NE A N D E R T H A L
ARago
Irak
Lagar Velho
°
°
De Neanderthalers zijn vernoemd naar de vindplaats van een van de eerste fossielen die van deze soort gevonden werd, het Neanderdal in Duitsland.
Toch is Neanderthal 1, zoals dit fossiel wordt aangeduid, niet het eerste fossiel wat van deze vroege mensen gevonden werd. Er waren al eerder Neanderthal fossielen ontdekt in Gibraltar en België.
Deze fossielen werden echter voor de ontdekking van de Neanderthal fossielen afgedaan als rariteiten en verdwenen in de lades van musea.
De wereld was nog niet klaar voor het idee van een evoluerende mens.
Het Neanderdal ligt zo’n 15 kilometer ten oosten van Düsseldorf. In het gebied werd in de 19de eeuw kalk gewonnen. De afgravingen hebben het gebied volledig verwoest. In 1856 werden bij een van die afgravingen in een grot een aantal fossielen gevonden. Het vinden van de fossielen zal de werkmannen niet erg verbaasd hebben. Bij dergelijke afgravingen komen er aan de lopende band fossielen naar boven.
De fossielen werden op een hoop gegooid met ander materiaal uit de grot. Uiteindelijk besloot de voorman de fossielen te verzamelen en af te leveren bij een lokale leraar, Johann Fuhlrott. Fuhlrott stond bekend om zijn interesse in fossielen.
Tijdens het sorteren viel zijn oog op een aantal fossielen waarvan de voorman dacht dat ze van een holebeer waren. Fuhlrott zag echter direct dat de fossielen menselijk waren, al was ook meteen duidelijk dat ze verschilden met de botten van moderne mensen.

De Neandervalei De kalksteengroeves nabij Mettmann in de Duitse Neandervalei. Met de komst van de industrialisatie in de 19de eeuw ontstond er een grote behoefte aan grondstoffen als kalk. De Neandervalei, genoemd naar de 17de eeuwse Duitse dichter Joachim Neander, was beroemd vanwege zijn mooie rotspartijen. Deze rotsen van kalksteen werden ineens geld waard, waardoor in korte tijd de mooie natuur in het gebied volledig verwoest werd door dynamiet en graafmachines.
Geïntrigeerd door zijn vondst, schakelde Fuhlrott de hulp in van Hermann Schaaffhausen, een professor in de anatomie uit Bonn. Schaaffhausen was het met Fuhlrott eens dat de fossielen menselijk waren en begon aan een uitgebreide beschrijving van de vondst die bestond uit het schedeldak, beide dijbenen, de linker boven- en onderarm en delen van het bekken. In 1858 voltooide Schaaffhausen zijn beschrijving.
Hij vergelijkt de Neanderthal fossielen met een aantal fossielen die een paar jaar eerder waren gevonden in het Belgische Engis. Helaas richt hij zich in zijn vergelijking met name op de fossielen van een moderne man die, zo is later gebleken, ‘slechts’ 800 jaar oud was en niet op het schedeldak van een kind dat in dezelfde grot was gevonden en 100 jaar later werd geïdentificeerd alsNeanderthal.
Zijn conclusie was dat de fossielen waarschijnlijk behoorden tot een oud aboriginalachtig ras uit het noorden van Europa. Dit ras was vermoedelijk door de Kelten en Germanen verdreven.Dergelijke rassen waren beschreven door de klassieke geschiedschrijvers.
Schaaffhausen voltooide zijn beschrijving een jaar voordat Darwin de wetenschappelijke wereld op zijn kop zette met zijn evolutie theorie. Het idee dat de mens voorouders had die er anders uitzagen dat hij zelf was voor de wereld van toen onbekend. Antropologen hielden zich meer bezig met verschillen tussen de menselijke rassen.
De opvatting die men er destijds op na hield zijn in onze ogen racistisch, zo dachten zij dat negers dichter bij de mensapen stonden dan blanken. Men bestudeerde de schedels van volken uit de hele wereld en probeerden aan de hand van verschillen aan te tonen welke rassen meer of minder ontwikkeld waren. Ook dacht men aan de hand van de bulten op een schedel te kunnen vaststellen wat voor karakter de betreffende persoon heeft.( de pseudo wetenschap van de frenologie ) Zo is er lange tijd onderzoek gedaan naar de schedels van criminelen. Het doel van dit onderzoek was om op jonge leeftijd criminelen te kunnen onderscheiden van eerlijke burgers.
Het moet voor Schaaffhausen moeilijk zijn geweest de Neanderthal fossielen een plaats te geven in het heersende wereldbeeld. Hij schreef dan ook: µ
“De menselijke beenderen van het Neanderthal overtreffen alle anderen in merkwaardigheid van samenstelling wat leidt tot de conclusie dat zij behoorden tot een wild en barbaars ras”.
E E N K O E L E O N T V A N G S T De beschrijving van de Neanderthal fossielen werd scherp bekritiseerd. Een van de grootste tegenstanders was tevens een van de meest eminente geleerden in Duitsland in die tijd: Rudolf Virchow.
Mede door Virchows autoriteit werd het belang van de Neanderthalers in de Duitse wetenschappelijke wereld lange tijd niet onderkend. Virchow was er van overtuigd dat de Neanderthaler fossielen van een ziek (modern) individu waren. De ziekte verklaarde dat de beenderen er zo anders uit zagen. Het platte voorhoofd en de prominente wenkbrauwboog waren volgens Virchow te wijten aan het feit dat de Neanderthaler mens een permanente frons zou hebben gehad. Hoe belachelijk dergelijke denkbeelden nu ook lijken, Virchow bleef dit volhouden tot aan zijn dood in 1902. Hij maakte daarmee een objectieve discussie over de fossielen in Duitsland onmogelijk.
Rudolf Ludwig Karl Virchow
(1821 – 1902)
Rudolf Virchow is een van de meest invloedrijke Duitse wetenschappers aan het eind van de 19de eeuw. Hij is bekend als de grondlegger van de moderne pathologie. Virchow stond uitermate sceptisch tegenover Darwin’s evolutie theorie. In 1872 verklaarde Virchow dat de Neanderthaler fossielen pathologisch waren en zonder twijfel modern. de invloed van Virchow ging zo ver, dat voor de meeste Duitse wetenschappers hiermee de kous af was. Pas na zijn dood in 1902 kreeg de Evolutie theorie een kans in Duitsland
De felste discussie over de fossielen ging destijds tussen Schaaffhausen en diens collega Friederich Mayer. Beiden waren verbonden aan dezelfde universiteit in Bonn. Zoals wel vaker speelde rivaliteit waarschijnlijk een grote rol in de discussie.
Mayer onderschreef Virchows conclusie dat de merkwaardige vorm van de fossielen te danken waren aan ziekte. Zijn theorie was dat de fossielen behoorden aan een achterlijk kind dat aan rachitis had geleden, of eventueel een reumatische ruiter uit het Kozakken leger dat Napoleon had achtervolgd na diens desastreuze Russische campagne. Dergelijke denkbeelden domineerden de discussie in Duitsland en de fossielen leken dan ook bestemd om in een lade te verdwijnen
In 1861 verscheen er echter een Engelse vertaling van Schaaffhausens beschrijving. Hierdoor werden de Neanderthaler fossielen bij een veel groter publiek bekend en raakte de discussie in een stroomversnelling.
Het Engelse publiek was destijds al 2 jaar bekend met Darwins evolutietheorie en stond daardoor veel meer open voor een mogelijke voorouder van de mens.
In 1863 schrijft Thomas Henry Huxley, een van de bekendste voorvechters van Darwins evolutietheorie, het eerste echte boek over menselijke evolutie: Evidence as to Man’s Place in Nature, waarin hij ook de Neanderthal fossielen uitgebreid aanhaalt.
Huxley stelt dat de Neanderthaler schedel de meest aapachtige is van alle (toen)bekende menselijke schedels.
Thomas Henry Huxley
(1825 – 1895)

“Darwin’s bulldog” zo werd Huxley in de populaire pers genoemd, maar die titel doet hem te weinig eer aan. Huxley was al een bekende wetenschapper voordat Darwin zijn theorie schreef. Echte faam verkreeg hij echter met verdediging van de evolutie theorie. Vooral bekend is zijn debat met de bischip van Oxford, Samuel Wilberforce. Op de vraag van Wilberforce of hij via de familie van zijn vader, of die van zijn moeder verwant was aan een aap, antwoordde hij liever verwant te zijn aan een aap dan aan iemand die de waarheid probeert te verdoezelen
Een jaar later is het de Ierse professor William King die de Neanderthaler fossielen een eigen soortnaam geeft: Homo neanderthalensis.
Hoewel later inderdaad wetenschappelijk is komen vast te staan dat de Neanderthalers een aparte soort vormen is de manier waarop King tot zijn conclusie komt wel heel onorthodox. Zonder de fossielen ook maar een keer te hebben gezien brengt hij de naam tijdens een lezing naar voren. King’s naam is nog altijd in gebruik als de wetenschappelijke naam voor de Neanderthalers. Op het moment dat King de naam bedacht was er maar een Neanderthaler vondst bekend. Er waren al wel meer fossielen gevonden, maar deze waren niet als zodanig bekend.
M E E R V O N D S T E N . . . In 1863 zag een antropoloog die op vakantie was in Gibraltar een schedel in een stoffige vitrine kast van een museum. De schedel, die al in 1848 was gevonden bij bouwwerkzaamheden op een militair terrein, werd verzonden naar Londen waar George Busk, de man die Schaaffhaussens beschrijving had vertaald, hem in handen kreeg.
Busk zag meteen dat de schedel uit Gibraltar grote overeenkomsten vertoonde met de Neanderthaler fossielen. Dit was voor hem bewijs dat de Neanderthaler geen misvormd individu was. Hij schreef dan ook dat het onwaarschijnlijk was dat een reumatische ruiter uit het Kozakken leger na de campagne van 1814 was door gereden naar Gibraltar om daar in een afgesloten grot te sterven. Toch was de Gibraltar schedel niet de allereerste Neanderthaler die gevonden werd.
Bij veel beschrijvingen van de Neanderthal en Gibraltar fossielen werd namelijk de vergelijking gemaakt met een fossiel dat al in 1830 in het Belgische Engis was gevonden. Hoewel dit fossiel, eenuitzonderlijk robuuste, mannelijke, schedel, later werd geclassificeerd als Homo sapiens, werd er in datzelfde jaar in Engis ook nog een ander fossiel gevonden. Dit fossiel was een schedel van een onvolwassen exemplaar en had daardoor nog niet alle kenmerken van een volwassen Neanderthaler ontwikkeld. Dit fossiel, zo zou 100 jaar later blijken, is het eerste echte Neanderthal fossiel dat ooit is gevonden.
S P Y We blijven in België , want in 1879 begint een Namense dokter, A. Rucquoy, met opgravingen in een grot nabij het plaatsje Spy. In de grot vindt Rucquoy een groot aantal prehistorische fossielen. Aangetrokken door de ontdekkingen van Rucqouy, begint een tweetal amateur archeologen, Marcel de Puydt en Max Lohest, in 1885 met de systematische afgraving van de grond in de opening van de grot. Met dynamiet blazen zij het rotspuin dat in de opening van de grot ligt weg zodat zij toegang hebben tot dit onverstoorde deel van de grot. Een eerste proefsleuf die zij hier graven levert meteen een schat aan fossielen op. Daarop schakelen zij de hulp in van een oude mijnwerker die in een volgende sleuf een deel van een menselijke schedel opgraaft. Bij de schedel vinden zij stenen werktuigen en stukjes aardewerk.
Het jaar erop hervatten De Puydt en Lohest hun opgravingen en al gauw vinden zij meer menselijke resten. De archeologen schakelen Julien Fraipont in, hoogleraar paleontologie aan de universiteit van Luik, om de vindplaats nauwkeurig in kaart te brengen. Op 11 juli 1886 stellen zij samen een proces verbaal op waarin zij precies aangeven hoe de fossiele resten gevonden zijn. Na ongeveer een jaar volgde de officiele beschrijving. De Spy mens was zo compleet en zo uitvoerig beschreven, dat het vanaf dat moment moeilijk was de Neanderthalers nog langer af te doen dan ziekelijke moderne mensen. Meer en meer werd duidelijk dat het hier om een aparte soort ging.
K R A P I N A Spy leverde het eerste echt overtuigende bewijs dat de Neanderthalers geen misvormde moderne mensen waren, toch bleef het lastig de Neanderthalers goed te bestuderen. Er waren gewoon nog niet genoeg fossielen gevonden.
Daar kwam in 1899 verandering in. Dat was het jaar waarin de Kroaat Dragutin Gorjanovitch-Kramberger nabij het dorpje Krapina door een lokale schoolmeester naar een kleine grot werd geleid, waar fossielen waren gevonden. Gorjanovitch zag meteen dat de fossielen menselijk waren en uit nader onderzoek bleek dat de fossielen overeenkomsten vertoonden met de reeds bekende Neanderthal fossielen.

Karl Kramberger, zoals Dragutin eigenlijk heet, studeerde in Zürich en München en haalde uiteindelijk zijn doctoraal aan de universiteit van Tübingen. In zijn vaderland Kroatia teruggekomen werd hij in 1891 aangesteld als hoofd van de paleontologie en geologie afdeling van het Nationaal museum in Zagreb. In die tijd nam hij de enigszins extravagante naam Dragutin Gorjanovic aan. In 1899 werd hij gewezen op Neanderthal fossielen in een grot nabij Krapina. Hij publiceerde over deze vondst in een monografie met de titel “Der Diluviale Mensch von Krapina in Kroatien” in 1906.
Meer fossielen, die het jaar daarop gevonden werden, bevestigden het vermoeden. In totaal zouden 884 beenderen van ongeveer 75 individuen gevonden worden een enorme hoeveelheid. De jonge leeftijd van de individuen toen ze stierven en het feit dat veel van de beenderen gebroken waren duidde er volgens Gorjanović op dat deze mensen het slachtoffer waren van kannibalisme.
Dit deed het beeld dat het publiek had van de Neanderthalers geen goed. De Krapina vondsten zetten de Neanderthalers wel verder op de kaart als een aparte soort en leverden genoeg materiaal op voor een uitgebreide studie van deze vroege mensen.
F R A N K R I J K
Aan het begin van de twintigste eeuw werden er in korte tijd veel nieuwe Neanderthaler fossielen gevonden. Eerst in het Duitse Ehringsdorf in 1908 en daarna in Frankrijk: Le Moustier (1908 en 1914), La Chapelle-aux-Saints (1908), La Ferrassie (1909, 1910 en 1912) en La Quina (1911).
De volwassen Neanderthaler man, van wie de fossiele overblijfselen gevonden werden in een kleine grot genaamd Bouffia Bonneval, zou een hoofdrol gaan spelen in het debat over de plaats van de Neanderthalers op de menselijke stamboom.
De oude man werd in 1908 gevonden door een tweetal Franse geestelijken; de abten Jean en Ambroise Bouyssonie. De twee realiseerden zich dat de vorm van de schedel afwijkend was van die van de moderne mens en vroegen een andere geestelijke, abbé Breuil, om advies.
In Frankrijk waren in die tijd twee kampen ontstaan. Het ene kamp, dat vooral werd vertegenwoordigd door leden van de ecole d’anthropologie, zag de Neanderthalers als voorouders van de mens. Zij zagen een directe lijn van opvolging van de Neanderthalers naar de mens. Het andere kamp zag de Neanderthalers als een zijtak in onze evolutie. Zij vonden de Neanderthalers te primitief om een directe voorouder te zijn. Dit kamp werd geleid door Marcelin Boule van het natuurhistorisch museum in Parijs. Op aanraden van Breuil stuurden de vinders van de oude man het fossiel naar Boule ter analyse, een keuze die de beeldvorming rondom de Neanderthalers zeer sterk zou beïnvloeden.
Pierre-Marcellin Boule
(1861 – 1942)

De Fransman Pierre-Marcellin Boule kan worden beschouwd als een van de meest invloedrijke paleoantropologen aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn bekendste werk is de beschrijving van de Chapelle-aux-Saints fossielen. De zeer uitgebreide beschrijving maakte de fossielen wereldberoemd. De beschrijving bevatte evenwel fouten en zorgde er voor dat de Neanderthalers tot op de dag van vandaag het beeld met zich meedragen van de domme bruut. Het is dan ook gemakkelijk achteraf kritiek te hebben op Boule, maar het onderzoek was in zijn tijd toonaangevend
Was het publieke beeld van de Neanderthalers al negatief beïnvloed door de associatie met kannibalisme die door Kramberger naar voren werd gebracht, Boule deed daar nog een schepje bovenop. In zijn zeer uitgebreide analyse zette hij de oude man neer als niet veel meer dan een grote mensaap.
De oude man was, zoals de naam al zegt, voor Neanderthaler begrippen erg oud geworden. Hij had tijdens zijn leven veel averij opgelopen; hij miste bijna al zijn tanden en had een vervormde heup, een verbrijzelde teen, een beschadigde knieschijf en leed aan artrose op een aantal delen van zijn lichaam.
Boule zag dit anders, in zij beschrijving zette hij de kenmerken van de oude man neer als de typische trekken van zijn soort. Hij schetste het beeld van een soort die continu met gebogen knieën en rug liep. Samen met de dikke, door artrose aangetaste botten leidde dit er toe dat de Neanderthalers meer en meer werden gezien als domme bruten.
Ook het feit dat de hersenembolie, die was op te maken aan de hand van de schedel van de oude man, met 1.625 cc ver boven dat van de gemiddelde moderne mens ligt kon Boule niet van zijn opvatting afbrengen dat de Neanderthaler veel dichter bij de chimpansee stond dan bij de mens. Door de invloed van Boule zou dit lange tijd het geaccepteerde beeld zijn van de Neanderthaler, pas in de jaren ’50 en ’60 werd de beeldvorming wat positiever.
De fossielen van La Ferrassie, een volwassen man en een volwassen vrouw werden kort na de ontdekking van de oude man gevonden. Boule was ook hier betrokken bij de opgraving. Hoewel het uiterlijk van de fossielen van La Ferrassie tegenwoordig wordt beschouwd als klassiek Neanderthaler, schonk Boule er weinig aandacht aan. De eerste gedetailleerde beschrijving werd pas in 1976 geschreven.
P I L T D O W N
Terwijl aan de overkant van het kanaal de ene na de andere fossiele mens werd gevonden, wachtte men in Engeland nog steeds op de vondst van de “eerste Engelsman”. Waar Groot-Brittannië eens het debat over evolutie leidde met mensen als Charles Darwin, Alfred Russel Wallace en Thomas Huxley stond men nu een beetje aan de zijlijn. Dat veranderde toen in 1908 fossielen werden gevonden in het kleine plaatsje Piltdown. Het begon met een aantal fragmentarische fossielen die door werklui werden aangeboden aan de amateur-fossielenjager Charles Dawson. Gedurende de volgende drie a vier jaar werden er meer en meer fossielen gevonden en in 1912 toonde Dawson deze aan zijn vriend en vooraanstaand paleontoloog Arthur Smith Woodward. Smith Woodward plakte de stukjes bot aan elkaar en maakte op basis daarvan een reconstructie van Eoanthropus dawsoni zoals hij deze nieuwe soort noemde. De reconstructie toonde een vrij grote hersenpan en een aapachtige kaak, dit was de perfecte menselijke voorouder; een beetje aap, maar wel met grote hersenen. Dit was de eerste Engelsman en de voorouder van de moderne mens. De Neanderthaler was niet meer nodig als menselijke voorouder en dat was maar goed ook. Zelfs Boule gaf toe dat de Piltdown man waarschijnlijk een voorouder was van de mens, al ging dat uiteraard niet van harte.
Smit Woodward, Dawson en een Franse geestelijke en paleontoloog, Pierre Teilhard de Chardin, bleven doorgraven in de Piltdown groeve en vonden twee jaar later nog een tand, waarvan zij claimden dat deze bij de rest van de fossielen hoorde. De tand was aapachtig, wat nogmaals bevestigde dat de reconstructie van Smith Woodward juist was. Dat kwam goed uit want Smith Woodwards reconstructie was controversieel.
Een aantal maanden na zijn eerste reconstructie was er nog een gemaakt. Deze keer door een andere eminente Britse paleontoloog, Arthur Keith. Keith was het niet eens met de manier waarop Smith Woodward de schedel van Eoanthropus had gereconstrueerd en kwam met zijn eigen versie. De Piltdown reconstructie zou in de loop der jaren tot felle discussies leiden tussen de twee heren. Naast kritiek uit eigen kring waren een aantal Amerikaanse wetenschappers ook niet gelukkig met Piltdown.
Met name Ales Hrdlicka, een van oorsprong Hongaarse onderzoeker aan het Smithsonian instituut in Washington, had kritiek op de Piltdown mens. Het bevreemde Hrdlicka dat de Britten een verband zagen tussen de kaak van waarschijnlijk een mensaap en een hersenpan van een moderne mens. Hrdlicka zag het verband niet en geloofde niet dat de Piltdown fossielen tot een nieuwe menssoort behoorden. Ook Franz Weidenreich, de Duitse wetenschapper die beroemd werd door zijn vondst van de Peking mens, dacht de kaak niet menselijk was, maar eerder van een Orang-Oetan.

Piltdown Op de foto, twee van de hoofdrolspelers in het Piltdown-drama: Smith Woodward (midden) en Dawson (rechts). Beiden gelden als verdachten voor het vervalsen van de fossielen. Op de lijst met hoofdverdachten komen verder ook Keith en Teilhard de Chardin voor, maar ook “Sherlock Holmes”-schrijver Arthur Conan Doyle die bevriend was met Dawson. Op de voorgrond van de foto zien we Chipper de gans. Chipper komt op bijna alle foto’s van de opgraving voor, hij beschouwde het opgravinggebied als zijn territorium en hoewel hij de gravers tolereerde was hij erg vijandig tegen bezoekers. Wie de vervalsing ook pleegde, Chipper moet er van geweten hebben
De Britten trokken zich niets aan van dergelijke kritiek, blij als zij waren met de vondst van de eerste Engelsman. Maar door de vondst van meer en meer fossielen werd Piltdown uiteindelijk steeds meer een buitenbeentje. Van de Neanderthalers werden er door heel Europa fossielen gevonden, bij de Piltdown mens bleef het bij één exemplaar. Ook de theorie die zo heel mooi door de Piltdown fossielen werd ondersteund, namelijk dat eerst de hersenen zich hadden ontwikkeld en toen pas de rest van het lichaam, kwam door nieuwe vondsten steeds meer onder druk te staan. Niet alleen klopte het plaatje niet met de Neanderthaler fossielen die in Europa en het Midden Oosten werden gevonden, maar ook was het niet te rijmen met de Australopithecus fossielen uit Afrika en de Homo erectus fossielen die Azië werden gevonden.
Uiteindelijk viel in 1953 het doek voor de Piltdown mens. In dat jaar werd door uitgebreid onderzoek van Joseph Weiner, Kenneth Oakley en Wilfrid le Gros Clark aangetoond dat de fossielen een vervalsing waren. Uit het onderzoek kwam onder andere naar voren dat de Piltdown fossielen niet een geheel waren maar een combinatie van een menselijke schedel en de kaak van een Orang-Oetan.Door middel van een van de eerste dateringstechnieken, fluorinedatering, een techniek die uitgaat van het geleidelijke verval van fluorine in fossielen, kon worden aangetoond dat de fossielen niet uit het Plioceen of Pleistoceen stamden zoals eerder werd aangenomen, maar uit de Middeleeuwen!
De Piltdown vervalsing heeft decennia lang de wetenschappelijke wereld op een dwaalspoor gebracht. Wie de vervalsing pleegde is nooit ontdekt, al zijn zo’n beetje alle hoofdrolspelers al eens als verdachte aangemerkt. Nooit is er iets bewezen. De vervalser moet heel goed op de hoogte zijn geweest van fossielen, opgravingstechnieken maar ook van de denkbeelden en stokpaardje van de wetenschappelijke elite.
Piltdown affaire & andere fraudes
Na de ontmaskering van de Piltdown mens kregen de Neanderthalers pas de aandacht die zij verdienden. Zij werden niet langer gezien als een zijspoor in de evolutie van de mens. De Neanderthaler maakte deel uit van de menselijke familie.
D E O O S T
Werden de eerste vondsten van Neanderthaler fossielen zonder uitzondering in West-Europa gedaan, in 1924 kwam daar verandering in met de vondst van de fossielen van een volwassene en een kind op de Krim, in het zuiden van de Oekraïne. De vondst werd gedaan door de Wit-Rus Gleb Bonch-Osmolovskii, die de fossielen beschreef in een aantal artikelen die uitsluitend in het Russisch gepubliceerd werden. De fossielen kregen pas enige bekendheid toen ze in Praag terecht kwamen en werden geanalyseerd en in het Duits beschreven door Emanuel Vlcek.
De eerste vondst buiten Europa werd gedaan door de Engelse amateur-archeoloog Francis Turville-Petre. Turville-Petre was een opgraving begonnen in een grot nabij het meer van Galilea, in wat vandaag de staat Israël is. In de grot Mugharet (grot) el-Zuttiyeh genaamd vond hij in 1925 delen van een schedel. De vondst werd prompt de “Galilea Man” gedoopt, al bleek later na grondig onderzoek dat de “man” een vrouw was. Bij de vondst werden stenen werktuigen gevonden die gemaakt waren met een techniek die de Moustérien technologie wordt genoemd, naar de vindplaats Le Moustier waar ze voor het eerst werden aangetroffen. De werktuigen vormden een onmiskenbare link tussen de vindplaatsen in Frankrijk en deze nieuwe vondst in het toenmalige Palestina.
Vier jaar na de vondst van Turville-Petre werden er in Palestina nog meer Neanderthaler fossielen gevonden. Het team dat deze ontdekking deed stond onder leiding van Dorothy Garrod. Zij deden hun vondst eveneens in een grot, Mugharet et-Tabun, aan de voet van de Karmel berg. Garrod, die 10 jaar later de eerste vrouwelijke professor zou worden aan de universiteit van Cambridge, had al eerder een Neanderthaler fossiel gevonden, namelijk op Gibraltar in 1926. Deze vondst, in de Devil’s Tower grot, bestond uit een gedeeltelijke schedel van een onvolwassen Neanderthaler. In 1929 vond haar team wederom Neanderthaler fossielen. De Tabun vondst bestond uit een gedeeltelijk skelet en enkele losse beenderen van andere individuen, waaronder een onderkaak.

Dorothy Annie Elizabeth Garrod
(1892 – 1969) Dorothy Garrod was archeoloog en professor in een tijd waarin dit voor een vrouw zeer uitzonderlijk was. Na haar studie in Cambridge nam zij deel aan opgravingen in onder andere Bulgarije, Gibraltar en Kurdistan (Iran/Irak). Het bekendst is echter haar werk in Palestina (Israel). Aan de voet van de Karmel berg deed zij opgravingen in een aantal grotten. Garrod, die gespecialiseerd was in stenen werktuigen, groef in Palestina meer dan 90.000 werktuigen op. Naast werktuigen vond haar team ook diverse Neanderthal en Homo sapiens fossielen. Garrod werd in 1939 gekozen als de eerste vrouwelijke professor van Cambridge universiteit
Hoewel de fossielen die in Israël gevonden werden qua vorm veel lijken op de fossielen uit west-Europa en er ook op basis van de werktuigentechnologie die zij gebruikten een duidelijk verband is, zijn deze oostelijke Neanderthalers wel goed te onderscheiden van hun westerse soortgenoten. De West-Europese Neanderthalers zijn meer gedrongen, hebben dikke botten en een zware wenkbrauwboog, we noemen dit wel de klassieke Neanderthalers. De oosterse Neanderthalers hebben een lichtere bouw. Het verschil is waarschijnlijk te verklaren door het klimaat waarin de Neanderthalers leefden. De klassieke Neanderthalers leefden in een kouder klimaat en waren goed aangepast voor dit koude weer, hun bouw is te vergelijken met die van de eskimo’s: kort en gedrongen. De oosterse Neanderthalers leefden in een gematigder klimaat en hadden die echte koude aanpassingen niet.
Ook de schedel die in 1929 werd gevonden in Saccopastore, Italië, had niet de traditionele stevige bouw van de klassieke Neanderthalers. Het fossiel werd door sommigen zelfs gezien als een tussenvorm tussen de Neanderthalers en de moderne mens. De Saccopastore schedel, maar met name ook een tweede schedel die zes jaar later in dezelfde groeve werd gevonden, lijken echter meer op defossielen van de voorouder van de Neanderthalers, Homo heidelbergensis, dan op de klassieke Neanderthalers. En ondanks de verwoede pogingen van Sergio Sergi, een vooraanstaande Italiaanse paleontoloog die de fossielen beschreef en uitgebreide theorieën formuleerde over de plaats van de Saccopastore fossielen op de menselijke stamboom, vonden de meeste wetenschappers de schedels een vreemde eend in de bijt. Dit betekende dat, zoals wel vaker gebeurde, de fossielen werden genegeerd.
B U R E N Sommige afwijkende fossielen konden echter niet zo gemakkelijk worden genegeerd en leidden tot felle discussies. Zo werd er drie jaar na de vondst van de Tabun fossielen, door het team van Dorothy Garrod een aantal fossielen gevonden in een grot Mugharet es-Skhull. Het team van Garrod deed opgravingen in drie grotten Mugheret et-Tabun (grot van de oven), Mugheret es-Skhull (grot van de kinderen) en Mugheret el-Wad (grot van de vallei). De grotten lagen dicht bij elkaar aan de voet van de Karmel berg. Skhull lag zelfs bijna in het zicht van de Tabun grot. In de grot werden werktuigen gevonden die verwant waren aan de werktuigen uit de Tabun grot en uit de datering bleek dat de twee vindplaatsen ongeveer even oud waren.
Het probleem met de Skhull fossielen was dat ze groot en massief waren, vooral ten opzichte van de fossielen uit de Tabun grot. De Tabun fossielen waren Neanderthalers, die van Skhull leken nog het meest op moderne mensen.
Omdat de expertise van Garrod voornamelijk lag in stenen werktuigen, vroeg zij Arthur Keith en Theodore McCown de fossielen te analyseren en een beschrijving te maken. Keith was de paleontoloog die nauw betrokken was bij de vondst van de Pildown fossielen. Keith en McCown kwamen tot de conclusie dat de Skhull en Tabun fossielen tot dezelfde soort behoorden. De fossielen waren echter zo verschillend dat het eerder werd ervaren als de minst slechte oplossing dan als een overtuigende conclusie. Keith en McCown verklaarden de variatie in deze populatie door te stellen dat ofwel door enorme evolutionaire druk de populatie zeer divers was geworden danwel er sprake was van een vermenging tussen moderne mensen en Neanderthalers.
Tegenwoordig zien we de Tabun fossielen als Neanderthalers en de Skhull fossielen als moderne mens. Dat betekent dus dat in dezelfde periode in de twee grotten, die op steenworp afstand van elkaar liggen, verschillende menssoorten leefden.
Deze menssoorten kunnen elkaar dus heel gemakkelijk ontmoet hebben en gezien de overeenkomsten in de werktuigen die zij maakten is dit ook zeker niet onwaarschijnlijk.
A L L E E N
De mens is de enige van zijn geslacht, en zelfs van zijn familie, die op dit moment op de aarde rond loopt. Dit is, voor zover wij weten, uniek in onze geschiedenis. De Neanderthalers waren de laatste van onze familiegenoten die uitstierven. Dit gebeurde zo’n tien- tot vijftienduizend jaar nadat de moderne mens Europa binnen trok. In die periode zullen de Cro-Magnon mensen, zoals de modernen genoemd worden, en de Neanderthalers elkaar ongetwijfeld tegen zijn gekomen. Hoe verliep dit contact?
Op dit punt lopen de meningen uiteen. Er is een groep wetenschappers die meent dat de Neanderthalers en Cro-Magnon mensen elkaar meden, er zou weinig tot geen contact zijn geweest tussen de twee soorten.
De superioriteit van de modernen zorgde ervoor dat zij succesvoller waren dan de Neanderthalers, waardoor zij de concurrentie met de Neanderthalers wonnen waardoor die laatste langzaam maar zeker uitstierf.
Een andere groep wetenschappers gelooft dat de verschillen tussen de moderne mensen en de Neanderthalers die in het late Paleolithicum leefden zodanig klein waren dat de groepen zich al snelvermengden. Neanderthalers en modernen kruisten en vanwege het veel grotere aantal modernen verwaterde het aandeel van de Neanderthaler genen zodat wij daar tegenwoordig ( bijna )niets meer van terug zullen zien.
Laten we eens wat dieper ingaan op deze twee modellen.
V E R V A N G I N G S M O D E L Het vervangingsmodel stelt, zoals gezegd, dat er weinig tot geen interactie was tussen de Neanderthalers en de Cro-Magnon mensen. Zij stonden in het gunstigste geval onverschillig tegen over elkaar, maar misschien ook wel ronduit vijandig. Als we kijken naar hoe vreemdelingen in onze huidige samenleving soms ontvangen worden lijkt dit heel plausibel. De Neanderthalers met hun gedrongen postuur, grote neuzen en mogelijk mindere intellectuele vermogens vormden een duidelijk herkenbare groep. Mogelijk hadden zij geen volledige taal, wat de communicatie met de modernen moeilijk gemaakt zou hebben.
Naast culturele verschillen en onze neiging tot xenofobie en discriminatie is het misschien zelfs ook nog zo dat moderne mensen en Neanderthalers zodanig van elkaar afweken dat zij samen geen nageslacht konden krijgen. In strikte zin sluit het plaatsen van de Neanderthalers in hun eigen soort (Homo neanderthalensis) dit zelfs uit: alle leden van een bepaalde soort kunnen onderling voor nageslacht zorgen, maar als zij kruisen met een lid van een andere soort zal dit per definitie niet tot (vruchtbaar) nageslacht leiden.
Op deze site wordt deze benaming echter niet gebruikt vanwege een voorkeur van de auteur voor een bepaald model, maar meer vanwege het feit dat in de literatuur deze naam momenteel het meest gebruikt wordt. Er wordt in het geval van de Cro-Magnons en de Neanderthalers wel eens de vergelijking gemaakt met de verschillen tussen paarden en ezels. Als een paard met een ezel wordt gekruist produceren zij weliswaar levensvatbaar nageslacht, maar deze kinderen (muilezels en steenezels genoemd) zijn (meestal) onvruchtbaar.
Het vervangingsmodel krijgt tegenwoordig ook steeds meer bijval van de moleculaire wetenschap. Uit meer en meer DNA onderzoeken spreekt een voorkeur voor dit model boven het vermengingsmodel waarbij de Neanderthaler genen verwaterden in de grotere genenpoel van de Cro-Magnon mensen.(Update : dat is natuurlijk alweer veranderd toen het nucleaire Neanderthal-genoom bekend werd door toedoen van het werk van Svante Paäbo…. een meesterstukje van wetenschappelijke analyse dat nooit voor mogelijk was gehouden )
In 1997 verscheen er een onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Cell waarin de onderzoekers Mark Stoneking en Svante Paäbo melden dat zij mtDNA hebben kunnen onttrekken aan de Neanderthal fossielen.
Na een vergelijking met menselijk mtDNA stellen zij vast dat de mtDNA samenstelling van de Neanderthaler buiten de natuurlijke variatie van de menselijke soort valt. Uit dit onderzoek blijkt volgens de auteurs ook dat de laatste gemeenschappelijke voorouder van de moderne mens en de Neanderthalers vier keer ouder is dan de laatste gemeenschappelijke voorouder van alle moderne mensen.
Dit sluit (toen ) volgens hen uit dat er kruisingen hebben plaatsgevonden tussen Neanderthalers en modernen.

