of extant parasitic nematode can reach 13 meters in length. lacking notable mineralized body parts, chances for fossilization of soft tissues is rare, and require special circumstances as existed for the specimens from the Cambrian Chengjiang fossils shown below, which also suggest their evolutionary appearance in the Precambrian.

Lobopodians

Nematode fossils have been found in amber.   —->   Afbeeldingen van nematode in amber

This piece of Baltic amber contains a spider (Araneida) and a fly. Apparently in the death throws of the fly, there were 5 Nematodes that decided to “abandon ship”. They apparently came out of the abdominal area and tried their best to get away from the dying fly. Needless to say, their fate was sealed 45 million years ago. They could not get out of the sticky resin and found the same death trap that the fly did. 

_________________________________________________________________________________________