DOODGRAVERS

    insecten  Kevers  

°

Kevermoeder verslindt om voedsel bedelende jongen

23 augustus 2013

Jonge kevers van de soort Nicrophorus lopen het risico te worden opgegeten als ze te veel bedelen om voedsel, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Doodgravers

 

Nicrophorus vespilloides found on a dead hedgehog by the side of the road, 5-V-2005, Roggebotzand, Flevoland, Netherlands. Det, leg & photo E van Herk
Nicrophorus_vespilloides_wiki

De jonge kevers bietsen om voedsel door met hun pootjes tegen de bek van hun moeder te duwen. Als één van de jongen te vaak bedelt, wordt het dier opgegeten door het vrouwtje.

Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Edinburgh in het wetenschappelijk tijdschrift Behavioral Ecology.

Karkas

Kevers van de soort Nicrophorus worden doodgravers genoemd, omdat ze hun eitjes leggen op de lijkjes van kleine dieren zoals muizen en vogeltjes.

Hun nageslacht voeden ze vervolgens door stukjes van het karkas op te slokken, te verteren en weer uit te spuwen in de bek van de jongen.

De wetenschappers testten hoe vrouwtjes reageerden op voortdurend gebedel door de dieren bloot te stellen aan een buitengewoon groot aantal nakomelingen van verschillende moeders, zo meldt nieuwssite Physorg.com. De kevervrouwtjes bleken de jongen die zich het vaakst bij hun bek meldden zonder aarzelen op te eten.

Natuurlijke selectie

De wetenschappers vermoeden dat de vrouwtjes met hun kannibalistische gedrag voorkomen dat jongen die niet continu bedelen te weinig voedsel binnenkrijgen.

In Nederland komen acht soorten doodgravers voor, waarvan drie soorten erg zeldzaam zijn.

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis

°

Nicrophorus pustulatus

 

Doodgravers zijn kevers uit de familie van de aaskevers.  Wat ze zo apart maakt, is dat ze voor hun jongen zorgen.  Het zijn vrij grote kevers die 1 tot 4 centimeter groot kunnen worden.  Ze zijn glanzend zwart en hebben een oranje tekening op de rug en zijn behaard op de buik.  De kop is groot en heeft grote ogen.  Rond de hals zitten allerlei bobbels.  De dekschilden bedekken het achterlijf maar niet volledig.  Met deze schilden kunnen ze tsjirpen door de ribbels over elkaar te schuren.  De antennes zijn maar kort met een knots erop.

Het zijn echte roofinsecten die leven van maden van vliegen en aas.  Aas wordt ingegraven door de aarde eronder weg te duwen.  Vaak wordt er met andere doodgravers samen gewerkt.  Als het aas onder de grond zit, dan wordt er gepaard.  In het aas worden de eitjes gelegd.  De moeder blijft bij de eitjes tot ze uitkomen.  Dan worden ze door haar gevoerd zodat ze zich na 7 dagen ontpoppen.

Mite Farm or Some animals are more equal than others

Met parasieten

°

AFSCHRIKKEN

   :     EVOLUTIE  VAN GEDRAG  
°
zie ook
Camoeflage en mimicrie    
°
Afschrikking   werkt  nogal  eens  bij hogere dieren  ( bijvoorbeeld primaten –> denk aan de schijn  en verwittigingsaanvallen van het gorilla mannetje  waarmee hij  indringers (ook van andere soorten ) verjaagd …. Het werkt vooral  nogal  eens   bij sexueel vecht en imponeergedrag  tegenover bijvoorbeeld  (zwakke )  rivalen en jongvolwassen   challengers  die lager staan in de pikorde  ….
 
°
TUSSEN ROOFDIER   EN POTENTIEEL  SLACHTOFFER  
°

Chemische afschrikking

Als je een lieveheersbeestje “pest” door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet “reflexbloeden“. De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit bloed en laten hem dan soms snel vallen.

°

aposematische kleuring

Het rood met zwarte kleurpatroon is dan ook te beschouwen als een waarschuwing. Dit ziet men vaak bij insecten of andere dieren die hun giftigheid of vieze smaak adverteren door een felle kleur en wordt aposematische kleuring genoemd. De vieze smaak wordt veroorzaakt door een alkaloïde dat per lieveheersbeestje verschilt.

Er is aangetoond dat deze vloeistof van het zevenstippelig lieveheersbeestje giftig is voor koolmeeskuikens. Die van het tweestippelig lieveheersbeestje niet.