De Levant
In het gebied rondom de Israëlische stad Haifa zijn een aantal belangrijke vindplaatsen gelegen. De datering van deze sites is omstreden. In eerste instantie dacht men dat, net als in Europa, de Neanderthalers eerst waren verschenen en vervolgens de moderne mensen. Nieuw onderzoek in de jaren ’80 van de vorige eeuw wees echter uit dat Qafzeh, waar moderne mensen waren gevonden, veel ouder was dan werd aangenomen en ook nog eens veel ouder dan de Neanderthal vindplaatsen. Onderzoek in de jaren negentig gooide het plaatje weer volledig om. Volgens dit onderzoek zijn de sites Tabun en Skhul beide ongeveer 120.000 jaar oud, is Qafzeh ongeveer 90.000 jaar oud en zijn de sites Kebarra en Amud respectievelijk 60.000 en 50.000 jaar oud. Dit ingewikkelde plaatje betekent dus dat Neanderthalers en moderne mensen elkaar in dit gebied elkaar een aantal keren hebben afgewisseld en mogelijk zelfs zij aan zij hebben geleefd
V E R M E N G I N G S M O D E L Waar het vervangingsmodel vooral uitgaat van de verschillen, kijkt het vermengingsmodel vooral naar de overeenkomsten tussen Neanderthalers en de Cro-Magnon mens. Volgens dit model waren de Neanderthalers en de modernen ondersoorten van Homo sapiens en dus zeer zeker in staat samen nageslacht te verwekken.
De moderne mens zou de Neanderthalers dan ook niet verdreven hebben, maar door een intensieve vermenging tussen de twee (sub)soorten, zouden de genen van de Neanderthalers, die getalsmatig in de minderheid waren, langzaam zijn verwaterd.
Deze hypothese gaat er dan ook vanuit dat de verschillen tussen de Neanderthalers en de modernen helemaal niet zo groot geweest zijn. Neanderthalers waren qua spraak en taalontwikkeling net zo ver als de moderne mens. Als Cro-Magnon’s en Neanderthalers elkaar tegen zouden zijn komen zouden zij de ander gewoon als mens zien. De hele soortenkwestie zou alleen leven in gedachten van wetenschappers die met een moderne blik de situatie proberen te analyseren.
Uitgaande van de vermengingshypothese zou je verwachten dat er tussenvormen zouden worden gevonden uit de periode waarin mens en Neanderthaler elkaar konden tegenkomen (tussen 40.000 en 28.000 jaar geleden). Individuen die zowel Neanderthaler als Cro-Magnon eigenschappen hadden. Voorstanders van deze theorie claimen ook dat dit al gebeurd is. Een van de meest opvallende fossielen is in dit geval het Lagar Velho kind.
Het Lagar Velho kind werd in 1994 in de Lapedo vallei in Portugal gevonden. Het lichaam van het kind was overdekt met rode oker en een konijn was als grafoffer meegegeven. Uit nadere analyse van de fossielen blijkt volgens de onderzoekers, dat het hoewel het Lagar Velho kind duidelijk behoort tot de moderne mens, het toch ook een aantal opvallende eigenschappen heeft die kenmerkend zijn voor de Neanderthalers.
Het Lagar Velho kind is gedateerd op ongeveer 26.400 jaar oud. Ook van Cro-Magnon fossielen die recentelijk in Roemenië zijn gevonden wordt gezegd dat ze een aantal Neanderthaler kenmerken bezitten.
Een zwaarwegend argument tegen het vemengingsmodel was natuurlijk het eerder genoemde mtDNA onderzoek. Diverse onderzoeken wijzen erop dat de Neanderthalers niet hebben bijgedragen aan de menselijke genenpoel. ( ondertussen dus ook ontkracht als een foute mening ) Onze laatste gemeenschappelijke voorouder zou minstens 800.000 jaar geleden geleefd hebben. De onderzoeken zijn echter niet onomstreden. Bij een aantal onderzoeken zou de techniek verkeerd zijn toegepast en bij andere onderzoeken zou er sprake zijn geweest van contaminatie, bij opgravingen en bij de latere analyse van de fossielen worden zij veelvuldig in de handen genomen, dit heeft tot gevolg dat DNA wat later van deze fossielen wordt afgenomen vaak ook het DNA van de onderzoekers bevat.
ref: http://www.neanderthalers.nl/historie.php
zie ook –>
Neanderthalers
Wij zijn allen Neanderthalers
door Frans Steenhoudt
27-04-1999
Sinds Darwin in 1859 achter het evenbeeld van God een simpele aap ontdekte, heeft de wetenschap hard haar best gedaan om het moment waarop die aap mens werd zo ver mogelijk terug te schuiven in de tijd.Er gaat geen week voorbij of er wordt wel weer een nieuw record gevestigd – alsof we daar met een klap ook beschaafder door worden. Ook de afstamming van de nog relatief jonge Neanderthaler wordt daarbij hardnekkig ontkend. Maar nu is er alweer een nieuw bewijs: dat beest zit wel degelijk in ons, en veel meer dan we denken.
In tegenstelling tot wat tot op heden algemeen aangenomen werd, staat het zo goed als vast dat er in onze genen sporen van de Neanderthalers bewaard gebleven zijn. Dat zeggen enkele van ’s werelds bekendste paleontologen, na analyse van een skelet dat afkomstig is van een vier jaar oude jongen die naar schatting 25.000 jaar terug in de Lapedo-vallei in Portugal begraven werd.Het lichaam was daar in december jongstleden door Joao Zilhao van het Portugees Archeologisch Instituut gevonden, toen hij bij de heraanleg van een weg een konijnenpijp onderzocht.Maar pas heel recentelijk kwam ook aan het licht dat het lichaam zowel kenmerken vertoont van de Neanderthaler als van de anatomisch moderne mens, wijzelf dus.“Het hoofd heeft bijvoorbeeld de vooruitstekende kin en tanden die karakteristiek zijn voor de anatomisch moderne mens”, zegt Zilhao, “terwijl de ledematen en gewrichten overduidelijk van de veel forser gebouwde Neanderthaler afkomstig zijn.”Nooit voorheen was zo’n krachtig bewijs gevonden dat zou kunnen aantonen dat de Neanderthaler zich met de anatomisch moderne mens moet hebben vermengd.Tot op heden ging men ervan uit dat de Neanderthaler 22.000 jaar geleden definitief door die anatomisch moderne mens uitgeroeid werd, nadat voorvaderen van die laatste al 100.000 jaar geleden uit Afrika naar Europa gemigreerd waren, via het Midden-Oosten. Maar deze nieuwe vondst maakt de Out of Africa-theorie een flink stuk complexer: algemeen werd aangenomen dat onze afkomst exclusief in Afrika moest worden gezocht.”Men ging ervan uit dat de Neanderthaler niet menselijk was”, zegt Zilhao, “en zich ook niet met de mens kon mengen. Dit skelet lijkt nog maar eens het tegendeel te bewijzen. Het geeft ook kracht aan de theorie dat hij niet uitgeroeid werd maar geleidelijk aan in de anatomisch moderne mens is opgegaan, zodat zich nieuwe types hebben gevormd. Op het Iberisch schiereiland mag die evolutie zich later dan elders hebben voltrokken, omdat de anatomisch moderne mens pas laat de Pyreneeën is overgetrokken. Dat verklaart waarom we hier nog kenmerken van de Neanderthaler vonden, vijfduizend jaar nadat het ras al elders zijn typische karakteristieken verloor.”De Neanderthaler heeft zijn naam te danken aan een dal bij Düsseldorf, waar in augustus 1856 na een explosie in een kalksteengroeve een schedel en wat botten werden gevonden. Ook dichter bij ons, in het Naamse Spy, werden drie decennia later (1886) twee skeletten gevonden, die een tot dan toe onbekende soort openbaarden. Eigenlijk is de allereerste schedelvondst trouwens een Belgische aangelegenheid, want nog voor de ontdekking in Neandertal vond Philippe Charles Schmerling in Engis al de schedel van een Neanderthal-kind. Dat was in 1829.Dat ze door de wetenschap werden afgeschilderd als bruut en dom, had misschien gewoon wat met hun uiterlijk te maken. In vergelijking met de anatomisch moderne mens, waarvan ook in de grotten van Furfooz, bij Dinant, sporen gevonden waren, was de Neanderthaler immers kort en gedrongen van gestalte.Zijn beenderen waren dikker en het scherp vooruitstekende gezicht miste alle proportie: de sowieso al gigantische wenkbrauwbogen en neusgaten leken nog groter, omdat het voorhoofd en de kin onbestaande waren.Nog voor men tot de bevinding kwam dat het hier om duizenden jaren oude gebeenten moest gaan, werden de vondsten in Neandertal afgedaan als afkomstig van een debiel uit de Keltische tijd of eenMongool die streed tegen Napoleon.Rond de eeuwwisseling zou vooral de Franse antropoloog Marcelin Boule ertoe bijdragen dat de Neanderthaler als een ‘beest’ afgeschilderd werd. Boule leefde bijvoorbeeld in de overtuiging dat “het beest liep met gebogen knieën en een waggelgang, het hoofd voorover hangend boven een gedrongen nek, zijn dikke teen chimpanseeachtig zijwaarts gespreid“.Antropologen zouden er later op wijzen dat het haast onmogelijk was dat het Boule was ontgaan dat het exemplaar waarop hij zijn theorieën baseerde, de ‘oude man’ uit het Franse La Chapelle-aux-Saints, kreupel was en aan jicht leed, zodat hij zich nog amper rechtop kon voortbewegen.De afschuw voor zoveel lelijkheid had van Boule blijkbaar een crackpot gemaakt, blind voor elke rede. In zijn zog zouden ook talloze andere wetenschappers blijven beweren dat de Neanderthaler onmogelijk een voorouder van de mens kon zijn.Sinds Charles Darwin in 1859 met zijn The Origin of Species het evenbeeld van God als een wat bijgestuurde versie van een ordinaire aap had ontmaskerd, was de antropologie altijd druk in de weer om het moment waarop die aap mens geworden was zover mogelijk terug te duwen in de tijd. Ook de voorbije jaren werden op dat vlak nog tal van records gevestigd.Leuvense archeologen van de Leuvense universiteit ontdekten vijf jaar geleden in Taramsa in de Egyptische Nijlvallei het eerste graf van de moderne mens in Afrika, tussen 60.000 en 120.000 jaar oud. Datzelfde jaar werd de Ardipithecus raminus ontdekt, 4,4 miljoen jaar ouder, en een jaar daarop volgde de Australopithecus anamensis, 4 miljoen jaar oud en minstens 400.000 jaar ouder dan Lucy, of de Australopithecus afarensis, die lang bekendstond als de oudste mensachtige. Maar de grootste sensatie volgde in 1997, toen Amerikanen in Oeganda de Morotopithecus bishopiontdekten, die de respectabele leeftijd van twintig miljoen jaar had.De hamvraag voor antropologen bleef waarom de Australopithecae zich verder zouden ontwikkelen tot de mens. Er werden oplossingen gezocht in het natuurlijke milieu, helemaal in de darwinistische traditie en onder het adagio van de survival of the fittest.De bonobo’s, onze dichtste nog levende familieleden, leven in een beperkt gebied in het tropische regenwoud. Van enige evolutie in hun soort is eigenlijk nauwelijks sprake. De Australopithecaezochten een ander milieu op, waar mobiliteit een vooraanstaande rol speelde. Ze konden daar beter overleven doordat ze rechtop liepen. Hun schedelstructuur en dus ook hun hersenen pasten zich wonderwel aan dat nieuwe gegeven aan. Die Australopithecae evolueren eigenlijk ook maar mondjesmaat. En échte mobiliteit komt pas twee miljoen jaar later, met de Homo erectus.Waar die zo plots vandaan komt, weten we niet. Zijn ontstaansgeschiedenis is zonder twijfel, in geologische tijdschalen gerekend, een zeer snelle aangelegenheid.De enige mogelijke directe voorouder van de H. erectus is vandaag de Australopithecus garhi, die onlangs in Ethiopië werd ontdekt en die rond 2,5 miljoen jaar geleden moet hebben geleefd. Hij had de schedel van de Australopithecae maar het lichaam van de Homo erectus. Die laatste ging als eerste écht op reis en hij vertrok uit Afrika. Hij koloniseerde vanuit de Nijlvallei de rest van de oude wereld. Misschien was een eerste bevolkingsexplosie daar de oorzaak van, want een wezen trekt niet zomaar op reis. Hij moet een reden hebben gehad. Wat daarna gebeurde, is een raadsel.De voorouderlijke Neanderthaler , leek ondanks alles en door het overduidelijke succes van de Afrikaanse mensachtigen alsmaar verder uit het gezichtsveld te verdwijnen. En wat moest men dan met de theorie dat een halve aap nog maar zo kort geleden – amper een paar tienduizend jaar – zijn genetisch materiaal zou vermengen met de zoveel elegantere Homo sapiens sapiens?Nee, de Neanderthaler had zich nooit met de mens vermengd. Hij was een doodlopend spoor geweest. Punt, uit.Wat zit er in zo’n wetenschappelijke geest? Speelden er ook racistische motieven mee? Hadden de wetenschappers gewoon hun haat voor bepaalde volkeren op de Neanderthaler geprojecteerd, waarmee die lichamelijk verwant leken? Wilden ze, bewust of onbewust, door het bestialiseren van de Neanderthaler ook die volkeren demoniseren?Inmiddels werd ook het ontstaan van de Neanderthaler verder in de tijd verlegd.In mei ’97 pakten Spaanse paleontologen uit met fossielen waaruit moest blijken dat een Afrikaanse voorloper, de Homo antecessor, al minstens 800.000 jaar oud moest zijn.Andere onderzoekingen hadden kort daarvoor echter nog maar eens bevestigd dat de Neanderthaler allerminst het beest kon zijn waarvoor hij gehouden werd. Zijn schedelinhoud bedraagt anderhalve liter, vergelijkbaar met die van de huidige mens. Hij gebruikte vuur, kon stenen werktuigen vervaardigen die superieur waren aan die van de Homo erectus, en liet ook de oudste rituele begraafplaatsen na die ooit werden teruggevonden. Meer zelfs: drie jaar geleden werd in de Sloveense Alpen een been gevonden waaruit niet alleen een muzikale begaafdheid van de Neanderthaler bleek, maar ook dat hij het diatonische systeem – met do-re-mi-fa-sol-la-si-do – kende. Hun forse, gedrongen gestalte was geen teken van inferioriteit, maar stelde hen integendeel perfect in staat om zich tegen de verschrikkingen van de ijstijd af te schermen.Maar wat was dan wel de oorzaak van hun ondergang geworden? In december vorig jaar gaf de Amerikaanse geograaf Jerome Dobson de resultaten van een studie vrij waaruit moest blijken dat de reden in een gebrek aan jodium moest gezocht worden, omdat ze veelal verbleven in jodiumarme gebieden, ver van de zeelucht. Andere onderzoekers wijzen echter ook op de evolutie in lichaamsbouw in de 200.000 jaar dat de Homo sapiens neanderthalensis in Europa verbleef. Die bleef lang niet dezelfde.Een schedel die in het Franse Saint-Cesaire werd gevonden en dateert uit een latere periode, vertoont trekken die heel wat minder uitgesproken zijn. Dat zou op een toenadering tot de anatomisch moderne mens kunnen duiden, wat dus door de recente vondst bij de Portugese kust wordt bevestigd.Naarmate de Neanderthaler zich met anderen mengde, werden zijn zwakkere genen gewoon door de sterkere van de anatomisch moderne mens verdrongen.Een team van Duitse en Amerikaanse onderzoekers haalde echter nog in november 1997 het nieuws met een mtDNA-test waaruit moest blijken dat de genenstructuur van de Neanderthaler, zoals die in Neandertal zelf gevonden werd, totaal niet correspondeert met die van de mens, en dat beiden zich onmogelijk kunnen hebben vermengd.De strijd tussen de voorstanders van de uitroeiingstheorie en die van de vermengingstheorie lijkt dus verre van beslecht. “Het doet me denken aan wat ik ooit op een Chinees gelukskoekje las”, zegt de Amerikaanse antropoloog Erik Trinkaus van de Washington University, die in Portugal mee het skelet van het vier jaar oude jongetje onderzocht.”We zien de dingen niet zoals ze zijn, we zien ze zoals wij zijn. En als dit dossier één ding toont, dan is het wel dat ook wetenschappers niet aan die regel ontsnappen.” |
|
http://www.geocities.com/CapeCanaveral/Launchpad/3917/http://www.geocities.com/CapeCanaveral/Launchpad/3917/sites.htmlThe mtDNA Debatehttp://www.geocities.com/CapeCanaveral/Launchpad/3917/mtdna.htmlWIJ WAREN NIET ALLEENhttp://be.msnusers.com/evodisku/nieuws.msnw?action=get_message&mview=1&ID_Message=725
Richard Leaky
“Gij Neanderthaler” is nog steeds een fors scheldwoord dat duidt op bestialiteit en gebrek een elementaire beschaving.
Ten onrechte, want onze verre voorouder met die naam was helemaal niet de beestmens die vooringenomen wetenschappers ervan gemaakt hebben.
In 1856 werden de eerste fossiele resten gevonden van deze schakel tussen de homo erectus (de rechtoplopende mens) en de “moderne” “homo sapiens sapiens”
in het dal van de Neander, een zijrivier van de Rijn.
Arbeiders waren kalksteen aan het delven in een grot toen zij op enkele oude botten stuitten. Wellicht was het een volledig skelet, maar het gebrek aan belangstelling was zo groot dat alleen nog het schedeldak, een deel van de heup en enkele botten
van de ledematen tot bij de plaatselijke geleerde Johann Carl Fuhlrott geraakten.
Na ruggespraak met een deskundige in de anatomie, Hermann Schaaffhausen, viel de konklusie dat de Neanderthaler het “oudste mensen-ras” was, waarbij
gedacht werd aan een ouderdom van enkele duizenden jaren.
Men weet nu dat de oudste fossielen van deze soort zo’n 100.000 jaar oud zijn.
Maar we schreven 1865 en de Neanderthaler had geen slechtere tijd kunnen kiezen om ontdekt te worden : de 19de-eeuwse gemeenschap verzette zich net
hysterisch tegen de gedachte dat de mens zich uit het dierenrijk ontwikkeld had, en de akademische wereld verwierp eike suggestie dat de merkwaardige vondst in het Neanderdal ook maar iets met de afkomst van de moderne mens te maken had.
Richard Leakey:
짬 Een Duits anatoom schreef de gebogen benen toe aan een leven op de rug van paarden, en opperde dat de man een Mongoolse kozak van de Russische kavalerie was geweest die Napoleon in 1814 over de Rijn had gejaagd.
De kozak zou volgens de inventieve anatoom uit zijn leger zijn gedeserteerd en was in de grot weggekropen om er te sterven.
Een andere anatoom vermoedde met een gehandikapte te maken te hebben, gezien de schedel met het lage voorhoofd.
Volgens een andere geleerde heer leed de grotbewoner aan rachitis, waardoor hij van die kromme benen had. Door de pijn die de ziekte hem bezorgde, moest hij voortdurend zijn wenkbrauwen fronsen, waardoor de vergrote wenkbrauw-bogen ontstonden. »
Ook sommige hedendaagse idiote ” creationisten ” citeren nog graag uit deze verouderde misvattingen en draaikonterige laat l9 -de eeuwse protserige
“disputen ” en gelijkhebberige rethoriek …
Maar de volgende decennia bleven maar gelijkaardige “misvormde” skeletten opduiken in Duitsland, Frankrijk, Belgie en Joegoslavie, en uiteindelijk werd
men gedwongen toe te geven dat de Neanderthaler een vertegenwoordiger was van een “oud barbaars ras” dat weinig of niets te maken had met de
voorgeschiedenis van de “echte” mensen.
Dat was ook de mening van Marcellin Boule, een vooraanstaand Frans anatoom aan wie we het taaie stereotype van de “bestiale” Neanderthaler te danken hebben.
Boule kreeg namelijk in 1908 de opdracht een rekonstruktie te maken van de Neanderthaler op basis van een vrijwel volledig skelet uit een grot
in de buurt van La Chapelle-aux-Saints (Dordogne).
|
Sépulture de la Chapelle-aux-Saints
http://www.dinosoria.com/neanderthalensis.htm |
Sculpture de Joanny Durand (1921), sous la direction de Marcellin Boule,
« Reconstitution des muscles de la tête et du cou de l’Homo neandertalensis de La Chapelle-aux-Saints » |
Richard Leakey :
« De volledigheid van het fossiele materiaal bood een uitstekende gelegenheid om een nauwkeurig beeld te vormen , maar Marcellin Boule, alweer geleid door zijn eigen vooroordelen, legde de nadruk op alles wat primitief grof en aapachtig was aan het skelet.
Hij verzuimde zelfs er rekening mee te houden dat dit speciale exemplaar van een oude man duidelijk aan hevige jicht had geleden.
Boules rekonstruktie liep voorover, met ronde schouders en bungelende armen.
Hij liep op de buitenkant van zijn voeten en met gebogen knieen.
Zijn grote tanden stonden vooruit ten opzichte van de rest van zijn gebit, net als bij mensapen, en zijn hoofd hield hij op een idiote en onwaarschijniijke
manier naar voren.
Ondanks het feit dat de schedel van Chapelle voldoende ruimte bood voor meer hersens dan bij de moderne mens, maakte Boule uit de lange, lage vorm van de
schedel op dat de oude man weinig geestelijke vermogens bezat.
This picture of Neanderthal man appeared in
Early Man, a 1965 Time Life book.
De rehabilitatie van de Neanderthaler kwam pas halverwege de jaren ’50:
Toen besloten namelijk de anatomen Straus en Cave de oude man opnieuw te rekonstrueren aan de hand van het Chapelle-skelet.
Ze hielden er deze keer wel degelijk rekening mee dat de oude knaap aan jicht had geleden, en het resultaat was nu heel anders :
een lichaam dat, weliswaar kort en geblokt, aardig met dat van de moderne mens overeenkwam.
Zij schreven, niet zonder humor:
«Zou hij kunnen worden gereincarneerd en in de Newyorkse metro losgelaten ” vooropgesteld dat hij werd gebaad,
geschoren en in moderne kleren gestoken — dan is het twijfelachtig of hij meer aandacht zou trekken dan sommige andere burgers. »
(intermezzo)
uiteindelijk was deze bovenstaande “grappige uitspraak ” een onvoorzichtigheid die later aanleiding gaf tot heel wat creato -gezeur en bedriegelijk misquoten :
Dit werd dan ook aangegrepen door “modernere ” creationisten om de “aapachtige neanderthaler ” tot een onderras van de echte mensen te
maken ; waarbij dan maar meteen werd ontkend dat er ooit een menselijke soort aan de mensen-struik zou zijn geweest die niet tot de homo sapiens sapiens
behoorde ( lees ; een mens die NIET van adam en eva afstamde )
Een twistpunt dat met de ontdekking van de flores-mens terug zou opduiken …en waarbij
terug wordt geprobeerd te ” bewijzen ” dat er geen verschillende mensensoorten hebben bestaan …
voorbeeld van zulk ” Creato gezeur ” ;
Neanderthalers worden voorgesteld als ape-likes terwijl een neanderthaler die niet behaard zou zijn op de plekken waar wij ook niet behaard zijn en in een net pak gestoken er net zoals ons uitziet
natuurlijk is dit onjuist want ;
De Homo sapiens neanderthalensis heeft:
– Grovere wenkbrouwbogen dan de moderne mens
– Een langere en lagere schedel dan de moderne mens
– Een veel robuuster skelet dan de moderne mens
– De botten zijn veelal 50% dikker dan die van de moderne mens
En de neus was groter en de hersenen waren naar verhouding( allometrisch ) groter.
Uit alles blijkt dat Neanderthalers aangepast waren aan een leven in de kou (ijstijd).Lichamelijk zijn ze beter te vergelijken met Eskimo’s.
A comparison of the cranium of
a modern man and Neanderthal man
Ach de botten van de neanderthaler : Er een reconstructie gemaakt van een neanderthaler maar dan met een huid zoals wij die hebben. …
Die was niet te onderscheiden van de gewone mens,
De neanderthaler leefde in een veel kouder klimaat.
Het lijkt me dus onwaarschijnlijk dat deze huid exact hetzelfde zou zijn als die van ons.
Verder is de huid maar 1 van de vele aspecten van het uiterlijk.
De Neanderthaler en wij verschillen uiterlijk gezien gewoon.
Het is dus onzin om te stellen dat een neanderthaler niet op zou vallen tussen moderne mensen.
moderne gereconstrueerde versie van een neanderthaler
Wij stammen niet van de neanderthaler af, maar hebben een gemeenschappelijke voorouder,
—> waarschijnlijk de H. heidelbergensis. ?
Van de Neanderthaler werd later aangetoond dat deze
“beestmens eigenlijK een clever kereltje was,en specialist in survival.
Richard Leakey :
….Met de evolutie van Homo sapiens ging kennelijk een aanzienlijke vergroting van de hersenen gepaard, en dat bleek duidelijk uit hun levenswijze.
Om te beginnen trokken sommige Neanderthaler-populaties naar delen van de aardbol waar zich voordien geen mensachtige gewaagd had, en dat in een tijd
waarin de intense koude van de ijstijd het leven in deze streken tot een behoorlijke uitdaging maakte.
Zij waren vaardige jagers en vindingrijk bij tegenspoed.
Als er bijvoorbeeld weinig of geen hout ter beschikking was, zoals in de boomloze toendra vaak het geval is, gebruikten zij voor de bouw van hun hutten
de beenderen van dieren.
Zij verbrandden ook botten als brandstof in hun vuurplaatsen, die zodanig waren gekonstrueerd dat de lucht er efficient doorheen gezogen werd, zodat er
een betere verbranding plaatsvond.
Hun kampen waren vaak vrij groot en bleven soms vele maanden bewoond.
Kleding was natuurlijk essentieel om de ijskoude temperaturen te kunnen doorstaan en we kunnen aannemen dat hun bekwaamheid in het vervaardigen van
kleding aanmerkelijk toenam.
De Neanderthalers produceerden meer dan 60 verschillende voorwerpen.
Waar men vroeger een steen zolang bewerkte tot de gewenste vorm bereikt was, perfektioneerden de Neanderthalers zodanig de “Levalois”-techniek
(het afslaan van steenschilfers van het gewenste formaat) dat zij uit een kilo brute steen liefst 2,20 meter aan snijvlakken konden produceren.
Maar ook sociaal en kultureel waren ze allesbehalve de “beest-mensen” waarvoor ze lange tijd doorgingen.
De Neanderthalers waren de eerste mensen die hun doden met enig ritueel begroeven en hun gehandikapten hielpen en verzorgden, zoals blijkt uit de
opgravingen van zwaargewonden en halfverlamden (Shanidar-grot, Irak), die — met de hulp van anderen — nog lange tijd geleefd hebben.
(ondertussen wordt hetzelfde van de ” late ” homo erectus vondsten/mensen uit dmanisi verondersteld )Wat is er 40.000 jaar geleden met deze soort gebeurd ?
Hoe heeft de moderne “Homo sapiens sapiens” zijn voorganger zo grondig van de aardbol verdrongen ?
Richard Leakey:
Geen een van de gekende Neanderthaler-vindplaatsen vertoont sporen van een bloedige overname door binnendringende horden.
Alle relevante vondsten uit deze periode wijzen op een geleidelijke overgang.
In plaats van dat inheemse volkeren werden vervangen, was er waarschijniijk sprake van een assimilatie door vermenging.
Het aantal mensen dat Europa, het Nabije Oosten en West-Azie binnentrok, kan in vergelijking met de aanwezige Neanderthaler-populatie zo groot geweest
zijn dat het effekt van de Neanderthaler-genen in aanzienlijke mate verwaterde.
Voor moderne mensen uit dit deel van de wereld lijkt de kans dus groot dat zij althans enkele Neanderthaler-genen hebben overgeerfd.
Of ….. misschien door onze soort opgegeten
Portugees fossiel skelet lijkt tussenvorm Homo sapiens en de Neanderthalers april 1999

vindplaats
Een 24,500 jaar oud skelet, gevonden in Portugal, met kenmerken van zowel moderne mensen en Neanderthalers laat zien dat de twee groepen onderling kruisten en misschien wel de voorouders zijn van de mens.
Het hybride skelet van wat waarschijnlijk een vier jaar oude jongen was, weerlegt de algemeen aanvaarde theorie dat de vroege moderne mensen uit Afrika emigreerden en de Neanderthal populaties vervingen zonder dat er daar bij sprake was van kruising, aldus Erik Trinkaus, antropoloog aan de Washington Universiteit in St. Louis (VS). Dit skelet is, volgens Trinkaus, het eerste bewijs dat de populaties van de eerste moderne mensen en de Neanderthalers contact maakten en onderling kruisten. “Dit skelet vertoond een mix van kenmerken, waarvan sommige kenmerkend zijn voor de moderne mens” zei hij in een telefonisch interview.
Niet een Rariteit
Veel antropologen steunen de Out of Africa theorie die zegt dat de mens in Afrika evolueerden en daarna zich over de wereld verspreiden, zo’n 100.000 jaar geleden. Dit is behoorlijk sterk bewijs dat de Cro-Magnon mensen, die later de moderne mens werden, zij aan zij leefden, maar ook contact maakten met, de Neanderthalers, die zo’n 30.000 jaar geleden uitstierven. “Deze vondst weerlegd de complete vervangingsmodellen voor de oorsprong van de moderne mens – dat de eerste moderne mensen allemaal uit Afrika kwamen en de Neanderthal populaties uitroeiden,” aldus Trinkaus.
De radiokoolstofdatering die op het, in december opgegraven, skelet werd uitgevoerd, liet zien dat hij zo’n 24.500 jaar geleden leefde, dat is 4.000 jaar nadat de eerste moderne mensen de Pyreneeën overtrokken, het Iberische schiereiland in, waar de Neanderthalers al leefden, zei hij. “Dit skelet, dat enkele Neanderthal kenmerken heeft en ook een aantal kenmerken van de moderne mens heeft, laat zien dat Neanderthalers en moderne mensen helemaal niet zo verschillend waren. Ze leefden samen kruisten onderling en kregen samen kinderen,” zei Trinkaus. Hij zei dat het skelet niet kon worden afgedaan als het product van een onwaarschijnlijke zeldzame affaire tussen leden van de twee groepen. “Dit is geen liefdeskindje,” vervolgde hij. “Het resultaat van de vermenging was in de populatie aanwezig 4.000 jaar nadat de eerste moderne mensen en de Neanderthalers elkaar voor het eerst ontmoeten op het Iberisch schiereiland.”
Menselijke kin, Neanderthal lichaam
Een in 1997 gepubliceerde studie van DNA genomen van het Neanderthal skelet dat in 1856 in de Duitse Neandervallei gevonden werd, toonde aan dat het genetisch te veel afweek om een menselijke voorouder te zijn. Trinkaus zegt dat dit alleen aantoont dat de Neanderthalers geen moderne mensen waren, wat allang bekend was. Hoewel de schedel van het skelet geplet werd toen een boer de, toen nog onontdekte, locatie met een bulldozer bewerkte zes jaar geleden, vonden Portugese archeologen onder leiding van Portugals hoofd van antiquiteiten, Joao Zilhao, het lichaam en het in rode oker bewaarde kaakbeen in goede staat, slechts een aantal centimeter onder de oppervlakte.
De duidelijk aanwezige kin was een kenmerk van de eerste mensen, terwijl de gedrongen borstkas en korte ledematen kenmerkend waren voor zijn Neanderthal voorouders, zei Trinkaus. Andere botten uit de arm wezen weer naar de eerste moderne mensen. Het skelet werd gevonden toen een archeoloog zijn hand in een konijnenhol stak en daar de goed bewaard gebleven linker onderarm van het skelet uit trok. Het lichaam was begraven in rode oker, met een doorboorde schelp, wat een rituele begrafenis suggereert, aldus Trinkaus. De vindplaats is op een heuvel nabij Leiria, in de Lapedo vallei, zo’n 130 kilometer ten noorden van de Portugese hoofdstad Lissabon. De locatie ligt zo’n 30 kilometer van de kust van de Atlantische Oceaan.
Gibraltar Child

