ZUID AFRIKA en HOMO SAPIENS

AFSTAMMING  VAN DE  MENS  en de mensachtige   

HOMO SAPIENS.docx <–

ARCHEOLOGIE  antropologie   :  

INTRO  (een beetje wetenschapshistorie    chimp en mens )   

( een kleine  samenvatting van wat voorafging )

http://www.kennislink.nl/publicaties/waarom-wij-de-enige-mensachtigen-zijn

1 maart 2013

Waarom wij de enige mensachtigen zijn

“Waarschijnlijk hebben neanderthalers het meerdere keren succesvol met onze voorouders gedaan, maar alleen de moderne mens heeft de geschiedenis overleefd.” Woensdagavond vertelde antropoloog en bestsellerschrijver Chris Stringer over zijn onderzoek tijdens de tweede Hoboken-lezing in het Natuur Historisch Museum in Rotterdam.

Chris-stringer_met_de_schedel_van_homo_rhodesiensis_(rhodesian_man)__een_van_onze_voorouders_uit_agrika._de_schedel_werd_in_1921_in_het_huidige_zambia_gevonden.

Chris Stringer met de schedel van Homo rhodesiensis (Rhodesian man), een van onze voorouders uit Afrika. De schedel werd in 1921 in het huidige Zambia gevonden. Natural History Museum Londen

Chris Stringer is als hoogleraar verbonden aan het Natural History Museum in Londen en doet al dertig jaar onderzoek naar de oorsprong van de moderne mens. “Vroeger was dat voornamelijk aan de hand van fossielen, maar tegenwoordig beschikken we over veel meer mogelijkheden. Met name de genetische inzichten hebben ons vakgebied in een stroomversnelling gebracht.”

Stringer start zijn verhaal 2,5 miljoen jaar geleden bij Homo erectus. “Deze mensensoort vertrok ongeveer 1,8 miljoen jaar geleden uit Afrika en verspreidde zich naar het Verre Oosten, naar China en Java. Ook kwam hij in Dmanisi, in Georgië terecht. Daar, onder de resten van een Middeleeuws dorp, vonden wetenschappers fossielen van een primitieve voorganger van Homo erectus, de eerste vertegenwoordiger van mensen die buiten Afrika leefden.” 1,8 miljoen jaar geleden waren er dus al mensen buiten Afrika te vinden en al dicht in de buurt van Europa. “Het klimaat wisselde die periode nog niet zo sterk tussen warme en koude extremen. Tegen de tijd dat mensen Europa bereikten, moesten ze met veel grotere extremen om zien te gaan.”

Dmanissi_-_georgie_wikimedia

Hier in Dmanisi in Georgië, onder de resten van een Middeleeuws dorp, vonden wetenschappers fossielen van een primitieve voorganger van Homo erectus, de eerste vertegenwoordigers van mensen die buiten Afrika leefden. Wikimedia Commons

Het duurde daarna nog een paar honderd duizend jaar voordat de eerste mens stappen op Europees grondgebied zette. “Het oudste fossiel dat in Europa is gevonden, is een kaak uit het Zuid-Spaanse Atapuerca en deze is 1,2 miljoen jaar oud. In hetzelfde gebied hebben we meerdere fossielen van een andere mensensoort – Homo antecessor – gevonden. Deze botten zijn naar schatting 800.000 jaar oud.”

Olifanten in Engeland

Om in Noord-Europa te kunnen overleven waren vervolgens nog wel enkele aanpassingen nodig. “In Noord-Europa was het klimaat veel kouder en moeilijker om in te overleven dan zuidelijker. Er was vuur nodig, schuilplaatsen, betere jachttechnieken, enzovoort.” Om te bepalen wanneer de mens in Noord-Europa arriveerde, is onderzoek in Engeland erg nuttig.

“Engeland ligt in de Atlantische Oceaan en krijgt daardoor de uitersten van klimaatwisselingen mee. Als de Atlantische Oceaan ijskoud is, is Engeland dat ook. Zo liepen er 120.000 jaar geleden olifanten en hyena’s door Engeland en 20.000 jaar geleden leek het meer de toendra van Noord-Scandinavië met rendieren en vossen.” Wanneer was het klimaat gunstig om in Engeland te arriveren? “In Pakefield hebben we menselijke resten van 700.000 jaar geleden gevonden. Op dat moment zat Engeland nog met een landbrug aan Europa vast en kon de oversteek gemaakt worden. Het klimaat was Mediterraan en dus zeer gunstig.”

Duiken naar botten

In de Engelse kustplaats Happisburgh wordt al jaren, ook door Nederlandse wetenschappers, onderzoek gedaan. “Gereedschap dat daar is gevonden duidt erop dat er 900.000 jaar geleden al mensen waren; maar welke soort dat was blijft gissen, want er zijn tot nu toe geen fossielen gevonden. Als het klopt dat er toen al mensen waren moeten we onze eerdere gedachten, met betrekking tot klimaataanpassing, bijstellen.” 900.000 jaar geleden was het klimaat in Engeland namelijk vergelijkbaar met dat in Zuid-Zweden nu. Duikers zoeken momenteel verder naar aanwijzingen voor de kust.

620px-homo_heidelbergensis-cranium_-5_wikimedia

Dit is een van de belangrijkste vondsten uit Atapuerca, Spanje. De bijbehorende kaak werd een aantal jaren geleden bijna intact gevonden. Wikimedia Commons

Laatste gemeenschappelijke voorouder

600.000 jaar geleden bereikte een andere mensensoort, Homo heidelbergensis, Europa. “In mijn ogen is dat een heel interessante soort in de evolutie van de mens, ik denk namelijk dat het de laatste gemeenschappelijke voorouder van Homo neanderthalensis en Homo sapiens was.” De soort was wijdverspreid. Stringer laat het publiek foto’s van schedels uit Afrika, Frankrijk en Griekenland zien. “Evolutionair gezien nam de soort twee routes, hij evolueerde ten noorden van het mediterraan gebied in de neanderthalers en ten zuiden daarvan in ons, de Homo sapiens.

400px-elefante-atapuerca2006

Archeologen aan het werk in de archeologische vindplaats in Atapuerca, Zuid-Spanje. Wikimedia Commons

Discussie met de Spanjaarden

“En dan hebben we nog niet naar de mensen in Engeland gekeken”. 450.000 jaar geleden brak namelijk een ijstijd uit. “Of er toen mensen in Engeland leefden weten we niet. We hebben in ieder geval geen aanwijzingen daarvoor gevonden, maar het kan zijn dat het zulke kleine aantallen waren dat we er niets van terug kunnen vinden.”

50.000 jaar later, in het Engelse Swanscombe, kwam er weer leven te voorschijn. “Daar zijn fossielen van dieren gevonden, evenals een menselijk fossiel. Dat is een interessant exemplaar omdat het verschilt van de Homo heidelbergensis. Sommige karakteristieken lijken op die van de neanderthaler. Deze mens zou aan de oorsprong van de neanderthaler kunnen staan.”

Elders in Europa is ook bewijs voor de splitsing van Homo heidelbergensis in Homo neanderthalensis en Homo sapiens gevonden. “Diep in het grottenstelsel van Atapuerca, vonden Spaanse archeologen 6000 menselijke fossielen, afkomstig van ongeveer 28 individuen. Sommigen daarvan lijken sterk op neanderthalers.” Over die fossielen was overigens nog flink wat discussie. De Spaanse collega’s claimden dat de fossielen 600.000 jaar oud zijn. Stringer vertrouwde dat niet, er zaten immers tanden bij die vergelijkbaar waren met fossielen van 400.000 jaar oud. Dat is dan volgens hem ook de juiste leeftijd. “Inmiddels zijn de Spanjaarden zelf ook teruggekomen op hun inschatting. Binnenkort zal er een rectificatie gepubliceerd worden.”

800px-neandertala_homo__modelo_en_neand-muzeo

Karakteristiek kenmerk van de neanderthaler was zijn grote neus. Wikimedia Commons

Dan neemt Stringer een sprong in de geschiedenis. Vanwege enkele grote overstromingen was Engeland een tijdje verlaten, ondanks het warme klimaat. “Maar 60.000 jaar geleden waren er in ieder geval neanderthalers in Engeland. Op dat moment was er ook nog genoeg land dat ons met de rest van Europa verbond. Neanderthalers waren destijds wijdverspreid, tot aan Siberië. Ze liepen rechtop, hadden een vergelijkbare (net iets groter) hersenvolume dan wij, maar er waren ook duidelijke verschillen. De grote neus is zo’n karakteristiek verschil.”

Out of Africa

Terug naar Afrika. Daar zijn 200.000 jaar oude fossielen gevonden die duidelijk van moderne mensen, Homo sapiens zijn. Stringer is dan ook een van de mensen achter de out-of-Africa theorie die stelt dat de moderne mens in Afrika ontstond en via het Midden-Oosten naar Europa en Azië verspreidde. “60.000 jaar geleden trok Homo sapiens vanuit zuidelijke gebieden naar het Neanderthalergebied. Genetisch onderzoek wijst uit dat Neanderthalers en moderne mensen het op meerdere momenten op verschillende plekken succesvol met elkaar gedaan hebben. Dat wakkert de discussie weer aan of het echt een andere soort was.” Formeel kunnen verschillende soorten onderling namelijk geen vruchtbare nakomelingen produceren.

Stamboom_stringer

De hypothese van Stringer over de stamboom van de mens. Nature

Gaten in de evolutie

Maar Europeanen dragen allemaal een beetje neanderthaler-DNA in ons genoom, en mensen in China zelfs nog meer. “Het Midden-Oosten lijkt een logische plek waar de soorten elkaar ontmoet hebben, helaas is er alleen DNA-bewijs en missen we archeologische vondsten.” Hoe de neanderthalers uiteindelijk uitstierven en of de moderne mens daar schuldig aan is, durft Stringer niet met zekerheid te zeggen. “Uit DNA-studies weten we dat neanderthalers al op hun retour waren toen ze de moderne mens ontmoetten. De genetische variatie in het neanderthalergenoom was toen al klein, wat duidt op kleine populaties.” Wat de finale klap voor neanderthalers is geweest, blijft dus nog even onbekend. “Er valt nog heel wat over de menselijke evolutie te ontdekken.”

Bronnen:

  • Lezing Chris Stringer, 27 februari 2013, Natuur Historisch Museum Rotterdam
  • Jeffrey D. Wall, Melinda A. Yang, Flora Jay e.a., Higher Levels of Neanderthal Ancestry in East Asians Than in Europeans, Genetics, 14 februari 2013, doi:10.1534/genetics.112.148213

Oudste speerpunten ter wereld blijken half miljoen jaar oud

 16 november 2012  
: This is a ~500,000-year-old point from Kathu Pan 1. Multiple lines of evidence from a University of Toronto-led study indicate that points from Kathu Pan 1 were used as hafted spear tips. Scale bar = 1 cm. Credit: Jayne Wilkins

Wetenschappers hebben ontdekt dat speerpunten die enkele jaren geleden in Zuid-Afrika werden gevonden, zeker 500.000 jaar oud zijn.

Daarmee zijn die punten zo’n 200.000 jaar ouder dan de exemplaren die onderzoekers eerder aantroffen.

De scherpe punten – gemaakt van steen – werden door de oude mensachtigen( waarschijnlijk  late  zuid afrikaanse Homo Erectus/ Heidelbergensis ?   populaties )  op speren gezet. Dat kostte wat moeite en de mensachtigen moesten het maken van zulke speren dan ook plannen. Maar uiteindelijk was het ongetwijfeld de moeite waard.

“Er is een reden dat moderne jagers met pijl en boog hun pijlen van zo’n scherpe punt voorzagen,” vertelt onderzoeker Benjamin Schoville.

“Deze punten zijn in een combinatie met een stok zeer dodelijk. De vroege mensen ( uit het genus homo dus ) leerden dat al veel eerder dan we dachten.”

Science.

Het bevestigen van een stenen punt aan een heft was een belangrijke vooruitgang bij het maken van jachtwapens voor de vroege mens.

Wapens voorzien van een stenen punt vereisen meer moeite en planning om te maken ten opzichte van een houten speer waarbij het hout tot punt bewerkt wordt. Een scherpe stenen punt aan het uiteinde van een speer verhoogt de kans om een dier te doden.

De gevonden speerpunten komen uit een Zuid-Afrikaans opgravingsgebied, genaamd Kathu Pan 1.

De onderzoekers konden aan de punten zien dat de stukjes steen gebruikt waren als wapen door te kijken naar de opgelopen schade van een punt. Een gebruikte speerpunt heeft specifieke breuklijntjes die vanaf de punt lopen.

Door de oude punten te vergelijken met nieuwe punten uit experimenten, konden de onderzoekers zien dat die specifieke fracturen niet zo snel door andere processen ontstaan.

Ouder
Er worden regelmatig punten van speren teruggevonden. Maar meestal zijn deze niet veel ouder dan 300.000 jaar. De punten die onderzoekers nu in Zuid-Afrika hebben aangetroffen, gaan daar ruim overheen. Blijkbaar werden de scherpe speerpunten al in het Midden Pleistoceen vervaardigd.

Zowel Neanderthalers als de moderne mens gebruikten  allebei speren met stenen punt … Dit is  echter het eerste bewijs dat deze technologie al bestond voor deze twee soorten bestonden  “In plaats van twee keer het wiel uitvinden of dat de ene groep van de andere  de technologie leerde of stal , was de speer met stenen punt dus al veel eerder in gebruik dan tot nu toe werd gedacht,” zegt  Benjamin Schoville , een van de auteurs van de studie.

In  het midden pleistoceen  waren de Neanderthalers en moderne mensen er nog niet: het Midden Pleistoceen wordt geassocieerd met een andere mensachtige, namelijk Homo heidelbergensis. “Hoewel zowel Neanderthalers als moderne mensen speren met stenen punten gebruikten, is dit het eerste bewijs dat de technologie voor of omstreeks het ontstaan van deze twee soorten ontstond.”

 

Verandering
Mogelijk moeten we onze opinies  over de mensachtigen voor de Neanderthalers en moderne mensen herzien.

“Het lijkt er nu op dat sommige kenmerken die we associëren met moderne mensen en verwanten al veel verder teruggaan,” stelt onderzoeker Jayne Wilkins.

“Dit verandert de manier waarop we denken over vroege menselijke aanpassingen en vaardigheden nog voor het ontstaan van onze eigen soort.”

De speerpunten werden tijdens opgravingen tussen 1979 en 1982 teruggevonden. Wetenschappers hebben de punten nu nog eens onder de loep genomen en zijn er zeker van dat ze 500.000 jaar geleden door toedoen van mensachtigen tot stand zijn gekomen.

“Wanneer punten gebruikt worden als speerpunten, dan levert dat op de top veel schade op en er ontstaan grote onderscheidende breuken,” vertelt onderzoeker Kyle Brown.

De onderzoekers maakten zelf speerpunten en schoten deze met een boog weg. De schade die de punten daarbij opliepen, lijkt sterk op de schade die ook op de oude speerpunten is aangetroffen. “En we tonen aan dat ze niet gemakkelijk door andere processen tot stand kunnen zijn gekomen.”

Examples of experimental hafted points. Points were hafted to wooden dowels using Acacia resin and sinew and then thrust into a springbok carcass target using a calibrated crossbow. The Kathu Pan 1 archaeological points show a similar pattern of edge damage to these experimental points.
Photo by: Jayne Wilkins
Bronmateriaal:
Oldest spear points date to 500,000 years” – ASU.edu
Half-million-year-old spear tips recovered from the Kathu Pan 1 site in South Africa, including the one shown from different angles, suggest that an ancestor of humans and Neandertals used weapons for hunting. Credit: Courtesy of J. Wilkins

A FINE POINT
Half-million-year-old spear tips recovered from the Kathu Pan 1 site in South Africa, including the one shown from different angles, suggest that an ancestor of humans and Neandertals used weapons for hunting.
Credit: Courtesy of J. Wilkins

http://www.sciencenews.org/view/generic/id/346464/description/Oldest_examples_of_hunting_weapon_uncovered_in_South_Africa

Traditionally, bows and arrows are supposed to mark the transition from the Palaeolithic to the Mesolithic, about 20,000 years ago.

Neanderthals supposedly did not even use spears for throwing, only for stabbing at short distance.

Related articles

saldanha skull

saldanha <—PDF

SPEERWERPERS   //   KRALEN   en  PIJLEN 

°Na   homo erectus en homo heidelbergis  …. begon de mens met het maken  van  speer-werpers  en het ontwikkelen van nieuwe jachttechnieken …maar dat zal wel heelwat tijd hebben in beslag genomen  ….. veel  later volgden  pijl en boog   ( althans dat zijn  de nog  steeds  geldende  opvattingen bij de meeste prehistorici   )  

atlatl

Grotte du Mas d'Azil

Here is a  example  of a   prehistoric  spear trower

Propulseur ‘au faon’ (moulage) Le Mas d’Azil (Ariège), Magdalénien supérieur.

This atlatl or spearthrower or propulseur appears to have been carved from a single piece of antler.

It shows a young ibex or chamois with an emerging turd (or possibly a birth sac) on which two birds are perched, found around 1940 in the cave of Le Mas d’Azil, Ariege.

Photo: Don Hitchcock 2008
Source: Facsimile on display at Le Musée National de Préhistoire, Les Eyzies-de-Tayac

°

°

Overgang   H  HEIDELBERGENSIS   –> Homo SAPIENS   ?

De mozaiekvorm  van Florisbad

Florisbad

The Florisbad Skull, a 259 000 year old fossil skull of an archaic modern human, found at Florisbad, 45 km from Bloemfontein

http://nl.wikipedia.org/wiki/Homo_helmei

Florisbad (Bloemfontein)schedelfragment

reconstructie

artistieke interpretatie     Homo  helmei

The earliest anatomically human remains found in South Africa, Klasies River, Eastern Cape, dating to 115 000 years ago.

De moderne mensensoort  HOMO SAPIENS  ontstond meer dan 200.000  jaar geleden in ( Zuid?) Afrika. Althans, er leefden toen al mensen die er lichamelijk net uitzagen zoals wij.

Maar of ze zich ook al gedroegen zoals moderne mensen was lang onduidelijk. De eerste paar tienduizenden jaren leek die ‘anatomisch moderne’ mens zich beholpen te hebben met dezelfde primitieve technologie (zoals ruwe vuistbijlen) als zijn voorgangers.

Pas vanaf ongeveer 40.000 jaar geleden waren er (in  onze  kennis  daarover  in  het   recente verleden  )al  resten(bekend ) van geavanceerde technologie.

Betekende dit dat de mens tussen 100.000 en 40.000 jaar geleden wel een modern lichaam maar primitieve hersenen had?

De jongste jaren worden er echter steeds vaker oudere voorbeelden van ‘moderne’ artefacten gevonden, zoals voorbeelden van kunst en lichaamsdecoratie.

Maar de gevonden geavanceerde  “steen-technologie ” leek slechts sporadisch voor te komen, alsof er af en toe uitvindingen werden gedaan, die ook weer snel vergeten werden.

Dat is anders met de Zuid-Afrikaanse vondsten .

De oudste van een reeks opgegraven stenen punten is 71.000 jaar oud, de recentste 60.000 jaar. Het lijkt er dus op dat de technologie minstens elfduizend jaar lang in gebruik is geweest.

Dat wijst er op dat het niet om het werk van geïsoleerde uitvinders ging, maar dat de nodige technieken – die behoorlijk ingewikkeld waren – telkens aan nieuwe generaties werden aangeleerd, een duidelijk voorbeeld van intelligent gedrag.

Louvre voor holbewoners

Oudste kralen ooit gevonden

In het echt zijn de kraaltjes kleiner dan een centimeter (C. Hensilwood, F. d’Errico)

 Blombos Cave, Stilbaai, Western Cape, dating back to 77 000 years ago.  Nassarius kraussianus shell 

Steeds meer lijkt het erop dat de mens zich al tienduizenden jaren eerder omringde met allerlei cultuuruitingen dan iedereen altijd dacht. Archeologen maken dat op uit de vondst van 41 kralen diep uit de steentijd – het oudste restant van een halsketting ooit gevonden.

Hoe het nu precies zit, met die steentijdmensen, wordt duidelijk als je de (veronderstelde  minimum) 160 duizend jaar waarin de moderne mens bestaat samenvat tot één jaar. Het grootste deel van dat jaar zou onze apensoort, ‘Homo sapiens sapiens’, gewoon maar wat rondzwerven in Afrika, gewapend met een paar primitieve stenen voorwerpen. Ergens in de zomer zou men Afrika verlaten om de rest van de wereld te verkennen. Eind oktober zou de moderne mens zijn neef de Neanderthaler verdrijven uit Europa. De eerste boeren zouden begin december gaan landbouwen in Syrië; de oude Egyptenaren bouwden de grote piramides vlak voor de Kerst en Willem van Oranje werd in de vroege ochtend van Oudejaarsdag vermoord, om drie minuten over één precies.
En de cultuur? Van wanneer stamt het eerste woord, de eerste grottekening, het eerste sieraad? Tot voor kort was de heersende opvatting dat die pas ergens in de herfst kwamen, tijdens een korte, plotselinge periode van culturele revolutie.
Maar het bewijs groeit dat het anders zat.
Steeds meer lijkt het erop dat de mens al in de zomer van zijn bestaan een cultureel ontwikkeld wezen was.
( en bovendien werden er getuigen gevonden van neanderthaler cultuur )
Een internationaal team archeologen uit Europa en Zuid-Afrika lijkt voor dat vroege begin van de cultuur nu doorslaggevend bewijs te hebben gevonden.
75 Duizend jaar oud, zijn de primitieve steentijdkralen die de archeologen in Zuid-Afrika hebben opgegraven – in ‘jaartijd’: uit midden juli. Dat is liefst twee keer zo oud als de oudste kralen waarvan we tot dusver het bestaan kennen.
Met hun geschatte leeftijd van 43 duizend jaar stammen die van eind september.
En waar kralen zijn, daar is cultuur, en niet zo’n beetje ook, schrijven Christopher Henshilwood en collega’s in het vakblad Science.
“In menselijke leefgemeenschappen hebben kralen tal van verschillende functies, allemaal duidelijk symbolisch. Men kan ervan uitgaan dat een volledig ontwikkelde taal noodzaak is om de symbolische betekenis van kralen te delen en over te dragen.”
De kralen lagen in de grot Blombos, een vindplaats bij Kaap de Goede Hoop die gezien de talrijke belangrijke vondsten die er al zijn gedaan zo onderhand geldt als een soort Louvre uit de steentijd.
Dat het om kralen gaat, zie je meteen: in de schelpjes zitten zorgvuldig uitgeboorde gaatjes.
Maar ook aan andere dingen kun je zien dat de kralen aan een halsketting of armband hebben gezeten, stellen de onderzoekers.
Zo vertonen de slakkenhuisjes onder de microscoop minuscule slijtsporen die erop duiden dat ze ooit langdurig langs kleding of huid schuurden.
Bovendien zitten er in sommige schelpen kleine restjes oker, het rode roest dat steentijdmensen gebruikten als kleurstof. Dat betekent dat de kralen ooit gekleurd waren, óf in aanraking zijn geweest met bijvoorbeeld rood gekleurde kleding.
Het ‘Louvre voor holbewoners’ gaf twee jaar(2002) geleden al een andere cruciale vondst prijs: het oudste stuk oker waarvan vaststaat dat het door mensenhanden is bekrast. Dat stuk oker is iets jonger dan de kralen maar stamt ook uit de zomer van de mensheid. En de krasjes verraden eveneens een ontwikkelde cultuur. Versieringen duiden immers op symbolisch gedrag, en dat duidt er weer op dat de holbewoners uit de Midden-Steentijd in zekere mate abstract dachten.
Met de datering van de sieraden hebben de onderzoekers geen enkel risico genomen: zo analyseerden ze 6692 afzonderlijke zandkorrels uit de grot om de ouderdom van de vondst te bepalen. Het is niet uitgesloten dat de mensencultuur nog veel verder teruggaat, en dat kunst en cultuur letterlijk zo oud zijn als de mensheid. Zo werden er de afgelopen jaren diverse stokoude, vreemd gevormde dierbeenderen en stenen gevonden die misschien ooit beeldjes moesten voorstellen. Vorige maand nog onthulden Franse onderzoekers een omstreden ‘vroegste inscriptie’, in de vorm van een bot met krasjes erin. Het bot stamt uit de dagen van onze voorvader Homo erectus. Dergelijke vondsten zijn echter omstreden, omdat er ook sprake kan zijn van zomaar wat toevallig gekras in plaats van doelbewuste zelfexpressie. Met de nu gevonden kralen zit dat beslist anders, benadrukt Henshilwood in een toelichting. “De meeste mensen zijn het erover eens dat persoonlijke versieringen zoals kralen ondubbelzinnig symbolisch bedoeld modern gedrag vertegenwoordigen.”
Maarten Keulemans
Christopher Henshilwood, Fransesco d’Errico, Marian Vanhaeren, Karen van Niekerk en Zenobia Jacobs: “Middle stone age shell beads from South Africa.” In: Science, Vol. 304, 404 (2004)

Scherpe pijlen van Zuid-Afrikaanse afkomst

29 oktober 2010

Alweer heeft de Zuid-Afrikaanse kust een aanwijzing prijsgegeven dat de wieg van de moderne mens aan het uiterste zuidpuntje van Afrika stond. Ditmaal vonden archeologen er zeer scherpe pijlpunten.