In België wordt aan kinderen vaak verteld dat het lieveheersbeestje ‘gepist’ (geplast) heeft wanneer het deze vloeistof achterlaat.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Lieveheersbeestjes#Chemische_afschrikking

°
GELUID
°
Geen schrik aanjagen   maar    een  STOORZENDER  opzetten  
 Vleermuizen eten graag motten. Maar motten (oftewel nachtvlinders) worden natuurlijk niet graag opgegeten. Dus zijn deze dieren al tientallen miljoenen jaren verwikkeld in een evolutionaire  wapenwedloopom elkaar om de tuin te leiden.
Vleermuizen vangen in ’t donker hun prooi, door ultrasone geluidssignalen uit te stoten. Hun gevoelige oren kunnen door de manier waarop dit geluid weerkaatst horen waar zich een lekker hapje bevindt.
Motten hebben zich hiertegen bewapend, door oren te ontwikkelen die ook gevoelig genoeg zijn om ultrasoon geluid op te vangen. De zenuwen die dit geluid opvangen zijn zelfs rechtstreeks verbonden met zenuwen die de mot doen vluchten.Sommige nachtvlinders  ontwikkelden nog andere truuks  om aan vleermuizen te ontkomen.
1.- Twee Amerikaanse biologen beschrijven  proeven met enkele pijlstaartsoorten in Maleisië. Ze stelden de diertjes bloot aan ultrasone vleermuisgeluiden. En wat deden de motten toen? Ze gingen zelf óók ultrasoon geluid produceren.2.- Dit fenomeen was al bekend uit een andere mottenfamilie, de beervlinders. Als zij het ultrasone geluid produceren, laten vleermuizen hen  verder  met rust.
Biologen vermoeden dat het  geproduceerd motten-geluid vleermuizen in de war maakt, hen waarschuwen dat de motten niet lekker zijn,( waarschuwings-signalen )  of zelfs het  vleermuizen gehoor    blokkeert.
°
1.- Tijgermot   en vleermuissonar
 
Bat blocker.
A tiger moth (B. trigonae) mits ultrasonic clicks to try and jam the attacking brown bat’s sonar.
Credit: Photo courtesy of Nickolay Hristov; (inset) Photo courtesy of William Conner
Bertholdia trigona
(with video on page )
 
 De tijgermot een tijgermotDe tijgermotDe tijgermot

Vleermuizen zijn nachtdieren en vinden hun weg in de pikdonkere wereld met echolocatie. Ze zenden geluiden uit en lokaliseren objecten of prooien door naar de echo te luisteren. Op die manier vinden ze hun volgende avondmaal of voorkomen ze dat ze tegen een boom aanknallen.

Veel nachtmotten zijn hier handig op aangepast en hebben verschillende verdedigingstechnieken tegen de vleermuizen ontwikkeld. Zodra ze het geluid van hun belagers horen, gaan ze er vandoor of proberen ze met schijnbewegingen aan de duikvluchten te ontkomen.

Maar de motten die het vaakst aan de dood ontsnappen zijn degenen die zelf geluid beginnen te maken als er gevaar op de loer ligt.

Of dit geluid dient als afschrikmechanisme, waarschuwingssignaal of stoorzender is niet meteen  bekend en is ook nooit onderzocht.

Daarom hingen Amerikaanse onderzoekers verschillende tijgermotten met een superdunne vislijn aan het plafon van een kamer. Een deel van de motten kon gewoon zijn klikkende geluid maken, terwijl de onderzoekers bij een ander deel gaatjes prikten in het geluidproducerende orgaan.

Daarna was het tijd om de vleermuizen erop los te laten. De stille motten hadden duidelijk pech: hiervan werden er 400 procent meer gevangen dan van de klikkende motten.

Het aantal aanvallen dat de vleermuizen deden op de verschillende motten was wel gelijk. Vanaf het begin af aan en dag in dag uit.

het klikgeluid in ieder geval niet een afschrikmechanisme is. Anders zouden de vleermuizen vanwege de schrik in ieder geval de eerste paar keer niet op de klikkende motten jagen.

Maar het betekent ook gelijk dat het geluid geen waarschuwingssignaal is, zoals ‘ik ben geen lekker en misschien zelfs giftig hapje’. Ook in dat geval zouden de stille motten vaker aangevallen moeten worden.

De laatste mogelijkheid is dat ze met hun klikgeluid de vleermuizen in de war brengen.

De filmpjes die de onderzoekers maakten ondersteunen dit idee ook.

De vleermuizen die een duikvlucht maken naar de klikkende tijgermotten grijpen vaak mis. Het is vergelijkbaar met dubbel zien of geen diepte meer in kunnen schatten.

Bovendien klikken de motten in hetzelfde frequentiebereik als het sonargeluid van de vleermuizen.