?
Onderzoekers hebben erfelijk materiaal van een 100.000 jaar oud neanderthaler-fossiel kunnen analyseren.
Dertien jaar na de ontdekking van het ‘kind van Sclayn’ haalden Belgische en Franse onderzoekers DNA-sporen uit een tand van het goedbewaarde fossiel.
Die genetische informatie vergeleken ze met het DNA van veel jongere neanderthalerfossielen.
De resultaten waren schokkend: de genetische diversiteit bleek ten tijde van het kind van Sclayn veel groter dan in de periode toen de eerste Cro-Magnons in Europa arriveerden. Dat verschil vertelt volgens de onderzoekers iets over de veranderingen in de neanderthalerpopulatie, mogelijk ten gevolge van een epidemie of een drastische klimaatswijziging.
Op 16 juli 1993 deden archeologen in een grot in Sclayn nabij Andenne in de Waalse Maasvallei een spectaculaire ontdekking. Ze vonden de relatief intacte onderkaak van het ‘kind van Sclayn’, een neanderthalerfossiel dat liefst 127.000 jaar oud bleek te zijn.
De neanderthaler stierf 29.000 jaar geleden plots uit. Waarom is nog altijd onduidelijk, maar hoogstwaarschijnlijk vormde de toenemende concurrentie van onze voorouders — de Cro-Magnons — een te grote bedreiging op het Europese continent.
In België zijn al Neanderthaler overblijfselen gevonden in de 19de eeuw:
Engis, de eerste Neanderthaler ooit ontdekt (1830), La Naulette (1866), Spy, de eerste Neanderthaler begrafenis (1886), en Fonds-de-Foret (1895).
De overblijfselen van een kind geïdentificeerd in 1993 uit de Eemien lagen van Scladina volgen de facinerende traditie van Schmerling, Dupont, De Puydt en Lohest.
Juveniele overblijfselen zijn heel zeldzaam en belangrijk in het ontcijferen van de anatomische ontwikkeling die leidt naar volwassenen. De onderkaak van Sclayn, gedateerd van rond 127.000 jaar geleden, laat ons toe de evolutie naar de “ klassieke ” Neanderthaler te onderzoeken.

l’enfant de Sclayn
Een aantal snijgroeven op de onderkaak tonen de aanwezigheid van een post-mortem ritueel(?) (of cannibalisme ? ) aan, dat ook al in andere Neanderthaler sites is beschreven.
Na 13 jaar bijkomende opgravingen en analyses snds de ontdekking , geeft het kind ons zijn geheimen prijs: zijn leeftijd, zijn eetgewoonten, zijn genetische identiteit.
http://www.scladina.be/
http://www.hominides.com/html/actualites/scladina-grotte-enfant-sclayn-0025.php

In vergeten reserves van het Jubelparkmuseum (KMKG) en het Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel hebben antropologen tot nu toe onbekende fossielen gevonden van twee Neanderthal-kinderen. De gevonden fossielen zijn een onderkaak van een kind van anderhalf jaar en schedelfragmenten van een kind van ongeveer acht jaar. De 30.000 jaar oude beenderen werden meer dan honderd jaar geleden in een grot in Spy gevonden.
Aan de ontdekkingen ging maandenlang speurwerk vooraf van een team antropologen, archeologen en geologen. Tijdens hun zoektocht bezochten ze verschillende instituten en musea waar nog niet onderzochte delen van de verzameling van de grot van Spy bewaard worden.
“De verspreiding van de vondsten heeft een historische reden,” zegt Patrick Semal (KBIN) vandaag in De Standaard. “Ze zijn afkomstig van diverse opgravingen die destijds werden georganiseerd door amateurs of door wetenschappers van de Belgische federale wetenschappelijke instellingen zoals het KBIN en de KMKG. Andere collecties zitten dan weer in onder meer de Universiteit en het Curtiusmuseum van Luik en in Namen. Een deel van de vondsten uit Spy zit bij privé-verzamelaars.”
“We hebben niet minder dan 1.615 beenderen geïnventariseerd, waaronder 380 tot nu onbekende tanden. We zijn er bovendien al zeker van dat er niet twee, maar minstens drie volwassen Neanderthalers in de grot van Spy hebben gelegen.” De antropologe H챕l챔ne Rougier, een specialiste in de morfologie van Neanderthalers, heeft aanwijzingen dat de schedel afkomstig is van een Neanderthalkind. De onderkaak is dat met zekerheid.
Het eerste georganiseerde onderzoek in de grot van Spy dateert uit de periode 1879-1886. Na die opgravingen bleef het een hele poos stil rond Spy. De grot werd langzaam maar zeker leeggeplunderd door amateurs, die elk hun deel van de buit in hun verzameling bewaarden. Pas in 1906 begon een nieuwe opgraving. Tenminste, zo heette het officieel. In de reserves van de KMKG vonden Semal en zijn team nu een massa artefacten met etiketten uit de jaren v처처r 1906. Het is tussen die vondsten dat de nu gevonden fragmenten werden ontdekt.
De Neanderthalers, genoemd naar fossielen die in de negentiende eeuw in het Duitse Neanderthal werden gevonden, leefden in Europa tot omstreeks 30.000 jaar geleden. Hun uitsterven rond die tijd wordt in verband gebracht met de invasie van de moderne mens.
Bron: De Standaard – 20 februari 2006
Speuren in Spy
maandag 20 februari 2006
Het eerste georganiseerde onderzoek in de grot van Spy dateert van 1879. Dokter Rucquoy, een arts uit Namen, raakte geïntrigeerd door de vondsten van dierentanden in de grot en besloot te gaan graven. Zijn interesse werd gevoed door vondsten van ,,andersoortige” mensen in het Duitse Neanderthal. Het échte wetenschappelijke werk in Spy begon toen archeoloog Marcel De Puydt en geoloog Max Lohest zich met de zaak gingen bemoeien. In 1885 begonnen ze te graven, bijgestaan door voormalig mijnwerker Orban. Die maakte een tunnel met kaarsrechte wanden, maar door zijn aanpak vernietigde hij wellicht verschillende sporen van de Neanderthalers in de grot. Als bij wonder ontdekte Orban in de zoldering van zijn tunnel een jaar later, in 1886, enkele delen van een skelet. Lohest en De Puydt beseften het belang van de vondst en lieten een tweede tunnel aanleggen, dwars door de sedimenten. Ze vonden twee nagenoeg volledige skeletten van erg archaïsch aandoende mensen.
Na die opgravingen bleef het een hele poos stil rond Spy. De grot werd langzaam maar zeker leeggeplunderd door amateurs, die elk hun deel van de buit in hun verzameling bewaarden. Pas in 1906 begon een nieuwe opgraving. Tenminste, zo heette het officieel. In de reserves van de KMKG vonden Semal en zijn team een massa artefacten met etiketten uit de jaren vóór 1906. Het is tussen die vondsten dat de fragmenten van de nog onbekende fossielen werden ontdekt. Later werd de grot van Spy nog door verschillende archeologen doorgraven, waardoor de collecties verspreid raakten.
28.000 jaar geleden
Laatste Neanderthaler in Gibraltar
Rotterdam, 14 sept. De laatste Neanderthalers in Europa leefden waarschijnlijk op de rots van Gibraltar, 28.000 tot 24.000 jaar geleden. Dit blijkt uit metingen in de grotten van de rots die vandaag in Nature worden gepubliceerd.
De studie bevestigt de opvatting dat Neanderthalers, een nauw aan de moderne mens verwante mensachtige, langdurig tegelijkertijd met die moderne mens in Europa hebben geleefd. De Neanderthaler, Homo neanderthaliensis had grotere hersenen dan de moderne mens, Homo sapiens, en leefde al vele tienduizenden jaren in het door ijstijden geteisterde Europa voordat deze mensensoort uitstierf, niet zo h챕챕l lang nadat de moderne mensen vanuit Afrika Europa introkken (circa 40.000 jaar geleden). Vaak wordt concurrentie met de moderne mens, die in staat was tot symbolisch denken, genoemd als reden voor het uitsterven. Maar hoe langer de twee menssoorten tegelijkertijd in Europa leefden, hoe onwaarschijnlijker die gedachte wordt.
De nu in Nature gepubliceerde dateringen verzwakken dus die concurrentiethese, maar niet beslissend, omdat dit uiterste zuidpuntje van Spanje natuurlijk 처처k kan gelden als een vluchtplaats voor de laatste overgebleven Neanderthalers.
Er waren al wel eerder vergelijkbare late dateringen voor Neanderthalers elders, maar tot nu toe waren die altijd omstreden. Deze datering, van aardlagen in de grot van Gorham, lijkt vooralsnog stevig gefundeerd.
Als deze dateringen breed worden geaccepteerd zal het beroemde hybride skelet uit het Spaanse Lagar Velho, ca. 24.500 jaar oud, weer nieuwe aandacht krijgen. Dit skelet, van een kind met neander- en moderne kenmerken wordt door sommige paleontologen als een mengvorm tussen Neanderthalers en Homo sapiens gezien. Tot nu toe was een belangrijk argument tegen die hypothese dat het skelet eenvoudigweg te jong was voor zo’n menging: er waren toen helemaal geen Neanderthalers meer in Spanje.
Het gaat overigens niet om directe C14-dateringen van Neanderthalbotten, maar om C14-dateringen van aardlagen waarin typische Neanderthalwerktuigen lagen.
http://www.livescience.com/
NEANDERTHALER RASSEN ?
Laatste Neandertalers
Rik Nijland
27 september
De laatste Neandertalers namen het er 28 duizend jaar geleden goed van. Terwijl het overgrote deel van deze primitieve mensachtigen al van de aardbodem was verdrongen door de moderne mens, deed een kleine clan rond de rots van Gibraltar zich nog te goed aan een uiterst gevarieerde dis.
Niet alleen stond er everzwijn, steenbok, beer, schildpad en grottenhyena op het menu, maar ook deden deze Neandertalers zich te goed aan mosselen, babyzeehonden, zeebaars en dolfijnen.

(Foto National Geographic Magazine)
Kunstenaarstweeling Kennis & Kennis maakte voor het oktobernummer van National Geogra- phic Magazine een reconstructie van een bleke, roodharige Neandertalervrouw met sproeten.
Gorham cave
Dat blijkt uit archeologisch onderzoek in twee grotten – Gorham’s en Vanguard cave- aan de voet van de rots van Gibraltar. Nu liggen die pal aan zee, maar tijdens de Neandertal-bewoning, de ijstijdperiode toen de zeespiegel lager stond, lag de uitgang van de grotten 1 à 2 kilometer van het strand achter een reeks zandduinen. In het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences rapporteert het Brits/Spaanse onderzoeksteam onder leiding van prof. dr. Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen, deze week over de resultaten van de opgravingen, die al dertien jaar in beslag nemen.
Volgens Stringer wordt op grond van de isotopensamenstelling van opgegraven botten aangenomen dat Neandertalers hoofdzakelijk vleeseters waren – zowel aas als zelf gevangen prooien – maar dat hun menu veel minder gevarieerd was dan van de moderne mens, die ook vis en gevogelte ving. Mede daardoor was de moderne mens uiteindelijk in het voordeel in de strijd om het bestaan, denken paleontologen, en legde de Neandertaler vanaf 40 duizend jaar geleden het loodje.
De Neandertaler-groep bij Gibraltar – ‘hooguit enkele families’, vermoedt Stringer – wist echter eeuwenlang wel degelijk ook de nabij gelegen zee te exploiteren.
Zo vonden de onderzoekers rond het vroegere haardvuur mosselen en andere schelpdieren die rechtstreeks in het vuur waren ‘gekookt’. Ook kwamen er tijdens de opgraving botten van vooral jonge monniksrobben uit de grond, onder meer een schouderblad en een vingerkootje met de snijsporen er nog op. ‘Ik denk dat de hulpeloze robbenjongen met knuppels werden doodgeslagen’, laat Stringer vanuit Londen weten. Voor dolfijnen of vis waren de Neandertalers daarentegen aangewezen op de grillen van de natuur. Visgerei hadden ze niet. Waarschijnlijk verzamelden ze gestrande dieren of aangespoelde karkassen, vermoedt hij.
De overdaad aan voedselbronnen, gaf de Gibraltar-clan respijt, denkt de Britse onderzoeker. ‘Deze vondsten sterken me in het idee dat de kusten rond de Middellandse Zee een favoriete wijkplaats was vanwege de grote variatie aan voedselbronnen en het stabiele klimaat’, meent Stringer.
‘Ik denk dat de Neandertalers uiteindelijk ook hier verdwenen door klimaatverandering en doordat ze de concurrentiestrijd met de moderne mens niet aan konden.’ Biedt de grot misschien nog aanwijzingen hoe die machtswisseling verliep? ‘Helaas niet, er zit waarschijnlijk enige tijd tussen de bewoning door de Neandertalers en de moderne mens.’

RASSEN ?

A sufficient numbers of Neanderthals have been studied so that a list of distinctive Neanderthal features have been identified. reports:Robust finger bones;
Enlarged rib cage, with barrel-chested build;
Stout, bowed femoral shaft;
Dorsal sulcus on scapula for more muscle attachments;
Relatively short, bowed scapula;
Long pelvic pubis;
Relatively short tibia and fibula;
Low forehead with occipital bun;
Lack of chin;
Long clavicle and large shoulder joint;
Large and thick patella;
Occipital depression;
Supraorbital torus;
A mastoid crest located behind the external auditory meatus;
Absence of a canine fossa;
Presence of a retromolar space.
http://www.ecotao.com/holism/hu_neand.htm
Noord-Europa had eigen Neanderthaler
5 dec.2006
Er is een anatomisch onderscheid tussen noordelijke Neanderthalers en Neanderthalers die in Zuid-Europa en het Midden-Oosten leefden.
De zuidelijke Neanderthalers waren verder geëvolueerd, met minder primitieve kenmerken dan de noordelingen.
De zuidelijke Neanderthalergezichten steken iets minder ver naar voren, hun kaken zijn breder, en ook in het gebit lijken ze net iets minder op hun
voorgangers (Homo heidelbergensis) dan hun noordelijke soortgenoten.
Dit blijkt uit een vergelijking van kaakkenmerken van Neanderthalers uit zuidelijke en noordelijke vindplaatsen.
De analyse werd verricht om een rijke vondst in de Noord-Spaanse grot van El Sidron in perspectief te zetten.
In El Sidron zijn in de afgelopen zes jaar 1330 fossiele skeletresten van Neanderthalers opgegraven van ca. 43.000 jaar oud.
Tenminste acht individuen zijn onderscheiden, een zeer jong kind, een kind, twee adolescenten en vier jonge volwassenen.
In zijn omvang is het een uitzonderlijke vondst, maar geen unieke.
Spaanse archeolologen en antropologen presenteren de analyses vandaag in de Proceedings of the National Academy of Sciences (early online edition).Uit onderzoek aan de Neanderthal-tanden uit El Sidron blijkt dat de meesten een of twee periodes van groeistop hebben meegemaakt in hun jeugd,
meestal rond het vierde jaar, en iets minder vaak rond het twaalfde – sommigen hadden wel vier van dit soort voedselcrises meegemaakt.
Dit kan er op wijzen dat Neanderthalers tot hun vierde werden gezoogd door hun moeder.
En rond het twaalfde jaar trad mogelijk een nieuwe levensfase in – misschien moesten jonge Neanderthalers dan zelf voor hun voedsel zorgen.
24 Januari 2010, Kris Verburgh

De Neanderthaler was een zustersoort van de mens, die leefde van ongeveer 250.000 jaar geleden tot 30.000 jaar geleden in Europa.Europa werd toen geplaagd door ijstijden waarbij de toendra reikte tot in de Lage Landen en kille steppevlaktes rondom de Middellandse zee lagen.Tot enkele jaren geleden waren er twee grote theorieën omtrent het uitsterven van de Neanderthaler. Volgens de ene theorie vermengde het DNA van de Neanderthaler zich met menselijk DNA via onderlinge voortplanting, zodat het Neanderthaler DNA opgenomen werd in de menselijke populatie. De ander theorie was minder romantisch: de mens, die zo’n 40.000 jaar geleden Europa koloniseerde vanuit Afrika, verjoeg de Neanderthaler en dreef hem totextinctie.Onderzoek lijkt echter aan te tonen dat we geen DNA gemeen hebben met de Neanderthaler, en dat er ook geen redenen zijn om aan te nemen dat Homo sapiens de Neanderthaler uitroeide.Maar er kunnen ook meer genuanceerde theorieën zijn. Zoals de volgende theorie, die het uitsterven van de Neanderthaler wijdt aan het anders functioneren van zijn mitochondriën.
NEANDERTHALER-METABOLISME
Onderzoek toonde aan dat het energieverbruik (metabolisme) van een Neanderthaler hoger is dan van een mens. Wetenschappers verklaarden dit vooral met de lichaamsbouw van de Neanderthaler: omdat hij kleiner en meer gedrongen van bouw was, verbruikte hij meer energie (hij moest bijvoorbeeld meer stappen nemen om dezelfde afstand af te leggen vergeleken met een mens).Maar met metabolisme van de Neanderthaler kon ook hoger liggen omdat zijn mitochondriën anders werkten dan die van een mens, met bepaalde gevolgen die tot zijn uitsterven konden leiden.
De mitochondriën zijn kleine langwerpige blaasjes die in onze cellen zitten. In de mitochondriën wordt de energie gemaakt die al onze celfuncties en lichaamsprocessen aandrijft. Zonder mitochondriën geen leven. Onze cellen bevatten gemiddeld enkele honderden mitochondriën.Mitochondriën hebben twee functies: energie produceren en warmte produceren. Ze produceren energie door ATP moleculen te maken, die kleven aan de eiwitten in onze cellen en zo hun structuur en dus functie veranderen.
Mitochondriën produceren warmte door energie te verspillen, zodat ze harder moeten werken en meer warmte produceren. Dit gebeurt via ‘ontkoppeling’. Er bevinden zich in de wand van de mitochondriën eiwitten in de vorm van een holle cilinder (‘ontkoppeling-eiwitten’ genaamd), die geopend kunnen worden, waardoor moleculen wegvloeien die de mitochondriën nodig hebben om ATP te genereren. De mitochondriën moeten hierdoor harder werken (zodat ze meer warmte produceren) om dezelfde hoeveelheid ATP te produceren.
Mitochondriën genereren dus naast energie ook warmte. Het is zo dat warmbloedigheid is ontstaan enkele honderden miljoenen jaren geleden. Vergeleken met reptielen hebben zoogdieren twee keer zoveel mitochondria, die ook dubbel zo actief zijn, vooral via ontkoppeling, zodat zoogdieren meer warmte produceren en dus warmbloedig zijn.
Laten we nu terugkomen op de Neanderthaler.
Die leeft al gedurende vele honderdduizenden jaren in het koude Europa. Hierdoor zal hij wellicht evolutionair aangepast zijn aan de koude. Dit kan gebeuren door meer warmte te produceren door meer ontkoppeling in zijn mitochondriën. Het nadeel is wel dat deze warmteproductie ten koste gaat van energie (ATP)-productie. De Neanderthaler verspilt dus kostbare energie om warm te blijven.De mens, die zo’n 40 000 jaar geleden vanuit het warme Afrika Europa koloniseerde, heeft minder ontkoppeling in zijn mitochondriën. In Afrika is het immers veel warmer. De mens heeft dus een meer energie-efficiënt metabolisme vergeleken met de Neanderthaler. Dit kan ook verklaren waarom het metabolisme van de Neanderthaler hoger is dan dat van de mens.
Kortom, omdat de Neanderthaler meer energie verspilt omdat hij een sneller metabolisme heeft (door extra ontkoppeling), is hij benadeeld tegenover met de mens. Wat mede kan verklaren waarom de Neanderthaler is uitgestorven: hij heeft meer energie of voedsel nodig afkomstig van dezelfde schaarse voedselbronnen.Toegegeven, de mens is op zijn beurt ook benadeeld: omdat hij minder mitochondriale ontkoppeling heeft, is hij minder bestand tegen de koude. Maar de mens kon kledij en tenten maken om zich te beschermen tegen de koude, wellicht zelfs beter dan de Neanderthaler, omdat de mens tot nu toe de enige diersoort is die naalden gebruikt om zo fijne kledij te kunnen fabriceren.Onderzoek toont ook aan dat hedendaagse volkeren die in Siberië leven, meer mitochondriale ontkoppeling en een hoger metabolisme hebben. Als we kijken naar de verspreiding van mitochondriaal DNA, dan zien we dat er in de koude noordelijke gebieden er een strenge selectie is opgetreden van bepaalde mitochondriale genen, alsof het klimaat een invloed heeft op de evolutie en werking van de mitochondriën.
En meer ontkoppeling zou nog een ander nadeel kunnen geven voor de Neanderthaler: meer onvruchtbaarheid, althans vergeleken met de mens. Neanderthaler mitochondriën zijn immers minder efficiënt (ze produceren meer warmte en minder energie of ATP). Spermacellen hebben mitochondriën nodig om zich een weg te banen naar de eicel. Kortom, het sperma van de Neanderthaler zou minder viriel zijn dan dat van de mens, wat ook niet bevorderlijk is voor het voortbestaan.En voor mensen die het zich zouden afvragen: populaties die wonen in koudere gebieden hebben inderdaad meer last van ‘astenozoospermie’, oftewel minder beweeglijk sperma.
Neanderthalers normaler dan mensen
Stephen Rose
Al wie denkt dat wij het succesvolle product zijn in de evolutie van aap tot mens, mag die gedachte opbergen.
Antropologen aan de Washington University stellen dat neanderthalers normaler zijn dan moderne mensen.
Beide mensensoorten leefden een tijdlang samen tot de neanderthalers zo’n 30.000 jaar geleden uitstierven.
“Wat mensen doen is een lijn trekken van onze voorouders naar onszelf en iedere groep die niet op die lijn ligt, wordt als vreemd beschouwd”,
zegt antropoloog Erik Trinkhaus op de wetenschapswebsite LiveScience.
De homo sapiens en de homo neanderthalensis hebben beide wel eenzelfde Afrikaanse voorouder maar voor de rest zijn het twee verschillende takken in de
evolutie.
“Maar als we kijken naar die stamboom, dan moeten we vaststellen dat de neanderthaler recht in de kern zit en wij eerder er buiten.”
De antropoloog vergeleek hiervoor de fossielen van beide mensensoorten met die van de vroegste homo’s.
En wat bleek? De neanderthalers vertonen meer gelijkenissen met de gemeenschappelijke voorouders dan de moderne mensen.
“De meest ongewone groep zijn in feite wij.
De mens is niet het eindpunt van een evolutie.
Het is gewoon toeval dat wij nog leven en de neanderthalers niet”,
aldus nog Trinkhaus.
(SR)
Publicatiedatum : 12-09-2006
Neandertalers leefden meer dan 200.000 jaar lang en waren een van de succesvolste mensachtigen.
Het is dan ook vreemd dat ze als nog zijn uitgestorven, en ons als enige menssoort hebben achtergelaten.
Het is eigenlijk sowieso vreemd dat de grote, succesvolle ijstijddieren zoals de mammoet en de megaloceros zijn uitgestorven toen de ijstijd eindigde.
Er is gedacht dat de moderne mens daarvoor verantwoordelijk is, maar dat is onwaarschijnlijk.
*Welliswaar hadden de Homo sapiens sapiens misschien betere jachtwerktuigen, zoals de atlatl, oftewel speerwerper,
maar in die tijd waren de mensen van onze tak gewoon niet in die aantallen aanwezigen noch bezaten ze de technologie om zo’n uitsterving te veroorzaken.
* Ook is geopperd dat de Neanderthalers nooit zijn uitgestorven, maar zich met de moderne mens hebben vermengd, en dat wij dus Neanderthalerbloed in ons hebben.
Het bewijs hiervoor lijkt te zijn gevonden in Portugal.
Daar werd in 1998 een skelet van een kind gevonden, dat zowel sapiens -als Neanderthalertrekjes had.
* Het leek een prima theorie, ware het niet dat DNA onderzoek heeft uitgewezen dat geen enkele menssoort ter wereld verwant is met de Neanderthaler.( er is DNA van de neanderthaler gevonden enontrafeld )
Hier kunt u daar veel meer over vinden :
Mitochondriale Genenkaart van Neanderthaler
Anatomisch gezien lijken de eskimo’s nog het meeste op hen, maar ze hebben geen Neanderthalergenen.
Eigenlijk is er ook geen verder bewijs of de moderne mens en de Neanderthaler elkaar wel ooit ontmoet hebben.
Huidige ( nogal zwakke?) hypothese
Het is duidelijk dat wat de mammoet deed uitsterven, ook de Neanderthalers heeft laten verdwijnen.
En men denkt te weten wat het geweest kan zijn.
De factor, die de grote ijstijddieren, inclusief de Neanderthaler, heeft doen uitsterven, was de zelfde factor die al ,zo lang als de aarde bestaat en haar aanzien heeft bepaald
Het is het klimaat.
We weten nu dat het einde van een ijstijd niet een kwestie is van enkele duizenden, maar van enkele tientallen jaren.
De ijskappen smolten en het water kwam terug naar Afrika, waar het warm ontvangen werd door ( de strandjutter ?) Homo sapiens sapiens. ( =zuid oostkust van afrika? ) die de kusten volgde en afschuimde
De mammoeten ( en andere ijstijddieren ) konden zich niet snel genoeg aanpassen aan het veranderend klimaat en stierven uit.
Nieuwe dieren afkomstig uit warmere streken hadden de leeggevallen niches nog niet ingenomen
En zonder hun voornaamste bronnen van hoogwaardig voedsel ( de neanderthalers waren volgens enkele archeologen-antropologen exclusief carnivoor ) waren de Neanderthalers ook gedoemd te verdwijnen… vooral dus omdat ze niet tijdig konden overschakelen op ander voedsel ….
Neanderthaler uitgestorven door klimaatverandering?
klimaat, ijstijd, neandertthaler, spanje, olijf, eik, zeewater temperatuur
22 02 2007

neanderthaler gezin
De laatste Neanderthalers zijn 24.000 jaar geleden uitgestorven door een plotselinge klimaatverandering.
De eerste Neanderthalers kwamen 350.000 jaar geleden naar Europa en veroverden het hele continent van Engeland tot Spanje, van Isra챘l tot aan Uzbekistan. De laatsten stierven 24.000 jaar uit in een grot bij Gibraltar. Zo’n 15.000 jaar daarvoor was de huidige mens, Homo sapiens, Europa binnengetrokken. Of onze soort verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de Neanderthaler is niet bekend, maar volgens Clive Finlayson van het Gibraltar Museum en Francisco Jimenez-Espejo van de Universiteit van Granada gaf een snelle verkoeling van het klimaat de nekslag. De Neanderthaler hadden meerdere IJstijden overleefd en waren telkens weer opgekrabbeld, maar die van 30.000 jaar geleden trad zo snel in dat alleen in Zuid-Spanje een groep overbleef die het na een paar duizend jaar toch niet redde. De gemiddelde temperatuur van de zeewateroppervlakte daalde van tussen de 15 en 20 graden Celsius tot 8 graden. De wateraanvoer door rivieren liep sterk terug, en enkel een paar boomsoorten als de eik en de olijf overleefden. De dieren waar de Neanderthaler op jaagde zullen ook flink in getale zijn teruggelopen. De klimaatveranderingen zijn waarschijnlijk veroorzaakt door zogenaamde Milankovitch zonnecycli, veranderingen in de positie van de aarde ten opzichte van de zon. Ook in een andere grot zijn resten van de Neanderthaler gevonden die wellicht nog langer geleefd hebben. Het probleem is dat de dateringen van de twee grotten nog niet aan elkaar gerelateerd zijn, dus enige voorzichtigheid is hier geboden.
Cannibalisme ?
18/05/’09
Snijsporen van een scherp werktuig op een kaakbeen van een Neanderthaler-kind zouden erop kunnen wijzen dat de mens, de homo sapiens, zijn evolutionaire neef de Neanderthaler als voedsel gebruikte.
Volgens Fernando Rozzi, antropoloog aan het Parijse Centre National de la Recherche Scientifique is het duidelijk: de moderne mens joeg op Neanderthalers en at hij ze op. Het zou ook kunnen dat het kinderhoofdje waaruit het bekraste kaakbeen stamt, door mensen als een trofee van de rest van het lichaam is gesneden.
Exit Neanderthaler
De Neanderthaler dook in Europa 250.000 jaar geleden op, de homo sapiens ontwikkelde zich in Afrika en kwam 28.000 jaar geleden naar Europa. Tegelijk met het verschijnen van de homo sapiens, is de Neanderthaler uitgestorven. De wetenschap buigt zich al langer over dit mysterie. Heeft de moderne mens de Neanderthaler langzaam verdrongen omdat hij territorium en voedsel voor zich opeiste? Of ging het er minder vreedzaam aan toe?
Veelzeggend kaakbeen
De sporen op het kaakbeen, kunnen volgens de onderzoekers drie hypothesen steunen:
– Het Neanderthalerkind werd door mensen gedood of de schedel van het kind diende als trofee.
– Het kaakbeen stamt toch van een mensenkind, maar wijst door zijn gemeenschappelijke kenmerken met Neanderthalerbotten op seksueel contact tussen beide soorten. Het kind zou dus een mengvorm, een bastaardkind, zijn geweest.
– Het bot stamt van een groep holbewoners die allemaal deze Neanderthalerkenmerken vertoonden. Dit zou duiden op een grotere verscheidenheid aan menselijke soorten.
Toch gegeten
Rozzi en zijn collega’s vinden de eerste verklaring de meest plausibele: de mens at Neanderthalers.
Volgens Fernando Rozzi zijn de snijsporen op het Neanderthaler-kaakbeen gelijkaardig aan snijsporen die door mensen op dierlijke botten zijn aangetroffen. De mens schraapte met stenen werktuigen het laatste restje voedsel van de botten af.
Het bewuste kaakbeen dat nabij het Franse Mouthier-sur-Boëme in de Landes werd gevonden zou 28.000 tot 30.000 jaar oud zijn, en eerst werd gedacht dat het om een kaakbeen van een holbewonerkind ging. Maar in het vakblad Journal of Anthropological Science stelt Rozzi dat de vorm van de kaak en de inplanting van de tanden typisch zijn voor Neanderthalers.
Cannibalisme ?