De pijlpunten zijn zo’n 75.000 jaar oud en gemaakt met een speciale techniek waarbij onder meer vuur, verschillende soorten hamers en werktuigen van bot werden gebruikt. Dat duidt op geavanceerde prehistorische techniek, schrijft een Europees-Afrikaans onderzoeksteam dat de punten ontdekte vandaag in het blad Science. Echt iets voor de moderne mens Homo sapiens.

De tot nu toe oudste, algemeen erkende inscriptie gemaakt door mensenhanden: een stukje bewerkt oker uit de Zuid-Afrikaanse grot Blombos, zeventigduizend jaar oud.

De onderzoekers ontdekten de ongeveer zestig stenen pijlpunten in de Blombos-grot, een hooggelegen grot met uitzicht op zee aan de zuidkust van Afrika.

Al eerder ontdekten archeologen in dezelfde grot bewerkte kralen van eveneens 75.000 jaar oud. De Blombos-grot is bovendien vindplaats van wat geldt als de oudste uiting van menselijk symbolisch gedrag: een stukje rode oker met symmetrische krasjes erin.

Ook de pijlpunten zijn zeer opmerkelijk, schrijven Vincent Mourre van de universiteit van Toulouse en collega’s in hun vakartikel. ‘Deze flexibele benadering van technologie kan de groepen van Homo sapiens die na ongeveer 60.000 jaar geleden uit Afrika migreerden voordeel hebben verschaft.’

Ofwel: de wieg van de moderne mens stond in Zuid-Afrika.

Stomp bot
De punten zijn gemaakt van het mineraal silcrete, een splijtsteen van natuurlijk aan elkaar gecementeerd zand en kiezel. Bijzonder is dat het materiaal pas na verhitting is te gebruiken om harde werktuigen van te maken.

Vorig jaar werden op het uiterste zuidpuntje van Afrika, een plek genaamd Pinnacle Point, ook al stukjes silcrete gevonden die door oermensen waren verhit. Die zijn misschien nog ouder: de geschatte ouderdom is tussen de 72.000 en 164.000 jaar.

Entrance to Pinnacle Point Caves, South Africa pinnacle point

Maar de nieuwe vondst bewijst dat de vroegste Zuid-Afrikanen ook de technologie beheersten om er vervolgens zeer scherpe pijl- en speerpunten van te maken. Een bewerking, waarbij men eerst stukken van het gesteente afhamert, om er uiteindelijk met een stomp stuk bot de laatste scherfjes vanaf te drukken, zo blijkt uit experimenten waarbij men de punten probeerde na te maken.

De tot dusver oudst bekende, vergelijkbare pijlpunten komen uit Frankrijk en Spanje en zijn slechts 20.000 jaar oud. Wat er in de tussentijd met de techniek gebeurde, is onzeker. Mourre en collega’s wijzen erop dat men rond 70.000 jaar geleden in Zuid-Afrika lijkt te zijn overgeschakeld op een andere bewerkingstechniek.

Maarten Keulemans

2012

At the South African site called Pinnacle Point, f researchers uncovered tiny stone tips dated to 71,000 years ago that were likely used to make such projectile weapons. The geological record indicates early humans made these small tips over thousands of years, suggesting people at this point had the cognitive and linguistic abilities to pass on instructions to make complex tools over hundreds of generations.

°Oldest evidence of modern culture: The timing and pattern of the emergence of modern human culture is yet another hotly contested area of paleoanthropology. Some researchers think the development of modern behavior was a long, gradual buildup while others see it as progressing in fits and starts. In August, archaeologists contributed new evidence to the debate. At South Africa’s Border Cave, a team unearthed a collection of 44,000-year-old artifacts, including bone awls, beads, digging sticks and hafting resin, that resemble tools used by modern San culture today. The archaeologists say this is the oldest instance of modern culture, that is, the oldest set of tools that match those used by living people.

Read more: http://blogs.smithsonianmag.com/hominids/category/homo/neanderthals/#ixzz2IiYF5J5o

Modern zijn wordt steeds ouder  <–pdf

 

Hofmeyr Homo Sapien Sapien skull from East London, South Africa.

Hofmeyr schedel

File:Hofmeyr Skull.jpg 

i-9a527cb3643267290ab3dad290358f8b-hofmeyr.jpg

The Hofmeyr Skull shows that Africans and Europeans looked very similar around 36 000 years ago. It was discovered near the Karoo town of Hofmeyr, about 70km northeast of Cradock, but was dated only recently, using new techniques. The fossil also shows characteristics of modern humans: it lacks “beetle brows”, and has smaller jaws and teeth than earlier, non-modern human fossils. 

Full-size image (102 K)

Fig. 4. Stereopairs of the clay reconstruction (yellow) on the plastic cast of the Hofmeyr cranium seen in A) lateral, B) oblique, and C) anterior views. Note that the reconstructed mediolateral breadth of the mastoid process is exaggerated.

Full-size image (88 K)

Fig. 8. Virtual reconstruction of the Hofmeyr cranium based on CT scans. A) CT scan of the original specimen. B, C) After mirror-imaging the bone, a virtual endocast (red) was generated with manual estimation of the portion indicated in blue on each slice. Fifty-seven complete reference crania were used to estimate the missing parts. D–F) Landmarks and semilandmarks (small blue spheres in D) were used to warp the surfaces of the virtual endocast of the reference cranium (red) and the external cranial surface (orange) onto the Hofmeyr skull. The same protocol was repeated for each of the 57 reference crania.

Full-size image (80 K)

Fig. 5. The Hofmeyr mandibular fragment. A) as originally preserved; extracted from the photograph by A.R. Hughes. Note that the apex of the coronoid process was hidden by the zygomatic arch in that photograph. B) in 2002, after its removal from the cranium. C) plastic cast with clay reconstruction of the gonial angle. Scale bar = 1 cm.

http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0047248410000357

http://mathildasanthropologyblog.wordpress.com/2008/10/21/the-hofmeyr-skull/

http://en.wikipedia.org/wiki/Hofmeyr_Skull

http://www.uct.ac.za/print/mondaypaper/archives/?id=6181

___________________________________________________________________________________________________

APPENDIX 

Homo sapiens idaltu BOU-VP-16/1  Herto Skull BH-045   Homo sapiens idaltu BOU-VP-16/1 Herto Skull BH-045  Homo sapiens idaltu BOU-VP-16/1 Herto Skull BH-045

Ethiopië  :  Herto, Middle Awash  

160,000-154,000   Homo sapiens idaltu

BH-045
$349.00

Order This / View Your Cart

 discovered in Herto,  in 1997 by an international team led by researchers from UC Berkeley. This adult cranium with a cranial capacity of 1450cc is nearly complete with only slight distortion. Discoverers White et al. describe the morphology as intermediate between earlier archaic African forms, such as Bodo and Kabwe, and later Anatomically Modern Humans (AMH). It is on this basis that they view it as a probable immediate ancestor of AMHs and designate the subspecies name idaltu (“elder”). Many investigators instead include Herto directly within our own taxon H. sapiens sapiens.

For many researchers this find lends strong support to the hypothesis that AMHs emerged in Africa (“Out of Africa”) and eventually replaced other populations including the Neandertals with little interbreeding. Herto was found in association with both Acheulean and Middle Stone Age tools. Interestingly, Clark et al. report that this cranium along with the other two discovered (another adult and a 6-7 year old child) show evidence of postmortem defleshing consistent with deliberate mortuary practice rather than cannibalism.

Clark, J.D. et al. 2003. Stratigraphic, chronological and behavioral contexts of Pleistocene Homo sapiensfrom Middle Awash, Ethiopia. Nature 423,6941:747-752.

White, T., et al. Pleistocene Homo sapiens from Middle Awash, Ethiopia. Nature. 423,742-747 (2003).

A reconstruction of Homo sapiens skull Omo 1 from Kibish, Kenya.

A reconstruction of Homo sapiens skull Omo 1 from Kibish, Kenya, re-dated to 196,000 years old, the oldest modern human specimen.

Click the image to open in full size.

Omo      1 /   195.000

Re-dating the Omo skulls ( article 2005) Butterfly egg

Volcanic sediments just below the level of where the Omo fossils were found, have been dated by an argon isotope method to about 196,000 years. Further dating and fossil evidence suggests that the Omo skulls are only slightly younger than this determined age – about 195,000 years old. If correct, this re-establishes the position of Omo 1 as the oldest clearly modern human fossil.

Out of Africa theory

Additionally, these findings give support to the idea that our species Homo sapiens originated in Africa, with modern people subsequently spreading out from there (the Out of Africa theory). Previously, hard evidence from fossils and dating techniques had always been hard to find.

Although most workers now accept we originated in Africa within the last 300,000 years,’ says Chris Stringer, Natural History Museum human origins expert, ‘there is still much uncertainty about how, when and where this origin occurred.’

The Omo and Herto finds confirm that East Africa was a key area in this story and now has the oldest clear evidence of modern human origins.’

‘However, archaeological finds from southern Africa suggest that region may have played an important part in the development of modern human behaviour, also part of what defines us as a species. So we will need further evidence from the whole continent to build up a complete picture of how our species began.’

‘Nevertheless the new dating confirms the place of the Omo fossils as landmark finds in unravelling our origins.’

This research is published in the journal Nature .

http://www.nhm.ac.uk/about-us/news/2005/feb/news_3639.html

Ngaloba man

Laetoli  120,000

Ngaloba man  <–klik
The LH 18 cranium, found in 1976 at Laetoli, Tanzania. Dated at approximately 120,000 years ago, it is considered to be representative of late archaic Homo sapiens.

Border Cave

  115,000-90,000

Reconstruction of a Skull Found at the Border Cave

Klasies River Mouth

90,000

http://archaeology.about.com/cs/humanorigins/a/klasiesriver.htm

http://hanjorifa.wordpress.com/2009/08/23/klasies-river-mouth-krm/

status as an earliest anatomically modern human have been recently questioned, especially, because of the existence of gracile supraorbital region (lacks a supraorbital torus) on KRM 16425 that it was considered as a function of subadult age.

The morphological trait of KRM 16425′s browridge is similar to that of modern human as well as that of adolescent Late Neanderthal of Vindija 224 and 279. But, anyway, despite KRM 16425 is certainly not a Neanderthal, it is still unclear whether KRM 16425’s gracile anatomy reflects adolescence or modernity. Thus, claims of full anatomical modernity for the Klasies River Mouth fossils must be based on specimens that are definitely adult.

Written by: Johan Arif

References:
50 Aherna & Smith. 2004.

http://www.mnsu.edu/emuseum/archaeology/sites/africa/klasies_river.html –> 23 August 2004

°

SPEREN

  1. Gewoon houten speren met geslepen punten worden al minstens 300.000 jaar lang gebruikt. Dit weten we omdat in Schöningen intacte speren zijn gevonden. In de buurt van de speren zijn ook enorm veel botten gevonden van voornamelijk paarden. Deze botten bevatte veel snijsporen en zijn waarschijnlijk gedood met de speren. http://en.wikipedia.org/wiki/Sch%C3%B6ningen_Spears

GEEN   HOUTEN  WERPSPEREN  

  1. speren met houten punt werden waarschijnlijk   niet geworpen. Die werden gebruikt als lange lansen. Andere jachttechniek waarbij je toch nog tamelijk kort bij je prooidier moest komen.Een  geworpen houten speer ketst  makkelijk  af op dierenhuid. Als steekwapen is het prima, en waarschijnlijk is het honderdduizenden jaar zo gebruikt. Met alle gevaren van dien
  2. De anatomisch moderne (zuidafrikanse ) mens bestaat – afhankelijk van wie je het vraagt – ca 100.000 jaar. Er zijn  nu aanwijzingen voor speren met stenen punt van bijna even oud gevonden.
    1. Of onze laatste voorgangers uit het genus  homo  ook werpsperen hadden. ?
      1. homo heidelbergensis  –>Schöningen —>
      2.  http://en.wikipedia.org/wiki/Sch%C3%B6ningen_Spears
  3. Mensen zijn heel goed in het gericht gooien met dingen – denk aan darten, bijvoorbeeld – iets dat onze levende verwanten helemaal niet kunnen. Wanneer is dat vermogen ontstaan? Wellicht redelijk recent, (geheid uit noodzaak geboren ?)

WEL HOUTEN WERPSPEREN  

  1. Er is onderzoek  geweest naar de ‘werpbaarheid’ van de  houten speren uit Schöningen. Replica’s werden geworpen door professionele speerwerpers. De replica bleken een bereik van ongeveer 60 meter te hebben en genoeg kracht te hebben om bijvoobeeld een paard te penetreren……De gepunte kant van de speren waren dikker, net als hedendaagse speren, en hadden dus een aardig stabiele vlucht.Maar het is natuurlijk nooit zeker te zeggen of ze gebruikt werden om te steken of om te werpen. 

 90.000 jaar geleden Zuid-afrikaanse speren en speerpunten

 Dat blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.

20 mei 2013

Twee prehistorische botfragmenten van dieren die zijn gevonden in een Zuid-Afrikaanse grot bevatten sporen die zeer waarschijnlijk afkomstig zijn van speren. De ouderdom van deze botten suggereert dat mensen circa 90.000 jaar geleden al met speren jaagden op hun prooien.

De botten vormen het tot nu toe oudste directe bewijs voor speerjacht bij mensen(homo sapiens sapiens ) . Dat verklaren archeologen van de Universiteit van Queensland in een studie die is gepresenteerd op een bijeenkomst van de Society for American Archeology in Honolulu.

Zelfgemaakte speren

De wetenschappers brachten bij hun onderzoek eerst heel precies de eigenschappen in kaart van botbeschadigingen die ontstonden door prehistorische speren. Dat deden ze door de wapens na te maken en te testen.

Hoofdonderzoeker Corey O’Driscoll en zijn collega’s bevestigden speerpunten uit de steentijd aan houten stokken en wierpen de zelfgemaakte speren in de karkassen van dieren. Vervolgens bestudeerden ze de deuken en inkepingen in de botten.

De vorm en diepte van de inkepingen vergeleken ze met de vermoedelijke sporen van speren die zijn aangetroffen in prehistorische botfragmenten uit de Pinnacle Point Grot in de Zuid-Afrikaanse plaats Mosselbaai. Deze botten zijn 91.000 tot 98.000 jaar oud. Het is niet bekend van welke diersoort de fossielen afkomstig zijn.

Inkepingen

Het onderzoek bevestigt volgens de wetenschappers het vermoeden dat de dieren zijn gedood met speren. Ook de aanwezigheid van minieme stukjes steen in de inkepingen wijst op speerjacht, zo meldt de Britse krant Daily Mail.

Het gebruik van speren wordt door archeologen beschouwd als een belangrijke stap in de menselijke evolutie. Door van een veilige afstand met wapens te werpen liepen de eerste mensen veel minder risico om te komen bij de jacht op groot wild.

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis

Bone indentations have shown that early man used stone-tipped spears 90,000 years ago
Bone indentations have shown that early man used stone-tipped spears 90,000 years ago

Using a  new technique, archaeologists discovered that the marks made by projectile  or thrown spears (up) were quite different from marks made by spears used to simple stab or cut into the bone (bottom )
Experts have debated the precise date at which early man started to use stone-tipped spears for many years, but until now evidence to back up the various theories were lacking

Experts have debated the precise date at which early man started to use stone-tipped spears for many years, but until now evidence to back up the various theories were lacking

Read more: http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2327439/Early-humans-using-sophisticated-stone-tipped-spears-90-000-years-ago-new-technique-shows.html#ixzz2U2lomnr2

Archaic Homo sapiens (OMD 1’98)in Oranjemund,

Namibia

Full-size image (205 K)

Figure 1. Calotte crânienne OMD 1’98, vue supérieure.Skull-cap OMD 1’98, superior view.Calotte crânienne OMD 1’98, vue interne.Skull-cap OMD 1’98, internal view.Calotte crânienne OMD 1’98, vue frontale.Skull-cap OMD 1’98, frontal view.Calotte crânienne OMD 1’98, vue latérale droite.Skull-cap OMD 1’98, right lateral view.

http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1251805000002305

Zuttiyeh, Israel,

Zuttiyeh I

Partial skull from Zuttiyeh

Did this skull from Zuttiyeh, Israel, belong to an ancestor of Neanderthals, early modern humans, both, or neither?
(Photo depicts front part of skull’s right side.)

(Courtesy of the Israel Antiquities Authority, Jerusalem, and Eric Delson. Reproduction or reposting to another web site prohibited by the owner. Photography by Chester Tarka [AMNH].)

Israel : 

Skhul, Qafzeh

92,000-90,000

Skhul 5 skull Homo sapiens side view

Cast of Skhul 5, a 90,000-year-old skull discovered in1932 in Skhul Cave, Mount Carmel, Israel. This skull of an adult male has developed relatively modern features including a higher forehead although it still retains some archaic features including a brow ridge and slightly projecting face. This specimen and others from the Middle East are the oldest known traces of modern humans outside of Africa. They prove that Homo sapiens had started to spread out of Africa by 100,000 years ago, although it may be that these remains represent a population that did not expand beyond this region – with migrations to the rest of the world occurring later, about 60-70,000 years ago.

Carl Bento    © Australian Museum

http://australianmuseum.net.au/image/Skhul-5-skull-Homo-sapiens-side-view

Qafzeh 9 skull

The anatomically modern remains unearthed in Israel’s Qafzeh cave, such as the Qafzeh 9 skull shown here, predate by tens of thousands of years the earliest modern humans of Europe.

(Courtesy of The Natural History Museum, London.)

http://karmak.org/archive/2003/01/westasia.htm

Lake Mungo

60,000-46,000

http://mathildasanthropologyblog.wordpress.com/2008/03/16/mungo-man-not-descended-from-mitichondrial-eve/

Annamite Mountains (Laos)    63,000

« Click photo to enlarge

feature image
Photo by
F. Demeter


The researchers found skull fragments that date to 63,000 years ago.

http://www.news.illinois.edu/news/12/0820skull_LauraShackelford.html

Ordos (Mongolia)  40,000-20,000 ?

Liujiang (China)  139,000-111,000 ?

Zhirendong (China)  100,000 ?

http://johnhawks.net/weblog/fossils/china/zhirendong-2010-liu-chin.html

http://www.sciencedaily.com/releases/2010/10/101025172924.htm

Scientists have discovered early modern human fossil remains in the Zhirendong (Zhiren Cave) in south China that are at least 100,000 years old. (Credit: Institute of Vertebrate Paleontology and Paleoanthropology)

http://www.pnas.org/content/107/45/19201

Zhoukoudian upper cave  (China)  27,000

Peştera cu Oase (Romania) 36,000-34,000

    

laugable-recon

http://mathildasanthropologyblog.wordpress.com/tag/skull-reconstruction/

Combe Capelle (France) 35,000-30,000

Posted Image

Combe Capelle Skull
Posted Image

http://www.britannica.com/EBchecked/topic/143532/Cro-Magnon

Mladeč and Předmostí (Czech Republic) 35,000-25,000

  

Gravettian woman, 26.000 yo, Předmostí

 Republic / Jihomoravský / Brno / Pisárky

Prehistoric human skull (Predmosti 3)

Prehistoric human skull (Predmosti 3)

NATURAL HISTORY MUSEUM, LONDON/SCIENCE PHOTO LIBRARY

Prehistoric human skull (Predmosti 3). Cast and reconstruction of the fossil cranium and mandible from the skull of a modern human (Homo sapiens) male. This individual is aged 35 to 40 years. The fossil remains were discovered in June 1894 by K. J. Maska, at Predmosti, north-east Moravia, in what is now the Czech Republic. It dates from around 30,000 years ago.

Cro-Magnon (France)27,000-23,000

Note:

Artifactual evidence indicates that modern humans were in Europe by at least 40,000 and possibly as
early as 46,000 years ago. Dating of the earliest modern human fossils in Asia is less secure, but it is likely
that they were present there by at least 60,000 years ago and possibly 100,000 years ago.

OUDSTE HOMO SAPIENS FOSSIELEN IN AZIE

AFSTAMMING  VAN DE  MENS  en de mensachtige   

HOMO SAPIENS.docx <–

ngandong , mungo , archaic africa.docx <–

°

EXODUS  ? 

Moderne mens vertrok pas laat van Afrika naar

Zuid-Azië

11 juni 2013 25

mens

Algemeen wordt gedacht dat de moderne mens 120.000 jaar geleden van Afrika naar Zuid-Azië reisde. Dit is niet correct, concluderen wetenschappers. Pas na de massieve supereruptie van Mount Toba in Sumatra – bijna 75.000 jaar geleden – vertrokken   “homo sapiens”   mensen van Afrika naar het nieuwe continent.

Volgens de nieuwe gegevens kwamen mensen 55.000 tot 60.000 jaar geleden aan in Zuid-Azië.

“De supereruptie van Mount Toba bedekte heel India met een laag as”, vertelt co-auteur Martin Richards van de universiteit van Huddersfield. “De moderne mens maakte dit niet mee.” De supereruptie spuugde genoeg lava uit om twee Mount Everts te vormen en blokkeerde het zonlicht voor jaren.

Onafhankelijk onderzoek
Voor het onderzoek analyseerden Richards en zijn collega’s 817 DNA-monsters. ,(1)Vervolgens vergeleken zij deze monsters met DNA uit Oost-Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Onafhankelijk van Richards onderzochten archeoloog Paul Mellars van de universiteit van Cambridge en zijn collega’s diverse stenen gereedschappen, die in 2007 onder de aslaag van Mount Toba zijn aangetroffen.

Neanderthalers
Wat blijkt: de stenen gereedschappen zijn niet door moderne mensen gemaakt, maar door Neanderthalers. De stenen gereedschappen lijken namelijk niet op de gereedschappen die eerder door mensen in Afrika zijn gecreëerd. Zowel Richards team als Mellars team bevestigt dat de moderne mens daarom pas na de eruptie Zuid-Azië bevolkten.

Wereldwijde verspreiding
Dit onderzoek is enorm belangrijk, omdat de reis van de moderne mens van Afrika naar Zuid-Azië het begin was van een veel verdere reis: naar Oost-Azië, naar Zuidoost-Azië, naar Australië en tenslotte naar Noord-Amerika en Zuid-Amerika.

Bronmateriaal:
Genetic and archaeological perspectives on the initial modern human colonization of southern Asia” – PNAS

http://www.sciencedaily.com/releases/2013/06/130611084105.htm

View of Lake Toba in Sumatra, Indonesia.
(Credit: © 12ee12 / Fotolia)

(1)  

“Richards and his colleagues analyzed 817 samples of mitochondrial DNA, which is carried in the cytoplasm of the egg and is only passed on through the maternal line, from people throughout the (*** indian )subcontinent.”

(2)

http://onsverleden.wordpress.com/2011/05/11/neanderthalers-stierven-eerder-uit-dan-gedacht/

http://www.nu.nl/wetenschap/2512502/neanderthalers-stierven-eerder-dan-gedacht.html

—> Proceedings of the National Academy of Sciences.

  Citaat ;   

°….Eerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat er ooit een kruising heeft plaatsgevonden tussen moderne mensen en Neanderthalers…..

°…..Higham gelooft dat de kruising niet 40.000 jaar geleden in Europa heeft plaatsgevonden zoals tot nu toe werd aangenomen, maar ruim 100.000 jaar geleden in het huidige Azië. …..

Kommentaar  ; 

–>Dus  is het  nog steeds mogelijk dat homo sapiens    55.000   jaar  geleden in azie aankwam   EN dat ze voor 39000 jaar geleden ook europa bereikten.

—> dit artikel spreekt  dat allemaal   niet tegen. het artikel  hierboven  stelde  dat de(kruisende ) moderne homo sapiens – mens    ” ruim  100.000 jaar geleden in  het huidige  azie aankwam “maar dat is dus wat dit huidige onderzoek tegenspreekt.

°

MIDDEN OOSTEN 

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. TANDEN UIT DE QESEM GROT

 VERRE  OOSTEN 

Lao skull earliest example of modern human fossil in Southeast Asia” – Illinois.edu

http://phys.org/news/2012-08-lao-skull-earliest-modern-human.htm

.……Earliest H. sapiens fossils from Southeast Asia: Scientists working in a cave in Laos dug up fossils dating to between 46,000 and 63,000 years ago. Several aspects of the bones, including a widening of the skull behind the eyes, indicate the bones were of H. sapiens. Although other potential modern human fossils in Southeast Asia are older than this find, the researchers claim the remains from Laos are the most conclusive evidence of early humans in the region

http://blogs.smithsonianmag.com/hominids/category/homo/neanderthals/#ixzz2IiQg6L66

°

Oudste resten van   LAO mens ontdekt in zuidoost Azië

 21 augustus 2012   2

foto  /F. Demeter./ Wetenschappers hebben in het noorden van Laos een schedel teruggevonden die zeker 63.000 jaar oud is. Dat betekent dat moderne mensen hier zo’n 20.000 jaar eerder dan gedacht al vertoefden.

“Het is een bijzonder oud fossiel van de moderne mens en het is ook een bijzonder oud fossiel voor deze regio,” legt onderzoeker Laura Shackelford uit. “Er zijn andere fossielen van moderne mensen gevonden in China of het zuidoosten van Azië die wellicht net zo oud zijn, maar deze zijn of niet goed te dateren of ze vertonen geen overduidelijke kenmerken van moderne mensen. Deze schedel is goed te dateren en vertoont heel duidelijke kenmerken van moderne mensen.”

Uit Afrika
De schedel kan ons mogelijk vertellen hoe onze verre voorouders vanuit Afrika reisden. Sommige onderzoekers stellen dat ze de kust volgden en richting het zuiden trokken: naar de Aziatische eilanden en Australië. Maar de vondst van deze schedel wijst erop dat het verhaal een stuk ingewikkelder was. Er waren ook moderne mensen die naar het noorden trokken. “Gezien de leeftijd van de schedel kunnen fossielen in deze regio directe voorouders zijn geweest van de eerste migranten die naar Australië trokken, maar het is ook mogelijk dat het vasteland in het zuidoosten van Azië een soort kruispunt was vanwaar moderne mensen in verschillende richtingen migreerden.” Eén ding staat na de ontdekking van deze schedel wel vast: moderne mensen trokken veel sneller dan gedacht uit Afrika weg en eenmaal in Azië aangekomen waren ze niet bang om landschappen die ze eerder vreemd waren, te verkennen

fdxgdjf  laos schedels

Verschillende resten van de moderne mens die 63.000 jaar geleden in dit deel van Azië leefde. Foto: F. Demeter

.

.Eerste bewijs
De vondst onderschrijft ook eerdere genetische studies, zo meldt het blad Proceedings of the National Academy of Sciences. Hieruit bleek dat mensen zo’n 60.000 jaar geleden al in dit deel van de wereld moesten wonen. “Dit is het eerste gefossiliseerde bewijs daarvoor.”

De schedel werd gevonden in een grot. Naast de stoffelijke resten hebben de onderzoekers geen andere objecten – zoals gereedschappen – teruggevonden. Dat wijst erop dat de moderne mensen niet in de grond woonden en er ook hun doden niet begroeven. Waarschijnlijk is de moderne mens aan wie de schedel toebehoorde buiten de grot gestorven en later de grot in gespoeld.

CHINA

Xuchang  

24-01-2008    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Xuchang mens

Henan schedel : Xuchang Mens  
In midden -China is in december 2007  een mensenschedel gevonden die  80.000 a  100.000 jaar  oud is  (1)
_____Dat is  een scharnierperiode die al  lang een fossiel hiaat vormde  voor   de paleo-antropologische  geschiedenis van china  en ( in het bijzonder )de (veronderstelde )  afstammingsgeschiedenis van de  chinese mens .
De archeologen noemen de vondst zeer belangrijk.
Het is de grootste ontdekking in China na de Peking Man (van chou- kou -tien )  fossielen gevonden  begin vorige eeuwen zal licht werpen op  deze   kritische periode van de menselijke evolutie,”  zei  Shan Jixiang, directeur van de State Administration of Cultural Heritage

De vondst dateerd uit ”  een cruciale periode in de menselijke evolutionaire geschiedenis, waar we bijna niets over weten .
Alles uit deze periode kan  van groot belang zijn ,
” zei Dennis Etler, een palaeoanthropoloog  van het californische  Cabrillo College
de  aankondiging  van deze vondst  klinkt als een belangrijke doorbraak.”

De schedel is bijna compleet  en  bestaat   uit zestien stukken, en   werd gevonden in Xuchang na twee jaar archeologisch onderzoek. (1)

De schedel  heeft uitstekende wenkbrauwbogen   en een klein (wijkend ) voorhoofd.
De vondsten zouden  ook  toelaten  een zeldzaam fossiel “membraan ” te bestuderen dat ,naar de  archeologen hopen,  belangrijke details over het zenuwstelsel van deze  china-  mensen uit dat  tijdperk  zou  kunnen  onthullen

Is  dit  membraan mogelijk  wat overb lijft  van  het omhulsel  van   de  “ dura mater, “de taaie buitenlaag  die de hersenen omringt ?
Zelfs met  de  aanwezigheid  van de  “dura mater” , is het erg   moeilijk om  de  zenuw-bedradingen  te  vinden____  laat staan  op  een “Paleolithisch  fossiel ” .
Men kan  echter   de groeven en gyri (en    het  algemene  gyrificatie en sulcus patroon  van de hersenen  )waarschijnlijk  gemakkelijker  vinden, Patronen  die in de vergelijkende studies  met  ( verschillende variante )  archaïsche  Homo  hersenen(=  endocasten bijvoorbeeld ) nuttig kunnen  zijn.

De schedel fragmenten zijn nu op de Chinese  Academie van Wetenschappen in Peking, waar zij zullen worden gereconstrueerd en geanalyseerd.
Vooral   het   endocraniale volume /  de geschatte   schedelinhoud-grote   (waar over  , voor zover ik weet  nog niets is  meegedeeld of   is   terug te  vinden )  is  cruciaal
Als er sprake is van enige resterende organische materiaal ;  dan wordt waarschijnlijk een  DNA-analyse mogelijk.
Niet- chinese  wetenschappers menen   dat het potentieel van de   vondst  enorm  groot  is .
Maar men moet wel wachten tot de resultaten van wetenschappelijke studies  van deze vondst  zijn  gepubliceerd …
De huidige hoera stemming in ( chinese) kranten  is  duidelijk voorbarig , en tot nu toe is slechts de vondst officieel bekend gemaakt  …(3)

De schedel  wordt nu al   in verband gebracht  met  het zeer omstreden academische debat over de vraag of de meerderheid van China’s inheemse bevolking,afstammelingen van Afrikaanse migranten  zouden zijn of niet
M.a.w. of de  moderne chinezen  rechtstreeks zijn ontwikkeld uit de sinantropus /erectus ( of vanuit een andere  )  groep
of  vanuit uit africa afskomstige homo sapiens  ….
(het  aloude out of africa /Multiregional theorie  debat ;in het bijzonder  wat betreft  de huidige   homo sapiens populaties   in het verre oosten      )

Het gebeurt zelden dat zo’n oude schedel bijna intact wordt gevonden.
Archeoloog Li Zhanyang verwacht dat er nog meer “belangrijke ontdekkingen zullen worden gedaan” op de opgravingsite(s)  in Henan.

(1)
De schedel  werd in de vrieskou opgegraven vlak voordat de archeologen op  nieuwjaarsverlof  vertrokken
De Xuchang site( in de provincie Henan)  werd  van  belang   midden 60-tiger  jaren ,  toen dorpelingen oude werktuigen ontdekten  , bij het omspitten  van nieuwe percelen
landbouwgrond  . Maar het is  slechts twee jaar geleden, en   nadat in het voorjaar 2006  de  grond was opgedroogd, dat het  “State Administration of Cultural Heritage ”
begon  te  graven in het gebied .
ER zijn  duizenden dierlijke fossielen   en  artefacten  gevonden   door het  17-koppig team

De  menselijke  schedel fragmenten  werden gevonden op vijf meter diepte vlakbij de  geologische aanwijzingen   voor de  toenmalige aanwezigheid  van een kalkrijk riviertje
(2)
*De meeste palaeoanthropologen  zijn aanhangers van de hypothese   dat  alle moderne Homo sapiens-“rassen “  afstammen van  Afrikaanse homosapiens  ouders
*Een andere strekking gaat ervan uit dat er sprake was van aanzienlijke vermenging  in Europa (en elders)  met de neanderthaler.
*Sommige Chinese wetenschappers maken een sterkere koppeling met  de  Peking mens  en beweren dat  er  meer regionale continuïteit  is dan  de  westerse wetenschappers geloven.

(3)

http://www.chinadaily.com.cn/china/2008-01/23/content_6413831.htm

Vorige chinese  fossiele  homo vondsten  

* vijf  Peking Man    exemplaren  in Beijing (- 200,000 tot 700,000 y).

 

 

LANTIAN MAN 

lantian  man Paleolithic_6761crw

 

 

 

Lantian man

was a Homo Erectus of the early Paleolithic Age. It was found in two locations: Gongwangling and Chenjiawo at Lantian in Shaanxi Province. The Gongwangling fossils contained a skull, nasal bones, a right maxilla and three molars, all belonging to an adult, probably a female. The skull was low and flat with thick walls and a small brain volume of 780 ml. The frontal bone was slanted and the superciliary arches were strong. These characteristics plus the protruding mouth indicate a rather primitive human form. From the human fossil layer, numerous stone artefacts such as heavy points, choppers and scrapers were found. These objects were made using simple percussion,and during the age of Lantian Man, there were about forty-one types of wild animals. In Chenjiawo, a fossil of a mandible of an elderly woman was found. The human fossils in both locations have been dated to the Middle Pleistocene Epoch. Gongwangling Man lived about 800,000 – 750,000 years ago while Chenjiawo Man lived about 530,000 years ago.

Lantian Man    

http://nl.wikipedia.org/wiki/Homo_erectus_lantianensis

 

°

                

Tooth fossils of Yuanmou Man     ( fossil incisor )

Yuanmou Man

Was a Homo Erectus of the early Paleolithic Age. In 1965, fossils dug up in Shangnabang Cun of Yuanmou County, Yunnan Province included the left and right upper incisors of a young man. They bore the typical characteristics of early Homo Erectus. Stone scrapers, charcoal powder and burnt bones were later discovered in the same stratum of soil. These appear to be that of Yuanmou Man. 29 types of mammalian fossils were also unearthed. Paleomagnetic dating put Yuanmou Man as existing 1,700,000 years ago. Archaeologists discovered more tooth fossils in Yuanmou County during 1986-87. These were about 2,500,000 years old.

Yuanmou Man
Chinese Scientists Conclude Wushan Man Is Oldest Human Fossil In China

Wushan Man

Was a Homo Erectus of the early Paleolithic Age, unearthed in Longgupo of Wushan County, Sichuan Province in 1988. The fossils comprised an incisor, two molars, a mandible and some animal fossils of the Early Pleistocene Epoch. Thus, it is estimated that Wushan Homo Erectus lived in the Early Pleistocene Epoch, about 2,000,000 years ago.
In comparison to Beijing Man, Wushan Homo Erectus bore many similarities to modern humans. For example, their teeth resembled those of modern humans, although they were much stronger, although not as strong as those of Beijing Man.

Lianong 

een  Jinniushan Man  specimen  in Liaoning (-  150,000 Y).vertoont   een mozaiek van homo sapiens en erectus  eigenschappen ….

 

http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/jinniush.html
http://www.chinaculture.org/gb/en_artqa/2003-09/24/content_39049.htm

CONTROVERSIAL   DATING  

 Liujiang skull

Liujiang Homo sapiens fossil Skull       

http://australianmuseum.net.au/The-first-modern-humans-in-Southeast-Asia/

 

The Liujiang Cranium       

http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/Liujiang.html

http://anthropology.net/2008/07/17/a-3d-computed-tomography-scan-of-the-liujiang-cranium/

3D Computed Tomography Scans of the Liujiang Cranium

    Shen, G. (2002). U-Series dating of Liujiang hominid site in Guangxi, Southern China. Journal of Human Evolution, 43(6), 817-829. DOI:

10.1006/jhev.2002.0601

(Bradshaw foundation )

Another piece of evidence from the region may help place Anatomically Modern Humans in the Far East over 70,000 years ago.

This is the famous southern Chinese Liujiang skeleton. Consisting of a well-preserved skull and a few other bones, Liujiang was discovered in a small cave at Tongtianyan in the Guangxi Zhuang Autonomous Region in 1958 by people collecting fertilizer. There is no doubt that this person was anatomically modern, but from the start there has been controversy over its age.

A uranium date of 67,000 years was reported, but has been questioned on the basis of its exact location in relation to dated geological strata.

In December 2002, a Chinese group headed by geologist Shen Guanjun reported their reinvestigation of the stratigraphy of the cave and dating of the skull (extending to several neighbouring caves) and claim it should be placed in a time bracket between 70,000 and 130,000, and not less than 68,000, years ago.

The skull was found in a so-called intrusive breccia, a secondary flow of debris containing jumbled material of different ages. From their paper in the prestigious Journal of Human Evolution, the lower date bracket of 68,000 years seems solid, since it comes from multiple date estimates of the flowstone above and covering the breccia. (A flowstone forms when flowing water deposits calcite down a wall or across a floor.)

Their preferred dating of 111,000–139,000 years ago based on unstratified fragments of flowstone and calcite within the breccia seems more speculative.

KOTA TAMPAN 

I have stuck my neck out to place modern humans in Malaysia by this date on the basis of the Kota Tampan site where tools were found under a thick layer of volcanic ash from Toba.

The key tools were indisputably artefacts, and the ash did come straight from the sky 74,000 years ago. But in spite of majority view that the Kota Tampan tools were the handiwork of modern humans, they could still theoretically have been made by other humans, since no bones have been found on-site which would confirm the identity of their makers.

The only modern human remains of that antiquity found in the region are the now re-dated Liujiang skull and partial skeleton from southern China.

The dating of the earliest Flores (Eastern Indonesia) occupation by modern humans remains to be published.

I have several corroborating reasons for relying on such a connection. First of all, the logic of the low-water colonization of Australia 65,000 years ago fits;

and second, increasing numbers of genetic dates outside Africa easily reach back to this time.

The next available low-water slot for the colonization of Australia would have been around 50,000 years ago, but that does not fit the other evidence so well.

 

Maba Man

Was an early Homo Sapiens of the middle Paleolithic Age. These remains were found at Shizishan in Maba, Qujiang County, Guangdong Province in 1958. The skull fossil found here belonged to a middle-aged man. The skull had very coarse superciliary arches and an extremely contracted orbital surface. The frontal bone was longer than the parietal bone. All these indicate the primitive character of Homo Erectus, although the skull had thin walls, the brain was larger than Beijing Man. Thus, it has been classified as Homo Sapiens. Actually, this individual represented a transitional state from Homo Erectus to early Homo Sapiens. These remains can be dated between the Middle and Late Pleistocene Epochs-about 200,000 – 100,000 years ago.

Skull of Maba Man

University of the Witwatersrand

Lesions on the “maba man” skull fragments indicate someone (or something) got rough with him.

A Relative from the Tianyuan Cave(Bejing):

Humans Living 40,000 Years Ago Likely Related to Many

Present-Day Asians and Native Americans

http://www.sciencedaily.com/releases/2013/01/130121161802.htm

The leg of the early modern human from Tianyuan Cave was used for the genetic analysis as well as for carbon dating. (Credit: MPI for Evolutionary Anthropology)
January 21, 2013

Tree of the Tianyuan and 36 present-day mtDNAs, numbers indicate individuals in the tree and the map (Qiaomei Fu et al)

Oudste resten van  moderne Zhoukoudian mensen 

Tianyuan man  ( ontdekt  2003)   – 42,000–39,000
Early modern human from Tianyuan Cave, Zhoukoudian, China
http://www.pnas.org/cgi/reprint/104/16/6573

Drie specimen van de   Upper Cave Man,(= Shandingdong man  )  also in Beijing (about 18,000 years).

 

 

http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/UpperCave.html

Shandingdong Man …… Was a late Homo Sapiens of the late Paleolithic Age. It was found in 1930 in Longgushan at Zhoukoudian, Fangshan County, Beijing. Since then, excavations have yielded human fossils and cultural relics dated to about 18,000 years ago. The human fossils came from eight bodies, including babies, adolescents and old people. Their physical characteristics were close to those of modern humans. They had a similar brain volume of 1300 – 1500 mls.
Their stone artefacts, including choppers, were produced using the same methods as those of Beijing Man. The bone needles were the first stitching tools of the Paleolithic Age found in China. Some needles measured 3.3 mm in diameter and had small holes drilled in them. This showed that this particular society had rather advanced technology. Shandingdong Man also buried their dead. In a tomb, grave goods were scattered around three intact skulls and some trunk bones. These ornaments and tombs showed that Shandingdong Man already had developed an aesthetic taste and religious beliefs.

zie verder ook     Prehistorie in China

http://news.yahoo.com/s/afp/20080123/wl_asia_afp/chinaarchaeologyscience
http://anthropology.net/2008/01/22/100000-year-old-human-skull-found-in-henan-china/
http://www.guardian.co.uk/china/story/0,,2245579,00.html?gusrc=rss&feed=net

DEER  CAVE PEOPLE    DENISOVANS ?  

2012 …. New 11,500-year-old species of Homo from China: In March, researchers reported they had found a collection of hominid bones, dating to 11,500 to 14,300 years ago, in a cave in southern China. Based on the age, you’d expect the fossils to belong to Homo sapiens, but the bones have a mix of traits not seen in modern humans or populations of H. sapiens living at that time, such as a broad face and protruding jaw. That means the fossils may represent a newly discovered species of Homo that lived side by side with humans. Another possibility is that the remains came from Denisovans, a mysterious species known only from DNA extracted from the tip of a finger and a tooth. Alternatively, the collection may just reveal that H. sapiens in Asia near the end of the Pleistocene were more varied than scientists had realized.  ….

http://www.plosone.org/article/info:doi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0031918

Homo denisova    De eerste resten van Homo denisova werden in 2008 in Siberië teruggevonden. Er is nog relatief weinig over de mensachtige bekend, mede doordat slechts enkele kleine fossiele resten van H. denisova zijn ontdekt. Genetisch materiaal van H. denisova werd in 2011 ook in Aziaten aangetroffen.

JAPAN

Did japanese come from china?

http://www.forum.konnichiwa.pl/viewtopic.php?t=523

http://hanjorifa.wordpress.com/2009/09/09/manusia-dari-minatogawa/

MinFace MinLat

MinMax MinMand
Min1Skel
Minatogawa 1 skeleton (photograph © National Science Museum, Tokyo).

http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/Minat.html

Skull of Homo sapiens Minatogawa 1 front view

Cast of Minatogowa 1 skull from Japan. This skull of a male was found in 1970. It shares more traits with the skull from Liujiang than is does with Neolithic and modern Asians. it is dated to 17,000 years old.

(vergelijk met deze   schedel van   de  Deer cave people / Denisovan hybrids ? )http://www.plosone.org/article/info:doi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0031918

A view of a skull from the Red Deer Cave People. Researchers found the species had unique features seen neither in modern nor known archaic lineages of humans.
CREDIT: Darren Curnoe

http://www.livescience.com/19039-human-species-china-cave.html

Skull of Homo sapiens Minatogawa 1 side view
Minatogowa 1 skull ( left side view) from Japan.Photographer:  Fran Dorey
Rights:© Australian Museum 

http://mathildasanthropologyblog.wordpress.com/2008/03/18/the-jomon-of-japan-13000-bc-to-300-bc/

Explanation of Plate 1
a. Hegi Skull from the Earlier Jomon period (El), frontal view.
b. Hegi Skull from the Earlier Jomon period (El), lateral view.
c. Sanganji Skull (L1), frontal view.
d. Sanganji Skull (L1), lateral view.

http://www.um.u-tokyo.ac.jp/publish_db/Bulletin/no27/no27010.html

Skull from late Jomon period (left) vs skull from middle Yayoi period (left)

http://thekishicut.com/2012/01/16/gnashers/

http://factsanddetails.com/japan.php?itemid=484&catid=16…105

LINK 

WP ; http://mathildasanthropologyblog.wordpress.com/

LIJST D FOSSIELE AMFIBIEEN

 GLOS A

 

D

 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

File:Dasyceps1DB.jpg

No 10 Deltasaurus

File:Deltasaurus kimberleyensis.jpg

diadectidfootwhite        diadectidfootwhite2

File:Diadectes phaseolinus.JPG

  • Order Diadectomorpha. A Late Carboniferous to Early Permian group that were close to amniotes. Most were herbivorous leaf strippers, although some were carnivorous. Diadectes, from the Western USA, Was heavily built with massive limb girdles, but short limbs.

Reconstruction of Diadectes, from Benton, 1997.

The weirdest species the team has found in the Red Beds is officially known, the species Diplocaulus, meaning “two tailed,” a reference to its double-spined tail bones.

It has an extrememly odd-looking body, with a flattened body and legs. The head, however, is pulled out to the sides in the shape of a boomerang – so extremely that by adulthood, the head could be 4 to 6 times wider than it was long. It was armor plated as well, with extremely strong jaws.
Some scientists contend that this shape may have helped Diplocaulus glide through the water – but the flattened lower body could not have contained the muscles of a strong swimmer. It’s much more likely that this was an ambush predator, who waited unseen on the bottom of a murky river until unwary prey came along.
It’s also possible that the skull served as a defensive mechanism – in which Diplocaulus may have used the points of its head as sideways horns to punch with – or as an aid for mating. Since Diplocaulus’ eyes were on the top of its head, finding and impressing a mate by sight would be near impossible. So, a larger skull makes a love connection much more likely.

Source: Wikipedia

File:Diplocaulus magnicornis Exhibit Museum of Natural History.JPG

Diplocaulus magnicornis. Exhibit Museum of Natural History, University of Michigan, 1109 Geddes Avenue, Ann Arbor, Michigan, USA.27 January 2011

Diplocaulus was an aquatic amphibian that grew up to 3 feet in length. Unlike most of the other reptiles and amphibians of the time, Diplocaulus was completely adapted to a water environment. They had tiny legs of little use, a boomerang shaped head and a long slender body. They also possessed a long, powerful tail that propelled them through the water, while the broad, flat head may have acted to guide the animal. The location of the eyes and nostrils on the surface of the skull suggest that this animal may have quietly laid on the bottom of pools or rivers waiting for food to get close. Diplocaulus probably fed on crustaceans, insects, and possibly carrion.
.