http://www.nu.nl/wetenschap/1965767/moderne-mensen-aten-neanderthalers.html
18 mei 2009
Neanderthalers zijn mogelijk uitgestorven, omdat ze werden geslacht en opgegeten door moderne mensen. Dat blijkt uit een analyse van sporen op een oeroud kaakbeen dat is opgegraven in Frankrijk.
Het kaakbeen van de Neanderthaler gevonden in de Franse plaats Les Rois , bevat verschillende kerven en inkepingen.
De sporen wijzen volgens wetenschappers van het Centre National de la Recherche Scientifique in Parijs op een ‘slagerstechniek’ waarmee mensen in de Steentijd dieren slachtten.
De onderzoekers vermoeden dat er in het bot is gesneden om het vlees te verwijderen. Ook de tanden van de Neanderthaler zijn afgebroken, mogelijk om er een ketting van te maken.
‘Neanderthalers kwamen door ons toedoen op een gewelddadige manier aan hun einde en in sommige gevallen aten we ze op.’
‘Waarom is de Neanderthaler uitgestorven – met dat sterke lichaam, met die grote hersenen – en waarom hebben onze voorouders het wel gered?Dat zegt onderzoeksleider Fernando Rozzi van het Franse Centre National de la Recherche Scientifique tegen de Daily Mail.
jn onderzoeksteam analyseerde sporen op een prehistorisch kaakbot.
Controversieel
Francesco d’Errico van de universiteit van Bordeaux betwijfelt of kannibalisme de oorzaak was van het uitsterven van de Neanderthalers. “Één verzameling sporen is nog geen definitief bewijs van wijdverspreid kannibalisme.”
Ook professor Christ Stringer van het Natural History Museum in Londen denkt niet dat uit de analyse direct kannibalisme valt af te leiden. ‘Het is een erg belangrijk onderzoek, maar we hebben meer bewijs nodig’ zegt hij tegen The Guardian.
‘Het draagt wel bij aan het bewijs dat de moderne mens waarschijnlijk een rol heeft gespeeld in het uitsterven van de Neanderthaler.’
Voedsel
De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Anthropological Sciences.
Volgens onderzoeksleider Fernando Rozzi bewijzen de sporen op het bot dat het vlees van Neanderthalers in sommige gevallen als voedsel dienden voor de moderne mens. Ook koppelt hij kannibalisme aan het uitsterven van de Neanderthalers, ongeveer 30.000 jaar geleden.
Gewelddadig
“Het tijdperk van de Neanderthalers is op een gewelddadige manier ten einde gekomen toen ze ons tegenkwamen, in sommige gevallen hebben we ze zelfs opgegeten”, verklaart Rozzi in de Britse krant The Guardian.
“Jarenlang hebben mensen geprobeerd om het bewijs van kannibalisme te verbergen, maar ik denk dat we moeten accepteren dat dit heeft plaatsgevonden.”

Victims? Neanderthals lived 300,000 years ago. They managed to survive several ice ages before dying out around 30,000 years ago, around the same time as human beings arrived on the continent
Verdwijning van de Neanderthaler: wij zijn weer hoofdverdachte

Wat zorgde ervoor dat de Neanderthaler verdween? Eén mogelijk antwoord op die vraag kruisen wetenschappers nu overtuigd weg: klimaatverandering was de boosdoener niet. En dus zijn wij moderne mensen weer de belangrijkste verdachte.
Lang werd gedacht dat klimaatverandering een belangrijke of misschien zelfs wel doorslaggevende rol speelde in het verdwijnen van de Neanderthaler. De klimaatverandering zou veroorzaakt zijn door een eruptie. Zo’n 40.000 jaar geleden vond namelijk een flinke vulkaanuitbarsting plaats. De vulkaan bracht heel veel deeltjes in de lucht die ervoor zorgden dat zonlicht het aardoppervlak niet kon bereiken. Europa koelde zo rap af.
Theorie
En daar zouden de Neanderthalers zich niet aan hebben kunnen aanpassen. De kou (mogelijk in aanvulling op andere problemen, waaronder de opkomst van de moderne mens) zou de Neanderthaler dan ook fataal zijn geworden, zo luidt de theorie. Maar klopt dat wel? Engelse wetenschappers stellen nu van niet. Hun conclusies staan echter haaks op recentelijk onderzoek dat klimaatverandering juist tot de boosdoener bombardeerde.
Vulkaan
De onderzoekers baseren hun conclusie op een uitgebreid onderzoek. Ze bestudeerden lagen vulkanisch glas. Deze lagen kunnen worden toegeschreven aan reeds bekende vulkaanuitbarstingen. En door te kijken naar de positionering van de lagen (boven of onder overblijfselen van Neanderthalers) kon gekeken worden hoe de Neanderthalers er op het moment van de vulkaanuitbarstingen voor stonden. Ze beschrijven hun werk in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.
Problemen
Uit het onderzoek blijkt dat de Neanderthalers al voor de vulkaanuitbarsting en al voor de afkoeling van het continent in de problemen zaten. “Ons bewijs wijst erop dat moderne mensen op een continentale schaal een grotere bedreiging waren voor de inheemse populatie (de Neanderthalers, red.) dan de grootste bekende vulkaanuitbarsting in Europa, zelfs in combinatie met de schadelijke effecten van het afkoelende klimaat, was,” concluderen de onderzoekers.
Het komt erop neer dat onze voorouders, als het gaat om het verdwijnen van de Neanderthalers, weer hoofdverdachten zijn. Blijkbaar waren zij de competitie lang voor de vulkaanuitbarsting en de dalende temperaturen al aangegaan en waren de Neanderthalers al aan de verliezende hand toen Europa kouder werd. De vulkaanuitbarsting en het kouder wordende continent hebben vast daarna ook een steentje bijgedragen aan het verdwijnen van de Neanderthaler. Maar de moderne mens is volgens dit onderzoek toch de echte verantwoordelijke voor de ondergang van de Neanderthaler.
Neanderthalers uitgestorven door wet grote aantallen
30 juli 2011
Uiteraard is deze sensationele krantenkop geen voorbeeld van
“de wet op grote aantallen, ” daarmee wordt iets anders bedoeld zoals ‘als je maar heel vaak mee doet aan de bingo win je uiteindelijk de hoofdprijs’.
De primitieve mens( = Homo (Sapiens )Neanderthalensis ) die in Eurazië de ijstijden wist te doorstaan was niet zwakker dan de moderne mens( Homo sapiens sapiens ) , maar lijkt te zijn weggeconcurreerd in een ‘strijd’ van 10 tegen 1.
Aanvankelijk dachten onderzoekers dat de Neanderthaler(waarvan men nu denkt dat het waarschijnlijk een vroege Euraziatische zeer lang geisoleerde ondersoort ( ras ) van de ” archaische mensheid” betreft ) niet was opgewassen tegen de intelligente en hoogontwikkelde moderne ( in afrika onstane ondersoort H Sapiens/ sapiens ) mens zoals deze 40.000 jaar geleden in Europa in dat continent verscheen , en daarmee in korte tijd de neanderthaler (gewelddadig ?) van het continent had verdreven.(zeg maar uitgeroeid –> een genocide dus )
Archeologische vondsten ondergroeven echter deze theorie.
Ook Neanderthalers vervaardigden al complexe gereedschappen,
voerden culturele rituelen , ( zie hieronder over sieraden ) uit en wisten vuur te hanteren.
Hun herseninhoud was zelfs groter = wat nog niet betekent dat ze “intelligenter” waren –> Hedendaagse noordelijke rassen van de mens hebben een grotere herseninhoud , is nu gebleken
http://www.nu.nl/wetenschap/2575428/mensen-poolgebieden-hebben-groter-brein.html )
Meer herseninhoud betekent niet meteen meer gebruikte hersencapaciteit. de slimheid wordt bepaald door het aantal verbindingen tussen de hersencellen waren Neanderthalers hadden ook meer herseninhoud nodig om dat zware lijf van ze te besturen.en fysiek waren ze zeker “sterker ” ( = robuuster , zwaarder( (zeg maar gestuikt ) en beter bestand tegen het klimaat= ) dan de nieuwkomers: de afrikaanse H Sapiens Sapiens (in hoeverre die al vroeger (onvermengd met europese neanderthalers ) naar het Oosten en naar australie waren geemigreerd is niet echt geweten )
.
Ook Neanderthaler had grote hersenen
SAMENVATTING
De hersenen van onze vroege voorloper, de Neanderthaler, ontwikkelen zich ongeveer op dezelfde manier als onze eigen hersenen. Deze conclusie konden fysisch antropologen trekken na het bestuderen van drie Neanderthaler kinderskeletten. Het onderzoek geeft nieuwe aanwijzingen voor de evolutie van hersenontwikkeling bij mensachtigen en verschijnt deze week in vakblad PNAS.
Ten opzichte van een chimpansee heeft de moderne mens bij de geboorte erg grote hersenen. In het eerste jaar na de geboorte verdubbeld het hersenvolume ook nog eens een keer. Het kost heel veel energie om zulke grote, snel groeiende hersenen te ontwikkelen. Niet alleen voor de baby, maar ook voor de moeder die daardoor zelf ook groot is en over het algemeen laat rijp. Bovendien zorgt het aanwezig zijn van grote volwassen hersenen ervoor dat kinderen een trage ontwikkeling doormaken. Hoe de grote, snel groeiende hersenen bij de moderne mens hebben kunnen ontstaan, is dan ook nog niet duidelijk.

De bestudeerde Neanderthaler skeletten. Links het 1 tot 2 weken oude kindje uit Rusland en rechts één van de twee skeletjes uit Syrië.
Bron:M. Ponce de León and C. Zollikofer, universiteit van Zurich.
Fysisch antropologen van de universiteit van Zurich wisten een reconstructie te maken van de hersengrootte van Neanderthalers bij de geboorte. Zij deden dit op basis van drie fossiele kinderskeletten. Het eerste werd gevonden in een grot in Rusland en was pas 1 tot 2 weken oud. De twee anderen (van ongeveer 1,6 en 2 jaar oud) kwamen uit Syrië. Het gemiddelde hersenvolume van Neanderthalers moet bij de geboorte ongeveer 400 ccm zijn geweest. In de vroege kindertijd groeien de hersenen van Neanderthalers sneller dan de hersenen van de moderne mens. Omdat de hersenen wel op dezelfde leeftijd uitgegroeid zijn, worden volwassen Neanderthaler hersenen net wat groter dan die van de moderne mens.
Kleiner, maar even efficiënt
Uit eerder onderzoek bleek dat ook Homo erectus al relatief grote hersenen had, met een gemiddeld volume van 300 ccm. Het ontwikkelen van grote hersenen moet dus een evolutionair voordeel hebben gegeven. De Zwitsers gaan er vanuit dat kinderen met grote hersenen beter in staat zijn om complexe taken uit te voeren, wat een enorm voordeel is geweest voor de vroege mensachtigen. Maar waarom hebben moderne mensen dan weer kleinere hersenen dan de Neanderthalers? Dat moet evolutionair heel ongunstig zijn. Maar ook hiervoor hebben de onderzoekers een verklaring.

Het hersenvolume van de Neanderthaler is zelfs iets groter dan dat van de moderne mens.
Bron:National Academy of Sciences, PNAS.
Het afnemen van de hersengrootte en de lichaamsgrootte in het Pleistoceen is waarschijnlijk niets anders dan een optimalisatie van prestaties. De hersenen van de moderne mens mogen dan kleiner zijn dan die van de Neanderthaler, ze werken wel even efficiënt. Door de hersenen te verkleinen, bespaarden we energie die we goed konden gebruiken voor de voortplanting. Dit verklaart ook de grote toename van de menselijke populatie in Eurazië rond die tijd.
De ondergang van de Neanderthaler werd vooral door de voorgaande overwegeningen een “wetenschappelijk raadsel”( en zal dat nog wel een tijdje zo worden voorgesteld) genoemd .
Maar dat is een schijnraadsel : volgens een nieuwe studie
http://www.sciencemag.org/content/333/6042/623
Als Neanderthalers zo weinig onderdeden voor de plots verschenen concurrent-invallers , waarom wist die mensen(onder)soort dan geen stand te houden?
( Echter gezien het lot van inheemse (homo sap ) volkeren die door homo sap in historische tijden te maken kregen met uitroeiing en kolonisatie , is genocide geen overdreven these )
Frankrijk
Twee archeologen van de Universiteit van Cambridge bieden in Science nu een eenvoudig antwoord op deze vraag: demografie.
De nieuwe mensensoort kwam in groten getale Europa binnenvallen , veel groter dan die waarin de lokale bevolking aanwezig was.
Ze leidden dit af uit een plotselinge toename van bewoonde locaties, gebruiksvoorwerpen en etensresten in en nabij grotten in de Perigord in Frankrijk, in prehistorische tijden een permanent bewoonde regio.
Ze concluderen dat de moderne mens er in korte tijd met een minimaal tien keer zo grote populatie arriveerde.
* Vroeger was Europa veel actief vulkanischer dan nu,
De Chaine des Puis in Frankrijk barstte ergens de laatste keer 6000 jaar geleden uit
en de massieve Lachener See eruptie in Duitsland was ook nog maar 13000 jaar geleden.
Ook rond 40000 jaar geleden ,bij het verdwijnen van Neanderthal moeten er desastreuze vulkaanuitbarstingen geweest zijn Het is goed mogelijk dat er ook bij het uitsterven van de Neanderthal rond 40000 jaar geleden een massieve eruptie een rol gespeeld heeft.
Door die eruptie is de populatie van de Neanderthaler zo uitgedund,dat de andere menssoorten de lacunes konden opvullen en rekening houdend met het trage herstel van neanderthaler- populaties vergeleken met de “exotische” mensen.
Het is opvallend dat de resten van Neanderthal soorten vlak bij deze vulkanische gebieden in Frankrijk en Duitsland worden gevonden.
Of wie weet hebben deze vulkanen de Neanderthalers daarna nog even respijt gegeven tegen de nieuwkomers.
Indien er nu een grote uitbarsting in Duitsland of Frankrijk zou zijn op dezelfde schaal als die van toen, zouden deze landen ook nu volledig (centimeters of decimeters) onder de vulkanische as zitten, waarbij enorme landbouw gebieden volledig zouden worden vernietigd voor een jaar.
Concurrentie
De Britten denken daarnaast ook dat de moderne mensen toch een concurrentievoordeel hadden.
Zo bezaten ze een (misschien ) cultureel geavanceerdere set van jachttechnieken en hadden ze meer onderling contact tussen losse groepen, mogelijk was er ook handel.
Die culturele verschillen kunnen wel tot conflikten hebben geleid en men kan veronderstellen dat er raids geweest zijn van beide kanten … maar het belangrijkste is toch dat de neanderthaler is verdwenen door op te gaan in de genetische erfenis van de “mens”
….Dat beiden ook zijn opgegaan in de mensheid als voedsel ( kannibalisme )is mogelijk maar van weinig invloed … Kannibalen eten hun vijanden wel op maar ze behouden ook dikwijls de jonge ” vrouwen ”
– op te merken valt dat de neanderthalersVERMOEDELIJK sexueel actiever waren en veel meer hielden van wisselende contakten dan homo sap …
http://www.nu.nl/wetenschap/2370336/neanderthalers-hadden-wisselende-sekscontacten.html
De langs het midden oosten binnenvallende homo sapiens sapiens ( of die negroide karakters uit de Grimaldi grot in Monaco ) hebben de neanderthalers dus niet verdreven of opgeeten of uitgeroeid , maar die twee hebben elkaar verneukt zodat de huidige “mensheid ” (eigenlijk een soort vermengd straathondenras ) beter de rest van de wereld kon onder de knoet lopen … ? ..
De enige zuivere Homo Sapiens Sapiens zijn de zwarten van beneden de Sahara.
Alle andere “volkeren “dragen Neanderthaler DNA of Denisova DNA ( in hoeverre dit een nieuwe mens is of een plaatselijk(Siberisch) ras van de neanderthaler weet men (nog) niet ) met zich mee.
Dat soort zaken zijn wel eens meer gebeurd, ook onder “moderne mensen” onderling.
Nog niet zo lang geleden in de Amerika’s ,(Melting pot ) bijvoorbeeld.; en ook met de nodige geweldadige oprispingen en regelrechte genocides
Over een paar (honderd) jaar zijn er vast nog meer voorbeelden voorhanden, misschien wel (weer ) in Europa.
De neanderthalers hebben het meer dan 100000 jaar volgehouden en dat zie ik die gemengde moderne “eur-aziaten ” nog niet te doen.
De open vraag is natuurlijk ; hoelang hebben we nog te gaan
De hele huidige “mensheid” ( vuuilbak ras of niet ) is niets anders dan een voorlopige uitkomst van de evolutieprocessen net zoals de rest van de levende wezens …..
Kwestie van tijd dat dit kwartje gaat vallen.
“De nieuwe mensen(onder?) soort kwam in groten getale, veel groter dan die waarin de lokale bevolking aanwezig was.”
Er wordt wel eens vergeten dat Australië (new guinea )eerder door de moderne mens (althans een al dan niet vermengd ” negroide “ras ) werd bevolkt dan Europa, de moderne mens was al in behoorlije aantallen aanwezig op aarde voor het klimaat in ( of de culturele verwovenheden van de sapiens voldoende ontwikkeld opdat ) Europa gunstig genoeg voor ze werd om er te gaan wonen.
Hoe we het ons moeten voorstellen? Waarschijnlijk(speculeren doen de antropologen sowieso) had een familie Neanderthal in een bepaald areaal 10 gunstige bivakkeerplekken om uit te kiezen en wisselden die af, na een tijdje waren dat er maar 9 omdat er een familie CroMagnon het gebied was ingetrokken en ze roeleerden de 10 bivakkeergebieden zonder elkaar te storen,
Echter weer wat later werd de keus teruggebracht tot 8 gebieden omdat er weer een nieuwe familie CroMagnon was komen wonen in het areaal, de zwerfmogelijkheden van CroMagnon en Neandertaler nemen geleidelijk aan verder af omdat in de 10 foerageergebieden er 9 door CroMagnon worden gebruikt en nog steeds maar 1 door Neandertalers. Op zo’n moment worden de fluctuaties in voedselaanbod van het gebied ingrijpender omdat de uitwijkmogelijkheden zijn verdwenen, een hongerwinter in de helft van het aantal foerageergebieden is voor de Neandertaler populatie veel funester als hun gebied er ondervalt, dan voor de CroMagnon populatie, want zij kunnen hun aantal niet meer opbouwen door overloop uit andere gebieden.
De kontakten van Neandertaler met CroMagnons, vriendelijk, niet-vriendelijk sexueel etc, zijn gedurende dat proces van een factor 0 naar een factor 10 opgelopen en op een gegeven moment hebben de Neandertalers zoveel CroMagnon elementen (zowel genetische als materieel-culturele ) over of opgenomen (of geimiteerd )dat je eigenlijk niet meer van een klassieke Neandertalerpopulatie kunt spreken.
Als er nog duidelijk “zuivere” Neandertalers in het areaal aanwezig zijn vinden die ook geen sexuele partners meer die “zuivere” Neandertaler kunnen worden genoemd.
Als ze daar al naar opzoek waren overigens, partners uit de CroMagnon populatie waren al lang gewild.
Beetje saai misschien maar waarschijnlijker dan het scenario waarbij binnnvallende CroMagnons alle Neandertaler mannen in Europa de hersens insloegen en de jonge dames Neandertal uitsluitend als sexuele slavinnen(of jonge werkpaarden of zelfs delicatesses ) ge(ver)bruikten.
Er zijn echter wel degelijk voordelen gevonden bij de moderne merns die goed van pas komen bij het langdurig jagen op prooien
‘Moderne mens zou Neanderthaler verslaan op marathon’
31 januari 2011
Neanderthalers zouden het op de marathon afleggen tegen moderne mensen. Dat hebben Amerikaanse wetenschappers berekend op basis van fossielen.
Het lichaam van Neanderthalers was ongeschikt om lange afstanden te rennen. Alleen op korte sprintjes zouden de oermensachtigen mogelijk in staat zijn om van moderne mensen te winnen.
Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit van Arizona in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Human Evolution.
http://www.elsevier.com/wps/find/journaldescription.cws_home/622882/description#description
Klimaat
“Het rennen van lange afstanden wordt vaak gezien als de manier waarop onze voorouders vlees konden bemachtigen in warme omgevingen”, verklaart hoofdonderzoeker David Raichlen op Discovery News. “De eerste mensen zouden door langdurige achtervolgingen in staat zijn geweest om hun prooien op te jagen en uit te putten.”
“Onze hypothese is echter dat het loopvermogen van Neanderthalers sterk was verminderd omdat ze in koude klimaten leefden”, aldus Raichlen.
Fossielen
De wetenschappers kwamen tot hun conclusie door fossiele overblijfselen van Neanderthalers te bestuderen. Uit het onderzoek bleek dat de oermensachtigen lange achillespezen en hielen hadden in vergelijking tot moderne mensen. Daardoor zouden ze meer energie verspillen tijdens het rennen en eerder uitgeput raken.
Bij een wandeltocht zouden de Neanderthalers volgens de wetenschappers wel in het voordeel zijn ten opzichte van de Homo sapiens.
Door hun relatief dikke botten waren de oermensachtigen waarschijnlijk in staat om lange stukken te voet af te leggen, zonder vermoeid te raken of blessures op te lopen.
Overleven
De Neanderthaler is overigens niet helemaal uitgestorven. Eeder dit jaar verscheen een studie in het vakblad Molecular Biology and Evolution, met bewijs van voortplanting tussen beide mensen(onder)soorten.
Van het X-chromosoom van mensen in grote delen van Europa en Azië zou tot op de dag van vandaag 9 procent uit Neanderthaler-DNA bestaan.
Opmerkelijk genoeg is dat vrijwel hetzelfde percentage dat ook in het nieuwe Britse archeologisch onderzoek naar voren komt.
Misschien stellen wij ons dus ten onrechte een gewelddadig einde van de oermensen voor: Neanderthalers en moderne mensen lijken in Europa te zijn gemengd volgens precies dezelfde verhouding als waarin ze elkaar tegenkwamen.
Een gedeelte van het Neanderthaler erfgoed is gewoon opgegaan in de homo sapiens ( = roodharige mensen, Sproeten en blauwe ogen in zowel europa als bij bepaalde groepen in azie ) …
Voordelen van het vermengen
http://www.nu.nl/wetenschap/2542306/kruising-met-neanderthalers-hielp-menselijke-evolutie–.html
-De eerste moderne mensen die buiten Afrika leefden, pikten door hun seksuele contacten met Neanderthalers waarschijnlijk antigenen op, die hun nageslacht beschermden tegen ziektes op andere continenten.
De kruising zorgde er daardoor in zekere zin voor dat mensen zich gemakkelijker over de planeet konden verspreiden. Dat meldt het Britse tijdschrift New Scientist op basis van een onderzoek aan de Universiteit van Stanford.
http://www.newscientist.com/article/mg21028174.000-breeding-with-neanderthals-helped-humans-go-global.html
Immuunsysteem
Met name een aantal allellen binnen de zogenaamde Humaan Leukocyten Antigenen (HLA) – een groep van 200 genen die essentieel is voor het menselijke immuunsysteem – zijn waarschijnlijk afkomstig van Neanderthalers.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Humaan_leukocytenantigeen
Hoofdonderzoeker Peter Parham kwam tot zijn bevindingen door de HLA-genen van mensen uit verschillende werelddelen te vergelijken met genen van Neanderthalers.
http://med.stanford.edu/profiles/Peter_Parham/
Hij vond bij dat onderzoek bewijs voor de theorie dat de eerste moderne mensen veel genen hebben opgepikt van Neanderthalers. Zijn bevindingen heeft hij gepresenteerd op een bijeenkomst van de Royal Society in Londen.
Essentieel
Volgens Parham waren de Neanderthaler-genen essentieel voor de succesvolle verspreiding van moderne mensen over de wereld, omdat veel van oorsponkelijke de homo sap genen alleen beschermden tegen ziektes die in Afrika voorkwamen.
Neanderthalers ( en hun vermoedelijke voorouder homo heidelbergensis ) leefden al vele duizenden jaren succesvol buiten Afrika toen ze in aanraking kwamen met het moderne mensen ras uit afrika .
Genoom
Het belang van Neanderthaler-genen bij bescherming tegen ziektes komt ook tot uiting in het genoom van moderne mensen.
Over het geheel genomen is slechts zes procent het menselijk genoom afkomstig van Neanderthalers. Binnen de HLA-genen is het aandeel van Neanderthaler-genen echter veel groter.
Dit wijst er op dat de eerste mensen die buiten Afrika leefden deze genen nodig hadden om te overleven.
°
Eindelijk: sieraden van Neanderthalers
13 januari 2010
Er is een eerste overtuigend bewijs gevonden dat Neanderthalers 50.000 jaar geleden ‘bodypaint’, een soort van prehistorische make-up, gebruikten.
Wetenschappers groeven schelpen op in de buurt van de Zuid-Spaanse stad Murcia. Neanderthalers mengden en bewaarden hun make-up in de schelpen. Dat meldt de BBC. Tot vandaag werd wetenschappelijk aangenomen dat alleen de moderne mens make-up draagt ter versiering en voor rituelen.

Schelpen die door Neanderthalers als hanger zijn gebruikt.