Age: Guadalupian Stage, Permian
Locality: Whitehorse Group “Red Beds” Baylor County, Texas

Diplocaulus Diplocaulus magnicornis – cast

Lower Permian  /Taylor Co. Texas / Texas Memorial Museum at Austin

Model of Diplocaulus,
Permian Amphibian

Model of Diplocaulus,
Permian Amphibian

3-feet long
The Denver Museum of Nature and Science
and The American Museum of Natural History

 

http://www.reptileevolution.com/diplocaulus.htm

diplocerapsis16

20050708133001.jpg

http://mrogers.wikispaces.com/Diplocaulus

The origin and evolution of that “boomerang” head – part 2. Click to enlarge. Here are the taxa Beerbower (1963) associated with Diploceraspis burkei (Romer 1952). I’ve addedTuditanus which did not fuse the supratemporal and tabular and had a concave ventral maxilla among other traitsshared with Diplocaulus. These taxa are representatives from a very bushy tree. The nectrideans, like Urocordylus, do not include the supratemporal in the “horn”. Keraterpeton did not wrap the squamosal within the supratemporal. In the second example of Diplocaulus (on the right) the tabular extends beyond the supratemporal, as in Diploceraspis.

diplocaulus reconstructions

diplocaulus.jpg


  • Discosauriscus  
Preserved heads of fossil amphibians

Credit: SINCLAIR STAMMERS/SCIENCE PHOTO LIBRARY

: Discosauriscus pulcherrimus. Amphibian fossils from the Lower Permian, Boskovice, Moravia, Czech Republic

Discosauriscus-pulcherrissimus

Discosauriscus polcher was one of the primitive amphibians which had large solid skulls. This specimen, in fact, somewhat resembles a salamander with a huge head. Found near Brunn in the Czech Republic, it is over 250 million years old

is een amfibie uit het Onder-Perm. Zijn fossielen zijn gevonden in afzettingen van zoetwatermeren in midden- en west-Europa, vooral in Tsjechië. Tot nu toe zijn alleen fossielen van jonge dieren gevonden, niet van volwassen exemplaren. Dit komt waarschijnlijk omdat de volwassen dieren deze meren gebruikten om hun eieren in af te zetten, maar zelf in een andere habitat leefden. Er zijn twee soorten bekend: D. austriacusen D. pulcherrimus. Van de laatste zijn maar een paar exemplaren bekend.

Dissorophoida   http://tolweb.org/Dissorophoidea/17607

  Ecolsonia cutlerensis

File:Dissorophus multicinctus.JPG

http://en.wikipedia.org/wiki/File:Dissorophus_multicinctus.JPG

ドビノサウルス
Dvinosaurus primus

HOMO RUDOLFENSIS

AFSTAMMING VAN DE MENS en de mensachtigen

°

Hominids heads  reconstructions

.

Multiple species of early Homo lived in Africa: Since the 1970s, anthropologists have debated how many species of Homo lived about two million years ago after the genus appeared in Africa. Some researchers think there were two species: Homo habilis and Homo rudolfensis; others say there was just H. habilis, a species with a lot of physical variation.

It’s been a hard question to address because there’s only one well-preserved fossil, a partial skull, of the proposed species H. rudolfensis.

In August 2012 , researchers working in Kenya announced they had found a lower jaw that fits with the previously found partial skull of H. rudolfensis. The new jaw doesn’t match the jaws of H. habilis, so the team concluded there must have been at least two species of Homo present.

knm_er 1802   OH 7

*Deze vondsten  werden nog niet  voorzien van een reeds bekende    bepaalde  soortnaam

*s8 rudolf

*

Schedelreconstructie aan de hand van de vondsten uit Koobi Fora, Kenia en Uraha, Malawi.

Datering: circa ca. 2,0 – 1,8 miljoen jaar oud voor Koobi en circa ca. 2,5 – 2,1 miljoen jaar oud voor Uraha.

Derde oermens in Afrika

DOOR: BOUWE VAN STRATEN

 

Homo Rudolfensis

Drie nieuw gevonden fossielen bevestigen het bestaan van een derde mensensoort in Afrika, zo’n twee miljoen jaar geleden. Maar om welke soort gaat het? En is die soort ook één van onze voorouders?

Oost  Africa ( van noordelijk  Kenya;   tot (mogelijk  )tot  noord-Tanzania en  Malawi)

 -1.9 MY  à -1,8MY
Homo rudolfensis lived about 1.9 million to 1.8 million years ago.
Vergelijk :

– KNM-ER 1470                                                                 KNM-ER 1813 

Homo rudolfensis (right) and Homo habilis (left)  (Nature )

KNM-ER 1470   1470  encyclopedia brittanicahomo rudolfensis  wikiHomo rudolfensis KNM-ER 1470

http://nl.wikipedia.org/wiki/Homo_rudolfensis

http://en.wikipedia.org/wiki/Homo_rudolfensis

© Mike Hettwer, met toestemming van National Geographic /Onderkaak KNM-ER 6000, na de eerste restauratie.

Dat er zo’n twee miljoen jaar geleden twee mensensoorten in Afrika leefden, dat was al bekend. Maar al sinds een afwijkende vondst in 1972 wordt er gespeculeerd over het eventuele bestaan van nog een mensensoort in die tijd.

Homo rudolfensis, werd die soort wel genoemd.

Die discussie ging mank aan een gebrek aan fossiel bewijs, maar daar lijkt nu verandering in te komen. Drie nieuw gevonden fossielen wijzen duidelijk op het bestaan van een derde mensensoort.

Het gaat om een bijna volledig hoofd, een onderkaak en een deel daarvan, gevonden in het noorden van Kenia, nabij het Turkanameer.

De nieuwe schedel, tussen de 1,91 en 1,95 miljoen jaar oud, heeft dezelfde langwerpige, platte vorm (zie afbeelding), hoewel hij wel kleiner is dan de in 1972 gevonden schedel. Waarschijnlijk gaat het om de schedel van een jonger iemand. Datschrijven de onderzoekers, waaronder de Nederlandse paleontoloog Fred Spoor, in Nature.

© Fred Spoor

De KNM-ER 1470 schedel, ontdekt in 1972, gecombineerd met de nieuwe onderkaak KNM-ER 60000; beide behoren waarschijnlijk tot dezelfde soort.

Daarmee is de kans kleiner geworden dat de eerder gevonden schedel behoort tot een afwijkend individu van Homo habilis, zoals sommigen dachten. Het ligt meer voor de hand dat er naast Homo habilis en Homo erectus nog een derde mensensoort in Afrika leefde.

De vraag blijft vooralsnog hoe die mensensoort moet gaan heten. In een begeleidend commentaar schrijft Bernard Wood dat de vondst het bestaan van Homo rudolfensis bevestigt, maar daar zijn de onderzoekers zelf bewust vaag over. ‘We vragen met klem om terughoudendheid met betrekking tot besluitvorming over de naamgeving’, schrijven ze aan het eind van hun artikel. Van sommige fossielen is namelijk nog niet definitief duidelijk tot welke soort ze behoren.

Daarnaast is de vraag of al deze mensensoorten tot onze voorouders behoren. Sommige onderzoekers vinden dat het bewijs voor het bestaan van Homo habilis en Homo rudolfensis de grenzen van de soort Homo opzoekt, of zelfs overschrijdt. Met andere woorden: ze hoeven niet per se te behoren tot de tak in de stamboom die uiteindelijk zou leiden tot Homo sapiens, de moderne mens.

Maar dat er zo’n twee miljoen jaar geleden nog een derde mensachtige rondliep in Afrika, hoe die ook gaat heten, dat lijkt nu wel duidelijk.

Meave Leakey, Fred Spoor e.a., New fossils from Koobi Fora in northern Kenya confirm taxonomic diversity in early Homo, in Nature, 9 augustus 2012.

Figure 1: The KNM-ER 62000 face.     (the juvenile fossil )

The KNM-ER 62000 face.

a–d, Anterior (a), right lateral (b), inferior (c) and superior views (d) of the KNM-ER 62000 face. Scale bar, 3 cm.

Figure 2: The KNM-ER 60000 mandible and KNM-ER 62003 mandible fragment. (The second and third (fragment in the bottom right) fossils.)

a–d, Left lateral (a), right lateral (b), anterior (c) and occlusal (d) views of KNM-ER 60000. e, Occlusal view of KNM-ER 62003, with lines marking the mid-sagittal plane aligned to that of KNM-ER 60000. Scale bar, 3 cm.

Figure 3: Dental arcades compared.

Dental arcades compared.

The reconstructed upper arcade of KNM-ER 62000 (outlined in black) occluded with the reconstructed lower arcades of KNM-ER 60000 (a) and KNM-ER 1802 (b), showing a good match with KNM-ER 60000 but not with KNM-ER 1802. Scale bar, 3 cm. See

Since its discovery in 1972 (ref. 1), the cranium KNM-ER 1470 has been at the centre of the debate over the number of species of early Homo present in the early Pleistocene epoch2 of eastern Africa. KNM-ER 1470 stands out among other specimens attributed to early Homo because of its larger size, and its flat and subnasally orthognathic face with anteriorly placed maxillary zygomatic roots3. This singular morphology and the incomplete preservation of the fossil have led to different views as to whether KNM-ER 1470 can be accommodated within a single species of early Homo that is highly variable because of sexual, geographical and temporal factors456789, or whether it provides evidence of species diversity marked by differences in cranial size and facial or masticatory adaptation31011121314151617181920. Here we report on three newly discovered fossils, aged between 1.78 and 1.95 million years (Myr) old, that clarify the anatomy and taxonomic status of KNM-ER 1470. KNM-ER 62000, a well-preserved face of a late juvenile hominin, closely resembles KNM-ER 1470 but is notably smaller. It preserves previously unknown morphology, including moderately sized, mesiodistally long postcanine teeth. The nearly complete mandible KNM-ER 60000 and mandibular fragment KNM-ER 62003 have a dental arcade that is short anteroposteriorly and flat across the front, with small incisors; these features are consistent with the arcade morphology of KNM-ER 1470 and KNM-ER 62000. The new fossils confirm the presence of two contemporary species of early Homo, in addition to Homo erectus, in the early Pleistocene of eastern Africa.

http://www.wetenschap24.nl/nieuws/artikelen/2012/aug/Derde-oermens-in-Afrika.html

images

LINKS

http://www.lucyonline.nl/voorouders/homo%20rudolfensis%20(schedel-1470).htm

http://blogs.smithsonianmag.com/hominids/2012/08/multiple-species-of-early-homo-lived-in-africa/

http://www.shortstreet.net/ho/humorighab.htm

http://www.itwire.com/science-news/biology/56146-homo-rudolfensis-adds-complexity-to-early-human-evolution

WP BLOGS

http://evoanth.wordpress.com/    

http://evoanth.wordpress.com/2012/08/09/homo-rudolfensis-finally-shown-to-be-a-separate-species/

( zoals door  mij  vertaald)

…..Homo habilis is de vroegste lid van  het homo genus  dat (misschien ) leide tot onze soort onze soor…..,Deze mensachtige leefde   van 2.3 tot 1.4 miljoen jaar geleden
De eerste  bewerkte stenen werktuigen ( olduwan) worden aan deze  mens toegeschreven  en  is ook de eerste schedel  die in het vooraanzicht niet ergens is blijven steken tussen  australopithecus en  chimpansee 
Maar  het fossiel   staat daarmee niet in rechtstreeks verband  met ons. In de  plaats daarvan  wordt het nu gezien  een  afgetakte zuster soort die uiteindelijk is  uitgestorven,  net zoals de Neanderthalers of Paranthropinen dat  waren  .
Dit betekent dat de vroege geschiedenis van ons geslacht complex is…. het menselijk geslacht , moet samen met eventuele andere stamlijnen  (H. habilis ) worden gedacht  als  de  takken  aan de struik van de mensachtigen  waaruit uiteindelijk   het 
genus homo werd voortgebracht

Een voorbeeld van deze complexiteit is Homo rudolfensis waarvan de status  als  eerste  lid van het genus homo  niet door iedereen als zodanig wordt erkend  …
Rudolfensis  is bekend  van   slechts een schedel die veel overeenkomsten deelt met  de fossielen  van  wat als Homo habilis wordt beschouwd  .
Hoewel verschillende potentiële H. rudolfensis fossielen zijn gevonden door de jaren heen, konden slechts een een paar (vrij onzeker ) worden geplaatst binnen de groep  waartoe de schedel 1470 behoort 
Dit gebrek aan gegevens, samen met de overeenkomsten tussen de schedel en H. habilis heeft geresulteerd in vele debatten over de vraag of de H. rudolfensis vondsten een geheel nieuwe soort  representeren  of gewoon een voorbeeld  zijn
van variatie binnen H. habilis.

3 nieuwe fossielen uit Kenia kunnen  enig licht werpen op de kwestie door  een nadere  verduidelijking van de anatomie (en dus taxonomie) van Homo rudolfensis.
Alle drie komen uit Koobi Fora , een beroemde Afrikaanse site die ook   de oorspronkelijke H. rudolfensis schedel  leverde .
De opgraving werd geleid door een lid van de familie Leaky die al drie generaties lang  de menselijke evolutie  in Afrika . De Leraky familie is  bijna een evolutionair  paleantropologie  instituut op zichzelf 
Het blootleggen van het eerste bewijs van de Oldowan werktuigen   industrie , de eerste Paranthropine en Turkana boy  ,  zijn , naast vele andere , de beroemste door hen verwezenlijkte bijdragen aan de wetenschap     .

 

De  eerste   nu   gepresenteerde    koobi foora  fossielen~ 1,9 miljoen jaar geleden____  zijn waarschijnlijk  van  een jong specimen  , ongeveer net zo ontwikkeld als een 13/14-jarige moderne mens,.
Echter, de levensgeschiedenis van deze mensachtigen was korter, zodat deze persoon  waarschijnlijk jonger  was  dan de  vergelijkbare moderne mens, (waarschijnlijk rond de 8 jaar oud) .
Hoewel de meeste tanden ontbraken, waren er voldoende om een ​​schatting van de leeftijd voor deze fossielen uit te voeren   .
Net als de tanden, ontbreken ook de meeste   botten:  alles wat overblijft   in de eerste vondst  ,  is de bovenkaak en een gedeelte van het gezicht.

Juveniele fossielen zijn zwakker en  dus zeldzaam ….. 
er zijn  dus niet zo veel exemplaren waarmee deze   van deze nieuwe vondsten   kunnen vergeleken   worden .. De onderzoekers moesten schatten hoe het  specimern  eruit zou  hebben gezien als volwassen exemplaar  van zijn soort
Veel  problemen  daarrond  worden meestal  omzeild door rekening te houden met een (potentieel)grote fouten marge
Het  tweede fossiel is een onderkaak, waarvan een zijde bijzonder goed bewaard  is  gebleven.
Vanuit  deze goed bewaard gebleven kant waren  de onderzoekers   in staat om  de andere  minder goede  kant  te reconstrueren  , waarbij  in hoofdzaak alle ” fouten”en hiaten werden hersteld  en   op grond van de symmetrie die aanwezig is
bij alle zoogdieren    ….
De  tweede vondst zelf dateert  ergens tussen 1,87 en 1,78 mya, waardoor het jonger  lijkt  te ziojn   dan de  eerste vondst . Daardoor werden  onmiddellijk  vraagtekens  gezet  bij  het vermoeden  dat beide  fossielen behoorden tot dezelfde soort
Vooral ook  gezien het feit dat er een paar verschillen  zijn  tussen de twee exemplaren.

Beiden  zitten  echter  met zekerheid binnen het geslacht  Homo.
Het merendeel van de tanden zaten  in een   kaak die kleiner is dan die van Parantropus  en vallen binnen of net  buiten,  het  variatie -bereik van de  vroege Homo (erectus ) , wat het lidmaatschap van het genus homo van deze (grensgeval?)fossielen
bevestigd .
De meeste media hebben beweerd dat de  gevonden  fossielen  leiden tot de ontdekking van nieuwe voorouderlijke soorten  .
Echter, , de  oorspronkelijke H. rudolfensis schedel(1470) vondst  ,dateerd van  bijna 40 jaar geleden : de nieuwe vondsten   kunnen  nauwelijks als een nieuwe soort  fungeren 
Een nauwkeuriger kop ware geweest  :
“Nieuwe fossielen bevestigen vermoedelijke soorten bestaat.”
De waarheid is een  minder pittige “catcher ”  : vevestigen   deze fossielen bevestigen  in feite   dat  H. rudolfensis was een echte, aparte soort  is  ?
De  fossielen  kunnen  duidelijk worden gegroepeerd  rond  de   originele schedel,…. maar   betekent dat ,  dat  het plaatsen van deze groep buiten de Homo habilis  meer  geloofwaardig is geworden ?

Deze fossielen( en de oorspronkelijke schedel 1470)  tonen aan dat er een populatie van individuen met een unieke anatomie  aanwezig was  en dat het niet gaat om een abnormale exemplaren  …. 
Dit geeft zeker  meer  krediet   aan het idee dat H. rudolfensis van  een andere soort  was  dan een voorbeeld van individuele variatie of zelfs van een ras  …. .
Maar natuurlijk, “bevolking”(populatie )  is niet gelijk aan “soorten” :  Het feit dat er  een dergelijke  populatie was van dergelijke unieke wezens buinnen de mensenstruik , is nog geen voldoende bewijs dat het om een andere soort gaat dan de reeds gekende
Terwijl het  een  nieuw  ondersteunend  argument betekent  vóór H. rudolfensisals aparte soort   , is het (nog) geen  voldoende  “sluitend “bewijs.
Dat zal moeten  komen van de anatomie:   van het uitzoeken of deze wezens verschillend genoeg   zijn  om te worden gedefinieerd als een andere soort…..

( Noot : Nieuwe fossielen dus ?  …….Niet echt prioritair  !!  want   )

UIteindelijk   is  het aantal voorbeelden van de anatomie   in verschillende  specima ( = ” nieuwe” fossielen )   niet  belangrijker te noemen  , dan  gedegen  “verklaringen” van   de duidelijk te onderscheiden  en vast te stellen    vergelijkende  anatomische verschillen  zelf,  in  de nu reeds voorhanden specimen  
 (Natuurlijk betekenen   nog meer fossielen   en de uitkomsten  van de toepassing  van nieuwe technieken , zoals(bijvoorbeeld )  tomografie en  scanning , verdere ondersteuningen     )

Natuurlijk moet dat  allemaal  niets af aan het belang van deze fossielen.
AlHoewel deze vondsten misschien niet zo cruciaal  zijn  als kranten schrijven…. (eentje wist zelf te ver  melden van dit ” het verhaal van de menselijke evolutie herschrijft “),
De naam die  we op de soort plakken is niet zo belangrijk ….Immers we weten nu vooral  dat er  een  duidelijke grote variatie was binnen de   vroegste vertegenwoordigers van het geslacht   Homo en dat het verhaal van  onze oorsprong  nog complexer is dan wat een   enkele schedel  vermag  te vertellen  


Het is misschien niet  het  ‘herschrijven’ van het verhaal, maar het is zonder  twijfel   het bewerken ( en updaten ) van een (belangrijk ) puzzel –  hoofdstuk.

http://eyeonicr.wordpress.com/2012/08/12/leakey-evolution/
http://earth-pages.co.uk/2012/08/10/hominin-round-up-2/

OPMERKING  en verdere  kanttekeningen als begin van vervolgsonderzoek 

Wat  nog  NIET  aan bod kwam  in het nature artikel  is  de vraag naar de (morfologisch anatomische ) vergelijkingen  van het nieuwe  voorhanden  materiaal  met (bijvoorbeeld   )A Sediba (trouwens ook de schedel van een juveniel  exemplaar )   en  Dmanisi  ;Twee  andere   hominines en eveneens  voorgestelde  kandidaten   voor de titel  ” lid   uit de overgangsfase op weg naar( of zelfs allereerste lid of dichtste bekende  verwant( zustergroep )  van )  het geslacht  homo )  die eigenlijk ergens in hetzelfde tijdsgewricht rondliepen

A. SEDIBA  & RUDOLFENSIS

http://lawnchairanthropology.blogspot.be/2012/08/these-new-fossils-are-intriguing-as-hell.html

I’d like to point out similarities between another of the new fossils, the KNM-ER 62000 face of a juvenile, and the recently discovered A. sediba juvenile face (Berger et al., 2010). These two fossils are at the same stage of dental development, so they’re roughly at the same stage of life. They are close in geological age, but A. sediba is from South Africa. Below are figures of A. sediba (left) and the ER 62000 face (right). The pics should be to scale, modified from the original publications. (sorry I couldn’t remove the background from the top left one)

What do you think? Pretty different, right? WRONG! Below I’ve superimposed the ER 62000 face onto A. sediba (slightly recolored and transparented for contrast). Remember that these are to scale.

In front view (left), the ER 62000 face is almost identical to A. sediba, right down to the positions of the teeth. THIS DOES NOT MEAN THAT I THINK THESE TWO FOSSILS REPRESENT THE SAME SPECIES. In side view, however, some differences do become apparent. Notably, the front of the A. sediba maxilla projects a bit further forward than ER 62000, and the nasal and orbital anatomy are also fairly different. THIS DOES NOT MEAN THAT I THINK THESE ARE DIFFERENT SPECIES. (although I would be surprised if these fossils turned out to be the same animal)

Leakey et al. liken these new Kenyan fossils to the cranium KNM-ER 1470, from the same region and at 1.9 million years old. But what’s weird to me is that ER 1470 actually looks a bit more like the juvenile A. sediba in the side view (as reconstucted; the face and braincase of ER 1470 are actually separated, leaving it unclear just how the two parts fit together). Here are all three specimens, to scale:

From left to right: ER 62000, A. sediba, ER 1470

Now, the ER 1470 comparison isn’t really fair – ER 1470 is an adult and it is much larger: the bottom of ER 1470’s eye socket is about the same height as the top of A. sediba‘s. The size difference is probably the main reason why its face below the nose sticks out as much as A. sediba‘s, even though the latter is smaller. (I should note, too, that the adult A. sedibamandible is superficially very similar in gonial and ramus anatomy to another of the recently published Kenyan specimens, ER 60000).

The point of all these comparisons is not to say whether these fossils are the same species, but rather to point out that there are actually striking similarities between fragmentary fossils, and it’s not clear what exactly these similarities (or differences, for that matter) mean. Maybe my eye was drawn to the ER 62000-A. sediba comparison not because of any evolutionary relationship, but because these fossils are in similar stages of growth and development – if it weren’t waaaaay past my bedtime I’d love to compare these fossils with other similarly-aged fossils (like D2700 from Dmanisi and KNM-WT 15000, (= Turkana boy )also from Kenya).

Vroege erectus = TURKANA BOY

zie ook –>800 – 1000 (ergaster ? ) Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DMANISI AAP OF MENSKlik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CASABLANCA MAN /erectus ?°ngandong , mungo , archaic africa.docx (1000.2 KB)

knm_wt_15000  TURKANA BOY (eveneens een juveniel )
All of these fossils (except ER 1470) were discovered in the past few years.

     DMANISI
https://blogs.wellesley.edu/vanarsdale/2012/08/09/anthropology/1031/
DMANISI   &  RUDOLFENSIS  ? 

Prior to the publication of KNM ER-60000, the Dmanisi 2600 mandible was truly exceptional in many respects relative to other mandibles assigned to early Homo. In particular, the size of its corpus and height of its ramus stood out.

This new specimen from Kenya, dating from a similar time, is the best match we have yet for its features. And yet it is being linked to a fossil, KNM ER-62000, that has notable affinities (despite a significant difference in size) with KNM ER-1470, a fossil that prior to this publication also appeared somewhat morphologically exceptional relative to its peers. The authors also note similarities between the new lower face (KNM ER-62000) and the Dmanisi 2700 individual. So in some ways, these fossils seem to be filling in a gap between earlier African material associated with habilis/rudolfensis and Dmanisi. And yet Dmanisi has already been widely associated with later African and Asian material assigned to Homo erectus, hence the description of it in various publications as basal Homo erectus.

Put simply, my initial take on these fossils is that they fill an important gap, drawing connections between two somewhat exceptional specimens (KNM ER-1470 and Dmanisi 2600) and a broader evolutionary picture of change in early Homo.

 Eerste reactie van John Hawks op  vorige voorstellen   ;

http://johnhawks.net/taxonomy/term/182
“….I think it is premature to sort these (East African fossils) into four or more species on the basis of one or two new specimens. …”
maar hier dient bij opgemerkt dat John Hawks nog geen verdere  expertise  heeft uitgevoerd over  en op  dit nieuwe materiaal en  dus zijn  uitspraak slechts een vermoeden is …
Maar dat is de manier waarop  men vorderingen kan maken  in  de legpuzzel die de struik van het vroege homo-gernus is

De belangrijkste  FOSSIELEN  

http://www.goldentime.ru/hrs_partyflood_4_2_appendix.htm

mhtml:http://www.goldentime.ru/im_partyflood/Homo_rudolfensis.mht

KNM-ER 819   Mandible  ~By H. Mutua in 1971, at Ileret, Kenya

KNM-ER 1470  Cranium  ~Found in 1972 by B. Ngeneo, at Koobi Fora, Kenya  ~Dated to 1.8 million years

~KNM-ER 1470 is the type specimen for Homo rudolfensis

Homo rudolfensis KNM-ER 1470

KNM-ER 1482   Mandible   ~By H. Muluila in 1972, at Koobi Fora, Kenya

KNM-ER 1483 (a-e)   Mandible~Found by W. Mangao in  1972, at Koobi Fora, Kenya

KNM-ER 1590   Fragmentary Juvenile Cranium (a-q)~By B. Ngeneo in 1972, at Koobi Fora, Kenya

KNM-ER 1801   Partial Mandible  ~By W. Mangao in 1973, at Koobi Fora, Kenya

KNM-ER 1802   Mandible   ~By J. M. Harris in 1973, at Koobi Fora, Kenya

KNM-ER 3732   Cranium

KNM-ER 3891   Cranial Fragments

 

 

 

_

H Rudolfensis

 

_

 

 

 

LINK : Palaeontology of SW Germany /Hauff Urweltmuseum

http://dinosaurpalaeo.wordpress.com/2013/01/06/palaeontology-of-sw-germany-3-1-9-heaps-from-hauff/

Holzmaden Seelilien klik voor vergroting

URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS 

Palaeontology of SW Germany 3.1.10: still @ Hauff!.

 

Urweltmuseum Hauff

Category: Museums 

Aichelberger Str. 90
73271 Holzmaden

07023 2873

 
 
Map of Business
 
 
 
 
Very beautiful museum.
Animals and plants world before millions of years.
 
URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS 2307840180029532598

URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS
 
1_Dactylioceras-IMG_1491   2_Harpoceras-IMG_1481     3_Lytoceras--IMG_1478
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS
 
 
 
Holzmaden Museum 6
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
   Ichthyofossil
Icht
 
 
 
 
 
 
 
 
URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS - PterosaurURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS
 
 
 
 
 
URWELTMUSEUM HAUFF FOSSILSURWELTMUSEUM HAUFF FOSSILS
 
 
 
 
 

ICHTYOSAURIERS

 

°

Belangrijke ‘missing link’ 

Basale ichtyosaurier .....Voorouderlijke stamgroep  van de ichtyosauriers ? Het 250 miljoen jaar oude fossiel in beeld.

Basale ichtyosaurier …..Voorouderlijke stamgroep van de ichtyosauriers ? Het 250 miljoen jaar oude fossiel in beeld.

Wetenschappers hebben het fossiel van een 250 miljoen jaar oude zeereptiel gevonden, die de voorouder is van de ichthyosauriërs. De oorsprong van de ichthyosauriërs was een lange tijd één van de raadsels binnen de paleontologie. Het fossiel is dus een belangrijke missing link.

De kleine zeereptiel heeft de naam ‘Cartorhynchus lenticarpus’ gekregen en was slechts 0,4 meter lang. Het dier leefde niet alleen op het land, maar kon ook in de zee leven. De Cartorhynchus lenticarpus was één van de eerste roofdieren na de Perm-Trias-massa-extinctie en verorberde inktvissen, garnalen en meer soortgelijke zeediertjes.

De grootste extinctie ooit
De Perm-Trias-massa-extinctie was de grootste extinctie ooit.

Vergeleken hierbij was de Krijt-Tertiair-massa-extinctie van 65 miljoen jaar geleden, waarbij de dinosauriërs het loodje legden, maar een kleine gebeurtenis.

Tijdens de Perm-Trias-massa-extinctie stierf 95% van alle in zee levende soorten en 70% van de gewervelde landdieren. Daarnaast verdween één derde van alle insectsoorten.

Dit kwam omdat de aarde opwarmde, de oceanen verzuurden er een zuurstofgebrek in de oceanen ontstond.

°

Ichthyosauriërs
De ichthyosauriërs waren zeedieren, die 250 miljoen jaar geleden verschenen  en overleefden in zee 

“Veel creationisten zien de ichthyosauriër als hét bewijs dat de evolutietheorie niet klopt”,

vertelt hoofdauteur Ryosuke Motani van de universiteit van Californië aan de Washington Post.

“Ichthyosauriërs hebben de botstructuur van een reptiel, dus dat betekent dat hun voorouders ooit op het land leefden. Toch waren ichthyosauriërs volledig aangepast aan leven in het water. De link konden we lange tijd niet vinden.”

Moeilijke puzzel
Wetenschappers melden in een paper in het wetenschappelijke journaal Nature dat de Cartorhynchus lenticarpus deze missing link is. Het fossiel werd al in 2011 gevonden, maar het was een lastige puzzel om in elkaar te leggen.

“Ik zag al snel dat het dier familie was van de ichthyosauriër, maar ik kon hem niet precies plaatsen”, onthult Motani. “Pas na een jaar wist ik het zeker: dit is de voorouder van de ichthyosauriër.”

Verschillen
Het dier verschilt wel iets van de ichthyosauriër. De ichthyosauriër had een lange snuit om vissen te vangen. De snuit van de Cartorhynchus lenticarpus is korter en lijkt meer op die van een landreptiel.

Daarnaast had de Cartorhynchus lenticarpus grote vinnen en flexibele polsen om op het land te kunnen wandelen, net zoals zeehonden dat doen. Verder had de zeereptiel zwaardere en dikkere botten dan de ichthyosauriër.

 

°

 

 

hauff_46

Urweltmuseum Hauff.  Ichtyosaurus model  

Ichthyosaurus. Collectie Museon

vishagedis of Ichthyosaurus. Het fossiel is ongeveer 190 miljoen jaar oud. Dit exemplaar is 575 cm lang, van het puntje van de anderhalve meter lange schedel tot de laatste staartwervel. De staart is niet gevonden; daarvan is een afgietsel van de staart van een ander fossiel gemaakt. Het fossiel weegt 250 kilo.

Het fossiel van het Museon is uitzonderlijk groot. De meeste andere Ichthyosaurusfossielen zijn ongeveer 1 meter lang . De meeste Ichthyosaurus-fossielen zijn liggend op hun zij gevonden, de Ichthyosaurus van het Museon liggend op zijn buik. Het fossiel  is  in ongestoord verband in gesteenteknollen gevonden.

een  Ichtyosaurus  uit  Lyme Regis (2008)

P8070416-detail

Kop van een in 2008 gevonden Ichtyosaurus

The Wonderful Jurassic Coast of Lyme Regis

Lyme Regis, de vindplaats van  ichtyosauria  fossielen

Lyme Regis, Zuid-Engeland
De vishagedis van het Museon is gevonden aan de kust van Lyme Regis in Zuid-Engeland, een gebied waar veel fossielen worden gevonden. De oudste fossielen zijn 195 miljoen jaar oud. Verder zijn er resten van inktvissen, beenvissen, kreeftachtigen en zeelelies gevonden. Veel fossielen van vishagedissen zijn zijdelings platgedrukt. Onze vishagedis is bijzonder omdat het fossiel van boven is samengedrukt.

Big-eye Ichthyosaurus
De grootste ogen uit het dierenrijk vinden we bij deze dieren. De vishagedis van het Museon heeft ogen (ze zijn niet aanwezig in ons fossiel) met een diameter van ongeveer 15 cm. Dit kun je zien aan de enorme oogkassen. De grootste ogen die we kennen zijn gevonden bij een vishagedis met de veelzeggende latijnse naam Ophthalmosaurus.

Ichthyosaurussen hadden een leefwijze die te vergelijken is met de huidige dolfijnen.

Museon ichtyo

(rugzijde )http://www.museon.nl/nl/ichthyosaurus

Dig034-12-016   Ichtyosaurus opstelling (1)

hauff_52

Stenopterygius quadriscissus
Lower Jurassic, lias epsilon
Posidonienschiefer Formation, Holzmaden (Duitsland)Urweltmuseum Hauff                                                                                                     , in belly view (rare – usually, they are embedded on their sides).

Holzmaden fossils  (click through for bigger version)

hauff_39

a Stenopterygius quadrissicus  barely 50 cm long – a baby with a wonderful skin envelope.

Click through for the file page, then click again for a larger version, it’s worth it!

hauff_53

(click through for bigger version)

Holzmaden fossils    Eurhinosaurus longirostris.-

hauff_56

Stenopterygius quadrissicus:  this one has a full skin envelop: a soft-tissue are surrounding the skeleton that corresponds more or less to the external shape of the living animal!

in 1892, Bernhard Hauff sen., the self-taught preparator, managed to extricate a complete Stenopterygius quadrissicus (a tiny one at 1,2 m length) from the rock with an all-around soft-tissue outline. And that immediately turned the undulating, curving snake-like ichthyosaurs into the dolphin/shark hybrid we know today.

Just compare this (via BibliOdysee) and this (wikipedia image)!

http://dinosaurpalaeo.wordpress.com/2013/01/12/palaeontology-of-sw-germany-3-1-11-hauff-ichthyosaurs/#like-4576

http://dinosaurpalaeo.wordpress.com/2013/01/09/palaeontology-of-sw-germany-3-1-10-still-hauff/

hauff_54

Eurhinosaurus longirostris   life reconstruction ( Urwelt museum )

Zeereptielen uit dinotijd waren warmer dan het oceaanwater

om hen heen

12-06-2010  NRC

Fossiel van een ichtyosaurus, een reptiel dat wel wat leek op een dolfijn.
Michiel van Nieuwstadt

Sommige reptielen ter grootte van walvissen die in zee leefden totdat de dinosaurussen uitstierven, waren warmbloedig. Ze konden een lichaamstemperatuur vasthouden boven de temperatuur van het zeewater en namen dus niet de temperatuur van hun omgeving over, zoals veel moderne reptielen, vissen en amfibieën doen.

Zeereptielen zoals plesiosaurussen (zeeleeuwen met lange nekken), de zwaar gebouwde mosasaurussen en de dolfijnachtige ichtyosaurussen waren tussen 251 en 65 miljoen jaar geleden de geduchtste roofdieren in de oceaan.

Uit analyse van verschillende varianten van het zuurstofatoom in de tanden van deze dieren concludeert Aurélien Bernhard (Université de Lyon) dat ichtyosaurussen en plesiosaurussen een lichaamstemperatuur van 35 graden Celsius vrij precies konden vasthouden.

De lichaamstemperatuur van mosasaurussen varieerde meer met hun omgeving.

Paleobioloog Ryosuke Motani (University of California) schrijft in een commentaar:

Deze ontdekking strookt met het idee dat ichtyosaurussen en plesiosaurussen langeafstandzwemmers waren die een constante spieractiviteit in stand konden houden door hun lichaamstemperatuur [en daarmee ook hun stofwisseling] zelf te reguleren. Voor mosasaurussen, die hun prooi vanuit een hinderlaag overvielen, was dit vermogen minder belangrijk.’

In fossiele tanden van zeereptielen en vissen bepaalde Bernard het gehalte aan 18O, een zuurstofvariant met twee extra neutronen in de kern. De concentratie van deze zuurstofisotoop geeft een indicatie van de lichaamstemperatuur. Als de temperatuur in het bloed lager is, komen de relatief zware atomen makkelijker in de tanden terecht.

De 18O-gehalten die Bernhard mat, wijzen erop dat bijna alle onderzochte zeereptielen een hogere lichaamstemperatuur hadden dan vissen die in hetzelfde water leefden. Ichtyosaurussen en plesiosaurussen konden een lichaamstemperatuur van ver boven de dertig graden handhaven in water van een graad of twaalf. Een dikke laag blubber of een gespecialiseerde bloedcirculatie kan ze daarbij geholpen hebben.

Nog onzeker is of de zeereptielen echt hun eigen temperatuur konden reguleren (door hittegeneratie in hun eigen lichaam, zoals vogels en zoogdieren) of dat ze door hun grootte beter beschermd waren tegen snelle fluctuaties in de zeewatertemperatuur. 

 11 juni 2010

AMSTERDAM – De reptielen die in de tijd van de dinosauriërs in zee leefden, waren waarschijnlijk warmbloedig. Tot die conclusie komen Franse wetenschappers in een nieuwe studie.

Prehistorische zeereptielen hadden volgens de onderzoekers van het Université Claude Bernand Lyon 1 een lichaamstemperatuur die op kon lopen tot 39 graden Celsius.  Daarmee was het lichaam van de dieren warmer dan het zeewater waar ze in zwommen.

Die warmbloedigheid stelde reptielen zoals de ichthyosaurus en deplesiosaurus vermoedelijk in staat om relatief snel te zwemmen en diep te duiken. Dat schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Science.

“Deze zeereptielen konden een hoge lichaamstemperatuur in stand houden, onafhankelijk van de watertemperatuur waar ze in leefden”, verklaart hoofdonderzoeker Christophe Lécuyer op National Geographic News. “Het maakte niet uit of hun leefgebied een tropische zee of een koud oceaandomein was.”

De wetenschappers zijn tot hun bevindingen gekomen door fossielen van de zeereptielen te bestuderen. Ze brachten zuurstofisotopen in de tanden van de dieren in kaart.

Op basis daarvan konden ze de historische samenstelling van diezelfde isotopen in het bloed van de reptielen inschatten. Daarmee kon vervolgens de waarschijnlijke lichaamstemperatuur van de zeedieren worden bepaald.

De resultaten werden vergeleken met de vermoedelijke lichaamstemperatuur van prehistorische vissen. Deze dieren waren waarschijnlijk koudbloedig en namen daarom de temperatuur van het zeewater aan.

Uit de vergelijking blijkt dat de lichaamstemperatuur van de zeereptielen veel hoger lag dan de gemiddelde temperatuur van de zeeën waar ze in zwommen.

Volgens de wetenschappers is het evolutionair gezien logisch dat de ichthyosaurus (een dolfijnachtige reptiel) en de plesiosaurus (een reptiel met vier flippers en een lange nek) warmbloedig waren. Een warmbloedig dier kan zich over het algemeen namelijk sneller voortbewegen dan een koudbloedig dier.

Prehistorische zeereptielen moesten vaak hard zwemmen en snel manouvreren om hun prooien te achtervolgen.

 

*

 

 

Levendbarende zeereptielen

Onder de  uitgestorven fossiele  reptielensoorten zittten levendbarende  zeereptielen  waaronder  naast plesiosauriae    (vermoedelijk ) ook  mosasauriers   en  alleszins  ichtyosauriers   ….
http://www.mapoflife.org/topics/topic_334_Viviparity-in-mosasaurs/
http://www.mapoflife.org/topics/topic_333_Viviparity-in-ichthyosaurs/

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.<–Mama Plesiosaurus 12-08-2011

   

Bristol’ City Museum  / vrouwelijke  ichthyosaurus  met  fossiel embryo (pijltje )


embryo

°

ichthyo

This ichthyosaur has 10 embryos in the body cavity, and one has been pressed out by sediment compaction

prepared by B. Hauff in 1903!

http://dinosaurpalaeo.wordpress.com/2013/03/23/more-holzmaden-marine-reptiles-this-time-at-the-mfn/

hauff_55

Stenopterygius crassicostatus with five large embryos. Unusual is the bulging torso section, preserved in a concretion. Most ichthyosaurs in the Posidonia Shale are completely flattened. 

hauff_59

another Stenopterygius crassicostatus

hauff_58

Stenopterygius megacephalus

http://dinosaurpalaeo.wordpress.com/2013/01/12/palaeontology-of-sw-germany-3-1-11-hauff-ichthyosaurs/#like-4576

 

[DOC] ichthyosaur – Bloggen.be    evodisku/attach/43919.doc

Torpedovorm en convergente evolutie    Convergente evolutie <–doc

A4_GQF1949BK.1+NBN_A4_ICHTHYOSAU    icthysharkporp

Belgische paleontoloog ontkracht algemeen aanvaarde

evolutie en extinctie hypothesen ichtyosauriërs

Valentin Fisher, werkzaam aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, en doctoraatstudent aan de unviersiteit van Luik, zette vandaag zo maar even de vertebratenwereld op zijn kop.

In een net verschenen wetenschappelijk artikel komt hij met de stelling dat de reeds lang – en algemeen – aanvaarde hypothese dat ichtyosauriers op de overgang van het Jura naar de Krijttijd een belangrijke fase van extinctie kenden, niet klopt. Of anders gesteld, dat daar geen afdoend bewijs voor is.

Ichtyosauriërs zijn mariene reptielen waarvan de fossiele resten, zoals wervels, tanden en beenderen, relatief frequent worden gevonden in vele Mesozoïsche afzettingen. Zo werd Holzmaden (Duitsland) mede wereldberoemd omwille van de vele gearticuleerde skeletten die in de ‘olieschiefer’ werden gevonden. De dieren waren bijzonder goed aangepast aan het leven in de zee.

Algemeen werd aanvaard dat deze groep, sinds hun ontstaan tijdens het Trias, drie grote fasen van extincties meemaakten, namelijk een eerste tijdens het laat Trias, een tweede op de Jura/Krijt grens (J/K) en een derde, resulterend in een volledig uitsterven van de groep, tijdens het Laat Krijt (grens Cenomaan/Turoon).

Men ging ervan uit dat de extinctie aan de J/K grens verantwoordelijk was voor het finale verlies van een groep van erg gespecialiseerde vormen van ichtyosauriërs (Ophthalmosauriërs), waardoor in het Krijt enkel nog ‘minder gespecialiseerde’ vormen overbleven. Maar nieuwe vondsten in het Onder Krijt (Hauteriviaan) van Engeland (Speeton) en Duitsland (Cremlingen) tonen aan dat de gespecialiseeerde vormen van het Laat Jura ook nog in het Onder Krijt aan te treffen zijn, en dat er voor de grote extinctie op de J/K grens nog weinig argumenten overblijven. (Voor heel wat andere groepen, o.a. de ammonieten, is de J/K grens wel een belangrijk moment van extinctie). In het artikel worden op basis van de nieuwe vondsten het nieuwe genus en soort Acamptonectus densus Fischer et al 2012 beschreven.

Zie ook hier.      http://www.ucmp.berkeley.edu/people/motani/ichthyo/phylogeny.html

DE MONSTERS UIT DE BEGINTIJD   VAN DEZE ZEE REPTIELEN   =  HET TRIAS

DE ichtyosauriers onstonden na de grootste uitsterving aller tijden = het Perm … en wel vertrekkend vanuit  landreptielen die naar zee waren teruggekeerd   ….  

http://www.ucmp.berkeley.edu/people/motani/ichthyo/phylogeny.html

 

 

http://www.ucmp.berkeley.edu/people/motani/ichthyo/intro.html

F1.large

Fig. 1.

Phylogenetic tree of ichthyosaurs plotted against geological time. Times runs from left to right, showing known ranges (dark gray), ghost ranges (minimal implied phylogenetic gap; light gray), and Lazarus ranges (missing within-range representation; diagonal bars). Silhouette outlines (Ca., Californosaurus;Ch., ChaohusaurusMi., MixosaurusPl., PlatypterygiusShShonisaurusTe., TemnodontosaurusUt.,Utatsusaurus) indicate major body morphologies in Triassic (red), Early Jurassic (blue), and Middle Jurassic–Cretaceous (green). Relative sizes of the various major ichthyosaur morphotypes are indicated by scale drawings at top right, with a 1-m scale bar indicated in the blue cloud. Phylogeny is based on the majority-rule LE50 tree (SI Appendix, Fig. 3), similar to earlier findings (713), and stratigraphic ranges are from a review of the literature (SI Appendix, Fig. 4). Ichthyosaur silhouettes are based on various sources (7).

 http://www.pnas.org/content/108/20/8339/F1.expansion.html

Enorm zeemonster ontdekt in woestijn van Nevada

 08 januari 2013

ThalattoarchonThalattoarchon pursues a smaller ichthyosaur. Art by Raul Martin © 2013 National Geographic Magazine 

(Laelaps ) ” ….Other animals found in the same strata may help explain whyThalattoarchon was so well-armed.The quarry where the creature was discovered has yielded multiple specimens of other ichthyosaurs – mostly the similarly sized Cymbospondylus, and the much smaller Phalarodon.

Thalattoarchon may have been a top predator that was especially adapted to hunting other ichthyosaurs. Gut contents, coprolites, and tooth-marked bones would help test this hypothesis.  

…. 

the fact that Thalattoarchon existed at all tells us something important about life 245 million years ago. A macropredaceous ichthyosaur could not have evolved unless lower levels of the trophic scale – the producers, first order consumers, and so on – were already in place. Specialized apex carnivores only appear when communities hit a particular level of productivity and richness, otherwise there simply isn’t enough for them to consume. This tells us something importance about the tempo of evolution following a disaster…”

Wetenschappers hebben in de woestijn van Nevada de fossiele resten van een 8,6 meter lang zeemonster ontdekt. Het enorme beest stond aan het hoofd van de voedselketen in het water en at prooien die ongeveer net zo groot waren als hijzelf.

Het zeemonster heeft de naam Thalattoarchon saurophagis gekregen. Thalattoarchon behoort tot de ichthyosauriërs: zeereptielen die zo’n 160 miljoen jaar lang in de oceanen terug te vinden waren.

Schedel
De onderzoekers deden hun vondst in de woestijn van Nevada. De fossiele resten van het zeereptiel zijn nog in redelijk goede staat. Zo zijn stukken van de schedel,(het voorste gedeelte is weggerot vooraleer het ontdekte fossiel werd geborgen  ) vinnen en de complete wervelkolom teruggevonden. T. saurophagis had een enorme schedel en indrukwekkend grote tanden.

(Laelaps ) “….. from the back of the cranium, Fröbisch and collaborators were able to determine that Thalattoarchon  had large eyes – the animal’s orbit is about a foot across – and a head that was almost twice as large for its body size compared to other ichthyosaurs…

…Look into the petrified mouth of almost any ichthyosaur and you’ll find lots of simple, pointed, conical teeth. This is the dental arrangement of a grabber – a predator that catches small, slippery prey such as fish and squid. The teeth of Thalattoarchon are an exception to the ichthyosaurian rule. Measuring about four inches tall, with a two inch crown, the largestThalattoarchon tooth is blade-like, compressed from side-to-side and bearing two cutting surfaces. The sharp surfaces are not serrated, but, in overall form, the dental armaments resemble the teeth of mosasaurs, large pliosaurs, some marine crocodiles, and one later ichthyosaur calledHimalayasaurus tibetensis. All of these animals, paleontologists suspect, were marine macropredators…..”

Met die tanden moet T. saurophagis in staat zijn geweest om zelfs prooien die net zo groot waren als hijzelf te verslinden.

Een tand van het zeemonster. Alles wijst erop dat het zeereptiel geen vis, maar vlees at. Foto: Nicole Klein, Universität Bonn, Duitsland.

Een tand van het zeemonster. Alles wijst erop dat het zeereptiel geen vis, maar vlees at. Foto: Nicole Klein, Universität Bonn, Duitsland.

Jaws of Thalattoarchon as they were found. Photo by Nicole Klein, Universität Bonn, German.

thalattoarchon-jaws

http://phenomena.nationalgeographic.com/2013/01/07/sharp-toothed-thalattoarchon-was-the-first-ruler-of-the-triassic-seas/

Snel herstel
De fossiele resten zijn ongeveer 244 miljoen jaar oud. Dat betekent dat dit zeemonster zo’n acht miljoen jaar na één van de grootste massa-extincties uit het verleden van onze planeet, geboren werd en direct zijn plekje bovenaan de voedselketen innam. En dat is bijzonder. Het laat zien dat ecosystemen zich vrij kort nadat tachtig tot 96 procent van de soorten op aarde uitstierven, reeds herstelden en begonnen te evolueren. “De nieuwe vondst laat de totstandkoming van een nieuwe en geavanceerdere ecosysteemstructuur zien,” vertelt onderzoeker Nadia Fröbisch. “Vondsten zoals Thalattoarchon helpen ons de dynamiek van onze evoluerende planeet en de impact die mensen vandaag de dag op hun omgeving hebben, te begrijpen.”

Een stukje van de kaak met daarin overduidelijk ook de tanden. Foto: John Weinstein, The Field Museum, Chicago.

Een stukje van de kaak met daarin overduidelijk ook de tanden. Foto: John Weinstein, The Field Museum, Chicago.