Sint jakobsschelp ,met rechts resten van oker / Foto PNAS
schelp hierboven is Neanderthaler-‘kunst’, tenminste wat er na 50.000 jaar van over is. Het is een tweezijdig afgebeelde halve sint-jakobsschelp uit de ondiepe Neanderthalergrot Cueva Anton uit Zuidoost-Spanje. De ene kant is van nature rossig, aan de andere kant zijn resten gevonden van rode en gele oker. Een team van zeventien geleerden (onder leiding van João Zilhão ) presenteert deze en verwante vondsten deze week in de Proceedings of the National Academy (Early Edition, online).
Volgens hen is het waarschijnlijk dat deze ‘bijgewerkte’ sint-jakobsschelp als een of ander lichaamssieraad heeft gefunctioneerd. Want wat kan het anders zijn geweest? Oker werd ook wel gebruikt als plakmiddel om gereedschappen te maken, maar van die activiteit zijn geen sporen gevonden in de ondiepe grot. Een bijproduct kan het niet geweest zijn, denken Zilhão en de zijnen.
En deze interpretatie wordt sterker omdat ze meer vondsten hebben, uit een andere grot in Zuidoost-Spanje, de Cueva de los Aviones. Er lagen een paar geperforeerde schelpen uit dezelfde periode, met resten van oker. En een oester met rode oker. Op de scherpe punt van een paardenbot vonden ze ook oker.
Het is bij elkaar niet veel, maar het is wel een belangrijke vondst, omdat voor het eerst duidelijk aangetoond lijkt te zijn dat ook Neanderthalers versieringen gebruikten, een ‘nutteloze’ mooimaking die wijst op symbolisch denken. Tot nu toe werd deze nabije verwant van de moderne mens dit symbolische vermogen vaak ontzegd, simpelweg omdat er nooit duidelijke bewijzen voor waren.
Voor de moderne mens is overigens pas vanaf 40.000 jaar geleden overweldigend bewijs voor symbolisch denken, met de prachtige beeldjes uit Duitsland en de beroemde grottekeningen uit Frankrijk. Maar de laatste jaren worden uit ouder tijden (ca 120.000 tot 70.000 jaar geleden) ook harde bewijzen voor symbolisch denken gevonden, en wel precies dezelfde soort doorboorde schelpen als nu bij de Neanderthalers zijn gevonden.
Volgens archeologen van de Bristol University in Wales ontkracht de ontdekking het eerdere vermoeden dat Neanderthalers “een stelletje halve garen waren” en laat het zien dat ze in staat waren tot symbolisch denken. Wetenschappers vonden sporen van geel pigment, dat mogelijk werd gebruikt als fond . Zij ontdekten ook sporen van een rode stof (rode oker ) die was vermengd met een zwart mineraal.
De Neanderthalers gebruikten sommige schelpen mogelijk als juwelen.
(hlnsydney/kh)
Grooved and perforated “personal ornaments” and ivory ring from the Châtelperronian levels at the Grotte du Renne, France. [Reproduced with permission from Randall White, New York University, New York.]
WIST U DAT……de Neanderthaler al medicijnen gebruikte?
De Neanderthaler was niet zo handig in het knutselen of tekenen.
Daarmee was deze soort een stuk minder creatief dan zijn opvolger: de Homo sapiens. Dat concluderen onderzoekers op basis van archeologische opgravingen en een analyse van de schedels van Neanderthalers en moderne mensen. Hun volledige resultaten zijn te vinden in het blad Current Biology.
De schedel van een Neanderthaler en moderne mens was bij de geboorte ongeveer even groot. Maar in het eerste jaar van hun leven, ontwikkelden de beide soorten zich heel anders. En die subtiele veranderingen in het prille begin van de hersenontwikkeling kunnen grote gevolgen hebben, zo ontdekten de onderzoekers.
Communiceren
Onder meer de sociale cognitie, de communicatie en creativiteit wordt in die prille fase gevormd en beïnvloed. De veranderingen die de Neanderthaler en Homo sapiens doormaakten, verklaren mogelijk waarom de eerstgenoemden niet in staat waren om via kunst te communiceren en waarom de moderne mens een voorsprong had op de Neanderthaler.
Kunstenaar
“Als je een artiest bent, dan moet je symbolen begrijpen,” meent onderzoeker Philipp Gunz. “Je moet de betekenis begrijpen. Je moet op een bepaalde manier naar de wereld kijken en het lijkt erop dat de Neanderthalers dat niet konden.”
Moderne mensen daarentegen produceerden rotstekeningen en andere kunstvormen. Ook waren ze creatiever in bijvoorbeeld de jacht. “Het is niet zo dat we op hen (de Neanderthalers, red.) neer kunnen kijken. We hebben het nog niet zo ver geschopt. En hun uitsterven is geen directe consequentie van deze specifieke ontwikkeling.” Wel verklaart het waarom de moderne mensen creatiever en flexibeler waren; eigenschappen die nodig zijn om het op aarde vol te houden.
°
http://www.nu.nl/wetenschap/3866603/neanderthalers-maakten-rotstekeningen.html
Voor het eerst hebben wetenschappers rotstekeningen van de Neanderthalers ontdekt. In een grot (1)in Gibraltar vonden zij inkervingen in de vorm van een kruis die zeker 39.000 jaar oud zijn.
The art, discovered inside Gorham’s Cave in Gibraltar (marked) is believed to have been made by Neanderthals because experts have previously found Neanderthal artefacts there in the overlaying layers of the cave
°
Creative? The find is significant because it indicates that modern humans and Neanderthals (stock image) shared the capacity for abstract expression, according to a team of scientists who studied the site
Tot nu toe werden rotstekeningen, zoals die in het Zuid-Franse Lascaux en het Noord-Spaanse Altamira, alleen aan de moderne mens (Homo sapiens) toegeschreven.
De wetenschappers onder leiding van Ruth Blasco en Clive Finlayson van het Gibraltar-museum in de Britse stad op het Iberisch schiereiland beschrijven hun bevindingen in de Proceedings of the Nationaal Academy of Sciences (PNAS).
De Gorhamgrot in Gibraltar is al langer bekend als plaats waar Neanderthalers hebben gewoond. De onderzoekers ontdekten de tekeningen op een groot, natuurlijk platform dat ongeveer 40 centimeter boven het niveau van de toenmalige bodem van de grot lag.
De wetenschappers berekenden dat de onderste deklaag boven de tekeningen 39.000 jaar oud is. De tekeningen zelf moeten ouder zijn. In die tijd leefde Homo sapiens niet in het zuidoosten van het huidige Spanje.
Door: ANP

This undated image provided by the ‘Journal’ shows a Neanderthal rock engraving at Gorham’s Cave in Gibraltar. (AP Photo/Courtesy of Stuart Finlayson via Journal)
But is it art? Lines scratched into a cave could be proof that Neanderthals were more intelligent and creative than previously thought and some experts claim they are the first known examples of Neanderthal rock art (2)
°
(1)Gorhams Grot
>> is een natuurlijke zee grot in het Britse Overzeese Grondgebied van Gibraltar, de plek wordt beschouwd als een van de laatst bekende woonplaatsen van de Neanderthalers. -knip-
http://en.wikipedia.org/wiki/Gorham’s_Cave /
http://archaeology.about.com/od/neanderthals/a/g …
(2) Natuurlijk interessant dat ze ook grotschilderingen maakten, maar het is niet van ‘wauw, nu is ons beeld van Neanderthalers opeens 180graden gedraaid’
–> Hoeveel vaker gaan we nog een bericht krijgen met als tendens ‘Neanderthalers waren eigenlijk best slim’.
–> Ik mag toch hopen dat iedereen dat onderhand wel weet.
–> Als het zo doorgaat met het ophemelen van neanderthalers komt straks de ontdekking dat “blanke en aziatische mensen daarom intelligenter zijn dan afrikanen”
‘ Dat Europeanen beter scoren op IQ tests heeft per definitie niets te maken met intelligentie, maar met de manier waarop de test is opgezet. Het goed maken van een IQ test is net zo zeer te trainen als het koken van een perfecte spaghetti bolognese of het spreken van een andere taal. Onderwijs en regelmatige testen van het geleerde zullen dus vrij automatisch leiden tot betere gemiddelde resultaten op IQ tests. En laat een groot deel van Afrika nou net goed onderwijs ontberen door jarenlange conflicten en uitbuiting, mede door westerse inmenging in verleden(en heden ) ‘
°
In het PHYS ,ORG – artikel staan meer twijfels aan de speculatieve betekenis van deze inkervingen door de plaatstelijke neanderthalers :“Not everyone is convinced: Another recently published study examining the dating of various archaeological sites across Europe raises the possibility that the artifacts may not have been made by Neanderthals but by modern humans. Neanderthals disappeared between 41,030 and 39,260 years ago, while modern humans arrived in Europe about 45,000-43,000 years ago, according to that study, leaving several thousand years of overlap.
“Any discovery that helps improve the public image of Neanderthals is welcome,” said Clive Gamble, an archaeologist at the University of Southampton, England. “We know they spoke, lived in large social groups, looked after the sick, buried their dead and were highly successful in the ice age environments of northern latitudes. As a result rock engraving should be entirely within their grasp.”
“What is critical, however, is the dating,” said Gamble. “While I want Neanderthals to be painting, carving and engraving, I’m reserving judgment.”
http://phys.org/news/2014-09-cave-art-neandertha …
http://www.scientias.nl/neanderthalers-tekenden-hashtag-grot-op-gibraltar/104876
Wetenschappers hebben in een grot op Gibraltar een abstract kunstwerk ontdekt dat waarschijnlijk door Neanderthalers is vervaardigd. Het zou het eerste overtuigende bewijs zijn dat Neanderthalers zich artistiek uitten.
Het is niet voor het eerst dat onderzoekers stokoude kunstwerken ontdekken. In 2012 stuitten wetenschappers al op rotstekeningen die meer dan 40.000 jaar oud waren. Met het oog op de hoge leeftijd van de tekeningen werd toen voorzichtig gesteld dat ze wellicht door Neanderthalers waren vervaardigd. Maar overtuigend bewijs dat Neanderthalers in staat waren tot het maken van kunst en dus tot abstract denken.
Kunst
Tot nu. Op Gibraltar hebben onderzoekers overtuigend bewijs ontdekt dat suggereert dat Neanderthalers kunstwerken vervaardigden. Ze ontdekten in een grot een eenvoudige tekening (zie de afbeelding hierboven) die veel weg heeft van een hashtag. Het abstracte patroon bevond zich onder een laag sedimenten waarin eerder spullen van Neanderthalers zijn teruggevonden. Dat suggereert dat het kunstwerk ouder is dan die spullen – die ongeveer 39.000 jaar geleden gemaakt werden. Een chemische analyse van de mineralen die de tekening bedekken, onderschrijft dat: de tekening werd vervaardigd voor de laag sediment daarboven ontstond.
Opzettelijk
Maar zijn de strepen wel echt kunst? Of zijn het misschien sporen die tijdens andere activiteiten van de Neanderthalers zijn ontstaan? Ook dat zochten de onderzoekers uit. Ze maakten foto’s van de sporen die de gereedschappen waarmee de strepen werden gemaakt, achterlieten. Vervolgens vergeleken ze die sporen met sporen van de verschillende gereedschappen waarmee de Neanderthalers werkten. Ze konden zo vaststellen dat de tekening waarschijnlijk met opzet is vervaardigd door een scherp voorwerp herhaaldelijk over de rots te bewegen. De tekening is dus niet het toevallige overblijfsel van andere werkzaamheden waarbij Neanderthalers met scherpe voorwerpen werkten.
Het onderzoek draagt bij aan een andere kijk op de Neanderthaler. Lang werd de Neanderthaler gezien als een woeste, weinig verfijnde mensachtige. Maar het bewijs dat suggereert dat Neanderthalers helemaal niet zo woest waren en verrassend veel gemeen hebben met ons moderne mensen stapelt zich op.(3)
Zo weten we dat de Neanderthalers hun doden begroeven, zich qua intelligentie met de moderne mens konden meten, hun lichamen versierden en een verrassend veelzijdig dieet hadden.
“Deze resultaten dragen bij aan het bewijs dat op andere plekken is aangetroffen en dat suggereert dat de intellectuele capaciteiten van de Neanderthaler in het verleden onderschat is,” (3)
zo schrijven de onderzoekers in hun paper.
(3) Neanderthalers zijn gelijkwaardig aan – maar toch ook anders dan homo sapiens ? Ze bezitten wel een grotere hersenmassa … maar het gaat om
– de kwaliteit en niet om de kwantiteit van die neurale weefsels ….
– en om de inhoud die in die hersenen ( bijvoorbeeld : de culturele bagage die daadwerkelijk hielp bij het overleven ) was /werd opgeslagen // uiteindelijk stierf de neanderthaler uit …..
Wetenschappers hebben bewijs gevonden dat Neanderthalers in staat waren om zeer verfijnde lichaamsversieringen en gereedschappen te produceren, maar…
Wetenschappers hebben indirect bewijs gevonden dat Neanderthalers vis aten. Het suggereert dat het dieet van de Neanderthalers veelzijdiger…
°
Neanderthalerpsychologie ?
‘Neanderthalers waren slechte sociale netwerkers’ ?
Ze hadden weliswaar even grote hersenen als de moderne mens, maar een veel minder complexe (materieele ?) cultuur.
← Prehistorische Culturen
Het”hogere” denkwerk( zeg maar het technische en versatile vernuft ) dat hier voor nodig is, ging de Neanderthaler misschien boven de pet. ?
Dat beweren Britse wetenschappers aan de hand van schedelmetingen.

- Neanderthalers hadden grotere ogen dan moderne mensen die in die tijd leefden. Ook was een groter deel van hun brein betrokken bij het verwerken van visuele informatie. En daardoor bleef er minder ruimte over voor andere – ook niet onbelangrijke – onderdelen van het brein. En wellicht werd dat de Neanderthaler fataal.
-

De onderste foto hierboven is gemaakt door ©
Chris Stringer/Musée de l’Homme Paris.
Voor wetenschappers die zich bezig houden met de menselijke stamboom is het een raadsel waarom Neanderthalers ondanks hun grote hersenen toch een minder complexe cultuur hadden dan hun tijdgenoten van onze eigen soort. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford en het Natural History Museum in Londen denken misschien een antwoord gevonden te hebben. Ze publiceerden daar gisteren over in The Proceedings of the Royal Society B.
Grote ogen
Van grotere hersenen wordt je niet automatisch slimmer. Uit onderzoek naar de hersenen van verschillende soorten apen blijkt dat er geen direct verband bestaat tussen het volume van de schedelpan en de organisatie van de hersendelen daarbinnen. Verschillend gebruik leidt tot verschillen in organisatie. Dat geldt ook voor mensen.
De auteurs halen het voorbeeld aan van mensen die Afrika verlieten en zich verder van de evenaar vestigden. Zij ontwikkelden grotere oogbollen dan mensen die zich dichter bij de evenaar vestigden. Hoe verder van de evenaar, hoe minder zonlicht het aardoppervlak belicht. Met grotere ogen zie je bij minder licht toch nog evenveel. Omdat de mens een relatief recente immigrant uit Afrika is, zijn deze verschillen klein.
Neanderthalers daarentegen evolueerden verder van de evenaar en hebben langer de tijd gehad om zich aan de Europese omstandigheden aan te passen. Ze hadden grotere oogkassen (een van de conclusies uit dit onderzoek) en daarmee grotere oogbollen. Daarnaast was ook het lichaam van de Neanderthaler groter dan dat van de mens.
Waarom grotere ogen?
Dat Neanderthalers grotere ogen hadden en ook een groter deel van hun brein gebruikten om visuele informatie te verwerken, is goed te verklaren. De Neanderthaler leefde op hogere noordelijke breedtes en daar is aanzienlijk minder licht dan bijvoorbeeld in de tropen. Vandaar dat de Neanderthalers onder meer die grotere ogen goed konden gebruiken. Vandaag de dag zien we datzelfde bij moderne mensen die op hogere breedtes wonen: ook zij hebben vaak grotere ogen en een grotere visuele cortex.
Absoluuut even groot
Afgaande op hun grotere lijf en ogen, beredeneren de onderzoekers dat de hersendelen van Neanderthalers die betrokken zijn bij kijken en bewegen groter waren dan die van de moderne mens. Ze trekken deze volumes af van het totale hersenvolume en komen zo tot een gecorrigeerd hersenvolume (standardized endocranial volume). Dat deden zij voor schedels van moderne mensen en Neanderthalers die tegelijkertijd leefden. In de jongste groep tijdgenoten (27.000-75.000 jaar geleden) bleken Neanderthalers en moderne mensen in absolute zin gelijke hersenvolumes te hebben. De moderne mensen hadden echter een groter gecorrigeerd hersenvolume. In de oudste groep (76.000-200.000 jaar geleden) hadden mensen zowel een absoluut als gecorrigeerd groter hersenvolume.
Maar wacht eens even, Neanderthalers hadden toch juist grotere hersenen dan mensen? Eerste auteur Eiluned Pearce van de Universiteit van Oxford licht toe: ‘vergeleken met nu levende mensen hebben zowel Neanderthalers als hun menselijke tijdgenoten grotere hersenen (door hun grotere lichaam). Maar in onze dataset, die de grootste verzameling gegevens van Neanderthalers en moderne mensen uit die tijd bevat, is er geen verschil in grootte van de hersenen. De indruk dat Neanderthalers grotere hersenen hadden dan wij is ontstaan door vertekeningen in kleine datasets, of men vergelijkt ze met nu levende mensen.’ Misschien zegt dat wel iets over de kwaliteit van het paleodieet.
Sociale netwerken
Die delen van de hersenen die niet betrokken zijn bij kijken en bewegen (het gecorrigeerde hersenvolume dus) zijn nu juist de delen die je nodig hebt voor het betere denkwerk.
Denkwerk dat dan weer nodig is voor het aankunnen van ingewikkelde sociale netwerken, zo stellen de auteurs.
‘Bij mensen is er een positieve relatie tussen de grootte van de orbitofrontale cortex en de grootte van het sociale netwerk. Hoe groter dit hersengebied, hoe groter het sociale netwerk dat een persoon kan onderhouden’, stelt Pearce.
Maar het exacte formaat van die orbitofrontale cortex in het Neanderthalerbrein blijft natuurlijk giswerk.
In dit onderzoek is die hindernis genomen door bovengenoemde hersenvolumes te vergelijken. Bij apen bestaat namelijk ook een verband tussen hersenvolume en groepsgrootte. Om uit te drukken hoe weinig sociaal de Neanderthaler was, gebruiken de auteurs een speciale maat: onze voorouders konden gemiddeld een sociaal netwerk van wel 139 relaties aan, terwijl hun contactschuwe Neanderthalerburen slechts een schrale 115 connecties aankonden.
Aannames
De onderzoekers zoeken in hun resultaten naarstig naar verklaringen voor observaties in de archeologie die raadselachtig zijn.
Uit archeologische vondsten blijkt ook dat Neanderthalers kleinere en geografisch minder uitgebreide sociale netwerken hadden. Maar als Neanderthalers minder hersencapaciteit over hadden voor het hogere denkwerk is dat begrijpelijk. Dat verklaart dan natuurlijk hun veel minder ontwikkelde materiële cultuur. Neanderthalers waren namelijk minder goed in dingen uitvinden, konden die uitvindingen minder goed doorgeven naar de volgende generatie en die konden er vervolgens nog minder op voortborduren.
En zo kan het dat de uit de kluiten gewassen Neanderthaler met zijn grote ogen zich niet kon aanpassen aan de ecologische veranderingen die de ijstijden met zich meebrachten, terwijl hun kleinere neven het wel redden (zie hier andere theorieën).
Door de stapeling van aanname op aanname geeft dit onderzoek de indruk dat je dezelfde schedels een heel andere inhoud kan toedichten. Correctie of niet, intelligentie heeft bij mensen niet zozeer te maken met hoe groot de hersenen zijn, maar om de verbindingen die tussen de neuronen worden gelegd. Het gaat niet om kwantiteit, maar om kwaliteit. Gecorrigeerde hersenvolumes met elkaar vergelijken kan zodoende net zo goed appels met peren vergelijken zijn als het vergelijken van absolute hersenvolumes.
Paleopsychologie
Nog even terug naar het heden. Noord-Europeanen zijn afstammelingen van de mensen die zich ver van de evenaar in lichtarme gebieden vestigden. Zij hebben in mindere mate dezelfde aanpassing ondergaan als Neanderthalers. Toch hebben verschillen in het formaat van de ogen bij ons niet geleid tot verschillen in ontwikkeling van materiële cultuur, complexiteit van sociale netwerken en derhalve overlevingskans. ‘ Het verschil is dat de vergroting van visuele gebieden in moderne mensen die verder van de evenaar leven, resulteerden in grotere hersenen in absolute zin. Bij de Neanderthaler is dat niet zo,’ licht Pearce toe.
Het liefst zou je een Neanderthaler aan een IQ test onderwerpen. Dat kan niet. Als je dan toch iets wilt zeggen over wat hun verstandelijke capaciteiten te maken hebben met de verschillen tussen hun materiële cultuur en de onze en de reden van hun uitsterven, zul je hoe dan ook moeten roeien met de riemen die je hebt.
Het reconstrueren van het verleden aan de hand van vondsten maakt nu eenmaal gebruik van aannames en hedendaagse analogieën. En zo kun je aan de hand van de harde delen van de schedel misschien wel aanwijzingen vinden over de zachte delen daarbinnen. Misschien is uit de kruisbestuiving van experimentele psychologie, antropologie en paleontologie wel een nieuw wetenschapsdiscipline geboren: de paleopsychologie.
- Wat een onzin dit ‘onderzoek’, werkelijk op lucht gebaseerd. Neanderthalers leefden en jaagden in groepen, wat complex denkwerk en goede communicatie vergt.Er zijn zelfs aanwijzingen dat neanderthalers oip het eiland Jersey er in waren geslaagd mamoeten in de val te lokken wat wel degelijk gecoordineerd groeps jachtwerk ( en mogelijk gebruik van vuur ) zal hebben geeist
- http://www.kenozoicum.nl/database/neanderthaler.html
- … maar misschien waren de jachtgroepen van de neanderthaler normaliter gewoon kleiner ( sociale interacties met 115 verschillende mensen kon deNeanderthaler wél aan vermelden de auteurs al ) Bovendien zijn kleinere jachtgroepen mogelijk veel efficienter ( want niet zo vlug te detecteren door de prooien ? ) …Bovendien zijn jagersgroepen ( en populaties van die mensen ) in koudere gebieden ( eskimo’s ) kleiner in aantal omdat ook het jachtwild zeldzamer is …. Overleven in dunbevolkte gebieden met beperkt aanboorbaar voedselaanbod( neanderthalers waren uitsluitend carnivoor ? net zoals ijsberen en eskimo’s ) is echter sowieso een evolutionaire druk die de selektie van specialisten ( ook op praktisch inschattings-denken ) moet bevorderen
- Ze hebben het 200.000 jaar uitgehouden onder de moeilijkste omstandigheden. In veel opzichten waren ze superieur aan de huidige mens, maar dat blijkt voor veel mensen moeilijk te begrijpen.
- Misschien waren de moderne mensen die in de nadagen van de neanderthaler in hun gebied opdoken, ” anders ” wat betreft hun creatief denkwerk en opportunistische jachttechnologieen ( veel meer grootschalige drijfjacht met meer slachtoffers –> bijvoorbeeld op paarden die ze opjaagden en lieten neerstorten in ravijnen ? ) en misschien ook in staat andere voedselbronnen aan te boren dan dierlijke , terwijl neanderthalers strikte specialisten bleven ….Homo sap kaapte dan gewoon een groot deel van het voedselaanbod weg door meer inventieve en succesrijke jachtmethodes uit te vinden(bovenop de reeds door hen gekende en de van de plaatselijke neanderthaler afgekeken methodes ) die meteen ook de mogelijkheid verschafften een grote homo sap populatie te onderhouden …..Maar dat kan je ook sterk betwijfelen en ipv stellen dat homo sap net zoals de conquistadores de plaatselijke ( zuid amerikaanse )bevolking hoofdzakelijk decimeerden door (onbewust ) hun ziektes te verspreiden waarvoor ze zelf immuum waren geworden … Vergeten we trouwens niet dat vooral in de tropen het aantal ziekten groter is dan in koude streken ….In feite stierf de neanderthaler volgens die hypothes , mee uit aan de geimporteerde ziekten die de emigrerende homo sap bij zich droeg … tenslotte was homo sap een invasieve exoot die van alle kanten de niche van de neanderthaler ging bedreigen en overnemen ( ook door kannibalisme ? )Het hoeft niet altijd een zogenaamde ” grotere” of betere intelligentie te zijn om plots de overheerser te worden ….
- Er zijn tussen de thans levende mensen grote verschillen in sociaal functioneren. Ook zijn er wat dat betreft grote verschillen tussen onze voorouders uit bijvoorbeeld de 19e eeuw en onze smartphone generatie. Deze enorme sociale verschillen berusten duidelijk niet op verschillen in anatomie, hersengrootte of hersenbouw maar het zijn groepsverschijnselen: Mensen gedragen zich anders als ze tot een andere groep of cultuur behoren. Tussen de individuen binnen de groepen zijn er dan wel weer verschillen, die voor een groot deel op anatomie en genen berust. In het gemiddelde tussen de groepen mensen zijn die verschillen thans vrij klein. Dat zal tussen de Neanderthalers en de moderne mensen wel veel groter kunnen geweest zijn. Toch zullen ook hier veel sociale verschillen sociaal bepaald zijn geweest.
Neanderthaler baarde zwaar
Zwangerschap en groei van hersenen leken op die van moderne mens
Twee Neanderthalerbaby’s: een week oud en 19 maanden.
Beeld PNAS
11 september 2008
De zwangerschap van de Neanderthaler verliep net als bij moderne mensen: negen maanden lang en een lastige bevalling. Dat tonen scans van de best bewaarde Neanderthalerbaby’s.
Hendrik Spiering
.
Neanderthalervrouwen hadden dezelfde zware bevallingen als moderne mensen.
Dit blijkt uit een computerreconstructie waarbij een 3D-model van een pasgeboren Neanderthalerbaby door een 3D-model van het bekken van een Neanderthalervrouw werd gevoerd.
Het bekken is iets wijder dan dat van moderne vrouwen, maar de baby moest met zijn grote hoofd toch dezelfde moeilijke draai maken als alle mensenbaby’s in het geboortekanaal.
Uit de reconstructie bleek ook dat de hersenomvang van de Neanderthalerbaby ongeveer 400 kubieke centimeter (cm3) was, even groot als bij mensen.
Dat maakt het erg waarschijnlijk dat de zwangerschap van Neanderthalers ook negen maanden duurde, zo schrijft een onderzoeksteam onder leiding van Marcia S. Ponce de Le처n enChristoph Zollikofer (Universiteit van Z체rich) deze week in de Proceedings of the National Academy of Sciences (Early Edition, online).
Uit vergelijking van de babyreconstructie met een 3D-model van twee iets oudere Neanderthalerkinderen (van anderhalf en twee jaar) leidden de onderzoekers verder af dat de hersengroei bij Neanderthalers in de eerste jaren groter was dan bij mensenkinderen. De groei valt nog wel net binnen de moderne menselijke variatie.
De onderzoekers benadrukken dat die snellere hersengroei niet betekende dat Neanderthalerkinderen eerder klaar waren met hun groei dan mensenkinderen. Ze moesten ook groter groeien, wantvolwassen Neanderthalers hadden gemiddeld grotere hersenen dan moderne mensen: ruim 1.500 cm3 tegen 1.350 cm3 voor Homo sapiens.
Ponce de Le처n en Zollikofer baseerden hun computermodellen op unieke Neanderthalerskeletten: de drie enige redelijk overgebleven jonge Neanderthalerkinderen en de enig bekende Neanderthalervrouw.
Het babymodel is gebouwd op een vrij compleet skelet van een pasgeboren Neanderthalerkind uit de Russische Mezmaiskaya-grot in het noorden van de Kaukasus. Het werd in 1993 gevonden en is ongeveer 60.000 jaar oud. In een ziekenhuis in St. Petersburg gingen de botten de CT-scan in en werd het lichaam elektronisch weer in elkaar gezet. De twee oudere kinderen leefden bij de Dederiyeh-grot in Syrië, circa 50.000 jaar geleden – toevallig werden hun botten ook in 1993 opgegraven. Die werden gescand in een ziekenhuis in Tokio.
De reconstructie weerlegt een hardnekkige theorie dat Neanderthalers een langere zwangerschap hadden dan moderne mensen. Want, zo redeneren de onderzoekers, als Neanderthalersbaby’s sneller groeien maar met een even groot hoofd ter wereld komen als moderne mensen, zal hun verblijf in de baarmoeder echt niet langer hebben geduurd.
De 400 cm3 hersenomvang is waarschijnlijk het maximum waarmee een mensachtige ter wereld kan komen, vermoeden ze. Het bekken van de vrouw kan niet veel breder worden zonder dat ze ernstige problemen met lopen krijgt.
Ze vermoeden verder dat de moeizame draai die de baby met het hoofd door het geboortekanaal moet maken al 450.000 jaar oud is. Want rond die tijd leefde de laatste gemeenschappelijke voorouder van de moderne mensen en de Neanderthaler, met ook al behoorlijk grote hersenen (ca. 1200 cm3).
Dat Neanderthalers een langere zwangerschap hadden en dus ook minder hulpbehoevende kinderen ter wereld brachten, werd lange tijd gedacht.
Ze hebben een langer schaambeen dan de mens, en dat kan betekenen dat ook het geboortekanaal groter is.
Met de vondst van een complete (mannelijke) Neanderthalerheup in 1983 bleek die bekkenopening helemaal niet zoveel groter.
Het idee van de langere zwangerschap bleef nog lang rondzingen, ook al omdat het zo mooi zou passen bij idee챘n dat Neanderthalers een veel kortere jeugd hadden. Tegen beide idee챘n nemen Ponce de L챕on en Zollikofer deze week dus stelling.
In hun interpretatie worden ze gesteund door andere Neanderthaler-onderzoekers. Chris Stringer van het Natural History Museum in Londen laat weten dat hij achttien jaar geleden al tot vergelijkbare conclusies kwam over het levenstempo van onze naaste hominide verwanten.
„De Neanderthalers hadden ten minste even grote hersenen als wij en het kost nu eenmaal tijd om zo’n brein te laten groeien.”
Ook archeoloog Wil Roebroeks van de Universiteit Leiden, die veel onderzoek doet naar de leefwijze van Neanderthalers, is blij.
„Dit past helemaal in het idee dat grote, kostbare hersenen, een lang leven met een lange jeugd en een op kennis gebaseerde manier om voedsel te verzamelen, één pakket vormden. Dat was de evolutionaire niche van de jagers-verzamelaars. Wat we weten van Neanderthalers past daar goed in: grote hersenen én veel vlees in het dieet.”
Naaste verwant
Neanderthalers (Homo neanderthalensis) leefden van 150.000 tot 25.000 jaar geleden in Europa. Zij vormden de naaste verwanten van de moderne mens. De laatste gemeenschappelijke voorouder van mens en Neanderthaler leefde ca. 450.000 jaar geleden. Ter vergelijking: die van mens en chimpansee leefde zes à zeven miljoen jaar geleden. Waarom de Neanderthaler is uitgestorven is een van de grootste kwesties uit de archeologie. De moderne mens (Homo sapiens) ontstond circa 200.000 jaar geleden in Afrika. |
Neanderthalers waren met 15 jaar al volwassen Neanderthalers waren al volwassen tegen de tijd dat ze 15 jaar oud waren, meldt een onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
(eigenlijk zijn ook de meeste homo sap volkeren reeds geslachtsrijp op die leeftijd … dat is de werkelijke fysieke volwassenheid / en die schijnt zelfs in toenemende mate te verlagen )
Franse en Spaanse onderzoekers analyseerden de groeistadia die te zien zijn in de tanden van Neanderthalers, moderne mensen en nog twee andere menselijke soorten.
Pauzes in de ontwikkeling van het glazuur van kronen laat zien hoe snel tanden groeien.Bij de Neanderthalers vormden de kronen 15% sneller dan bij ons, dat betekent dat zij volwassen werden op het moment dat wij nog midden in de puberteit zitten. Perikymata zij verstoring in de afzetting van kroonglazuur die bewaard blijven aan de tandoppervlakte als een aantal kleine horizontale lijntjes.
Als de perikymata dicht bij elkaar staan duidt dit op een trage groei, als ze verder uit elkaar liggen betekent dit een snellere groei.In de moderne mens (Homo sapiens) daalt de groeisnelheid dramatisch na de formatie van de bovenste helft van de kroon. Dit leidt tot dichter bij elkaar gelegen perikymata in de onderste helft van de kroon.Levenssnelheid
In het Nature artikel analyseerden Fernando Ramirez Rozzi en Jose Bermudez de Castro snij- en hoektanden van 119 individuele menselijke overblijfselen uit Europa die uit een periode van 800.000 jaar komen. Zij ontdekten dat perikymata over het algemeen verder uit elkaar lagen bij primitieve mensen zoals de Neanderthalers, Homo heidelbergensis en Homo antecessor dan bij onze eigen soort.De Neanderthalers hadden echter de meeste ruimte tussen hun perikymata. Volgens de auteurs geeft dit aan dat de Neanderthalers in het geheel snel groeiden. Dit snelle groeitempo zou de evolutionaire uitkomst kunnen zijn van hoge sterfte onder volwassenen in Neanderthal populaties.“Als je hoge sterfte hebt kun je dat op twee evolutionaire manieren oplossen. Een manier is om de periode van groei zo kort mogelijk te houden en de andere is om zoveel mogelijk nakomelingen tegelijkertijd ter wereld te brengen,” aldus Dr. Ramirez Rozzi van het Centre National de la Recherche Scientifique in Parijs.
“In mensen is het geen optie om meer dan twee of drie kinderen per keer te krijgen. Ik denk dus dat de hoge sterfte onder Neanderthalers de selectieve druk is die verantwoordelijk was voor hun snelle groei.”
Vertelde Professor Christopher Dean, van het University College London, BBC News Online.
“Mijn gevoel zegt dat de auteurs gelijk hebben. Ze hebben echter niet gekeken naar de interne histologie op de tanden en ze hebben niet naar kiezen gekeken.”
Ik denk dat in de toekomst er meer prioriteit moet worden gegeven aan kiezen omdat deze echt cruciaal zijn in het nagaan van de levensgeschiedenis.Hersenwinst
Sommige wetenschappers hebben een tragere groei gekoppeld aan het groter worden van de hersenen gedurende onze evolutie.
Maar de Neanderthalers lijken een omgekeerde evolutie te volgen, met snelle groei en grote hersenen. Het resultaat laten zien dat de trend wel eens volslagen willekeurig kan zijn zei Dr. Ramirez Rozzi.Dr. Christopher Zollikofer, een antropoloog aan de universiteit van Zurich, zei dat het werk goed aansloot bij zijn eigen onderzoek van de schedels van Neanderthalers en moderne mensen.
“De Neanderthalers hadden waarschijnlijk voor wat betreft hersenontwikkeling een zelfde groeitempo als moderne mensen,” zei hij. “Maar zodra dit klaar was, op een leeftijd van ongeveer drie of vier, moesten de Neanderhalers het tempo flink opvoeren”.
“Moderne mensen kregen meer tijd om op mentaal niveau te ontwikkelen. Als je langzamer groeit, dan leer je meer.”
Het resultaat ondersteunt de theorie dat de Neanderthalers carnivoren waren. Ze moeten wel een dieet hebben gehad met heel veel calorieën om de snelle groei en grote hersenen te kunnen behouden.2004 – Nature
Kindertijd Neandertaler en Homo sapiens even lang
– Neandertalers deden vrijwel even lang over het bereiken van fysieke volwassenheid als de moderne mens. Dat leiden Britse paleontologen af uit inwendige scans van twee Neandertalerkiezen.
In het tijdschrift Nature(november 2006) laten Christopher Dean en zijn team van het University College in Londen deze week zien dat de kiezen ongeveer in hetzelfde tempo in de kaak groeiden als bij moderne mensen.
Dat is af te leiden uit de groeiringen in het tandglazuur, die in driedimensionale reconstructies van de kiezen te zien zijn. Bij Neandertalers duurde de ontwikkeling gemiddeld 8,7 jaar, bij de moderne mens is dat 9,0 jaar.
De aanhechting van het glazuur en het tandbeen maakt Neandertaler-kiezen wel anders dan mensenkiezen. Ook vond de vorming van de de wortel relatief laat plaats. Maar het ontwikkelingstempo is volgens Dean vergelijkbaar met dat van de modernere Cro Magnon of Homo sapiens.
Deans bevindingen spreken volgens het artikel in Nature de gangbare theorie tegen dat de primitievere Neandertalers in veel kortere tijd volwassen werden.
De twee kiezen zijn relatief weinig afgesleten exemplaren uit een vindplaats bij La Chaise-de-Vouton in Frankrijk. De kiezen werden gescand en in drie dimensies gereconstrueerd. Eerdere studies van Neandertaler-kiezen waren alleen gebaseerd op de buitenkant.
Neanderthaler leefde haastig en stierf jong
11/01/10
Neanderthalers waren veel eerder volwassen dan wij moderne mensen. Dat concluderen wetenschappers op basis van een analyse van de tanden van elf Neanderthalers en Homo sapiens. Volgens de onderzoekers waren de Neanderthalers een soort waarvoor gold: live fast, die young. En dat kan hen wel eens fataal zijn geworden.De moderne mens ontwikkelt zich langzaam en gaat jarenlang als kind door het leven. En dat is unieker dan gedacht, zo blijkt nu. Die langzame ontwikkeling is tegelijkertijd een kenmerk dat ons een voorsprong kan hebben gegeven op bijvoorbeeld de Neanderthaler.Tanden
De onderzoekers baseren hun conclusies op een analyse van de tanden. Onze tanden vormen namelijk een soort tijdlijn. Aan de tanden is – net als aan de jaarringen van een boom – te zien hoe snel iemand zich ontwikkelde. Ook kan er zo worden afgeleid hoe oud iemand was toen deze stierf.Snel
Op basis van die tanden konden de onderzoekers vaststellen dat Neanderthalers – net als alle andere primaten – veel ‘sneller’ leefden. Ze werden sneller volwassen, kregen op jonge leeftijd kinderen en leefden aanzienlijk korter dan de Homo sapiens.Ergens is zo’n snel leven positief. De kans dat een Neanderthaler stierf voordat deze zich kon voortplanten, was klein; de soort plantte zich al jong voort. Maar aan de andere kant heeft zo’n snel leven ook veel nadelen. Men heeft namelijk niet de tijd om zich goed te ontwikkelen en het is goed mogelijk dat de Neanderthalers verstandelijk dan ook absoluut geen partij waren voor ons moderne mensen. De kans is dan ook groot dat wij mensen het door rustig aan te doen juist van de Neanderthalers wonnen.
Wat hebben creationisten te zeggen over neanderthalers?
Auteur: Jim Foley
Creationisten wijzen er vaak en bovendien terecht op dat Neanderthalers menselijk waren, maar ze hebben de neiging overeenkomsten tussen de Neanderthaler en de moderne mens sterk te overdrijven.
In 1982 schreef Parker bijvoorbeeld het volgende:
Creationisten uit die periode [rond 1860] wierpen op: ‘Een ogenblikje. Neanderthalers zijn eigenlijk gewone mensen, waarvan er enkelen aan een botziekte leden’. Tegenwoordig delen de evolutionisten en creationisten dezelfde mening: Neanderthalers waren eenvoudigweg mensen, niet méér verschillend van de mensen die vandaag leven dan dat mensen van één bepaald volk verschillen van een ander volk. Parker in (Morris & Parker, 1982)
Ook Huse concludeerde iets gelijkaardigs:
Tegenwoordig wordt de Neanderthaler geclassificeerd onder de noemer Homo Sapiens, en aldus gezien als volledig menselijk. (Huse, 1983)
Maar eigenlijk worden Neanderthalers gewoonlijk geclassificeerd als Homo Sapiens Neanderthalensis, een subsoort van de mens, om de opvallende, consistente verschilpunten met de Homo Sapienste onderstrepen, zoals onder andere hun zware wenkbrauwboog, hun lange, lage schedel en hun robuuste skelet. (Enkele wetenschappers stellen zelfs dat het contrast groot genoeg is om te kunnen spreken van een eigen, afzonderlijke soort, de Homo Neanderthalensis.) Evolutionisten uit de vorige eeuw beweerden al terecht dat deze verschillen tussen de Neanderthaler en de hedendaagse mens echt bestonden. Maar de creationisten hielden voet bij stuk en opperden dat de Neanderthalers gewone mensen waren, en dat de verschilpunten het resultaat waren van verschillende ziektes of andere omgevingsfactoren. Zij hadden echter ongelijk. Wanneer Parker dus schrijft dat de creationisten dit verhitte debat wonnen, kan hem geschiedenisvervalsing verweten worden.
Niettegenstaande wetenschappers in de vorige eeuw het tegendeel bewezen hadden, geloven veel creationisten vandaag verrassend genoeg nog steeds dat Neanderthalers gewoon moderne mensen waren, misvormd door ziektes als artritis, syfilis of rachitis, ook wel bekend als ‘Engelse Ziekte’. Het is waar dat enkele Neanderthalers teruggevonden zijn met tekenen van gezondheidsproblemen zoals artritis, maar dit geldt in geen geval voor alle ontdekte exemplaren. Neanderthalers hebben bovendien erg veel distinctieve kenmerken, en er is geen enkele reden om aan te nemen dat bovenstaande, of mogelijke andere ziektes vele, laat staan al deze kenmerken zouden kunnen veroorzaken op één enkel, laat staan op alle individuen. De huidige moderne kennis en ervaring spreken dan ook de opvatting tegen dat ziekte een oorzaak zou zijn van de typische kenmerken van de Neanderthaler, gezien dezelfde ziektes er niet voor zorgen dat de moderne mens op een Neanderthaler gaat lijken.
In het begin van de 19de eeuw beweerde onder andere de bekende patholoog Rudolf Virchow dat het eerste teruggevonden fossiel van een Neanderthaler er een was van een persoon die leed aan rachitis. Zoals Trinkaus en Shipman (1992) echter duidelijk maken, zou Virchow, een expert op het vlak van rachitis, de eerste moeten geweest zijn om te realiseren hoe ridicuul en ongeloofwaardig deze diagnose wel was. Mensen die lijden aan rachitis zijn immers ondervoed en hebben een gebrek aan calcium, en hun botten zijn zo zwak dat zelfs louter het gewicht van het eigen lichaam zou volstaan die beenderen te doen buigen. De botten van die eerste Neanderthaler waren echter ongeveer 50 % dikker dan die van de modale moderne mens, en behoorden duidelijk toe aan een uitzonderlijk atletisch en gespierd individu.
Lubenow (1992) bouwde voort op het werk van Virchow en Ivanhoe (1970) en stelde dat de specifieke kenmerken van wat men Neanderthalers noemt, veroorzaakt waren door een ijstijd, die zou hebben plaatsgevonden kort na de zondvloed. (Hetzelfde geldt volgens hem ook voor de Homo Erectus en de archaïsche Sapiens.) De combinatie van de voortdurende zware bewolking, het donkere, koude en vochtige klimaat, de grotere behoefte te schuilen en zware kleren te dragen, en een gebrek aan vitamine D, nodig voor een normale botontwikkeling, zouden kunnen geleid hebben tot ernstige rachitis.
Deze verklaring valt om verschillende redenen te weerleggen:
- Rachitis leidt niet tot de morfologie van een Neanderthaler, noch tot die van een Homo Erectus. Uit verschillende bronnen (Reader, 1981; Tattersall, 1995) wordt duidelijk dat het oorspronkelijke skelet van een Neanderthaler anders was dan gelijk welk tot op heden gekend of ooit gedocumenteerd skelet, ook wanneer men vergeleek met skeletten uit een eeuw waarin rachitis een vaak voorkomende ziekte was.
- Sporen die wijzen op rachitis zijn erg gemakkelijk terug te vinden, vooral op de groeiende uiteindes van de lange botten van het lichaam. Tot op heden werd, voor zover bekend, nog geen enkele evidentie hiervoor gevonden in een Neanderthaler of Homo Erectus.
- Ook Virchow zelf beweerde niet dat rachitis de enige oorzaak vormde. Wel concludeerde hij in 1872 dat het eerste mannelijke fossiel van een Neanderthaler aan rachitis geleden had in zijn kindertijd, daarna enkele zware hoofdwonden opgelopen had en op nog latere leeftijd daarbovenop met chronische artritis te maken had gekregen. Dat een hele populatie eenzelfde ziekteparcours zou hebben afgelegd, lijkt op zijn zachtst gezegd niet echt geloofwaardig, maar toch blijft Lubenow koppig volhouden dat deze diagnose even valide is vandaag als wanneer [Virchow] hem eerst maakte”
- De lange botten van de Neanderthaler zijn, net zoals bij rachitisslachtoffers, vaak meer gebogen dan normaal. Maar terwijl rachitis leidt tot een zijwaartse kromming van het dijbeen, buigen de dijbenen van de Neanderthaler naar achteren (Klein, 1989).
- Mensen kunnen moeilijk de hele tijd in hun schuilplaats gebleven zijn. Voor het verzamelen van voedsel waren ze immers genoodzaakt lange tijd buiten door te brengen (waarschijnlijk veel langer dan de meeste moderne stadsmensen).
- Fossielen die de meest extreme verschillen met de moderne mens vertonen, zoals die van Homo Erectus, worden vooral gevonden in regio’s als Afrika en Java, die steeds een tropisch klimaat gekend hebben. Dat lijkt het omgekeerde van wat op basis van Lubenows hypothese zou voorspeld kunnen worden.
- Creationisten beweren gewoonlijk dat het grootste deel van het fossielenbestand bedekt is geweest door de zondvloed uit het bijbelse Genesisverhaal van Noah. Er zijn verschillende honderden fossielen teruggevonden van mensen die na de zondvloed leefden, vermoedelijk in een periode met een algemeen lage populatie en weinig fossilisatie. Waarom vindt men dan niet, onder die teruggevonden fossielen, een veel groter aantal fossielen van mensen die voor de zondvloed geleefd hebben?
Lubenow haalt bovendien aan dat de moderne wetenschappers geen rekening houden met rachitis als een mogelijke oorzaak van ‘Neanderthalisme’, omdat het een ziekte betreft die tegenwoordig zo goed als onbekend is. Dit is echter niet waar. Hoewel het helemaal niet zo vaak voorkomt als vroeger, kent rachitis naast een gebrek aan vitamine D ook nog andere oorzaken, en wordt het wel nog vastgesteld. Informatie over rachitis maakt dan ook standaard deel uit van medische tekstboeken en kan gemakkelijk op het internet worden gevonden: de daar beschreven symptomen vertonen evenwel geen duidelijke overeenkomsten of linken met het skelet of de schedel van de Neanderthaler.
Ironisch genoeg blijkt één van de beste weerleggingen van de hypothese dat ‘Neanderthalisme’ veroorzaakt zou zijn door ziektes als rachitis, syfilis of artritis, afkomstig van een creationistisch auteur, Jack Cuozzo (1998, pp. 275-279). Cuozzo documenteert nauwgezet dat de symptomen van deze ziektes weinig gelijkenissen kennen met de kenmerken van Neanderthalers. (Voor meer info, kun je de review van Cuozzo’s boek Buried Alive raadplegen, van de hand van Colin Groves) ( http://www.talkorigins.org/faqs/homs/cuozzo_cg.html)
Creationisten laten soms doorschemeren dat een paper van Straus en Cave (1957) aantoonde dat Neanderthalers identiek waren aan de moderne mens. Straus en Cave haalden immers het stereotype onderuit, gecreëerd door Boule, dat stelde dat Neanderthalers half rechtop lopende aapmensen waren, gekenmerkt door een schuifelende gang en een uiteenlopende grote teen. Ze maakten duidelijk dat hun houding niet verschilde van de onze. Hun conclusie had aldus enkel betrekking op de houding van de Neanderthaler, en de auteurs beweerden geenszins dat de Neanderthalers identiek waren aan de moderne mens. Integendeel, ze stelden het tegenovergestelde:
Het valt niet te ontkennen dat zijn ledematen, alsook zijn schedel, enkele distinctieve kenmerken vertonen – kenmerken die, allen samengenomen, hem van alle groepen van de moderne mens onderscheiden. Anders gezegd, zijn ‘volledig morfologische patroon’, om het met de woorden van Le Gros Clark (1955) uit te drukken, verschilt van dat van de ‘sapiens’ mens. (Straus, Jr., & Cave, 1957)
Op de tentoonstelling van Neanderthalers in het museum van het ICR (Institute for Creation Research) staat (of stond alvast) het volgende te lezen:
Vele kenmerken van Neanderthalers zijn erg gelijkaardig aan die van oudere mensen die vandaag leven. Aangezien de eerste generaties na de zondvloed en Babel vaak een lang leven kenden, zijn die kenmerken misschien wel in de eerste plaats te wijten aan ouderdom…
Feiten bewijzen het tegendeel: de distinctieve kenmerken van Neanderthalers, in de eerste plaats hun stevige botten en krachtige spieren, lijken juist erg weinig overeenkomsten te vertonen met die van oudere mensen. Dit argument wordt nog minder geloofwaardig wanneer men in rekening brengt dat ook kinderen van een Neanderthaler distinctieve kenmerken vertonen. Diegene die ooit bovenstaande tekst neerpende, denkt waarschijnlijk dan ook dat Neanderthalers gewone moderne mensen waren die aan artritis leden.
Op zijn minst twee evolutionaire wetenschappers lieten de idee heropleven dat de morfologie van een Neanderthaler het resultaat kan zijn van aangeboren ziektes als rachitis (Ivanhoe, 1970) of syfilis (Wright, 1971). Volgens Day (1986) werd geen van beide ideeën later aanvaard, bij gebrek aan volwaardige ondersteuning. Deze beweringen leken dan ook geruisloos en zonder veel ophef te verdwijnen, behalve onder creationisten, die deze namen vaak citeren. Gish (1985), een creationist, gaat desalniettemin nog een stap verder, wanneer hij impliceert dat zelfs de wetenschap dit soort stellingen aanvaardt:
Men heeft nu geconcludeerd dat deze primitieve kenmerken van Neanderthalische mensen niet genetisch, maar eerder pathologisch totstandkwamen.(Gish, 1985)
Straus en Cave (1957) schreven deze opmerkelijke bewering over Neanderthalers neer:
Indien ze konden gereïncarneerd worden en fris gewassen, geschoren en in moderne kledij op de metro in New York worden gezet, valt het sterk te betwijfelen of ze meer aandacht zouden trekken dan sommige andere inzittenden.
Dit citaat zou aldus kunnen aan de oorsprong gelegen hebben van het creationistische argument dat Neanderthalers ‘slechts gewone mensen’ waren (Morris & Parker, 1982). Toch is dit niet echt wat er letterlijk te lezen valt. Iedereen die ooit eens de New Yorkse metro nam, zal het waarschijnlijk eens zijn met de stelling dat de Neanderthaler er dan wel erg vreemd uit moet zien vooraleer hij niet langer aan het erg lakse criterium van Straus en Cave zou voldoen. Gish (1985) verdraait de uitspraak dan ook, wanneer hij stelt dat een Neanderthaler in maatpak gewoon over straat zou kunnen lopen, zonder meer aandacht te trekken dan gelijk welk ander persoon. Die bewering lijkt alvast niet te kloppen.
Johanson en Edey (1981) breiden dit voorbeeld uit naar andere hominiden, en schreven dat wanneer je een Homo Erectus op de metro plaatst, mensen hem eens achterdochtig zouden bekijken. Plaats je een Homo Habilis op de metro, en mensen zouden zich waarschijnlijk naar de andere kant van het rijtuig verplaatsen. Berra (1990) beweert dat wanneer [de Neanderthaler] volledig opgesmukt, geschoren en in maatpak gestoken wordt, hij waarschijnlijk zou kunnen doorgaan als getuige van Jehova.
Trinkaus en Shipman (1992) trachten de bewering dat Neanderthalers niet meer verschillen van de moderne mens dan verschillende levende rassen onderling, te weerleggen, onder andere in de volgende quote:
Slechts erg zeldzaam zou men onder de huidige mensen enkele individuen vinden die één, of misschien enkele van de anatomische karakteristieken met de Neanderthaler delen, maar er kan geen enkele mens, laat staan een hele populatie, teruggevonden worden die de volledige constellatie van eigenschappen bezit die een Neanderthaler definieert. (Trinkaus & Shipman, 1992, pg. 412)
Enkele creationisten, zoals Doug Sharp (1997), wierpen de stelling op dat Neanderthalers in het recente verleden hebben bestaan. Het meest geciteerde voorbeeld betreft een Neanderthaler, die men denkt teruggevonden te hebben met (of soms in) een maliënkolder. Sharp vermeldt bovendien ook een beschrijving van een nog levende Neanderthalerachtige mens, die gevonden werd in de Filippijnen (Nature, December 8 1910, 85:176). Beide rapporteringen zijn zo kort, slechts één enkele paragraaf, dat Sharp ze volledig overneemt. Het probleem met deze beweringen is dat ze gemaakt zijn in een periode waarin Neanderthalers veel minder gekend en bestudeerd waren dan vandaag, en bovendien aangebracht zijn door auteurs die waarschijnlijk niet persoonlijk bekend waren met fossielen van een Neanderthaler. Er was begin de twintigste eeuw immers een tendens om elke schedel met een wenkbrauwboog of een terugwijkend voorhoofd als een Neanderthaler te classificeren (Trinkaus & Howells, Scientific American, December 1979). Deze tendens wordt perfect geïllustreerd in de rapportering van de Neanderthaler in maliënkolder, waarin ook sprake is van een wetenschapper die recent een Australische Aboriginal als Neanderthaler had geclassificeerd. Het lijkt onnodig te vermelden dat een dergelijke bewering vandaag weggelachen zou worden. Dergelijke oude observaties, die geen reviewproces ondergingen, slecht gedocumenteerd waren en evenmin ondersteund worden door hedendaagse kennis, zijn even waardeloos als evidentie voor recente Neanderthalers. (Zie ook de persoonlijke respons van de auteur Jim Foley aan het adres van Sharp, die op zijn website bovenstaande tekst had becommentarieerd.) (http://www.talkorigins.org/faqs/homs/armor.html)
In 1998 publiceerde de creationist Jack Cuozzo zijn boek, getiteld Buried alive, waarin hij wou hardmaken dat Neanderthalers eigenlijk mensen waren, die gedurende honderden jaren geleefd hadden. Aldus verklaarde hij hun schedelkenmerken door de veranderingen die normaal gebeuren in de schedels van de ouder wordende, moderne mensen te extrapoleren. (Volg deze link om meer te lezen over zijn boek en gerelateerde informatie: http://www.talkorigins.org/faqs/homs/buriedalive.html)
Over deze tekst Deze tekst werd vertaald met toestemming van de auteur van http://www.talkorigins.org/faqs/homs/a_neands.html
Vertaler: Wout Duthoo
Eén grote familie
De verborgen geschiedenis van de mensheid Door: Bouwe van Straten
Will Roebroecks , archeoloog / Archeoloog Wil Roebroeks blikt terug op een baanbrekende publicatie over Neanderthalers.


Neanderthaler(links ) en Homo sap (rechts )Samenwerken.
Delen. Informatie uitwisselen. Verder kunnen kijken door op elkaars schouders te staan. Dat is het beeld dat je vaak van wetenschap krijgt. En dat klopt ook. Maar het kan er in de wetenschap ook behoorlijk stevig aan toe gaan. Als het om Neanderthalers gaat bijvoorbeeld. Nog maar tien jaar geleden vochten aanhangers van rivaliserende theorieën elkaar beleefd, eloquent maar uiteindelijk bijna nietsontziend de tent uit.
De inzet? De vraag of Neanderthalers (mede)voorouders zijn van de moderne mens. Nee, zei het ene kamp. Toen de moderne mens zo’n 60.000 jaar geleden Afrika verliet en Europa koloniseerde, moesten de Neanderthalers het veld ruimen en stierven ze uit. Onzin, vond de andere partij. De moderne mens uit Afrika en de Neanderthalers onderhielden intieme contacten en kregen samen nakomelingen: ze behoren tot onze voorouders.
Inmiddels is die controverse grotendeels beslecht, in het voordeel van de laatste. Inderdaad: iedereen die buiten Afrika is geboren, is een beetje Neanderthaler. De Zweedse geneticus Svante Pääbo publiceerde in mei 2010, samen met 55 enthousiaste jonge onderzoekers, een schets van het genoom van de Neanderthaler. Zo’n twee tot vier procent van het DNA van niet-Afrikanen is te danken aan Neanderthalers, was hun conclusie. Onze voorouders deden het dus met ‘primitieve oermensen’, zoals Neanderthalers ten onrechte vaak worden gezien
Hoofdonderzoeker Svante Pääbo met een gereconstrueerde Neanderthaler-schedel. (foto: Max Planck Institute)

Waterscheiding ‘Die publicatie van Pääbo en collega’s was echt een sleutelmoment in de afgelopen tien jaar,’ antwoordt Wil Roebroeks, hoogleraar archeologie van de Oude Steentijd, op de vraag wat binnen zijn vakgebied de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen tijd is. Het is niet zonder ironie dat het juist Pääbo is die de wereld er uiteindelijk van overtuigde dat Neanderthalers deel uitmaken van onze stamboom, omdat hij daar altijd sceptisch over was geweest. ‘Hij had altijd gezegd dat de moderne mens en Neanderthalers nooit vruchtbare nakomelingen hadden gekregen. Dat bleek eenvoudigweg niet uit zijn eerdere onderzoek,’ aldus Roebroeks.
Inmiddels accepteert vrijwel iedereen die nieuwe lezing van de prehistorie van de mensheid. Het is nu zelfs de vraag of je nog wel kunt spreken van verschillende mensensoorten. ‘De definitie van een biologische soort is dat de individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Er wordt op dit moment nog steeds gepraat over Neanderthalers en moderne mensen als aparte soorten, maar het genetisch onderzoek laat zien dat je dat eigenlijk niet meer kunt doen. Er is gewoon één grote populatie, met een aantal varianten. De ene heeft wat grotere wenkbrauwbogen dan de ander, maar dat past allemaal binnen de soort Homo sapiens.’
Familie
Dat is dus de grote ontdekking van de afgelopen jaren: de mensheid is één grote familie. ‘Dat is een inzicht dat de genetica ons heeft gegeven, maar het onderzoek naar de prehistorie van de mens omvat veel meer disciplines. En er komen er steeds meer bij. Archeologen, paleontologen, genetici, biologisch antropologen en taalkundigen werken allemaal met elkaar samen’.
En waar gaat dat alles toe leiden? ‘Wat je ziet, is dat de genetica een soort verborgen geschiedenis van de mensheid heeft aangeboord. Neem nu de tot nu toe onbekende populatie van Denisovans, waarvan het genoom vandaag (8 februari, de dag van het interview, red.) online ging. Die leefden ooit in een groot deel van Azië, weten we op basis van genetisch onderzoek. En met behulp van andere technieken komen we steeds meer te weten van die geschiedenis. Chemische analyses van botmateriaal maken het tegenwoordig bijvoorbeeld mogelijk om te achterhalen wat mensen en dieren vroeger hebben gegeten. En met vroeger bedoel ik: tot minstens 125.000 jaar geleden. ‘
‘Met die nieuwe technieken kun je niet alleen vaststellen wat mensen en hun prooidieren in de laatste acht, negen jaar van hun leven gegeten hebben, maar soms ook waar ze opgroeiden. Daardoor kun je hele voedselketens reconstrueren, en zelfs allerlei sociale relaties in kaart brengen.’
Een mooi voorbeeld zijn de man, vrouw en twee kinderen die een paar jaar geleden werden gevonden in een 4.600 jaar oud graf in het Duitse Eulau. Genetisch onderzoek bracht aan het licht dat het om de ouders en hun twee kinderen ging. ‘Dat werd in de media veelal neergezet als ‘het eerste kerngezin’, maar veel interessanter is dat de chemische samenstelling van de tanden liet zien wie waar was opgegroeid.’ Zo werd duidelijk dat de man en de twee kinderen waren opgegroeid in de buurt van het graf, maar dat de vrouw ongeveer zestig kilometer verderop groot was geworden. ‘Vrouwen lijken in die tijd dus mobieler te zijn geweest dan mannen. Misschien werden ze wel uitgehuwelijkt.’
‘Dit soort onderzoek laat zien dat je met de nieuwe methoden inzicht kunt krijgen in dingen die twintig jaar geleden totaal ondenkbaar waren. Ik verwacht de komende jaren in dat opzicht veel nieuwe inzichten. Het lijkt mogelijk te gaan worden om belangrijke aspecten van het leven van onze verre voorouders te reconstrueren.’
Nieuwsgierig geworden? Kijk dan eens op het weblog van John Hawks, adviseert Roebroeks. Daar vind je vaak meerdere malen per dag nieuwtjes over de prehistorie van de mens, uit de verschillende disciplines. Zeer de moeite van het volgen waard.
Neumark in Noordoost-Duitsland :
een groot opgravingsproject onder leiding van de onderzoeksgroep van Roebroeks.
‘In dat gebied worden oude bruinkoolmijnen uit de DDR-tijd gesaneerd en omgevormd tot een merengebied. We werken voor het stijgende water uit. Het gaat om Neanderthalerkampementjes van honderd- tot tweehonderdduizend jaar oud: oude dichtgeslibde meertjes in zwaarbebost gebied. Botmateriaal, hout, houtskoolresten, alles ligt daar heel mooi bewaard.’
Paradox
Vroeger – nog niet eens zo lang geleden – werd aangenomen dat de Neanderthalers een doodlopende lijn in de menselijke evolutie vormden: primitief, achtergebleven en niet in staat zich aan een veranderend klimaat aan te passen.
Dat ligt echter heel wat genuanceerder, stelt Roebroeks, want recent – voornamelijk Leids – onderzoek heeft de paradox van de Neanderthalers aan het licht gebracht.
‘Enerzijds hebben de Neanderthalers gedurende honderdduizenden jaren primitieve simpele stenen werktuigen achtergelaten Het is feitelijk heel saai: er verandert bijna niets. We zien wel variatie, maar geen duidelijke veranderingen zoals in de archeologie van de moderne mens, waar je om de tienduizend jaar wel een andere techniek tegenkomt. Maar anderzijds zien we dat ze zeer bedreven jagers op groot wild waren. Bovendien zijn ze modern in de manier waarop ze hun prooi verwerkten en in het aspect dat ze in een heel breed spectrum van omgevingen rondtrokken.’
Isotopenonderzoek
Isotopenonderzoek aan het botmateriaal van Neanderthalers heeft aangetoond dat ze een tamelijk eenzijdig dieet hadden. Ze joegen voornamelijk op groot wild dat ze op een zeer effici챘nte manier verschalkten en verwerkten. Roebroeks denkt dat jagen op kleiner wild voor hen niet economisch was.
âZe hadden grote lichamen die veel meer energie nodig hadden dan wij. Amerikaans onderzoek noemt schattingen van 20% meer dan moderne mensen tot zelfs absurd grote hoogte. Daarbij hadden ze ook grotere hersenen en ook die kosten veel energie. Evolutionair gezien is het beter zo dom mogelijk te zijn, want de energie die bespaard wordt door hersenen kleiner en minder slim te maken, kan dan besteed worden aan bijvoorbeeld de voortplanting.â
Biomassa
Daarom is de opgraving in Neumark ook zo interessant. Roebroeks:
‘De soorten omgeving waar de Neanderthalers voorkomen, lijken sterk op die van de moderne mens: koude en warme tijden, vlakten en bossen. Voor jagers zijn bossen moeilijk, omdat de biomassa daar veel lager is. In de grote vlakten leefden de herbivoren, maar in bossen was de wilddichtheid veel geringer. Wij vragen ons af wat ze in die bossen deden, op welke diersoorten ze joegen. Een simpele voorspelling is dat ze er gingen voor de joekels: nijlpaarden, olifanten, neushoorns, de echte megasoorten. Die zijn er weinig, maar als je er een hebt, dan heb je ook wat. In de kleine soorten zoals reeën en everzwijnen moet je veel tijd en energie steken om ze te pakken te krijgen. Het rendement is daardoor minder.’
Nomadisch
Doordat de Neanderthalers voortdurend op zoek waren naar het grootste en beste uit de omgeving, waren ze steeds onderweg. Ze waren extreem nomadisch. Daarom worden op de vindplaatsen wel resten van vuur gevonden, maar geen haardstenen die de effectiviteit van het vuur verhogen, of hutten.
âDe moderne mensen, waar wij uit voortkomen, hadden een ruimer assortiment en kunnen het zich veroorloven te settelenâ, vertelt Roebroeks. ‘Je kunt tijd steken in het efficiënter maken van de techniek van het achtervolgen van wild of in het verwerken van wild. De Neanderthalers deden waarschijnlijk het eerste. Ze hadden breed inzetbaar gereedschap. Dat weten we ook op basis van gebruiksanalyses. Moderne mensen hadden, zwart-wit gesteld, voor elke activiteit een ander werktuig, mooi en zorgvuldig vormgegeven. Neanderthalers gebruikten een simpel ding voor alles.’
Taal
Roebroeks veronderstelt dat de Neanderthalers hun simpele technologie compenseerden met heel gedetailleerde kennis van de natuurlijke omgeving.
‘Het probleem is dat je dat niet ziet. Je ziet alleen dat het zeer ervaren jagers waren op grote dieren.’
Het is bekend dat Neanderthalers gewonde en invalide individuen verzorgden, hoewel die niet meer productief mee op jacht konden gaan. Wellicht speelden die individuen een rol in die gedetailleerde kennisoverdracht? Roebroeks wil nog niet meteen zo ver gaan om te beweren dat Neanderthalers over taal beschikten.
‘Het probleem is dat taal een complex geheel van verschillende onderdelen is en niet fossiliseert. Recent onderzoek bij hedendaagse jagers-verzamelaars heeft niet aangetoond dat taal zeker een rol speelde in de overdracht van kennis over de jacht. Waarschijnlijk moet de conclusie zijn dat veel van de kennisoverdracht plaatsvond door er gewoon bij te zijn. Mijn gut feeling is dat de Neanderthalers waarschijnlijk wel over een soort van taal beschikten. Kennis bouw je nu een maal het efficiëntst op door taal. Taal is verschrikkelijk belangrijk voor het evalueren van wat er op een dag is gebeurd. Maar een gevoel is geen argument. Wij archeologen hebben overigens taal helemaal niet nodig. Archeologists can tell a good story without language.’
Natuurlijk experiment
Het leuke van zijn project vindt Roebroeks dat je de Neanderthalers echt gaat zien als een soort natuurlijk experiment:
‘Zeshonderd duizend jaar geleden hadden wij een gemeenschappelijke voorouder. De omgevingen in westelijk Eurazië zijn met de Neanderthaler gaan stoeien, terwijl onze voorouders zich waarschijnlijk ergens in Afrika ophielden. Wij zijn redelijke alternatief gebleken. De Neanderthalers die het toch een half miljoen jaar hebben uitgehouden, zijn na een succesvol bestaan verdwenen. In mijn groep heeft Alexander Verpoorte een fantastisch productieve onderzoekslijn ontwikkeld, gebaseerd op de hypothese dat subtiele biologische verschillen tussen Neanderthalers en ‘ons’ een groot deel van de archeologische verschillen kunnen verklaren. Ik denk dat uiteindelijk de verschillen in energiebehoefte tussen de Neanderthalers en moderne mensen het verschil hebben gemaakt. De Neanderthalers waren zo dun verspreid en zo gespecialiseerd in wat ze van het land gebruikten, dat de komst van een andere soort die hen het weinige waarmee ze het moesten doen afpakten, het einde kon betekenen. Ook hun voedsel kan een rol hebben gespeeld. Een iets diverser dieet dan het veronderstelde bijna alleen maar vlees, leidt bijvoorbeeld tot minder kindersterfte. Modelleerwerk laat zien dat met 2% meer nakomelingen voor de moderne mensen, de Neanderthalers binnen duizend jaar verdwenen zouden moeten zijn.’
Genenkaart van neanderthaler