De fossiele resten van T. saurophagis werden al in 1998 teruggevonden. In 2008 startten onderzoekers met het bergen van de resten. Na een grondige analyse van de fossiele resten presenteren ze de nieuwe soort nu in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

Bronmateriaal:
Giant fossil predator provides insights into the rise of modern marine ecosystem structures” – Naturkundemuseum-berlin.de
De foto  ( Flickr.com).

Cymbospondylus

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cymbospondylus

File:Cymbospondylus buchseri.JPG

Paleontology Museum of Zurich      //   http://en.wikipedia.org/wiki/File:Cymbospondylus_buchseri.JPG

Cymbospondylus

From the Triassic in Nevada © 2003 Nevada State Museum, Carson City (noblepj@unr.edu)

ymbospondylus is één van de grootste roofdieren op onze planeet ooit.Dit monsterachtige dier leefde 240 tot 210 miljoen jaar geleden
Cymbospondylus was een van de grotere Ichthyosauriërs.
Hij had echter naar verhouding een kleine kop en heel kleine ogen
SOORTEN
C.petrinus
C.asiaticus
C.buchseri
C.germanicus (nomen dubium?)
C.natans (nomen dubium?)
Cymbospondylus is a primitive Triassic ichthyosaur of enormous length, approximately ten meters. It is also, due to its geneology a giant mesosaur. All ichthyosaurs and thalattosaurs are derived from mesosaurs. Cymbospondylus is one of the few ichthyosaurs to retain the long, sinuous body shape of mesosaurs.
Figure 1. Cymbospondylus overall in situ. Figure 1. Cymbospondylus overall in situ. Overall, a very similar morphology to any basal mesosaur with the addition of flippers transformed from limbs.
Evolution of the Mesosaurus palate
Above is a selection of palates from Mesosaurus and sister taxa showing the evolution and shifting of the various elments. As a side note, In Carroll 1988 (figure 12-31, taken from Andrews 1910) the palate of Ichthyosaurus was illustrated, labeling the bones lateral to the pterygoids as palatines and the central bones, vomers, all in accord with the palate of archosaurs, etc. Here we can see that the ectopterygoid is actually the bone lateral ot the pterygoid and the palatine has become the medial element in mesosaurs, thalattosaurs and ichthyosaurs.
Petrolacosaurus to Ichthyosaurs
The origin and evolution of ichthyosaurs from basal diapsids is shown here.Petrolacosaurus was a basal diapsid. Claudiosaurus was a basal enaliosaurid. Hovasaurus had a deep sculling tail. Pachypleurosaurus was a basal sauropterygian. Stereosternum, Mesosaurus and Wumengosaurus are basal mesosaurs. Askpetosaurus was a basal thalattosaur. Hupehsuchus and Utatsusaurus were basal ichthyopterygiformes.
Abbreviated Dendrogram
DIAPSIDA
|==Younginiformes
`-+--+?--Thalattosauria
   |   `--o Ichthyopterygia / ICHTHYOSAURIA
   |       |--Utatsusaurus
   |       `--+--Ichthyosauria
   |           `--+--Cymbospondylus 
   |              `--+--Mixosaurus 
   |                 `--+--Merriamosauria
   |                    `--+--Euichthyosauria
   |                       `--+--Parvipelvia
   |                          `--Thunnosauria
   `--+--LEPIDOSAUROMORPHA
      `--ARCHOSAUROMORPHA

http://www.bbc.co.uk/science/seamonsters/factfiles/cymbospondylus.shtml?img4

Cymbospondylus

     

Cymbospondylus was an early member of the Icthyosaur group, which looked slightly like modern dolphins. Cymbospondylus had no dorsal fin and its tail was long like an eel’s.

Its long tail made it a powerful swimmer, it patrolled in deep offshore waters looking for prey.

Cymbospondylus had a skull 1m long with short, sharp teeth good for grabbing quite large reptiles but it favoured fish and cephalopods such as ammonites.

Cymbospondylus appears to have given birth to live young as it had no way to lay eggs.

°

NIEUWE VONDST

Malawania anachronus

http://en.wikipedia.org/wiki/Malawania

Biol. Lett.-2013-Fischer-[1]ichtyosaur Iraq  <–pdf                                                               http://blogs.scientificamerican.com/tetrapod-zoology/2013/05/14/malawania-from-iraq/

HLN / Belga / 
15/05/13  Bron  Belga

Een Brits-Belgisch onderzoeksteam heeft een nieuw soort ichtyosauriër ontdekt, een zeereptiel uit het tijdperk van de dinosauriërs. Daarvan werd gedacht dat die al 66 miljoen jaar eerder was uitgestorven.

De ontdekking van de ‘malawania anachronous’ (‘buiten de tijd zwemmer’) spreekt de theorie tegen waarin ichtyosauriërs van het Krijttijdperk (van 145 tot 66 miljoen jaar geleden) gezien werden als de laatste overlevenden van een groep die reeds een achteruitgang kende. Dat meldt het Koninklijk Belgische Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).Weinig verschillen
Er werd gedacht dat ichtyosauriërs (die doorgaans oppervlakkig op haaien of dolfijnen lijken) constant en snel evolueerden naar steeds snellere oceaanzwemmers. Het leek alsof er geen stilstand was in hun lange evolutionaire geschiedenis.Dat er weinig verschillen gevonden tussen de nieuwe soort en de bekende soorten van het Jura, dat is erg zeldzaam in de evolutie van zeereptielen. “Dit ‘levend fossiel’ van zijn tijd toont het bestaan van een afstammingslijn die we ons zelfs nooit hadden ingebeeld”, zegt doctor Valentin Fischer (Universiteit van Luik en Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen).
Misschien werd er aan het bestaan van deze archaïsche ichtyosauriërs voorbijgegaan omdat ze in het Midden-Oosten leefden, waar voorheen maar één enkel fragmentair ichtyosaurusfossiel werd gevonden.”Fossiel
De ontdekking gebeurde na studie van een fossiel uit de jaren vijftig. Het ging om een skelet van de voorste helft van het dier, dat bewaard bleef in een rotsblok dat ergens in Iraaks Koerdistan als stapsteen diende voor een ezel. Ook microscopische sporen en pollen uit het rotsblok werden onderzocht.

Specimen of Malawania anachronus (Valentin Fischer et al)

Specimen of Malawania anachronus (Valentin Fischer et al)

new iraq species

The slab as originally found, near Chia Gara, Amadia.                                                        http://mrwoodsfossils.blogspot.be/

bevalling van bijna 250 miljoen jaar geleden

 13 februari 2014  1

resten

Wetenschappers hebben de fossiele resten van een barende ichthyosauriër ontdekt. Het zeereptiel was op het moment van haar dood bezig om drie jongen op de wereld te zetten: eentje ligt buiten het lichaam, eentje zit er nog in en eentje steekt half uit haar lijf.

OP HET PLAATJE  :    een deel van het lichaam van de moeder. In geel het jong dat voor de helft al geboren is. In oranje het jong dat nog in het lichaam van de moeder zit.

Het fossiel van de bevallende Chaohusaurus (behorend tot de groep ichthyosauriërs)  werd aangetroffen in een steengroeve in de Chinese provincie Anhui.

De bevalling die vlak voor de dood van het dier plaatsvond, is duidelijk te zien in de fossiele resten. Het hoofd van één van de jongen steekt nog uit het bekken van het zeedier. Naast de Chaohusaurus is een jong zichtbaar dat al geboren was. In de buik van het reptiel bevindt zich het fossiel van een derde nakomeling.

De oudste embryo’s van een reptiel die tot nu toe waren ontdekt, dateren van ongeveer 238 miljoen jaar geleden.

Het is een bijzondere vondst. “Dit nieuwe exemplaar bevat de oudste fossiele embryo’s van een zeereptiel uit het Mesozoïcum,” zo schrijven de onderzoekers in het blad PLoS ONE. De embryo’s zijn zo’n tien miljoen jaar ouder dan eerder ontdekte ongeboren zeereptielen.

Zee
Wat de vondst zo mogelijk nog bijzonderder maakt, is dat het zeemonster in kwestie op het moment van sterven aan het bevallen was. En dat geeft onderzoekers een heel nieuwe kijk op deze zeereptielen. Zo zien onderzoekers nu dat de jongen van deze ichthyosauriër – Chaohusaurus – eerst met het hoofd naar buiten kwamen. (normaal is dat  eigen aan op het land bevallende dieren ) Maar we  weten nu   dat deze ichthyosauriër in zee beviel. Men kon dat afleiden uit het feit dat de moeder gefossiliseerd is in een steen die overduidelijk in zee lag.

“Onze studie laat het oudste gewervelde fossiel zien waarbij een ‘live-geboorte’ te zien is, met een baby die uit het bekken van zijn moeder verschijnt“, verklaart hoofdonderzoeker Ryosuke Motani op nieuwssiteScienceDaily.

This is the maternal specimen with three embryos.//Credit: Ryosuke Motani, 
“The study reports the oldest vertebrate fossil to capture the ‘moment’ of live-birth, with a baby emerging from the pelvis of its mother. The 248-million-year old fossil of an ichthyosaur suggests that —> live-bearing evolved on land and not in the sea.”

Evolutie
Normaliter is het zo dat bij dieren die in het water leven en levendbarend zijn (en dus geen eieren leggen) niet eerst het hoofdje van het jong, maar eerst de staart uit het lichaam komt. Bij de Chaohusaurus was dat anders: daar kwam het hoofdje eerst, zo bewijst deze vondst. En dat is belangrijk. De voorouderlijke   ichthyosauriërs leefden namelijk eerst op het land en zochten later de zee op.

Het feit dat Chaohusaurus – één van de eerste ichthyosauriërs – levendbarend was en het hoofdje van de jongen als eerste geboren werd, suggereert dat deze zeereptielen (1) in het water bevielen zoals hun voorouders dat eerder op het land hadden gedaan. M.a.w.  het suggereert datvoorouderlijke   levendbarende reptielen niet in het water, maar op land evolueerden. En daarmee levert dit ene zeereptiel zo’n 248 miljoen jaar nadat de bevalling begon een schat aan informatie op.

—>  Het is  niet het eerste fossiel van een barende ichtyosaurus  ;  bij een fossiel van een andere soort de( geologisch  jongere )  Stenopterygius werd het jong wel met de staart eerst gevonden. mogelijk dat de staart-eerst bevalling later ontwikkeld werd  in  de  volle zee bevallinggen  van ichtyosauria  .

—>  Het  nu ontdekte      zeereptiel zelf moest daarvoor een hoge prijs betalen. De onderzoekers vermoeden dat het vanwege complicaties tijdens de bevalling samen met haar pasgeboren en ongeboren jongen stierf.( of gewoon werd bedolven onder  een berg  modder  tijdens de bevalling  ?   )

° Uiteraard  beviel dit specifiek  fossiel  dier NIET op het land  …. gezien de bouw van de  diergroep waartoe het behoort  lijkt me aan land bevallen even onwaarschijnlijk als bij walvissen—>  Is tamelijk fataal voor het moederdier, ze wordt nml  door hij eigen gewicht doodgedrukt.(2)

 Bronmateriaal:
Terrestrial Origin of Viviparity in Mesozoic Marine Reptiles Indicated by Early Triassic Embryonic Fossils” – PLoS ONE

 Motani R, Jiang D-y, Tintori A, Rieppel O, Chen G-b (2014) Terrestrial Origin of Viviparity in Mesozoic Marine Reptiles Indicated by Early Triassic Embryonic Fossils. PLoS ONE 9(2): e88640. doi:10.1371/journal.pone.0088640.

(1) —> Er zijn voldoende moderne reptielen (en zelfs vissen–> Haaien ) die levendbarend zijn. Dat is niet een uitvinding van zoogdieren. …… Een   “echte placenta ” mogelijk wel.

(2)—>

°   De kop -eerst -geboorte is waarschijnlijk   ontwikkeld door levendbarende landbewonende voorouderlijke reptielen van de ichtyosauriers … De eersten van de afstammelingen die naar de zee terugkeerden hebben  deze manier van bevallen behouden in de basale ( reeds in zee levende )stam-ichtyosauria ….Best mogelijk dat de staart -eerst methode evolueerde in de soorten die verderop de afstammingslijnen ( dus geologisch veel later dan de eersten ) onstonden …Misschien was de kop-eerst geboorte in het zee-millieu niet optimaal wat fittness betreft ( = bijvoorbeeld geboortecomplicaties ? ) ..Maar dat is in hoge mate speculatief

°   (volgens mij ) is het dier niet gestorven en bewaard / gefossilifieerd  tengevolge  van een natuurramp op het LAND ….wat wel kan is een plotse ramp in haar mariene millieu ( bijvoorbeeld een modderstroom ) ….het fossiel is namelijk gevonden in een mariene afzetting ….

LIJST C FOSSIELE AMFIBIEËN

GLOS A

 

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

C

Callobatrachus sanyanensis

Name: Chordata: Vertebrata: Amphibia; Anura; Discoglossidae: Callobatrachus sanyanensis

Geological Time: Lower Cretaceous

Size (25.4 mm = 1 inch): Frog: 65 mm long (snout-vent length) Foreleg: 47 mm Hindleg: 97 mm Matrix: 115 mm X 95 mm

Fossil Site: Yixian Formation, Jinzhou, Liaoning Province, China

Description: This plaque holds a very rare fossil: a frog of the Family Discoglossidae, or disk-tongued frogs. The family derives its name from its fixed disk-like tongue. There are two extant genera known from Europe, Noth Africa, the Middle East, and Asia: Alytes (midwife toads) and Discoglossa, a frog that resembles the Ranidae (common frogs). Callobatrachus is the oldest known Discoglossid, and was very briefly described in 1999. A complete description was done in 2001 (See Journal Of Vertebrate Paleontology 21 (3) 460-476).

Frogs of any age are most rare specimens; one from the Cretaceous, so far back in geological time in their history, is almost unheard of. This fine specimen shows most all of the bones in articulation. The left radioulna is visible as it proceeds under the upper body. I do not know if any carpals or phalanges are present to the manus. The matrix has been stabilized to prevent loss of any of the specimen

 

Found in the Daohugou Biota in Mongolia, the fossil of this salamander Chunerpeton showing not only the preserved skeleton but also the skin and even external gills. The fossil dates back to the Jurassic Period, about 160 million years ago.
 http://i.livescience.com/images/i/000/063/276/original/jurassic-salamander.jpg?1393956448

Found in the Daohugou Biota in Mongolia, the fossil of this salamander Chunerpeton showing not only the preserved skeleton but also the skin and even external gills.

The fossil dates back to the Jurassic Period, about 160 million years ago.

http://www.livescience.com/43841-photos-jurassic-fossils-china.html

 


Skull of the temnospondyl amphibian Cyclotosaurus intermedius

http://www.discussfossils.com/forum/printer_friendly_posts.asp?TID=615

Cyclotosaurus intermedius – rekonstrukcja

CYCLOTOSAURUS

CYCLOTOSAURUS sp  (MASTODONSAUROIDEA  (Lydekker, 1885))

fragment de mâchoire on distingue l’empreinte des dents.

Czatkobatrachus

LIJST B FOSSIELE AMFIBIEEN

GLOS A

 

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

B

  

    Fig. 3 Reconstructions of amphibian skeletons. (a) Carboniferous temnospondyl Balanerpeton (from A. R. Milner and S. E. K. Sequeira, The temnospondyl amphibians from the Visean of East Kirkton, West Lothian, Scotland, Trans. Roy. Soc. Edinburgh Earth Sci., 84:331–362, 1994). (b) Permian microsaur Rhynchonkos (as Goniorhynchus, from R. L. Carroll and P. Gaskill, The order Microsauria, Mem. Amer. Phil. Soc., 126:1–211, 1978).
Balanerpeton Balanerpeton.

(Milner & Sequeira 1994) [Balanerpetonskeletal reconstruction and life restoration immediately below is from Milner & Sequeira (1994), and borrowed from here].

i-a6a15b511ac2097808c68e8e16c85a0f-Balanerpeton.jpg(Milner & Sequeira 1994) [Balanerpetonskeletal reconstruction and life restoration  from Milner & Sequeira (1994), and borrowed from here].                   http://scienceblogs.com/tetrapodzoology/2007/07/09/temnospondyls-the-early-years-1/

Abbreviated Dendrogram
TETRAPODA
|–+–LEPOSPONDYLI
|  `–REPTILIOMORPHA
|
TEMNOSPONDYLI
`–+–+–Edopoidea | | |–Edops
|  |  `–+-Cochleosauridae
|  `–Saharastega
`–+-+–Balanerpeton | `–+–Dendrerpeton
|     `–+–Eugryinus | `?–Dvinosauria (if basal – Ruta et al 2007)
`–+–Capetus
|–+–Iberospondylus
|   `–Euskelia | |==Dissorophoidea
|       |     `–LISSAMPHIBIA
|       `–Eryopoidea
`–+?–Dvinosauria (if Limnarchia – Yates &Warren 2000)
`–Stereospondyli
|–Rhinesuchidae
`–+–Lydekkerinidae
|–+–Plagiosauroidea | `–+–Rhytidosteidae | `–Brachyopoidea
`–+–Capitosauria
`–Trematosauria
|–TrematosauroideaBalanerpeton woodi - reconstruction of skullBalanerpeton woodi, reconstruction of skull; from Milner & Sequeira 1994 (via Tetrapoda – Balanerpeton)
http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/temnospondyli2.html
  • Banksiops       A replacement name for Banksia townrowi

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/brachyopoidea.html  http://www.paleofile.com/Labyrinthodons/Banksiops.asp

Bashkirosaurus is an extinct genus of archegosauroidean temnospondyl within the family Archegosauridae  http://paleodb.org/cgi-bin/bridge.pl?a=basicTaxonInfo&taxon_no=37059.

  • Batrachiderpeton

 Batrachiderpeton reticulatum (= B. lineatum)

Batrachosauroididae indet.
Stereophotograph 1 : lateral view of the right side of the vertebra ; the picture is taken slightly from the above. Magnification X6.
Stereophotograph 2 : anterior view of the vertebra. Magnification X6.

http://2dgf.dk/publikationer/dgf_on_line/vol_1/duffaud.htm

  Batrachosuchus browni was a temnospondyl amphibian of the Triassic.
The  systematic paleontology of Batrachosuchus is:Amphibia Linnaeus 1758
Temnospondyli Zittel 1888
Stereospondyli von Zittel 1887
Trematosauria Yates and Warren 2000
Brachyopoidea Lydekker 1885
Brachyopidae Lydekker 1885
Batrachosuchus Broom 1903
Batrachosuchus browni Broom 1903    The type locality of Batrachosuchus browni is in the Burgersdorp Formation at Aliwal North Area in South Africa. The strata in which the remains were found is dated to a span of 249.7 – 237 million years ago (Olenekian-Anisian).
The length of Batrachosuchus browni was about 50 cm. (1.6 ft.).
batrachosuchus skull
This excerpt from Palaeos Vertebrates tells about physical characteristics of the family Brachyopidae:The Brachyopids were a group of medium-sized tetrapods characterized by short,broad flat skulls with large eyes situated far forward.
The legs are relativelysmall; the creature would have spent most of its life in streams and lakes,although it may have been quite capable of moving about on land.
The uppermargin of the mouth was armed with large fangs, indicating fish-eating habits.
The different species are distinguished mainly by details of skull shape.
( Neal Robbins)
  <–pdf  AMNH     Temnospondyl phylogeny

beelzebufo devil frog

Sluit dit venster
Zo zal het hele skelet van Beelzebufo ampinga eruit hebben gezien. Alleen de witte delen zijn daadwerkelijk gevonden. Het streepje rechts stelt vijf centimeter voor. (PNAS) Evans en haar collega’s bestudeerden de meer dan 60 fossiele fragmenten die in het Bassin Mahajanga ( Madagascar) werden verzameld. Het team kon geen volledig skelet samenvoegen, maar was wel in staat om een bijna volledig beeld van de schedel te reconstrueren ( er waren genoeg schedelbeenderen aanwezig om minstens de linkerhelft te reconstrueren :de andere helft is dan gebaseerd op symetrie ) , die “groot ,dik en uitgerust met een reusachtige mond” bleek te zijn .
°
°

Belzebufo (left) was 2-3 times bigger than the largest living South American frog in this family (top right), and 4-5 times bigger than the largest living Malagasy frog (bottom right).PNAS
°
Fig. 3.          <–
Fig. 3.

Representative elements of Beelzebufo ampinga, Late Cretaceous of Madagascar. (A and B) Left premaxilla (UA 9622), labial and lingual views. (C and D) Left maxilla, anterior region (FMNH PR 2510), labial and lingual views. (E) Right nasal, rostral process (UA 9674), dorsal view reflected. (F) Partial left nasal (UA 9629), dorsal view, within scaled nasal shape. (G) Immature right nasal, maxillary process (UA 9625, reflected for comparison with F), dorsolateral view. (H) Right squamosal, maxillary process (FMNH PR 1959), lateral view. (I) Left squamosal, partial maxillary process (UA 9639), lateral view. (J) Left frontoparietal, anterior region (FMNH PR 2512), dorsal view. (K) Right squamosal, otic process (FMNH PR 2536), dorsal view. (L) Sacral vertebra, right half with left side added by reflection (FMNH PR 2003), dorsal view. (M and N) Urostyle, anterior part (UA 9636), anterior and dorsal views. (O) Left tibiofibula (UA 9628), posterior view. (P) Left frontoparietal and exoccipital in posterior view with right side added by reflection (UA 9675). Small arrows indicate unbroken edges. ams, absence of medial shelf; ap, alary process; aps, absence of palatal shelf; mxa, maxillary articulation; occ, occipital condyle; pa, premaxillary articulation; pp, posterior process. (Scale bar: 10 mm.)

Beelzebufo ampigna rana huesos

Beelzebufo was the largest frog that ever lived, weighing about 10 pounds and measuring nearly a foot and a half from head to tail. Judging by its unusually wide mouth, it probably feasted on the occasional baby dinosaur as well as the usual insects.
 °
Late Cretaceous (70 million years ago) / Large size; unusually large, wide-opening mouth
 °
Slightly outweighing its contemporary descendant, the Goliath Frog of Equatorial Guinea,http://savenaturesavehuman.blogspot.be/2012/11/goliath-frog.html
°
Beelzebufo was the largest frog that ever lived, weighing about 10 pounds and measuring nearly a foot and a half from head to tail. Unlike contemporary frogs, which are mostly content to snack on insects, Beelzebufo (at least by the evidence of its unusually wide and capacious mouth) must have chowed down on the smaller animals of the late Cretaceous period, perhaps including baby dinosaurs and full-grown “dino-birds” in its diet.
 °
Reprising a common theme, this prehistoric amphibian evolved to its giant size on the relatively isolated Indian Ocean island of Madagascar, where it didn’t have to deal with the large, predatory, theropod dinosaurs that ruled the earth elsewhere.
 °
Goliath frog eating another frog
___________________________________________________________________________________
°

Beiyanerpeton jianpingensis.

The world’s oldest fossil of a salamander has been discovered. Six fossils of 157 million year old salamanders were found embedded in volcanic ash in an ancient lake bed in western Liaoning Province, China. The ash helped keep the fossil remarkably well preserved. The Jurassic salamander has been given the name, Beiyanerpeton jianpingensis. These fossils take salamanders back another 40 million years into the Oxfordian stage of the Late Jurassic. The previous oldest salamander fossil was a 114 million year old fossil found in Spain.

The ancient 4-inch long Jurassic salamanders resembled modern salamanders. The researchers say differences between the fossil and modern salamndroids include “a discrete and tooth-bearing palatine, and unequivocally nonpedicellate and monocuspid marginal teeth in large and presumably mature individuals.”

The research is published here in the Proceedings of the National Academy of Sciences(PNAS).

 

 .

 jurassic salamander fossil

jurassic salamander fossil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Photo: Mick Ellison, American Museum of Natural History/Proceedings of the National Academy of Sciences
 http://www.sciencespacerobots.com/worlds-oldest-fossil-of-a-salamander-discovered-in-china-32520125
°
Skull of Benthosuchus sushkini, an amphibian that lived 230 million years ago. This fossil originates from the Triassic rocks of the Scharzhenga River, Russia.
NaturalHistoryMuseum  London 
Fossil skull of the amphibian Benthosuchus sushkini

 

 

BRANCHIOSAURUS PERMIAN AMPHIBIAN FOSSIL

This is a fine exemple of a Branchiosaurus sp. from the Lower Permian of Germany. Approximately 260,000,000 years old.