Een grote groep onderzoekers onder leiding van Svante P채채bo (Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie, Leipzig, Duitsland) is al jaren met veel geduld en toewijding bezig om het DNA van een neanderthaler te ontcijferen, gehaald uit 38 duizend jaar oude botten. Deze week rapporteren ze in vakblad Cell een mijlpaal: de hele genetische kaart van de mitochondri챘n, de enige celonderdelen naast de kern die er hun eigen DNA op na houden. De onderzoekers zijn redelijk zeker van hun zaak, omdat ze alle letters van het DNA 35 keer hebben gescreend.
De neanderthaler maakt geen serieuze kans meer op een plekje in het familiealbum van de moderne mens. Nu zijn hele mitochondriale DNA-kaart er ligt, blijkt dat van genetische uitwisseling al minstens een half miljoen jaar geen sprake is geweest.
Dat mitochondriale DNA verschilt zodanig van dat van moderne mensen, dat het ver buiten de variatie binnen onze soort valt. Alle mensen die nu leven, hebben hun mitochondri챘n ge챘rfd van een vrouw die omstreeks 150 duizend jaar geleden leefde. De laatste vrouw waarvan zowel wij als de neanderthaler mitochondri챘n hebben gekregen, zal ongeveer 660 duizend jaar geleden hebben rondgelopen, met een foutenmarge van 140 duizend jaar. Daarmee kan het idee dat de moderne mens een scheutje neanderthalerbloed heeft, naar de prullenbak. Tenzij de vermenging alleen van vaderskant heeft plaatsgevonden, want dan is dat niet te zien in het mitochondriaal DNA. Wel in de rest van het erfelijk materiaal, en de onderzoekers zijn hard bezig om dat ook in kaart te brengen. Wordt vervolgd.
Elmar Veerman
http://www.sciencenews.org/view/generic/id/34990/title/Neandertal_mitochondrial_DNA_deciphered_
“Comparing the complete mitochondrial DNA genomes of a Neandertal and many recent humans presents a very different picture,” Hawks says. “Humans are all more similar to each other, than any human is to a Neandertal. And in fact the Neandertal sequence is three or more times as different, on average, from us as we are from each other. This change from the earlier picture is a purely statistical one, but it makes a clearer picture.”
Human and Neandertal mitochondrial DNAs differ at 206 positions out of the 16,565 examined, while modern humans differ at only about 100 positions when compared with each other.
The mitochondrial genome contains 13 genes, blueprints for stringing amino acids together to make proteins. The researchers examined the nature of changes within those genes to learn how proteins evolve. Generally, changes that alter the amino acid sequence of a protein are bad because they disrupt the way a protein works or interacts with other proteins, says Richard Green, a computational biologist at the Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology in Leipzig, Germany. Neandertals have more amino-acid altering changes in their mitochondrial genes than do other primates, Green and his colleagues found.
“This really demands an explanation,” Green says. One scenario that could explain the finding is that Neandertals had very small effective populations long before they went extinct.
But humans also have changes in some of their mitochondrial genes. One gene, called COX2, had four changes specific to humans. Neandertals, chimpanzees and other primates don’t have those changes. “This tells us these changes happened very recently and perhaps conferred some selective advantage” for humans, Green says.
The data reinforce the notion that humans are evolving faster than other primates and “it gets us closer to understanding what it means to be a fully modern human.”
http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/31248183/
http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/37370205/
Mens en Neandertaler al zeker 120.000 jaar gescheiden
15 november 2006
LEIPZIG/LONDEN/WASHINGTON – De scheiding tussen de moderne mens en de neandertaler in twee gescheiden soorten was uiterlijk 120.000 jaar geleden zo goed als afgesloten. Desondanks zijn 99,5 tot 99,9 procent van het erfgoed van homo sapiens en neandertaler identiek.
( dat is het verschil dat vroeger ook werd geponeerd als het genetisch verschil
tussen mens en chimp )
Dit blijkt uit diverse studies van Duitse, Amerikaanse en Kroatische wetenschappers waarover de tijdschriften Science en Nature woensdag berichtten. Onduidelijk is vooralsnog of later nog een menging van de soorten heeft plaatsgevonden.

The researchers obtained the majority of the DNA used for the study from these bone fragments excavated in the Vindija Cave in Croatia. – Image copyright Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology ( Photo’s 2010
Svante Paabo en zijn collega’s van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig presenteren deze week een eerste analyse van het neanderthaler-DNA in het tijdschrift Nature.
Rubin en zijn medewerkers publiceren een eigen analyse in het blad Science.
Het botje waar beide groepen wetenschappers het DNA aan hebben onttrokken, en dat volgens het onderzoek afkomstig is van een mannelijke neanderthaler, heeft 38.000 jaar in een grot in Kroati챘 gelegen.
“Het is klein en onooglijk en werd in een grote doos met onbruikbare botten gestopt” in een museum in Zagreb, zei Paabo.
Voordeel daarvan is dat het nauwelijks door mensenhanden is beroerd en daarom betrekkelijk schoon DNA oplevert, zei hij. Er is slechts zo’n vier gram materiaal van het botje nodig om een ruwe schets van het neanderthalergenoom te maken.
Hun foutmarges daargelaten zijn de twee teams het erover eens dat de evolutielijn van de neanderthaler en de moderne mens( de laatste gemeenschappelijke voorvader van beiden ) zich ongeveer 500.000 jaar geleden heeft gesplitst. Dat was bij eerder, beperkter DNA-onderzoek al naar voren gekomen, maar wordt nu onderschreven.
De neanderthalers en de voorvaders van de moderne mens leefden in Europa duizenden jaren naast elkaar, tot de neanderthalers zo’n 28.000 jaar geleden uitstierven.
Of de twee groepen zich met elkaar vermengden en of er bij de moderne mens genetische kenmerken van de neanderthalers te vinden zijn is onderwerp van wetenschappelijk debat.
Rubin zei net als eerdere onderzoekers geen aanwijzingen te hebben gevonden voor vermenging.(na 120.000jaar geleden )
In de analyse van Paabo wordt niet ingegaan op de mogelijke aanwezigheid van neanderthaler-DNA bij de moderne mens, maar wordt de vraag opgeworpen of er wellicht DNA van de voorouders van de mens bij de neanderthalers terecht is gekomen. Om dat te kunnen vaststellen moet meer neanderthaler-DNA worden bestudeerd, zei Paabo.
Rubin zei dat zijn voorlopige analyse vaststelt dat het DNA van moderne mensen en neanderthalers voor 99,5 tot 99,9 procent identiek is. (anp)
DNA uit Neanderthaler tand
Dirk draulans / KNACK 30 AUGUSTUS 2006
De neanderthaler krijgt de jongstejaren heel veel aandacht.

Analyse van zijn DNA moet het mogelijk maken een antwoord te geven op enkele prangende vragen, zoals: waarom is de neanderthaler zo’n 35.000 jaar geleden ineens uitgestorven? En, nog belangrijker: zijn wij, moderne mensen, rechtstreeks verantwoordelijk voor zijn verdwijnen?
Ondertussen is het duidelijk dat de neanderthaler geen variant van de moderne mens was, maar een andere soort. Het zou heel erg zijn als wij de aanzet gegeven zouden hebben tot het uitsterven van de laatste andere mensensoort op aarde
Zeker omdat recente aanwijzingen tonen dat de neanュderthaler geen domme bruut was, zoals wij hem altijd graag gepresenteerd hebben, maar dat hij integendeel een vrij gesofisticeerde vorm van kunst en cultuur had.
Het vakblad Current Biology brengt nu een analyse van oud neanderthaler-DNA.
Tot dusver waren alleen uit skeletten van maximaal 42.000 jaar oud, dus vlak voor het verdwijュnen van de soort, DNA-sporen gepuurd. In het nieuwe werk kon DNA gehaald worden uit de tand van een neanderthalerkind van ongeveer 100.000 jaar oud
Die was lang geleden gevonden in de Belgische Scladina-grot — daarom was paleontoloog Marcel Otte van de Universiteit Luik coauteur van het artikel. Het kostte veel moeite om een stukje intact DNA te halen uit goed bewaarde mitochondrien in de tand: dat zijn de structuurtjes die onder meer instaan voor de energievoorziening van een cel
De analyse legde een verrassende genetische variatie bloot
De eerste neanderthalers waren genetisch veel gevarieerder dan de laatste. Wat meteen op een genetische verarming wijst, die misschien mee de oorzaak van de verdwijning van de soort was.
Misschien was ze onvoldoende aangepast aan de grootschalige klimaats-en landschapsveranderingen in Europa in de periode van haar ondergang.
Het DNA was ook zo verschillend van dat van ons, dat de kans op regelmatige kruising tussen moderne mensen en neanderthalers niet groot kan zijn geweest.
Ze hadden misschien wel seks met elkaar, maar daar zullen amper nakomelingen uit voortgekomen zijn. Logisch als we effectief twee verschillende mensensoorten waren
Neanderthaler DNA
Genen Neanderthaler geven hun geheimen prijs
15 november 2006
Onderzoekers hebben uit een fossiel bot een flink deel van het dna van de Neanderthaler gereconstrueerd, een wetenschappelijk huzarenstukje.
De onderzoekers verwachten over twee jaar een volledige genetische blauwdruk van de uitgestorven mensachtige te kunnen presenteren.
Dit is woensdagavond bekendgemaakt door de tijdschriften Nature en Science, die de resultaten van twee internationale onderzoeksgroepen deze week publiceren.
Het is voor het eerst dat celkern-dna van de Neanderthaler is getraceerd.
In de jaren negentig is al eens een stuk mitochondriaal dna in kaart gebracht. (1)
Dat is makkelijker te isoleren maar biedt minder genetisch relevante informatie.
De eerste analyses tonen aan dat de voorouders van de moderne mens (Homo sapiens) en de Neanderthaler (Homo neanderthalensis) ruim 500 duizend tot 370 duizend jaar geleden gescheiden evolutionaire wegen gingen.
Dat strookt met koolstofdateringen van fossielen en werktuigen.
Het Neanderthal-dna bevestigt ook dat deze mensachtige geen voorouder van de mens was en dat tussen beide soorten geen genetische uitwisseling heeft bestaan. Neanderthalers blijken net als moderne mensen af te stammen van een zeer kleine oerpopulatie, circa drieduizend individuen groot. (2)
Fossiel dna is heel moeilijk te isoleren.
Het is altijd in kleine stukjes uiteengevallen, chemisch veranderd tijdens de fossilisering en verontreinigd met vreemd dna dat afkomstig is van micro-organismen en ook van de wetenschappers die de fossielen hebben bestudeerd.
Dankzij nieuwe technieken zijn de twee onderzoeksgroepen er nu toch in geslaagd complete stukken dna in kaart te brengen.
De ene onderzoeksgroep, van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig, reconstrueerde ruim 챕챕n miljoen basenparen (de ‘letters’ waaruit de dna-code als het ware is opgebouwd) uit een goed bewaard gebleven, circa 38 duizend jaar oud Neanderthalfossiel uit Vindija, Kroati챘. (3)

http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/bericht/28381900/
De andere groep, geleid door het Joint Genome Institute in Walnut Creek, Californië, bracht nog eens 62 duizend basenparen in kaart met een techniek die minder volume oplevert maar waarmee gerichter genen kunnen worden vergeleken.
Het totale Neanderthaler-genoom is waarschijnlijk ongeveer drie miljard basenparen groot, bijna even groot als dat van de mens.
‘Deze artikelen zijn mogelijk de belangrijkste publicaties op dit terrein sinds de ontdekking van de Neanderthaler 150 jaar geleden’,
stellen de evolutionair genetici David Lambert en Craig Millar niettemin in een begeleidend commentaar in Nature.
De Neanderthaler staat genetisch veel dichter bij de mens dan de chimpansee, de naaste nog levende verwant van de mens.
De genetische verschillen en overeenkomsten tussen mens en Neanderthaler kunnen dan ook preciezer duidelijk maken welke genen de mens tot mens maken.
Het gaat dan bijvoorbeeld om genen voor spraak en cognitieve vermogens die mogelijk ook verklaren waarom de Neanderthaler uitstierf en Homo sapiens een succes werd.
Neanderthalers, waarvan de eerste fossielen in 1856 in het Neanderdal bij Düsseldorf werden ontdekt, leefden tot circa 30 duizend jaar geleden in Europa en het Midden-Oosten. Ze waren groter en sterker dan moderne mensen, hadden grotere hersenen, maakten stenen werktuigen en ornamenten, konden vuur maken en jaagden op grootwild.
Ze begroeven hun doden en kenden mogelijk spraak en muziek.
Ze stierven uit tijdens de opmars van de moderne mens in Europa,
wellicht door direct toedoen van die moderne mens of door klimaatveranderingen.
DE NEANDERTHALER IN ONS

Neanderthaler is wellicht stamvader van handig hersengen.
Credit: Philippe Plailly/EURELIOS, Reconstruction Atelier Daynes
7 november 2006
De moderne mens heeft genetisch materiaal geërfd van de Neanderthaler, stellen Amerikaanse genetici deze week in het wetenschapsblad PNAS
(Prodeedings of the National Academy of Sciences). Dat zou betekenen dat Homo Sapiens en Neanderthalers het 37.000 jaar geleden toch samen gedaan hebben, iets waarover wetenschappers al decennia debatteren.
Het kamp dat gelooft in seks tussen Neanderthalers en Homo Sapiens wordt aangevoerd door de paleoantropoloog Erik Trinkaus uit St. Louis (Washington University). Hij komt regelmatig met schedels op de proppen die trekken van beide mensenrassen in zich zouden verenigen.
Andere deskundigen twijfelen aan het bewijsmateriaal en denken dat seksueel verkeer tussen verschillende mensensoorten een sporadisch gebeuren zal zijn geweest. Neanderthalers en Homo Sapiens zijn dus gescheiden soorten gebleven, volgens hen.
Maar nu komt geneticus Bruce Hahn (Universiteit van Chicago) met een menselijk gen dat waarschijnlijk van de Neanderthaler afkomstig is.
Zeventig procent van de mensheid is drager van het gen, dat ongeveer 37.000 jaar geleden in de populatie verschenen is en dat daarna weid verspreid geraakt is. Het gaat om een vorm van het microcephalin-gen dat bij de ontwikkeling van de hersenen betrokken is.
De bewuste vorm verschilt zo sterk van de andere varianten, dat het een miljoen jaar geleden moet zijn ontstaan, en toch verschijnt het pas 37.000 jaar geleden voor het eerst bij de mens. Dat is precies de periode dat Homo Sapiens Europa introk en de Neanderthalers tegenkwam. Dus?
Het lijkt vreemd dat juist een hersen-gen van de Neanderthaler zo succesvol was dat het zich door de menselijke populatie heeft verspreid. Neanderthalers hebben immers niet een erg slim imago. Hahn denkt nu dat het gen Homo Sapiens geholpen heeft zich aan te passen aan het koude klimaat.
Het zou de immigranten winterhard hebben gemaakt, want dat is iets waar de Neanderthalers wel sterk in waren.
.
Nature ; WEB FOCUS Neanderthal DNA

In this focus
The recovery of substantial amounts of Neanderthal DNA will shed light on human evolution because alongside the established human and chimpanzee genome datasets, we now have a ‘three-taxon statement’ in which the specific genomic innovations of each species stand out. In short, Neanderthal DNA will allow us to determine precisely which parts of the human genome are characteristic of our own species, rather than primitive sequences common to both humans and chimps.
This special Nature web focus brings together exclusive video and audio coverage of the discovery along with a number of recent papers highlighting genetic and genomic discoveries that could shed light on the origin of distinctively human innovations. Image: J. Krause
Video

Enjoy interviews with leading researchers and Nature’s Dr Henry Gee as they reveal what the search for Neanderthal DNA tells us about our relationship with our closest hominin cousin with our exclusive video coverage.
Current Research ARTICLE
Analysis of one million base pairs of Neanderthal DNA Free access
Richard E. Green et al.
Nature 444, 330-336 (16 November 2006) doi:10.1038/nature05336
Abstract | Full Text | PDF | Supplementary Information
Zie ook :volgend archief materiaal
http://news.nationalgeographic.com/news/2006/11/061115-neanderthal-dna_2.html
Image of personal ornaments (pierced fox canines) from the Chatelperronian culture.
Credit: Photo : Joao Zilhao
” Neandertals were much more like modern humans than had been previously thought, according to a re-examination of finds from one of the most famous palaeolithic sites in Europe by Bristol University … >
read more
” A reexamination of ancient human bones from Romania reveals more evidence that humans and Neandertals interbred. Erik Trinkaus, Ph.D., Washington University Mary Tileston Hemenway Professor in Arts … > read more
Zelfde gemuteerde FoxP2 ” taalgen” gevonden bij Neanderthaler: Neanderthalers deden meer dan grommen ?
Neanderthalers communiceerden in een eigen taaltje.
Voor de meesten van ons roept het word ‘Neanderthaler’ het beeld op van primitieve grotbewoners die grommend door het leven gingen.
Fout, de Neanderthalers beschikten ( waarschijnlijk ) over de mogelijkheid om heel behoorlijk te converseren. Die ontdekking werd gedaan door professor Svante Paabo, leider van een Neanderthaler-project aan het Duitse Max Planck-instituut voor Evolutionaire Antropologie.Genoom-project
Hij staat aan het hoofd van een genoom-project en kon uit Neanderthaler-DNA opmaken dat deze uitgestorven mensensoort wel degelijk beschikte over een ‘taalgen’zoals dat verder alleen bij de moderne homo sapiens wordt aangetroffen.Eigen taaltje
Dat betekent dat de Neanderthalers over de capaciteit beschikten om met elkaar te communiceren in hun eigen taal, een aangezien taal een van de elementen is die mens onderscheidt van dier, zou dat ook kunnen betekenen dat de Neanderthalers konden bogen op een eigen cultuur. Wat dan weer ons traditionele, neerbuigende, beeld van de Neanderthaler op losse schroeven zet.“Neanderthaler compliment”?
Of om met professor Paabo te spreken:
“het is tot dusver niet bepaald een compliment om ‘Neanderthaler’ te worden genoemd, maar we weten nu dat hun DNA veel meer gelijkenissen vertoont met dat van de hedendaagse mens dan met dat van een chimpansee. Ons onderzoek maakt duidelijk dat er geen reden is waarom de Neanderthalers niet in staat geweest zouden zijn om gesprekken te voeren”.
Deze bevinding sluit aan bij ander recent onderzoek waarbij de keel en het strottenhoofd van Neanderthalers werden ‘gereconstrueerd’.
Het op het Max Planck gevonden taalgen, FOXP2 controleert de spieren die nodig zijn om, met behulp van strottenhoofd, lippen en tong woorden te vormen, wat dus aansluit bij die eerdere studies.
Het enige gen dat ooit in verband is gebracht met het uniek menselijke taalvermogen, het gen FOXP2, komt in die vorm ook bij Neanderthalers voor
Dit blijkt uit onderzoek aan DNA uit twee Neanderthalbotten die vorig jaar in Spanje zijn gevonden.
De botten werden na de vondst meteen steriel ingevroren.
Het onderzoek wordt gepubliceerd in de Current Biology van 1 november maar werd al eerder vrijgegeven. De vondst betekent niet dat Neanderthalers een volledig modern taalvermogen hadden – een omstreden kwestie in de menselijke evolutie.
Eerder werd aan Neanderthalers taalvermogen ontzegd omdat er nooit een Neanderthal-tongbotje was gevonden. Dat is een botje bij het strottehoofd dat cruciaal is voor de aanhechting van tong- en andere spraakspieren. De vondst van zo’n tongbotje bij een zeer volledig Neanderthalskelet uit de Israelische Kabaragrot, in 1983, leidde ook nooit tot een brede overtuiging dat Neanderthalers w챔l konden spreken. Daarvoor is veel meer bewijs nodig.
Neanderthalers zijn een aan de mensen parallelle evolutionaire tak, met een gemeenschappelijke voorouder ergens rond 500 à 300.000 jaar geleden. Neanderthalers kwamen alleen voor in Europa en West-Azië, en leken sterk op moderne mensen. Maar hoewel ze gemiddeld iets grotere hersenen hadden dan de moderne mens, zijn er nooit veel aanwijzingen gevonden voor symbolisch denken. Op een paar omstreden uitzonderingen na zijn er géén kunstvoorwerpen en géén geavanceerde werktuigen van neanderthalers bekend. Ze stierven rond 30.000 jaar geleden uit.
Op de korte termijn wordt door de nieuwe vondst vooral het belang van dit ‘unieke taalgen’ voor de moderne mens gerelativeerd.
Het FOXP2-gen kwam in 2001 in het centrum van de belangstelling toen artsen ontdekten dat dysfuctioneren van dit gen leidde tot ernstige problemen met de fijne mondmotoriek.
Ook hebben mensen met een kapot FOXP2-gen moeite met het onderscheiden van lettergrepen, met de vervoeging van werkwoorden en de vorming van grammaticale zinnen.
Voor buitenstaanders zijn de lijders aan dit syndroom vrijwel onverstaanbaar. In 2002 werd ontdekt dat dit gen bij andere primaten en zoogdieren ook voorkomt en vrijwel overal hetzelfde is, maar dat het nu juist bij de mens op twee punten afwijkt.
Omdat berekend kon worden dat deze mutaties ongeveer 200.000 jaar oud waren – precies rond het ontstaan van Homo sapiens – kreeg FOXP2 grote wetenschappelijke faam als mogelijk de cruciale mutatie die de moderne mens maakt tot wat hij is: een talig wezen.
De nieuwe vondst van precies die modern menselijke FOXP2-variant in het Neanderthal-genoom (op zich al een wetenschappelijke prestatie van de eerste orde) veegt die mogelijkheid waarschijnlijk vrij effectief van tafel.
De auteurs (onder wie de beroemde Finse geneticus Svante Pääbo die ook bij het eerdere onderzoek aan FOXP2 betrokken was) sluiten uit dat het gen door seksueel verkeer tussen moderne mensen en Neanderthalers bij de Neanderthalers terecht is gekomen. Zij zijn ervan overtuigd dat het gen afkomstig is van de gemeenschappelijke voorouder – en dus veel ouder is dan de eerder geschatte ouderdom van 200.000 jaar.

Ideogram van het FOXP2-gen. Het bevindt zich op de q-arm (het lange gedeelte) van het chromosoom 7. Rechts in het blauw gekleurd zijn de 17 Exons van FOXP2 te zien.
Mens is voor 5 procent neanderthaler ?
door Katrijn Serneels De Morgen
Erfenis van neanderthaler omvat onder meer grote neus en aan elkaar groeiende wenkbrauwenBRUSSEL l Wie een grote neus of een gedrongen lichaam heeft, dankt dat wellicht aan zijn neanderthalgenen. Europeanen zijn nog steeds voor 5 procent neanderthalers, ontdekte moleculair bioloog Vincent Plagnol.Door Katrijn Serneels
Hij zou 30.000 jaar geleden uitgestorven zijn, maar nu leeft hij nog steeds voort in ons nucleair DNA: de neanderthaler. Vijf procent van het genetisch materiaal van de moderne Europeaan bestaat nog steeds uit neanderthalergenen, ontdekte dr. Vincent Plagnol, moleculair bioloog aan de University of Southern California. Samen met Jeffrey Wall analyseerde hij 135 gebieden van het menselijk genoom. Ze vergeleken het genetisch materiaal van 34 mensen afkomstig uit Noord- en West-Europa en West-Afrika met behulp van computermodellen en statistieken.
Bij zowel de West-Afrikanen als de Europeanen vond Plagnol 5 procent ‘archaisch’ DNA, dat ouder is dan de mens zelf, die zo’n 100.000 jaar geleden op aarde verscheen. Dat DNA is afkomstig van de neanderthaler, die zo’n 400.000 jaar geleden in Afrika ontstaan zou zijn en zich over Europa verspreid heeft. Na de neanderthaler verscheen de homo sapiens sapiens, ofwel de moderne mens.
“We weten nu dat de moderne mens 100.000 jaar geleden de andere, archaische mensenrassen niet heeft vervangen”, zegt dr. Vincent Plagnol, wiens onderzoek verscheen in het vakblad PLoS Genetics. “De twee soorten mensen hadden contact met elkaar en hebben zich met elkaar vermengd”, meent hij.
Toen de neanderthaler 30.000 jaar geleden van de aarde verdween, stierf hij niet helemaal. Hij liet een deel van zijn genen achter om verder te leven in de moderne mens.
De erfenis van de neanderthaler bestaat uit meer dan een grote neus alleen. Die neus had trouwens zijn nut: met een grotere neus kun je koude lucht beter verwarmen voor ze in de longen terechtkomt.
Ook de gedrongen gestalte van de neanderthaler – gemiddeld was hij 1 meter 60 groot en 70 kilo zwaar – had een functie: een kleine gestalte kan makkelijker warmte bewaren dan een grote.
Een betere bescherming tegen koude zou ook de reden zijn waarom ze meer lichaamshaar hadden, zelfs hun wenkbrauwen groeiden aan elkaar. Deze uiterlijke kenmerken duiken vandaag nog steeds op bij mensen.Het goede nieuws is dat de moderne mens en de neanderthaler erg op elkaar leken als het op gedrag en ontwikkeling aankomt.
Net als de moderne mens leefden neanderthalers in groep, maakten ze werktuigen en hadden ze een artistieke en spirituele cultuur.
Ze zongen en dansen, zorgden voor hun zieken en begroeven hun doden.
Hun hersenen waren ongeveer even groot als die van de moderne mens, maar de hersenhelften functioneerden lichtjes anders, zo vermoedt men.
Volgens een omstreden theorie zijn autisme en het aspergersyndroom te wijten aan de invloed van onze neanderthalgenen op het brein.
Als de theorie klopt, dan hebben de neanderthalers ons een erfenis bezorgd waar we moeilijker van af raken dan aan elkaar groeiende wenkbrauwen.
Nieuw studie trekt seks tussen Neanderthaler en moderne mens in twijfel