Branchiosaurus

Branchiosaurus   http://www.biolib.cz/en/image/id61951/

ブランキオサウルス

Four Rare Fossil Amphibians  - Pfalz, GermanyFour Rare Fossil Amphibians  - Pfalz, GermanyFour Rare Fossil Amphibians  - Pfalz, Germany

three adults and one larval Branchiosaurs. These salamander-like amphibians once inhabited swamps in what is now Southwest Germany. This fossil plate comes from a  quarry near Pfalz, Germany

Although Branchiosaurs look like modern day salamanders they are not related and are classified in a separate order and family of amphibians. The name branchiosaur means “gill lizard”. As adults Branchiosaurs retained their external gills similar to a modern day amphibians like the mudpuppy (Necturus). Google fossilream to see more of our incredible fossils.

Branchiosaurus Geologic Age: Lower Permian Location: Odenheim, Rhineland-Pfalz, Southwest Germany

LIJST A fossiele amfibieen

GLOS A

 

Amfibieen 

http://www.prehistoriclife.nl/BeschrijvingAF.html  

De moderne land- en watersalamanders, kikkers en padden zijn de nakomelingen van de eerste Amphibia, oftewel amfibieën die zich 370 miljoen jaar geleden op het land waagden. Hun verovering van het land was echter geen volledig succes – voor de voortplanting moesten de amfibieën nog steeds terug naar het water. Het zijn hun afstammelingen – de reptielen – die pas echt het land veroverden. De naam Amphibia betekend ‘beide levens’ en refereert naar het vermogen van deze dieren om in twee werelden te leven – de wereld van het water, nog steeds bewoond door hun voorouders de vissen, en de wereld van het land, dat hun afstammelingen de reptielen zouden erven. De pas uit het ei gekropen larve van een amfibie is aangepast aan het leven in het water – ze heeft kieuwen en een zwemstaart. Later treedt er een vrij snelle gedaantewisseling op waarbij deze kenmerken verloren gaan. De larve krijgt dan longen en sterkere ledematen waarmee ze later aan het leven op het land was aangepast. Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat ook de fossiele amfibieën uit het Palaeozoïcum een dergelijk aquatisch larvaal stadium doorliepen. Er is een aantal vondsten gedaan van kleine individuen met sporen van kieuwen, die via een reeks van steeds grotere exemplaren verbonden zijn met volwassen dieren zonder sporen van kieuwen. In andere gevallen, zoals bij Seymouria werden in de kop van jonge dieren de restanten van kanalen van het zijlijnorgaan aangetroffen. Dit zijlijnorgaan kan alleen werkzaam zijn geweest onder water. Ten slotte is er een aantal nog levende amfibieën, zoals de mudpuppy uit Noord-Amerika, die weer zijn teruggekeerd naar een volledig aquatisch bestaan en in het volwassen stadium hun kieuwen hebben behouden. Dit gold ook voor een aantal Palaeozoïsche amfibieën zoals Gerrothorax, die drie paar veervormige kieuwen had. Een van de karakteristiekste kenmerken van de hedendaagse amfibieën is hun vochtige huid. Het is tegelijkertijd ook het kenmerk dat hen het duidelijkst onderscheidt van hun Palaeozoïsche voorouders. Moderne amfibieën ademen zowel door de longen als door de huid. Deze huidademhaling legt echter wel beperkingen op aan hun grootte en levenswijze. Veel amfibieën uit het Palaeozoïcum hadden zware schubben of een pantser over het lichaam en bereikten bovendien een respectabele omvang. Ze konden niet door de huid ademhalen en hadden om vochtverlies tegen te gaan een ondoorlaatbare leerachtige huid. Mede hierdoor waren het trage, nogal plompe dieren. Paleontologen zijn het er over eens dat de amfibieën zijn ontstaan uit een van de drie groepen spiervinnigen. Deze drie groepen zijn de longvissen (Dipnoi) met een aantal nog levende soorten, de Coelacanthida of Actinistia met nog één levende soort en de uitgestorven Rhipidistia, die zijn opgesplitst in de Osteolepiformes en de Porolepiformes. De structuur van de spieren en beenderen in de gepaarde, vlezige vinnen konden zich zonder veel moeite hebben ontwikkeld tot de ledematen van een primitief amfibie. Bovendien bezaten deze vissen net als amfibieën longen. Dit is in ieder geval zeker bij de nog levende longvissen; ook de enig levende Coelacanth heeft een, zij het enkelvoudige, op longen lijkende structuur. Het is op grond hiervan aannemelijk dat ook de uitgestorven Rhipidistia longen gehad zullen hebben. Verder hebben zowel de longvissen als de Rhipidistia openeningen in het verhemelte, die overeenstemmend zijn met de inwendige neusopeningen van de amfibieën. Paleontologen verschillen echter van mening over de groep waaruit de amfibieën zouden zijn ontstaan. De meesten geloven dat dit de Rhipidistia waren. De bouw van de schedel en de vinnen/poten van deze vissen vertoont een verbluffende overeenkomst met die van de primitieve amfibieën. Andere paleontologen houden het erop dat de longvissen de voorouders waren. Zij baseren dit op de ontwikkeling van longen, neusgaten en vinnen die overeenkomt met de ontwikkeling van deze lichaamsdelen bij levende amfibieën. Ongeacht tot welke groep de voorouders van de amfibieën hebben behoord, blijft de vraag waarom zij aan land zijn gegaan. Immers, de temperatuurwisselingen op het land zijn veel groter en het gevaar van uitdroging ligt constant op de loer. Aanvankelijk dacht men dat deze evolutionaire verandering tot stand was gekomen in een milieu waar periodieke droogten optraden. Vissen die hun uitdrogende poel konden verlaten en over land op zoek konden gaan naar andere nog waterhoudende poelen, zouden sterk in het voordeel zijn geweest. De meest recente theorie gaat er evenwel van uit dat de vissen het land op trokken om te ontkomen aan de vele roofzuchtige waterbewoners. Eenmaal aan land ontdekten zij de grote voedselrijkdom van de sappige begroeiing langs de oevers met slakken, wormen, insekten en andere ongewervelden. Dit was de gelegenheid voor cruciale evolutionaire veranderingen die uiteindelijk leidden tot de ontwikkeling van de eerste amfibieën. De oudst bekende amfibieën zijn gevonden in gesteenten van het Laat-Devoon op Groenland. In die tijd, zo’n 370 miljoen jaar geleden, maakte Groenland deel uit van het Euramerikaanse continent, dat toen ter hoogte van de evenaar lag. Opvallend is dat bijna lle vroege amfibieën en hun afstammelingen, de reptielen, tot in het Midden-Perm, zo’n 270 miljoen jaar geleden, slechts op dit continent zijn aangetroffen. Hieruit kan worden afgeleid dat deze dierenop dit continent moeten zijn ontstaan. Pas na het Midden-Perm, nadat Azië en de zuidelijke landmassa’s van Gondwanaland aan Euramerika waren vast komen te liggen en gezamenlijk het supercontinent Pangea vormden, verspreidden de amfibieën en reptielen zich over de gehele wereld. In het Perm bereikten de Palaeozoïsche amfibieën hun grootste vormenrijkdom. Uit deze periode zijn meer dan honder geslachten bekend, verdeeld over veertig families. In de Trias werden de laatste antieke amfibieën door de Therapsiden van het land verdreven. Er zijn uit deze periode weliswaar nog meer dan tachtig geslachten bekend, maar deze behoorden tot slechts vijftien families, alle temnospondyle labyrinthodonten. Aan het lange bestaan van de labyrinthodonten was nu bijna een eind gekomen. In het Jura kwamen nog slechts twee geslachten voor, één in Australië en één in China. De voorouders van de hedendaagse amfibieën met hun vochtige huiden waren ook al verschenen, zoals de eerste kikker Triadobatrachus. Beenderen van de eerste Urodela, waartoe de hedendaagse salamanders behoren, zijn gevonden in gesteenten uit de Jura

amfibieen evolutie en geologie    <–Docx

http://www.biolib.cz/en/taxon/id304/

Uitgestorven voorlopers van extante groepen 

  • Lissamphibia. Modern amphibians are known first from the Triassic, but they might have arisen earlier. Triassic fossils are rare, but the fossil record for frogs and urodelans after the Jurassic is quite extensive, but it is not for caecilians, probably because of their reduced skeleton.
  • Early frogs are from the Lower Jurassic of Argentina and Arizona, but there are some ‘proto-frogs’ from the Lower Triassic of Madagascar (Triadobatracus) and Poland (Czatkobatrachus).
  • The earliest salamanders are from Middle Jurassic Europe (Marmorerpeton) and Asia (Karaurus), while most later fossils are from all over the Northern Hemisphere.
  • The earliest fossil caecilian is Eocaecilia from the Lower Jurassic of Arizona, a form that still has reduced limbs, although in modern caecilians the limbs are absent.

Illustrations of what some prehistoric amphibians may have looked like:

prehistoric-amphibians-12622

 

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

°

A

___________________________________________________________________

Capitosauroid / ‘ Abi Adi Lizard ‘  / Ethiopia

Jurassic   Triassic

 

___________________________________________________________________

Acanthostega was redescribed in the 1990s by Jenny Clack and Mike Coates, and represents the most primitive tetrapod that has hands and feet for which we have a full skeleton. It had toes (eight per limb), no fin rays, a large load-bearing pelvis and is thought to have retained gills into adulthood.

Figure 2. Acanthostega in a swimming posture (from Clack)

Figure 3 The left forelimb of Acanthostega, showing the eight digits (from Clack)
___________________________________________________________________
°
___________________________________________________________________


Holotype (RSM 1967/13/1) of Acherontiscus caledoniae. From Carroll, 1969.              lepospondyli

http://www.palaeocritti.com/by-group/lepospondyli/acherontiscus

___________________________________________________________________


Acroplous vorax Hotton, 1959, DMNH 44396. Skull in A, dorsal view; B, ventral view (displaced pterygoids and parasphenoid removed during preparation); C, left lateral view; D, occipital view; E, right mandible, labial view (image reversed); F, lingual view (image reversed); G, dorsal view. Scale bar equals 1 cm.

http://dinosauria.ucoz.com/news/2008-07-02-4

___________________________________________________________________

actiobates

actinobates

______________________________________________________________

Actinodon

un-actinodon-(a-gauche)-decouvert-au-chemin-de-muse-et-un-onchiodon-(a-droite)-photo-dr

Un actinodon (à gauche) découvert au chemin de Muse et un onchiodon (à droite). Photo DR

http://www.bienpublic.com/cote-d-or/2011/08/25/des-fossiles-de-poissons-qui-nous-attendent

A rare fossil Amphibian :   Actinodon frossardi, from the Lower Permian of Autun,

http://fossilspictures.wordpress.com/2009/03/11/actinodon-frossardi-permian-france/Adamanterpeton

http://www.dinofan.com/dfanimals/LifeForm_Detail_Images.aspx?SBID=28106

Crâne d’Actinodon.
Crâne d'Actinodon.

Aedua Graudryi (Dauvage), Igornay, Saône-et-Loire.

 

_______________________________________________________________

Adelogyrinus simnorhynchus 89980f278576

  

Adelospondylus

adelospondylus watsoni skull 0ae4c0d045ba

 

Skull of Adelospondylus watsoni, after Carroll, 1967    http://www.palaeocritti.com/by-group/lepospondyli/adelospondylus

http://www.reptileevolution.com/adelospondylus.htm

________________________________________________________________

http://tolweb.org/Palaeobatrachidae/16985

 

_____________________________________________________________

dissorophoidean euskelian temnospondyl

 

______________________________________________________________

___________________________________________________________________

_____________________________________________________________

AMBER ….

Frogs, toads and other amphibians are very rarely found as amber inclusions for several reasons: they’re usually larger than most insects and as such have a greater amount of muscle power available to extract themselves from the primordial goo, their moist skin is less likely to stick to the sap, and their usual habitats aren’t in the trees.

 

Except for tree frogs, of course, of which the fingernail-sized specimen above is a prime example. If authenticated, this frog would have met his maker approximately 25 million years ago in the area of today’s Chiapas State, Mexico.

 

 

amphibamushttp://dinosaurs.about.com/od/dinosaurpictures/ig/Prehistoric-Amphibian-Pictures/Amphibamus.htm

Late Carboniferous (300 million years ago)/Small size; salamander-like body/insectivore ?

It’s often the case that the genus that lends its name to a family of creatures is the least understood member of that family. In the case of Amphibamus, the story is a bit more complicated; the word “amphibian” was already in wide currency when the famous paleontologist Edward Drinker Cope bestowed this name on a fossil dating from the late Carboniferous period.

Amphibamus seems to have been a much smaller version of the larger, crocodile-like “temnospondyl” amphibians (such as Eryops and Mastodonsaurus) that dominated terrestrial life at this time, but it might also have represented the point in evolutionary history when frogs and salamanders split off from the amphibian family tree. Whatever the case, Amphibamus was a small, inoffensive creature, only slightly more sophisticated than its recent tetrapod ancestors.

 

Saurerpeton (× 1/2, after Romer, 1930, fig. 6); Amphibamus, the palatal view × 2-1/4, from Watson, 1940, fig. 4 (as Miobatrachus), the dorsal view × 2-1/2, from Gregory’s revised figure of Amphibamus (1950, Fig. 1); Protobatrachus, × 1, from Watson, 1940, fig. 18, 19.

http://www.gutenberg.org/files/37350/37350-h/37350-h.htm

 

 

found in Ohio, USA //Medial Pensylvannian  //3 x 2.8 cm  Amphibamus lyelli

http://fossils.valdosta.edu/fossil_pages/fossils_pen/a5.html

AMPHIBIANS  (FOSSIL)

http://http://dc152.4shared.com/doc/gAtoYuue/preview.html

___________________________________________________________________

 

__________________________________________________________________

__________________________________________________________________

Anconastes was a realtively small temnospondyl amphibian,‭ ‬and although the name means‭ ‘‬mountain dweller‭’‬,‭ ‬Anconastes probably didn’t stray too far from the swamps and water systems of Carboniferous North America.

 

Gzhelian of the Carboniferous.

__________________________________________________________________

andrias_schleuchzeri.jpg   Untitled-1.jpg

 

 

__________________________________________________________________

Angusaurus: Getmanov 1989.  A. dentatus Getmanov 1989, A. succedaneus Getmanov 1989,A. tsylmensis Novikov 1990 (?= Trematosaurus [S02]), A. weidenbaumi (= Trematosaurus w. = Thoosuchus w.) Kuzmin 1935.

Range: Early Triassic of Russia.

Phylogeny: Trematosauridae:: Trematosaurus + *.

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/trematosauridae.html

 

___________________________________________________________________

 

___________________________________________________________

°  ANURA  

De moderne kikkers en padden worden gegroepeerd in de Anura. De volwassen dieren zijn zeer gespecialiseerde gewervelde dieren met de kortste wervelkolom van alle vertebraten en met geweldige springpoten. Een anure ondergaat tussen het larvale en het volwassen stadium een ware metamorphose. Hij verandert van een pootloze, zwemmende herbivoor (kikkervisje) met een lange staart in een springende, staartloze insectivoor met grote ogen. Paleontologen zijn er vrij zeker van dat de temnospondyle labyrinthodonten, bijvoorbeeld van eryopide vormen. De eerste amfibie met kikkerachtige trekken dateert uit de vroege Trias

 

 

________________________________________________________________

.Anthracosauria    

De anthracosauriërs, ook wel bekend onder de naam batrachosauriërs, waren labyrinthodonten die verschenen in het Carboon en in het Midden-Perm uitstierven. De groep was lang niet zo talrijk en vormenrijk als de temnospondylen, maar onder hen bevonden zich wel de voorouders van de reptielen. In tegenstelling tot de temnospondylen, zijn bij de anthracosauriërs de zijdelings gelegen elementen aan de wervels behouden gebleven en ontwikkeld tot de wervelkolom. Bij primitieve dieren zijn deze beide elementen nog in de vorm van 2 halve ringen. Bij latere soorten smelten deze samen en vormen zo de wervelkolom van de amnioten.

  • Order Anthracosauria, also known as coal lizards, are early stem-amniotes (not true amniotes though, as they still had a larval from) known from the Carboniferous to the Triassic. They were fish-eating carnivores that seem to have been terrestrial animals that became secondarily adapted for life in water. An example is Proterogyrinus from the Early Carboniferous of the USA and Scotland. This was 1 m long with an elongated skull, well developed limbs, a tail for swimming and may have had an eardrum.

 _____________________________________________________________________________

 

apachesaurus fossils

 

___________________________________________________________________

  • Apateon                       Apateon Lower Permian Fossil Amphibian    Apateon pedestris (a Permian tetrapod)

Apateon Permian Fossil AmphibianThis is a rarely seen amphibian; known as Apateon pedestris, thought to be a precursor of the salamanders. The family derives its name from the gill structures that are present from larvae to adult. Some salamanders demonstrate neoteny, or the capability of reproducing while in what is ostensibly the larval state. Neoteny is not all that uncommon among modern-day Apateonsalamanders (some 40 species in 9 different families demonstrate this strategy), with the Mexican Salamander, Axolotl, being an example; this means that it retains its gills and fins, and it doesn’t develop the protruding eyes, 
eyelids and characteristics of other adult salamanders. It grows much larger than a normal larval salamander, and it reaches sexual maturity in this larval stage. The detail is amazing for a specimen nearly 300 million years old. Note the soft tissue outlines preserved. Apateon pedestris grew to a maximum length of 9 cm.

click fossil pictures to enlarge

Phylum Chordata, Subphylum Vertebrata, Superclass Tetrapoda, Class Amphibia, Order Temnospondyli, Family BranchiosauridaeGeological Time: Lower Permian (Asselian Age – 290 million years ago)Size: 42 mm long (tip of skull to tip of tail along backbone). Matrix: 50 mm by 55 mm    Fossil Site: Red Beds, Odernheim, Germany

apateon wl-am1bapateon wl-am2bapareon wl-am3bapateon wl-am5bapateon wl-am6bapateon wl-am7bBranchiosaur Amphibian genus apateon, species pedestris Permian swamps in Pfalz, Germany    280 Million years old

 

_____________________________________________________________Aphaneramma

http://nl.wikipedia.org/wiki/Aphaneramma

Meer afbeeldingen

 

aphanerama skulls

aphanerammaAphaneramma is een uitgestorven geslacht van amfibieën, dat voorkwam in het Vroeg-Trias. Deze dieren konden tot 1 meter lang worden. Wikipedia

http://www.utm.utoronto.ca/~w3bio356/lab_info/lab_03/aphaneramma.htm

___________________________________________________________________

Apodops is an extinct genus of early caecilian from the Paleocene of Brazil.

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

temnospondyl amphibian in the family Rhytidosteidae from the early Triassic.

Arcadia myriadens.jpg

_________________________________________________________________

The only identified species in the genus is A. basalticus, which lived during the Oligocene

 

_________________________________________________________________

  Archegosaurus schedel/replica / Lebach/Saarland (germany) 

Archegosaurus 

Archegosaurus behoort tot de klasse der Labyrinthodonta, een groep uitgestorven amfibieën. Deze amfibieën waren de eerste vertebraten die in het Devoon het land veroverden. Zij hadden zich uit de Sarcopterygii ontwikkeld, een klasse waartoe de kwastvinnigen en longvissen behoren. In een groep uit deze klasse ontwikkelde zich in het Devoon de longen uit de zwemblaas, toen ze om onbekende redenen het water verlieten.
Archegosaurus kon 1 m lang worden. Samen met Sclerocephalus en Actinodon behoorde hij tot de grootste amfibieën in Europa in het Perm.

Archegosaurus decheni fossil. This amphibian, which lived in the Permian period (280-248 million years ago), was the first vertebrate to begin the conquest of solid ground. The fossil was found in deposits in Saarland, Germany. Taken from Mines and Miners L. Simonin, 1868.    http://www.sciencephoto.com/media/172180/view

http://www.henskensfossils.nl/NETH0001.htm

http://dinosaurs.about.com/od/tetrapodsandamphibians/p/archegosaurus.htm

Late Carboniferous-Early Permian (310-300 million years ago)/Stubby legs; crocodile-like build  / Fish eater

Considering how many complete and partial skulls of Archegosaurus have been found–almost 200, all of them from the same fossil site in Germany–this is still a relatively mysterious prehistoric amphibian. To judge from reconstructions, Archegosaurus was a large, crocodile-like carnivore that prowled the swamps of western Europe, feasting on small fish and (perhaps) smaller amphibians and tetrapods. By the way, there are a handful of even more obscure amphibians under the umbrella “archegosauridae,” one of which bears the amusing name Collidosuchus.

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/metoposauroidea.html

______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_________________________________________________________________

  • Asaphestra,                                                                                                                                                         Asaphestra is an extinct genus of microsaur within the family Tuditanidae

___________________________________________________________________


Holotype of A. chiton. After Broili, 1904.

Holotype of A. glascocki. From Case, 1911.


Skull (UC 673) of A. novomexicanus. From Case & Williston, 1913.

http://www.palaeocritti.com/by-group/temnospondyli/aspidosaurus

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

australerpeton preview010

preview009

 

http://dc307.4shared.com/doc/gUOgboVx/preview.html

http://www.dinofan.com/dfanimals/LifeForm_Detail_Images.aspx?SBID=28144

___________________________________________________________________

Austrobrachyops Аустробрахиопс
Austrobrachyops jensei holotype, left pterygoid, dorsal view.
Trading card - Lost Worlds by William Stout - Large Thecodont and Austrobrachyops

___________________________________________________________________

†superfamily Brachyopoidea Lydekker 1885 (tetrapod) Alternative spelling: Brachiopoidea

OsteichthyesTemnospondyli

Synonym:   austropelor Longman 1941 [nomen dubium]

labyrinthodont amphibian

___________________________________________________________________

___________________________________________________________________

Over het ontstaan van kikkers, slangen, krokodillen

00
°
 
Moderne Reptielen & Amfibieen Over het ontstaan van kikkers, slangen, krokodillen, enz.Een artikel van Tim Spaan.
(Dit is een oud  maar ,nog steeds  interessant   samenvattend en initierend    artikel  ….. )
Moderne Reptielen & Amfibieën     (<–klik hier als de plaatjes niet zichtbaar zijn )
°
Evolutie van een kikker. Niet veel mensen kennen de fossiele kikkersoort Triadobatrachus uit het vroeg-Trias. Het is een dier van zo’n 10 centimeter lang, en in vele opzichten een perfecte overgangsvorm tussen moderne kikkers en de vroegere amfibieën familie Labyrnthodonta.
      Kikker skelet
padden-skelet
Moderne  kikker
Kikkers, die behoren tot de orde der Anura, hebben verschillende unieke kenmerken, die allemaal rond hun ongebruikelijke springende bewegingsvorm gebaseerd zijn. Het voornaamste kenmerk is de unieke bouw van hun bekkengordel. De Ilium is sterk verlengd, en de post-sacrale ruggewervels zijn versmolten in één stevig stuk been dat als urostyle bekend staat. De Ilium en de urostyle vormen samen een driedelige bekkenstructuur die bestand is  tegen de schokken van het springen van het dier.
Kikkers hebben de kortste ruggengraat van alle vertebraten, het aantal wervels ligt tussen de vijf en negen. De ribben zijn volledig afwezig (hoewel sommige soorten korte ribachtige uitsteeksels van de transversale ruggegraatsprocessen hebben). De wervelbeenderen zijn uniek door de afwezigheid van om het even welke pleurocentra en hypocentra, en bestaan slechts uit neurale bogen. De tibia en fibula zijn samen tot één been versmolten om de enorme spanningen te weerstaan die ontstaan tijdens het springen. De achterste poten zelf zijn lang en zeer krachtig voor de springende, en zwemmende, voortbeweging van de kikker  .  De schedel is zeer groot, maar ook zeer licht. Zowel het aantal als de grootte van de schedelbeenderen is beduidend minder dan bij andere typische amfibieën. De frontale en wandbeenderen zijn in één enkel been versmolten. De oogkassen zijn groter dan de ogen zelf, hierdoor kunnen de ogen omhoog en omlaag worden bewogen (De kikker kan zijn ogen door het gehemelte de bek in laten zakken, hierdoor duwen de ogen het voedsel de slokdarm in.). Tussen de ogen ligt een groot bot dat de voorzijde van de hersenpan beschermt
triad-btriadobatrachus
In vele kenmerken, is het fossiel Triadobatrachus een schakel tussen de moderne kikkers en hun voorouderlijke Labrynthodonta. De schedel is zeer kikkerachtig, met versmolten frontale en wandbeenderen (hoewel deze langer zijn dan bij in om het even welke moderne kikker), en grote open oogkassen. De Ilium is veel langer dan in vroegere Labrynthodonten, maar niet zolang als in moderne kikkers. De schedelstructuur en verlengde ilium, samen met de grote achterpoten en het gebrek aan ribben, doen Triadobatrachus gelden als een zeer primitieve kikker. Veel van deze eigenschappen zijn echter nog slecht ontwikkeld in Triadobatrachus. De Ilium bijvoorbeeld heeft een sterke verbinding met de wervelkolom, in tegenstelling tot alle moderne kikkers. De Urostyle is ook afwezig, en Triadobatrachus heeft in plaats daarvan een korte staart, iets wat geen moderne kikker heeft. De ruggengraat, niettemin enigszins korter dan in Labrynthodonten, is nog bijna tweemaal zolang als in om het even welke moderne kikker (En bevat 24 wervels.). De achterpoten zijn proportioneel nog zeer klein, maar niettemin enigszins groter dan de voorpoten. De tibia en fibula zijn niet met elkaar vergroeid, en maken dat Triadobatrachus geen efficiente springer was. De beenderen van de pectorale gordel zijn vrij klein en licht, in tegenstelling tot de zware pectorale beenderen van de moderne kikkers, die zijn gebouwd om de enorme schokkende krachten te weerstaan bij het landen na een lange sprong. Aldus vertoond Triadobatrachus een zeer primitieve versie van moderne kikkerkenmerken, en beschikt eveneens nog over verscheidene kenmerken van zijn voorouderlijke Labrynthodonta. De staartwervels, het gebrek aan een urostyle, een vrije ilium, en de aparte tibia en fibula zijn allen kenmerken die door Labrynthodonta worden bezeten maar niet door een andere huidige of uitgestorven kikkersoort. Anderzijds zijn het verlengde ilium, het gebrek aan ribben en de grote vlakke schedelstructuur typische kenmerken van kikkers maar niet van Labrynthodonta. Triadobatrachus verenigd de trekken van twee zeer verschillende groepen dieren in zich, en kan slechts als evolutieve schakel tussen deze twee groepen worden beschouwd
Evolutie van een slang. Moderne slangen, die behoren tot de suborde der Serpentes, ontstonden twintig miljoen jaar geleden in het Mioceen. Pootloze reptielen die hun voorouders vormen zijn echter al van veel langer geleden bekend, deze dateren terug tot het Krijt, zo’n tachtig miljoen jaar geleden. Het lichaam van een slang is sterk verlengt, in tegenstelling tot de staart, die slechts het achterste puntje van het lange lijf vormt. Sommige slangesoorten beschikken over meer dan 450 wervels. De poten zijn verdwenen en de onderste en bovenste slaapvensters zijn versmolten waardoor er plaats is voor grotere kaakspieren. De kaken zijn nog flexibeler dan bij hagedissen waardoor grote prooien kunnen worden ingeslikt .
Van hun pootamputatie hebben slangen allerminst last
  Een fossiele slang uit het eoceen
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de vreedzame leguanen beschikken varanen over scherpe klauwen en venijnige gekartelde tanden. De zelfde soort tanden als waar slangen over beschikken. Met deze wapens schrikken ze er niet voor terug om krokodillennesten te plunderen of vee te roven in door mensen bevolkt gebied. Verschillende varanen kunnen grote afmetingen bereiken, zoals de Nijlvaraan (ongeveer 2 meter) en vooral de Komododraak (3 meter), maar nog zeer recentelijk heeft er in Australië een zeer grote varaan geleefd die bekend staat als Megalania prisca, een monster van mogenlijk 6 tot 8 meter lang die prooien ter groote van een neushoorn kon doden. Maar Megalania is een recent dier uit het Pleistoceen, voor de oorsprong van varanen en slangen moeten we terug naar het Krijt. Varanen waren tijdens het Krijt even succesvol met een gelijke levensstijl. In Mongolië braken varanen zoals Estesia in in nesten, net als tegenwoordig, maar hier waren het dinosauriërsnesten van Oviraptor of Velociraptor waar ze eieren roofden. Het was deze varanen populatie die de gestalte heeft gegeven aan de slangen, de in Israel gevonden Pachyrhachis geldt als een één meter lange slang met poten.
Niet veel fossielen zijn gevonden van Megalania, deze kaak is één van de schaarse resten
slangen met pootjes
       
De achterpoten van de slang Pachyrhachis (links) en Haasiophis (onder ).
OPGELET !!
( deze site onder voorbehoud )(1)
°
Pachyrhachis vertoond verschillende kenmerken van een aquatisch reptiel, wat een interresant gegeven is, want tijdens het Laat-Krijt leefde er een groep van aquatische reptielen, die wat betreft skelettrekken tussen de varanen en slangen in staan; de Mosasauriërs.
°
°
Deze enorme zeereptielen die in een korte tijd zeer succesvol werden tijdens het late Krijt beschikken over schedels en tanden die sterk overeenkomen met die van zowel varanen als slangen.
Mosasaurierschedels vertonen zelfs nog meer overeenkomst met die van slangen door de aanwezigheid van een dubbele rij tanden op de vleugelbeenderen in het gehemelte (Het Pterygoidae), dit komt voor bij slangen, niet bij varanen. Ook hun lange slangachtige vorm hebben ze dus niet van een vreemde. Aan de andere kant hebben mosasauriërs duidelijk vier ledematen, die zoals bij elke aquatische tetrapode in vinnen verpakte vingers en tenen bevatten.
Hoewel Mosasauriërs door hun buitensporige formaat moeilijk de directe voorouders kunnen zijn van de veel kleinere slangen die er op volgden, representeren ze wel een stadium dat zich tussen varanen en slangen bevind. Ook door het feit dat vroege slangen (met poten) aquatische dieren waren maakt het plausibel dat Mosasauriërs en slangen zijn ontstaan uit een gemeenschappelijke voorouder. Een langgerekt aquatisch reptiel met flippers, dat verwant was aan de varanen, en ondermeer beschikte over dezelfde kaken, tanden en het orgaan van Jacobson (Paleonartiesten beelden tegenwoordig Mosasauriërs af met een gespleten tong.). Diens nakomelingen leidde enerzijds tot enorme zeereptielen, en anderzijds tot kleinere roofdieren, wiens slangachtige vorm extremer werd, hun poten geheel verloren, en in de meeste gevallen terug keerden naar het land, hoewel er altijd ‘zeeslangen’ zijn gebleven.
°
Evolutie van een krokodil. Krokodillen zijn de enige nog levende (non-avian) Archosauriërs, de orde waartoe onder andere ook pterosauriërs en dinosauriërs behoren. De vroegste voorouders van de Krokodillen zijn dan ook rond de zelfde perioden ontstaan als hun uitgestorven verwanten, zo rond 230 miljoen jaar geleden, in het Midden-Trias. De oudste voorouders der krokodillen vertonen al verschillende karakteristieken in de schedel. Alle kroks hebben een zware platte schedel, met de kaakspieren achterin de kaken gehecht, waardoor de kaken zeer ver geopend kunnen worden en met veel kracht kunnen worden dichtgeslagen. De huidige Australische zoutwaterkrokodil overtreft de bijtkracht van een leeuw drie maal, en evenaart, zo niet overtreft, die van de grootste carnivore dinosauriërs. Krokodillen hebben hun rol van roofdier aan de waterkant geperfectioneerd, nadat deze in het laat-Pennsylvanian werd overgenomen van de amfibieën door nieuwe vormen van half-aquatische reptielen, waarvan de krokodillen uiteindelijk de succesvolste zijn geworden. De klassieke jachtmethode van een krokodil bestaat uit eindeloos wachten aan de oever van een meer of rivier, en waarneer de dorstig dier komt drinken pijlsnel toeslaan. In redelijk troebel water is een onder water aanzwemmende krokodil vrijwel onzichtbaar, zelfs voor het scherpe oog van een mens. Als ze eenmaal toeslaan is er geen ontkomen meer aan, want hierin zijn ze werkelijk pijlsnel. Het Oud-Egyptische woord voor krokodil stond synoniem voor een pijlsnelle gebeurtenis, zo snel dat je geen tijd meer hebt om te reageren. Als een prooi eenmaal tussen de machtige kaken is beland doet de krokodil deze meestal verdrinken, voor hem de meest veilige methode om de prooi te doden. Sinds krokodillen deze levensstijl hebben aangenomen zijn ze weinig meer veranderd. Zolang de oevers het zelfde blijven, het water het zelfde blijft en er genoeg prooidieren dorst hebben is er voor de krokodillen geen reden om ingrijpend te veranderen. Ze groeien alleen wel met hun prooi mee, zo leefde er tijdens het Krijt, toen de wereld bevolkt werd met grote herbivore dinosauri�rs verschillende reusachtige krokodilen, zoals de Noord-Amerikaanse Deinosuchus en de Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse Sarcosuchus. Beide soorten werden zo’n 12 meter lang, waarschijnlijk evengroot als de Indiaanse Rhamphosuchus die leefde tijdens het Plioceen en mogenlijk joeg op de verschillende soorten olifanten die destijds leefde. In het Eoceen daarentegen, -vlak na de grote uitsterving- waren de krokodillen klein, evenals hun prooien.
De zeekrokodil Geosaurus.
°
De gespecialiseerde levenswijze van krokodillen maakt het hen moeilijk om radicale veranderingen door te voeren, zoals al reeds gezegd zijn krokodillen sinds hun ontstaan nauwelijks veranderd, maar toch zijn er in het verleden pogingen geweest om een andere levensstijl aan te nemen. Eén van de voornaamste zijn de zeekrokodillen uit het Jura, waar ondermeer Metriorhynchus en Geosaurus toe behoren. Deze pasten zich in verschillende opzichten aan aan het leven in de open zee, zo verloren ze hun pantserplaten en ontwikkelden een visachtige zwemstaart. Zo namen ze plaats tussen de bonte schare van marine reptielen uit het late Jura. Maar dit gebeurde allemaal lang na het ontstaan van de krokodillen, en daar dit stukje over de evolutie van krokodillen gaat is het hoog tijd dat ik dat onderwerp aansnij. Daar een reptiel van oorspong een landdier is zijn ook alle krokodillen eens dieren geweest die op het land hun kostje bij elkaar scharrelden
 Protosuchus
de landkrokodil Protosuchus uit  het late Trias
°
Er  leefden   verschillende puur terrestrische krokodillen, zoals Terrestrisuchus, zijn naam zegt het al, en Protosuchus, die beide hoogpotige slanke roofdieren waren. Maar de meest spectaculaire krokodilachtigen waren wel de bipede soorten. De uit het midden-Trias afkomstige Gracilisuchus beschikte over een lichtgebouwd lijf en stond op zijn achterpoten. Hij leek zo weinig op moderne krokodillen, en zo veel op de leden uit de familie der Ornithosuchia (De zelfde familie die gestalte heeft gegeven aan de dinosauriërs.), dat hij jarenlang voor een Ornithosuchiër is versleten. Enkele kenmerken in de in de bouw van de nekwervels, schedel en enkelgewrichten kwam de ware aard van Gracilisuchus naar boven. Het valt echter niet te ontkennen dat het dier een sprekende overeenkomst vertoond met Ornithosuchiërs zoals Postosuchus of de voorouder der dinosauriërs Marasuchus, en dit gegeven doen het vermoeden van een gemeenschappelijke voorouder van dinosauriërs en krokodillen voor zich spreken.
Bronnen:
1 The Marshall illustrated encyclopedia of dinosaurs & prehistoric animals, Cox & Palmer 1988.
2 Prehistoric life, the rise of the vertebrates, Norman 1994.
3158127
(1) 
answers by reptile evolution :
 1, 2, 3 and 4 the criticisms leveled at ReptileEvolution.com by Darren Naish, author of the Tetrapod Zoology blog titled “Why the world has to ignore ReptileEvolution.com.
°
SLANGEN en C° 
 evolutie van (modernere vormen van ) reptielen                    <—–doc  archive

‘Grootste gifslang ooit leefde in Griekenland’

Wetenschappers hebben in Griekenland een fossiel opgegraven van de vermoedelijk grootste gifslang die ooit heeft geleefd. 

Het gaat om een  slangensoort die een gewicht kon bereiken van maarliefst 26 kilo.

Het dier, dat Laophis crotaloides is gedoopt, leefde in tegenstelling tot moderne slangen niet in de tropen, maar in relatief koele graslanden.

Dat hebben Zweedse onderzoekers bekendgemaakt op een bijeenkomst van de Society of Vertebrate Paleontology.

 

Wervelkolom

De wetenschappers identificeerden de soort op basis van de wervelkolom van een slang die werd opgegraven nabij de Griekse stad Thessaloniki.

Met behulp van het fossiel stelden ze het gewicht en de lengte van het dier vast.

De prehistorische slang kon een lengte bereiken van drie tot vier meter. Daarmee legde het reptiel het af tegen zijn moderne soortgenoot, de koningscobra. Deze slang wordt in sommige gevallen maarliefst 5,5 meter lang.

king cobra

 

 

Gewicht

De Laophis crotaloide gaat echter toch de boeken in als de grootste slang uit de geschiedenis, vanwege zijn gewicht van 26 kilo. Ter vergelijking: een uit de kluiten gewassen koningscobra weegt slechts 9 kilo.

“We hebben hier over een dier met een formaat dat gezien zijn leefgebied en het klimaat buiten alles proporties was”, verklaart hoofdonderzoeker Benjamin Kear op nieuwssite Yahoo News.

“De slang moet heel indrukwekkend zijn geweest, je kunt echt spreken van een monster”, verklaart zijn collega-onderzoeker Georgios Georgalis.

 Original illustrations of Laophis vertebrae reported by Sir Richard Owen in 1857. These specimens have been lost, but a recently discovered vertebrae confirms Owen’s discovery of the largest venomous snake ever. Laophis lived
°
TITANOBOA 
reconstruction of titanoboa

reconstruction of titanoboa

Titanoboa  fossils

Titanoboa fossils

 Meer afbeeldingen    Titanoboa

  1. De titanoboa of Titanoboa cerrejonensis is een uitgestorven reusachtige slang behorend tot de boa’s die tijdens het Paleoceen voorkwam in het gebied van het huidige Colombia. Wikipedia

Eocene Reuzenhagedis  / 5 juni 2013

 

jaw bone of Barbaturex morrisoniThe cast of a fossil piece (right) is part of the jaw bone of Barbaturex morrisoni and is only about a quarter of the entire jawbone. At left is the tip of the jaw bone.

Craig Chandler/Courtesy of University of Nebraska-Lincoln

Artist's interpretation of the Lizard King

Foto:  University of Nebraska-Lincoln
Extinct Lizard Named after Door Singer Jim Morrison
Barbaturex morrisoni is the name of an extinct six feet lizard dubbed as “The Lizard King”. The fossils of the lizard were found in Myanmar.

° Het gaat om een ruim twee meter lange  uitgestorven hagedis die ogeveer veertig miljoen jaar geleden(1) in het huidige Zuidoost-Azië leefde. Het dier was waarschijnlijk de grootste plantenetende hagedis uit de geschiedenis Barbaturex morrisoniDat melden Amerikaanse wetenschappers in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the Royal Society B. De wetenschappers kwamen tot hun beschrijving door enkele fossielen van de uitgestorven reuzenhagedis te bestuderen. Het reptiel woog ongeveer 27 kilo. In het oorspronkelijke artikel wordt ook heel mooi beschreven waarom de gevonden fossiele tanden en kiezen duiden op planteneters en niet op vleeseters… Barbaturex morrisoni was een herbivoor die met andere grote herbivore zoogdieren in competitie leefde, dit in tegenstelling tot de Komodo Varaan, en de Chinese Chianghsia nankangensis (Laat Krijt) en de Australische Varanus priscus (Pleistoceen), http://wp.me/a1hMRA-3c

allen carnivoor.
°
°
Deze laatste twee grote carnivore hagedissensoorten aten de zoogdieren waarmee ze samenleefden juist wel en gingen de voedselcompetitie niet aan met de zoogdieren. (Door: NU.nl/Dennis Rijnvis) °  BBC News. …. Moderne  hagedissen zoals  iguanas  &  agamides   zijn kleiner  dan ander herbivoren maar zijn wel smakelijke prooien voor grotere  predatoren Horned lizard °  Barbaturex morrisoni was groter dan de meeste   carnivore  zoogdieren uit zijn tijd   . Maar  de competitie voor (plantaardige ) voedselbronnen leek zijn evolutie  tot  grote hagedis,   niet  te  hebben ingeperkt  . (2) CITATEN Dr Paul Barrett from the Natural History Museum, London. “Lizards were much more important herbivores in the past than we previously realised,  Their existence seems to have depended on the climate being right to support large-bodied herbivorous creatures.Climate probably has a bigger influence on the evolution of plant-eating reptiles than we realised. It seems to be a more important factor than competition with other herbivorous mammals.  Climate probably has a bigger influence on the evolution of plant-eating reptiles than we realised. It seems to be a more important factor than competition with other herbivorous mammals.”   Dr Jason Head University of Nebraska-Lincoln Jason Head, Earth & Atmospheric Sciences Assistant Professor at UNL, holds a fossil and fossil cast from the jawbone of Barbaturex morrisoni, a giant ancient lizard named for The Doors musician Jim Morrison. Jason Head from the University of Nebraska-Lincoln holds a fossil and fossil cast from the jawbone of Barbaturex morrisoni, a giant ancient lizard named after The Doors musician Jim Morrison. On either side of Head are a mounted sailfin lizard that was closely related to Barbaturex and a skeleton of a modern plant-eating iguana

“You can’t fully understand the evolution of ecosystems in the modern world without looking at the ones that preceded them” “By going back in time using the fossil record, we can find unique information on the origin of modern ecosystems.

(1)  Hogere temperaturen in die tijd maakten de afmetingen van deze  reuzenhagedis mogelijk Jason Head van de Universiteit van Nebraska- Lincoln. In theorie is het  mogelijk dat er ooit opnieuw twee meter lange hagedissen evolueren op aarde. Voorwaarde is wel dat het klimaat dan flink opwarmt, zodat de reptielen hun lichaam op temperatuur kunnen houden. “But we’re changing the atmosphere so fast that the rate of climate change is probably faster than most biological systems can adapt to. So instead of seeing the growth and spread of giant reptiles, what you might see is extinction,Dr Darren Naish from the University of Southampton, who was not involved with the study. ” The late middle Eocene – a time when temperatures across the planet soared – is a very exciting finding…..This was meant to be the time in history when all the modern mammal groups are starting to take off in terms of diversity and the evolution of modern body shapes.   But in this fauna, which is well-known for early primates and early hoofed mammals, living alongside early members of the modern mammal lineage, are these giant lizards,” http://blogs.scientificamerican.com/tetrapod-zoology/2013/06/04/giant-herbivorous-lizards-in-the-paleogene/ -co-author Prof Russell Ciochon, from the University of Iowa, (2) ” Reptiles and mammals co-exist most places on the Earth today. What is interesting about the Lizard King is that it was a large vegetarian co-existing and competing with other herbivorous mammals,” “Large lizards on the Earth today, such Indonesia’s Komodo Dragon, and in the past, such as the late Cretaceous Chinese Chianghsia nankangensis and the Pleistocene Australian Varanus priscus, are all carnivores. These large carnivorous lizards were eating the mammals they co-existed with, not competing with the mammals. “The large size of the Lizard King certainly protected it from many predators. But there is no doubt that it was hunted by  large mammalian carnivores of the day.”

The Barbaturex morrisoni would have resembled a modern-day bearded dragon
The Barbaturex morrisoni would have eaten the same things as iguanas

The Barbaturex morrisoni would have resembled a modern-day bearded dragon, ( top ) , because of chin flaps and its shape, but is thought to have been six times the size. The name Barbaturex morrisoni also means ‘Morrison’s bearded king’. Ridges in the Barbaturex morrisoni’s mouth suggest it was a plant-eater like the iguana, (bottom) Read more: http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2336160/Giant-lizard-king-roamed-Earth-40-million-years-ago-named-The-Doors-frontman-Jim-Morrison.html#ixzz2VYrQQrBF

http://news.sciencemag.org/sciencenow/2013/06/scienceshot-jim-morrison-finally.html

 

 

A chart of jaws and other bones from cretaceous-era lizards. B is the jaw of the Obamadon.

A chart of jaws and other bones from cretaceous-era lizards. B is the jaw of the Obamadon.

(hieronder  is dat A )

 

Left dentary of a currently unnamed lizard from the latest Cretaceous, from Longrich et al. (2012).

Jawbone of Obamadon gracilis

Several of the species’ relationships were determined just from jaw fragments, such as that of

Obamadon gracilis

 Carl Buell.

 

Extinct lizard named after Obama           11 DECEMBER 2012, SCIENCE & ENVIRONMENT

http://en.wikipedia.org/wiki/Obamadon

 

De asteroïde die ervoor zorgde dat de dino’s van de aarde werden weggevaagd, raakte ook de hagedissen en slangen extreem hard. Bijna 83 procent van alle soorten hagedissen en slangen stierven uit en daarmee belandden ook deze soorten op het randje van de afgrond.

“De asteroïde-inslag wordt vaak gezien als een gebeurtenis die alleen de dinosaurussen raakte,” vertelt onderzoeker Nicholas R. Longrich. Maar de asteroïde-inslag en de gevolgen ervan, raakte hele ecosystemen. “Slangen en hagedissen werden extreem hard geraakt.”

83 procent
Eerdere studies stelden al dat enkele soorten hagedissen en slangen, net als enkele vogelsoorten en zoogdieren door de inslag het loodje legden. Maar het was – in ieder geval voor de hagedissen en slangen – veel erger, zo stellen de onderzoekers nu in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences. Tot wel 83 procent van alle slangen- en hagedissensoorten stierf uit. Hoe groter de diersoorten waren, hoe groter de kans was dat ze uitstierven: enkel hagedissen en slangen met een gewicht tot 500 gram overleefden.

Polyglyphanodontia

Eén van de zeer diverse groepen hagedissen, die verdween, was Polyglyphanodontia. Zo’n veertig procent van alle hagedissen die in die tijd in Noord-Amerika leefden, behoorde tot deze groep. Eén van die soorten was Obamadon gracilis: een hagedissoort die de wetenschap onbekend was, maar die nu tussen de fossiele resten werd aangetroffen. De hagedis was minder dan 30 centimeter lang en at waarschijnlijk voornamelijk insecten.

Fossiele resten
De onderzoekers trekken die conclusie nadat ze een grote collectie fossiele resten van hagedissen en slangen bestudeerden. Ze bestudeerden in totaal 21 bekende soorten en identificeerden aan de hand van de eerder al verzamelde, maar nog niet grondig onderzochte resten, negen nieuwe soorten. Uit het onderzoek blijkt dat hagedissen en slangen in de tijd van de dinosaurussen zeer divers waren. Er kwamen piepkleine hagedisjes voor, maar ook hagedissen van 1,8 meter lang. En sommige slangen waren zo groot dat ze in staat waren om eieren en jongen van de dino’s te verorberen.

De onderzoekers gingen ook na hoe de reptielen zich tot elkaar verhielden. Velen bleken tot families te behoren die aan het eind van het Krijt (na de asteroïde-inslag) verdwenen. Het was een ware massa-extinctie, maar lang niet alle hagedissen en slangen verdwenen. Vandaar dat onze aarde vandaag de dag nog zo’n 9000 soorten slangen en hagedissen rijk is. “Zij hebben het niet overleefd omdat ze beter aangepast waren, ze wonnen doordat al hun concurrenten uitgeschakeld werden.”

 

Bronmateriaal:
Asteroid that killed the dinosaurs also wiped out the ‘Obamadon’” – Yale.edu