Een nieuw onderzoek trekt de theorie dat onze voorouders en Neanderthalers seks hadden sterk in twijfel. De onderzoekers laten zien dat het genetisch materiaal van Neanderthalers dat in moderne mensen is teruggevonden niet het resultaat hoeft te zijn van seks tussen de twee soorten.
Enkele jaren geleden concludeerden onderzoekers dat ongeveer één tot vier procent van het DNA van moderne mensen (dat zijn wij dus) afkomstig is van Neanderthalers. Ze baseerden die conclusie op een grootscheeps onderzoek. Ze bestudeerden het DNA van mensen wereldwijd en vergeleken het met DNA van Neanderthalers. Zo ontdekten ze dat alle mensen (behalve Afrikanen) een stukje van het Neanderthaler DNA in zich dragen. Dat Afrikanen geen stukje Neanderthaler bij zich droegen, zou komen doordat moderne mensen en Neanderthalers zich pas met elkaar mengden nadat beide soorten Afrika hadden verlaten.
Toch niet waterdicht?
Het onderzoek leek waterdicht. Met het DNA dat tegenwoordig in moderne mensen wordt teruggevonden als het belangrijkste bewijs. Maar is dat bewijs wel echt zo overtuigend?
Onderzoekers van de universiteit van Cambridge trekken dat in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences in twijfel. Ze laten zien dat de één tot vier procent van de genen die we met Neanderthalers delen ook op een andere manier verklaard kunnen worden.
http://www.cam.ac.uk/research/news/research-raises-doubts-about-whether-modern-humans-and-neanderthals-interbred/
Gezamenlijke voorouder
De onderzoekers wijzen erop dat de Neanderthaler en de moderne mens ooit een voorouder deelden. Het DNA dat Neanderthalers en moderne mensen delen, kan toegeschreven worden aan die gezamenlijke voorouder. Niet seks, maar de voorouder die de twee soorten ooit deelden, zou verklaren waarom ons DNA enkele overeenkomsten vertoont met het DNA van Neanderthalers.
Het verhaal
De voorouder van de Neanderthaler en moderne mens leefde zo’n 500.000 jaar geleden in Afrika en Europa. Zo’n 350.000 tot 300.000 jaar geleden scheidden de voorouders in Europa en Afrika zich van elkaar. Ze hadden niet langer contact en de Afrikaanse tak evolueerde zich tot de moderne mens. De Europese tak tot de Neanderthaler. De moderne mensen die in het noorden van Afrika woonden, bevonden zich dichter bij Europa en zouden ook meer van het DNA dat ze (via hun gedeelde voorouder) nog met de Neanderthaler deelden, behouden hebben dan de familieleden die zuidelijker woonden. Later waren het deze mensen die Europa (met een aantal genen van hun voorouder, die ze deelden met de Neanderthaler) binnentrokken. Dat verklaart waarom moderne mensen (behalve Afrikanen) een stukje DNA delen met de Neanderthaler, zonder dat ze daarvoor seks hoeven te hebben gehad.
De onderzoekers benadrukken dat ze niet willen beweren dat Neanderthalers en moderne mensen nooit seks hadden. “Ons onderzoek laat duidelijk zien dat de patronen die we momenteel in het genoom van de Neanderthaler zien niet uitzonderlijk zijn en in lijn zijn met wat we zouden verwachten als de twee soorten nooit met elkaar vermengd zijn,” vertelt onderzoeker Andrea Manica. “Dus als er al een vermenging plaatsvond – het is moeilijk om overtuigend te bewijzen dat dat nooit gebeurde – dan zou dit minimaal zijn en veel minder vaak gebeurd zijn dan mensen nu beweren.”
UPDATES
…..To determine what really happened, Sankararaman’s team looked at rates of genetic change to estimate when Neanderthals and humans last exchanged genes. If the shared DNA was due to interbreeding, the team expected to find a date less than 100,000 years ago—some time after humans left Africa. But if it was the result of sharing a common ancestor, they expected a date older than 230,000 years ago, approximately when Neanderthals and modern humans split from each other. The team’s findings support the interbreeding scenario: 47,000 to 65,000 years ago ….
Human-Neanderthal matings dated: It’s not news that Neanderthals and H. sapiens mated with each other, as Neanderthal DNA makes up a small portion of the human genome. But this year scientists estimated when these trysts took place: 47,000 to 65,000 years ago. The timing makes sense; it coincides with the period when humans were thought to have left Africa and spread into Asia and Europe.
Read more: http://blogs.smithsonianmag.com/hominids/2012/08/neanderthal-and-human-matings-get-a-date/#ixzz2Ii2ZW97O
Follow us: @SmithsonianMag on Twitter
ONBEKEND MAATJE ?
……Evolutionary History and Adaptation from High-Coverage Whole-Genome Sequences of Diverse African Hunter-Gatherers .. another yet undiscovered ( genetical and theoretical ) african hominid species ?
recent genetic evidence suggests that some ancient African populations mated with an unidentified, now-extinct hominid species that lived in Africa.
” …..After decades of digging, paleoanthropologists looking for fossilized human bones have established a reasonably clear picture: Modern humans arose in Africa some 200,000 years ago and all archaic species of humans then disappeared, surviving only outside Africa, as did the Neanderthals in Europe. Geneticists studying DNA now say that, to the contrary, a previously unknown archaic species of human, a cousin of the Neanderthals, may have lingered in Africa until perhaps 25,000 years ago, coexisting with the modern humans and on occasion interbreeding with them. …. “

http://www.cell.com/abstract/S0092-8674%2812%2900831-8
Geen twijfel mogelijk: Neanderthalers en moderne mensen hadden seks met elkaar
Het laatste restje twijfel is weggenomen: Neanderthalers en moderne mensen hadden seks met elkaar. Dat blijkt uit onderzoek waarbij wetenschappers het genoom van Neanderthalers, moderne mensen en chimpansees op een geheel nieuwe manier analyseerden.
Eerdere onderzoeken stelden al vast dat Neanderthalers en moderne mensen waarschijnlijk seks met elkaar hadden. Onderzoekers baseerden die conclusie op basis van het feit dat er genetische overeenkomsten zijn tussen moderne mensen en Neanderthalers. Dat lijkt misschien een waterdichte zaak. Maar de genetische overeenkomsten zijn niet alleen te verklaren door seks tussen de twee soorten. Een andere verklaring kan zijn dat de moderne mensen die Afrika verlieten voortkwamen uit een subgroep voorouders waar ook de Neanderthalers van afstamden. En dus bleef er altijd twijfel bestaan rond het idee dat Neanderthalers en moderne mensen het bed deelden.
WIST U DAT…
Een nieuw onderzoek veegt die twijfel van tafel. De onderzoekers gebruikten een nieuwe methode om het genoom van Neanderthalers, moderne Europeanen, Aziaten en Afrikanen en chimpansees met elkaar te vergelijken. Deze methode kan veel beter dan voorgaande methodes sporen van kruisingen tussen Neanderthalers en moderne mensen opsporen en onderscheiden van genetische kenmerken die het resultaat zijn van dezelfde voorouders. En de methode bevestigt wat onderzoekers al lang dachten: Neanderthalers en moderne mensen hadden seks met elkaar.
“Het onderzoek is belangrijk, omdat het een gat in de discussie over of Neanderthalers seks hadden met moderne mensen, opvult,” stelt Mark Johnston, hoofdredacteur van het bladGenetics, waarin de onderzoekers hun werk uit de doeken doen. En in de toekomst kan de methode wellicht op heel andere soorten worden losgelaten, aldus onderzoeker Konrad Lohse. “Omdat de methode maximaal gebruik maakt van de informatie in individuele genomen is deze met name heel geschikt voor het onthullen van de geschiedenis van soorten die zeldzaam of uitgestorven zijn.”
Neanderthaler was blank met rood haar
27 oktober 2007
Neanderthalers hadden hoogstwaarschijnlijk een blanke huid en rossig haar. Dit blijkt uit Neanderthal-DNA dat is gevonden in twee botten van deze ongeveer 30.000 jaar geleden uitgestorven naaste verwant van de moderne mens.
Hedendaagse roodharigen.
foto maarten hartman/hh
Het onderzoek door een internationaal team van specialisten is deze week vervroegd gepubliceerd door Science (Sciencexpress, 25 oktober).
De genetici zijn er in geslaagd uit beide botten (een uit het Italiaanse Monti Lessini en een uit het Spaanse El Sidron) cruciale delen van het gen MC1R te isoleren.
MC1R is belangrijk voor huidskleur en haarkleur. Een verminderde werkzaamheid van het gen door een mutatie zorgt voor een blanke huid en rood haar zoals relatief veel voorkomt bij Europeanen.
Hoe blank en hoe rossig ze zijn hangt af van welk ander allel ze in hun genoom hebben: heterozygoten (met twee verschillende genvarianten) zijn donkerder dan homozygoten (met alleen het gemuteerde gen).
De mutatie die nu bij Neanderthalers is aangetroffen is een andere dan bij moderne Europeanen voorkomt.
Maar bij testen in celcultuur bleek deze mutatie wel te leiden tot een verminderde werkzaamheid, die niet te onderscheiden is van het effect van de moderne Europese mutatie.
Het is dus niet zo dat Europeanen met een blanke huid en rood haar die kenmerken te danken hebben aan een Neanderthal-gen.
Die ontlening aan de Neanderthalers was wel eens voorgesteld door onderzoekers die menen dat de moderne mensen en Neanderthalers tot de zelfde soort behoorden en daarom ook veel genen uitwisselden.
De gedachte van ontlening kwam op omdat het leefgebied van de Neanderthalers beperkt was tot Europa en West-Azi챘.
Algemeen wordt aangenomen dat een blanke huid een aanpassing is aan het leven op hogere breedtegraden, met minder zon: zonder blanke huid zouden de Europeanen met zo weinig zon te weinig vitamine D aanmaken en ernstig gaan lijden aan de Engelse ziekte (rachitis). Ongetwijfeld hebben de Neanderthalers hun gemuteerde gen aan dezelfde noodzaak te danken.
Hoe blank de Neanderthalers precies waren en hoe rood hun haar nu echt was, is niet bekend. Want door de mogelijkheid van vervuiling met modern DNA kon niet met zekerheid worden vastgesteld of in de Neanderthalbotten ook het gewone ongemuteerde standaardgen MC1R voor een donkere huid en donker haar in de botten aanwezig was.
Het is wel gevonden, maar het kan van moderne mensen afkomstig zijn. Vervuiling met modern DNA is het grootste gevaar van dit soort onderzoek.
Science 26 October 2007:
Vol. 318. no. 5850, pp. 546 – 547
DOI: 10.1126/science.318.5850.546 |
|
News of the Week
GENETICS:
Ancient DNA Reveals Neandertals With Red Hair, Fair Complexions
Elizabeth CulottaA pigmentation gene from the bones of two Neandertals, reported online this week in Science (www.sciencemag.org/cgi/content/abstract/1147417), indicates that at least some Neandertals had pale skin and red hair, similar to some of the Homo sapiens who today inhabit their European homeland.
Submitted on July 5, 2007
Accepted on October 12, 2007
A Melanocortin 1 Receptor Allele Suggests Varying Pigmentation Among Neanderthals
Carles Lalueza-Fox 1
*, Holger R철mpler 2
, David Caramelli 3, Claudia St채ubert 4, Giulio Catalano 5, David Hughes 6, Nadin Rohland 6, Elena Pilli 3, Laura Longo 7,Silvana Condemi 8, Marco de la Rasilla 9, Javier Fortea 9, Antonio Rosas 10, Mark Stoneking 6, Torsten Sch철neberg 4, Jaume Bertranpetit 11, Michael Hofreiter 6*
1 Departament de Biologia Animal, Universitat de Barcelona, Spain.
2 Molecular Biochemistry, Medical Faculty, University of Leipzig, Leipzig, Germany.; Department of Organismic and Evolutionary Biology, Harvard University, Cambridge, MA, USA.
3 Laboratorio di Antropologia, Università di Firenze, Italy.
4 Molecular Biochemistry, Medical Faculty, University of Leipzig, Leipzig, Germany.
5 Laboratorio di Antropologia, Università di Firenze, Italy.; Unitat de Biologia Evolutiva, Universitat Pompeu Fabra, Barcelona, Spain.
6 Department of Evolutionary Genetics, Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology, Leipzig, Germany.
7 Dipartimento di Scienze Ambientali, Università di Siena, Siena, Italy.
8 Unit챕 d’Anthropologie, CNRS, UMR 6578, Marseille, France.
9 Área de Prehistoria, Universidad de Oviedo, Spain.
10 Departamento de Paleobiolog챠a, Museo Nacional de Ciencias Naturales, CSIC, Madrid, Spain.
11 Unitat de Biologia Evolutiva, Universitat Pompeu Fabra, Barcelona, Spain.
* To whom correspondence should be addressed.
Carles Lalueza-Fox , E-mail: clalueza@ub.edu type=text/javascript>
Michael Hofreiter , E-mail: hofreite@eva.mpg.de type=text/javascript>
These authors contributed equally to this work.
The melanocortin 1 receptor (MC1R) regulates pigmentation in humans and other vertebrates. Variants of MC1R with reduced function are associated with pale skin color and red hair inhumans primarily of European origin. We amplified and sequenced a fragment of the MC1R gene (mc1r) from two Neanderthal remains. Both specimens have a mutation not found in ~3,700 modern humans. Functional analyses show that this variant reduces MC1R activity to a level that alters hair and/or skin pigmentation in humans. The impaired activity of this variant suggests that Neanderthals varied in pigmentation levels, potentially to the scale observed in modern humans. Our data suggest that inactive MC1R variants evolved independently in both modern humans and Neanderthals.

DNA was taken from Neanderthal bones found in northern Spain
Fragments of the MC1R sequence from Neanderthal bones found at Monte Lessini in Italy and from remains unearthed at El Sidron cave in northern Spain
Herleiding haarkleur uit DNA geeft verrassende resultaten
door: Arjen Dijkgraaf
vrijdag 26 oktober 2007
De Nijmeegse hoogleraar Bart Kiemeney heeft samen met collega’s van het IJslandse bedrijf deCODE vier nieuwe gebieden in het menselijk DNA geïdentificeerd die met de haar- en oogkleur te maken hebben.
Aan het DNA van een willekeurige verdachte kun je voortaan redelijk goed zien of hij rood haar en blauwe ogen heeft, zo claimen de onderzoekers in Nature Genetics.
Tegelijkverscheen deze week in Science een publicatie van Spaanse onderzoekers, die in DNA-resten van twee Neandertalers een gen hebben aangetroffen dat bij de moderne Homo sapiens leidt tot roodharigheid. Het is dus waarschijnlijk dat Neandertalers op z’n minst voor een deel rood zijn geweest.Het onderzoek van Kiemeney en deCODE richtte zich eigenlijk op erfelijke oorzaken van kanker. Met DNA-chips zochten ze naar 317.511 ‘single nucleotide polymorphisms’ (SNP’s) in hetgenoom van 2986 IJslanders die tevens op een vragenlijst hun uiterlijke kenmerken hadden ingevuld.Er werden de nodige verbanden gevonden. Een test met 2718 andere IJslanders en 1214 Nederlanders leerde dat hun oog- en haarkleur inderdaad op dezelfde manier met de SNP’s samenhing.Het Neandertaler-onderzoek staat hier los van.
Van de aangetroffen MC1R-variant is bekend dat hij roodharigheid veroorzaakt. De Neandertalversie wijkt subtiel af van de anno 2007 gebruikelijke variant. Maar de onderzoekers hebben hem ingebouwd in een moderne menselijke melanocytcel, van het soort dat verantwoordelijk is voor pigmentproductie, en scoorden daarmee hetzelfde effect als met een ‘modern’ roodharigheidsgen.
De voorzichtige conclusie luidt dat de moderne mes en de Neandertaler los van elkaar dezelfde kant zijn uitgemuteerd op het moment dat ze van Afrika naar minder zonnige streken verhuisden en de bescherming van het bruine pigment niet meer nodig hadden.
bron: BBC News, NRC Handelsblad
MC1R
Chromosoom 16 q24.3 [EntreGene=”4157].
MC1R
Rogers, Iltis, and Wooding (2004) NC1R in apen en mensen
De eerste homosapiens waren “zwart “
De geschiedenis van onze kaalheid
UPDATE NEANDERTHALERGENOOM 2010
http://heritage-key.com/blogs/ann/neanderthal-dna-sequenced-how-similar-are-they-modern-humans
0
AFSTAMMING
UPDATE 2013
Zoektocht naar gedeelde voorouder van mens en Neanderthaler levert niets op
Wetenschappers hebben alle mensachtigen die ons tot op heden bekend zijn, geanalyseerd in de hoop tussen die mensachtigen de gedeelde voorouder van de Neanderthaler en moderne mens te vinden. Zonder succes. Het onderzoek suggereert dat de evolutionaire wegen van de Neanderthaler en moderne mens zich al veel eerder scheidden dan gedacht en dat we nog lang niet alle hominiden ontdekt hebben.
Op basis van kiezen van Neanderthalers en moderne mensen hebben onderzoekers zich een beeld gevormd van hoe de kiezen van de gedeelde voorouder van de Neanderthaler en moderne mens eruit moeten hebben gezien. Vervolgens bestudeerden de onderzoekers ongeveer 1200 kiezen van dertien soorten of typen hominiden, in de hoop een kies te vinden die lijkt op de kies die men verwacht aan te treffen bij de gedeelde voorouder. Zonder succes.
Homo heidelbergensis
Het betekent dat mensachtigen waarvan vermoed werd dat ze een gedeelde voorouder waren – zoals Homo heidelbergensis, Homo erectus en Homo antecessor – dat niet zijn. “Geen van deze soorten heeft een dentale morfologie die volledig overeenkomt met de verwachte morfologie van deze voorouder,” stelt onderzoeker Aida Gómez-Robles.
°
Cranium Early human
Scheiding
Maar dat wil niet zeggen dat het onderzoek helemaal geen nieuwe inzichten biedt. De onderzoekers hebben namelijk wel aanwijzingen gevonden dat de wegen van de Neanderthalers en moderne mensen zich eerder scheidden dan gedacht. Niet 350.000, maar ongeveer één miljoen jaar geleden zou de Neanderthaler zich al los hebben gemaakt van de lijn die uiteindelijk tot de moderne mens leidde. Dat betekent dus dat we de gezamenlijke voorouder van de Neanderthaler en moderne mens veel verder terug in de geschiedenis zullen gaan aantreffen. Ook wijst het onderzoek erop dat we nog lang niet alle hominiden hebben ontdekt.
“Dit onderzoek vertelt ons dat er nog steeds hominiden zijn die ontdekt moeten worden,” stelt onderzoeker P. David Polly.
Wanneer we de gedeelde voorouder van de moderne mens en Neanderthaler willen vinden, moeten we waarschijnlijk in Afrika zijn, zo stellen de onderzoekers. Probleem is echter dat er relatief weinig fossiele resten van ongeveer één miljoen jaar oude hominiden uit Afrika bekend zijn.
Bronmateriaal:
“Study: No known hominin is ancestor of Neanderthals and modern humans” – Indiana.edu
DAT…
Neanderthalers leefden waarschijnlijk in kleine groepen, zo blijkt uit nieuw genetisch onderzoek.
22 april 2014
De genetische verschillen tussen Neanderhalers in Europa waren klein in vergelijking met genetische diversiteit die wordt gemeten bij moderne mensen.
Dat wijst erop dat de populaties Neanderthalers relatief klein waren en dat er weinig contact was tussen verschillende groepen.
Tot die conclusie komen onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
Verschillen
De wetenschappers vergeleken 17.367 specifieke genen van fossielen van Neanderthalers uit Siberië, Spanje en Kroatië. Uit het onderzoek blijkt dat de genenpoel van de oermensen beperkt was.
De genetische diversiteit onder Neanderthalers bedroeg volgens de Zweedse bioloog en hoofdonderzoeker Svante Pääbo slechts een vierde van de genetische verschillen die bij moderne mensen worden gemeten, zo verklaart hij op National Geographic News.
Haarkleur
De vergelijking met de genenpoel van moderne mensen wijst bijvoorbeeld uit dat Neanderthalers nog niet beschikten over specifieke genen voor huidskleur en haarkleur. Die genvarianten ontstonden waarschijnlijk relatief laat.
“Deze mutaties hebben mogelijk bijgedragen aan de verschillen in haar- en huidpigment die we terugzien bij moderne mensen”, aldus Pääbo.
Neanderthalers hadden overigens niet alleen seksueel contact met soortgenoten. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ongeveer 2,1 procent van de genen van moderne mensen afkomstig zijn van Neanderthalers.
Door: NU.nl/Dennis Rijnvis
http://www.nu.nl/tag/neanderthalers/
http://www.nu.nl/tag/genen/
Neanderthalers waren geen domme bruten
Nieuw onderzoek suggereert dat Neanderthalers niet minder intelligent waren dan de moderne mens.Scientias.nl sprak exclusief met onderzoeker Wil Roebroeks van de universiteit van Leiden over deze ontdekking.
Al jaren worden Neanderthalers gezien als minder intelligent. Wetenschappers vermoeden dit omdat de moderne mens betere wapens hadden en beter samenwerkten tijdens de jacht. Maar tot nu toe zijn er geen archeologische vondsten die deze vermoedens bevestigen. Er is dus geen hard bewijs van een groot cognitief verschil.
Verkeerde vergelijking
Een andere grote fout is dat onderzoekers de Neanderthaler doorgaans vergelijken met moderne mensen die na hen kwamen en niet met hun tijdgenoten. Het is opmerkelijk dat deze fout is gemaakt. “Het is ook wel begrijpelijk dat men dit deed”, vertelt onderzoeker Roebroeks aan Scientias.nl. “Enkele decennia geleden kenden we de archeologie van moderne mensen eigenlijk alleen maar goed uit Europa, en dat waren archeologische gegevens van de mensen die leefden na het ‘uitsterven’ van de Neanderthalers. Deze moderne mensen lieten vanaf hun eerste verschijnen in Europa een andere archeologie achter, o.a. met andere stenen werktuigen, werktuigen uit been, persoonlijke sieraden en de bekende sculptuurtjes en indrukwekkende grottenkunst.”
Door veldwerk in Afrika is er de afgelopen tien tot vijftien jaar steeds meer bekend geworden over hoe moderne mensen echt leefden, voordat ze uit Afrika begonnen weg te trekken. Dit is ondertussen al meer dan 50.000 jaar geleden. “Er was dus tot voor kort niet echt veel vergelijkingsmateriaal, en op basis van de oudere gegevens was er als het ware een stereotype beeld van de verschillen tussen Neanderthalers en de moderne mens ontstaan. Dit beeld brokkelt af. Ons artikel is een uitdrukking van de erosie van die stereotiepe beeldvorming.”

Weinig verschillen
Er zijn eigenlijk nauwelijks verschillen tussen Neanderthalers en moderne mensen uit dezelfde tijd. “In Zuid-Afrika zijn enkele tienduizenden jaren eerder iets meer persoonlijke sieraden bekend van een klein aantal vindplaatsen, en ook een iets eerder veelvuldiger gebruik van kleurstoffen”, vertelt Roebroeks. “Maar het gaat om hele graduele verschillen, en van een klein aantal vindplaatsen. In enkele andere opzichten lijken de Neanderthalers moderne mensen ‘de baas’, zoals in de productie van lijmen (van hars). Maar er is nog niet voldoende bewijs om dit hard te maken. We hebben eigenlijk erg weinig goede observatiepunten voor zulk een lange periode, en er duiken telkens nieuwe verrassingen op.”
Waarom en hoe is de Neanderthaler verdwenen?
Het is opvallend dat de Neanderthalers op een gegeven moment uitstierven. Als intellectuele ‘partner’ van de moderne mens hadden ze het dan toch moeten redden? Onderzoeker Roebroeks is van mening dat de Neanderthaler nooit echt is uitgestorven, maar dat het verdwijnen van de Neanderthaler een kwestie van vermenging en assimilatie is. “We interpreteren dat patroon in het licht van recente genetische data, die aangeven dat Neanderthalers en moderne mensen vruchtbare nakomelingen gekregen hebben, en dat mensen buiten Afrika een deel van hun DNA (schattingen lopen uiteen, minimaal 2 tot 6% tot veel meer) aan Neanderthalers te danken hebben”, aldus Roebroeks. Hij baseert zich hierbij op onderzoek van paleogeneticus Svante Pääbo van het Max Planck Instituut in Leipzig. “In die zin zijn Neanderthalers niet echt uitgestorven. Alleen hun specifieke lichaamsvorm is verdwenen. Ze zijn als het ware opgegaan in de moderne menselijke populaties. Het is enigszins vergelijkbaar met de jagers–verzamelaars die hier in het noordwesten van Europa leefden toen de eerste boeren arriveerden, zo’n 7,000 jaar geleden. Hun genetisch materiaal werd ook geleidelijk door het “eerste boeren DNA” overstuurd, maar een deel van dat jagers-verzamelaars DNA is nog steeds in ons aanwezig. Overigens werd die jagers-verzamelaars/eerste boeren mix vervolgens weer door latere immigranten in het Midden-Neolithicum “verdund”.”
BEGRIJPEN WAAROM DE NEANDERTHALER IS VERDWENEN IS VAN BELANG VOOR HET BEGRIJPEN VAN HET SUCCES VAN ONZE SOORT EN WAT ONS UNIEK MAAKT.
Helaas zullen we nooit exact weten hoe de Neanderthaler van het toneel is verdwenen. “Daar zullen onze data nooit fijnkorrelig genoeg voor zijn”, meent Roebroeks. “Neanderthalers kwamen over een heel groot gebied voor, van West-Europa tot in centraal Azië, en binnen dat miljoenen vierkante kilometers grote verspreidingsgebied zal het proces van hun verdwijnen per regio gevarieerd hebben.”
Zoeken naar antwoorden
Toch is het nuttig om te blijven zoeken naar antwoorden waarom en hoe Neanderthalers zijn uitgestorven of geassimileerd. Roebroeks: “De Neanderthalers zijn onze meest nabije verwanten, op de schaal van de evolutie gezien. Begrijpen waarom zij verdwenen zijn en waarom wij als enige soort zijn overgebleven, is van belang voor het begrijpen van het succes van onze soort, en van belang voor de kennis van onze eigen soort, voor wat ons “uniek” maakt, zowel cultureel als biologisch. Vanuit geneeskundige hoek bestaat er bijvoorbeeld interesse voor de genetica van deze verdwenen mensachtigen, omdat wij moderne mensen (tenminste: niet-Afrikanen) een deel van hun DNA meedragen. De vraag is wat dat in ons genoom doet. In die zin heeft dergelijk onderzoek niet alleen een “cultuurhistorische” relevantie, maar is het ook van belang voor kennis van onze biologie en daarmee voor onze gezondheid.”
ven na de dood.
Bronmateriaal:
“Neandertal Demise: An Archaeological Analysis of the Modern Human Superiority Complex” – PLOS One
Exclusief interview met onderzoeker Wil Roebroeks van de universiteit van Leiden
http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0096424
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.1955500
°
GESCHIEDENIS VAN DE NEANDERTHALER IN 331 TEKENS
De Neanderthaler ontwikkelde uit de . Homo heidelbergensis
In veel opzichten leek de Neanderthaler op de moderne mens. Het genoom komt namelijk 99,8% overeen. Neanderthalers waren kort, gedrongen en hadden grote hersenen. De oudste sporen zijn 180.000 jaar oud. Circa 32.000 tot 34.000 jaar geleden is de Neanderthaler uitgestorven.
°
*Archeologische “bewijzen” van intelligentie
Complex
Roebroeks en Villa bekeken de archeologische bewijzen die een beeld gaven van de capaciteiten van de neanderthalers, en kwamen tot de conclusie dat ze helemaal niet dom waren.
APEen benen schraper voor dierenhuiden uit de neanderthal-site van Abri Peyrony.
–> Het blijkt dat neanderthalers zeer complexe jachtmethoden hanteerden, waarvoor ze in groep moesten werken en op voorhand moesten plannen; dat ze waarschijnlijk een gesproken taal kenden; dat ze pigmenten gebruikten, waarschijnlijk om hun lichaam te beschilderen; dat ze symbolische voorwerpen hadden, zoals de klauwen van adelaars en doorboorde tanden van dieren, waarschijnlijk als hangers, en dat ze op een gesofisticeerde manier gebruik maakten van vuur.
–> Villa en Roebroeks verwijzen naar archeologische sites in Europa, zoals in het zuidwesten van Frankrijk, waar neanderthalers waarschijnlijk bizons naar hun dood geleid hebben door hen naar een zinkput te drijven.
–> In de Kanaaleilanden is er dan weer een site waar fossielen gevonden zijn aan de voet van een ravijn van mammoeten en wolharige neushoorns, die hoogstwaarschijnlijk het slachtoffer zijn geworden van een georganiseerde drijfjacht van neanderthalers.
TIEN FEITEN OVER NEANDERTHALERS
1. Ze waren prima ouders;
http://www.scientias.nl/neanderthalers-waren-prima-ouders/99645
2. Ze hadden seks met ons;
http://www.scientias.nl/geen-twijfel-mogelijk-neanderthalers-en-moderne-mensen-hadden-seks-met-elkaar/99618
3. Ze begroeven hun doden;
http://www.scientias.nl/neanderthalers-begroeven-hun-doden/96007

4. Ze waren binnenhuisarchitecten;
http://www.scientias.nl/waren-neanderthalers-de-eerste-binnenhuisarchitecten-neanderthaler-deelde-zijn-leefruimte-slim/95492
5. Ze spraken mogelijk een eigen taal;
http://www.scientias.nl/hadden-de-neanderthalers-een-eigen-taal/89611
6. Ze kregen ook al kanker;
http://www.scientias.nl/neanderthalers-hadden-al-botkanker/87937
7. Ze hadden grote ogen;
http://www.scientias.nl/werden-grote-ogen-de-neanderthaler-fataal/82251

8. Ze gebruikten medicijnen;
http://www.scientias.nl/tandplak-verraadt-dat-neanderthaler-al-medicijnen-gebruikte/68494
Neanderthaler had veelzijdiger dieet dan gedacht: van mammoet tot zalm
Wetenschappers hebben indirect bewijs gevonden dat Neanderthalers vis aten. Het suggereert dat het dieet van de Neanderthalers veelzijdiger…
9. Ze maakten tekeningen;
http://www.scientias.nl/eerste-tekeningen-van-neanderthalers-ontdekt/55662
http://www.newscientist.com/articleimages/dn21458/1-first-neanderthal-cave-paintings-discovered-in-spain.html

10. Ze geloofden in leven na de dood.
http://www.scientias.nl/geloofden-neanderthalers-in-leven-na-de-dood/29788
Neanderthalers begroeven hun doden
Nieuw onderzoek bewijst dat Neanderthalers hun doden begroeven. En daarmee lijkt een einde te komen aan een langdurig…
°
LINKS
°
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.1564103
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.1573196
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.1811554
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/journaal/2.31184?video=1.1815952
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.1854098
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.1958800
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.2049617
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/journaal/2.35290?video=1.2065367
°
http://www.scientias.nl/?s=Neanderthaler
http://www.scientias.nl/moderne-mensen-liepen-neanderthalers-niet-snel-onder-de-voet/104551
http://www.kennislink.nl/publicaties/neanderthaler-leefde-broederlijk-naast-moderne-mens
http://www.scientias.nl/oude-mens-met-neanderthaler-achtig-binnenoor-ontdekt/103214
http://www.scientias.nl/direct-bewijs-gevonden-dat-neanderthalers-planten-aten/102787
http://www.scientias.nl/neanderthalers-waren-niet-minder-intelligent-dan-de-moderne-mens/100533
°
58.000 tot 52.000 jaar geleden hadden onze voorouders seks met neanderthalers

vr 24/10/2014 – 19:37 Luc De RoyUit het volledig in kaart brengen van het oudste menselijke genoom tot nu toe, dat van de Ust-Ishim-mens, blijkt dat onze voorouders 58.000 tot 52.000 jaar geleden seks hadden met neanderthalers.
Tot nu toe liepen de schattingen uiteen van 86.000 tot 37.000 jaar geleden.
Het is een vraag die antropologen ’s nachts wakker houdt: wie had er seks met wie, en wanneer?
Een deel van het antwoord is nu gevonden in een oud menselijk dijbeen.
Het dijbeen werd gevonden in een rivieroever in het westen van Siberië, in de buurt van het dorp Ust-Ishim en het behoorde toe aan een man die 45.000 jaar geleden leefde.
Zijn DNA was zo goed bewaard dat geleerden in staat waren om heel zijn genoom – het geheel van alle genen – in kaart te brengen, wat het het oudste menselijke genoom maakt dat ooit helemaal gesequencet is, zo bericht het team deze week in Nature, in opvolging van een eerdere bijeenkomst over het thema.
Uit het genoom blijkt dat de Ust-Ishim-man, net zoals moderne Europeanen en Aziaten, zo’n twee procent neanderthaler-DNA had.
Strengen
Bij de moderne mensen zijn de neanderthal-genen in kleine fragmenten versplinterd, bij de Ust-Ishim-mens zitten ze echter samengeklonterd in lange strengen, wat aantoont dat hij geleefd heeft niet lang nadat de twee groepen genetisch materiaal uitgewisseld hadden, zoals Science al geschreven had na de bijeenkomst over het genoom van de Ust-Ishim-man.
De studie in Nature heeft nu een verdere analyse gemaakt van de lengte van de strengen neanderthaler-DNA om data voor te stellen in verband met de vermenging van het menselijk en neanderthaler-DNA. Daaruit blijkt dat de Ust-Ishim-man leefde zo’n 13.000 tot 7.000 jaar nadat moderne mensen en neanderthalers met elkaar seks hadden. Aangezien hij 45.000 jaar geleden leefde, plaatst dat de vermenging van het DNA op zo’n 58.000 tot 52.000 jaar geleden.
Dat is een veel kortere periode dan de vorige schattingen, die uiteenliepen van 86.000 tot 37.000 jaar geleden.
Moderne mensen
En wat zegt het genoom van de Ust-Ishim-man over de verdere evolutie van de mens, na de periode van de neanderthalers? Hij blijkt evenzeer verwant te zijn aan twee andere oude skeletten: een 24.000 jaar oude jongen uit Mal’ta, eveneens in Siberië, en een 8.000 jaar oude man uit La Braña in Spanje. Dat betekent dat hij waarschijnlijk behoorde tot de eerste golf van moderne mensen die uit Afrika weggetrokken zijn, en zich verspreid hebben over Europa en Azië.
Als men zijn genoom echter vergelijkt met dat van nu levende mensen, blijkt dat hij meer verwant is aan Oost-Aziaten dan aan Europeanen. Dat ondersteunt de theorie dat nu levende Europeanen een deel van hun genen geërfd hebben van een verschillende, onbekende bron.
Waarschijnlijk gaat het om een tweede golf van mensen die Afrika later verlaten hebben om Europa binnen te trekken. Die tweede golf zou dan niet voortgetrokken zijn naar Azië, zodat ze geen invloed uitgeoefend hebben op het genetisch materiaal van de Aziaten.
https://tsjok45.wordpress.com/2014/01/14/homo-sap/
°
TIEN