Bron: ScienceNOW

°

2.-  Pijlstaartmotten  en vleermuizen

http://news.sciencemag.org/sciencenow/2013/07/scienceshot-vibrating-genitals-m.html

3 juli 2013

Als(sommige ) aziatische   mannelijke nachtvlinders uit de familie pijlstaarten worden aangevallen door een vleermuis bewegen ze hun geslachtsdeel snel heen en weer tegen hun onderlichaam, waardoor er ultrasone klanken ontstaan die vleermuizen afschrikken.(?  (1))

Wijfjes  produceren eenzelfde soort geluid, maar doen dat op een andere, nog onbekende manier. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Biology Letters.

sn-moths.jpg
Credit: Jesse R. Barber and Akito Y. Kawahara

Figure 1.

(a) A spectrogram of the anti-bat sound produced by Cechenena lineosa is depicted above a series of high-speed video frames (b) of the stridulatory apparatus completing a modulation cycle of the valves. (c) Lateral view of genital valve shows enlarged scales for ultrasound production. (d) A line drawing depicts the motion of the valve as it moves dorso-proximally when pulled inward and ventro-distally as it moves outward.

Cechenena lineosa is een soort in de taxonomische indeling van de Lepidoptera. De borstkas, de buik en de vleugels van de vlinder zijn bedekt met schubben. De vlinder gebruikt een roltong om zich te voeden met bloemennectar.

http://en.wikipedia.org/wiki/Cechenena_lineosa

Figure 2.

 Theretra nessus responding to playback of a bat echolocation attack. Triangles indicate the timing of modulation cycles.

Theretra nessus is een soort in de taxonomische indeling van de Lepidoptera. De borstkas, de buik en de vleugels van de vlinder zijn bedekt met schubben. De vlinder gebruikt een roltong om zich te voeden met bloemennectar.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Theretra_nessus

Fel licht

De wetenschappers ontdekten het verdedigingsmechanisme van de motten door de reacties van de diertjes te bestuderen tijdens een gesimuleerde vleermuisaanval, zo beschrijft nieuwssite ScienceNow.

Bij het experiment lokten de wetenschappers pijlstaartmotten in Maleisië in de val door met een fel licht te schijnen. Vervolgens bonden ze een minuscuul touwtje om het lichaam van de insecten, zodat de diertjes niet weg konden vliegen, en speelden ze geluiden van jagende vleermuizen af.

Klikkende geluiden

Uit het experiment blijkt dat de mannelijke diertjes tijdens een vleermuisaanval hun geslachtsdelen heen en weer schudden, zodat enkele grote huidschilfers langs hun onderlichaam schuren. Daardoor ontstaan er klikkende, ultrasone geluiden.

Vrouwtjes maken vergelijkbare geluiden, maar gebruiken waarschijnlijk een ander mechanisme dat nog niet in kaart is gebracht alhoewel ze wel over dezelfde huidschilfers-schubben beschikken  

 De diertjes blijken dit geluid ook te gebruiken om individuen van het andere geslacht te lokken als ze willen paren.

Misschien is het dus in de evolutie wel in de eerste instantie hiervoor ontwikkeld, denkt onderzoeker Jesse Barber.

En bleek het daarna ook een handig middel  tegen  de vleermuizen  te  zijn.  

Waarom deze maleise  motten ultrasone geluiden maken in de strijd tegen vleermuizen is ook nog onduidelijk. Mogelijk verstoren de ultrasone klanken de echolocatie van vleermuizen. (1) en dat is gelet op gelijkaardig onderzoek bij de tijgermot,  ( zie boven ) de meest waarschijnlijke optie 

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis

°

(1)

Het is  nogal  twijfelachtig of de  vleermuizen  schrikken  van – of  “afgeschrikt ” worden door-  die  ultrasone geluiden  … Ik denk veeleer dat  de echolokatie van de   jagende  vleermuis  wordt verstoord , zodat ze naast de prooi grijpt  of ze zelfs die prooi niet opmerkt  ….De vlinders ontspringen de dans (=  omdat ze  “onzichtbaar” of “verkeerd  zichtbaar ”  zijn voor de vleermuis sonar )  , maar de vleermuizen worden niet “verjaagd ” …. die gaan gewoon  verder  op zoek naar motten zonder die  stoorzenders  …en laten de  klikkende   en ongrtijpbare  motten maar voor wat ze zijn

°

APPENDIX  

°

Pijlstaarten
De pijlstaarten zijn een familie van nachtvlinders. De meeste pijlstaarten zijn grote nachtvlinders, de kleinere soorten vliegen meestal overdag. Over de hele wereld zijn ongeveer duizend soorten bekend.

 PIJLSTAARTMOTTEN  <— Doc  archief  

°

CREA  HOEKJE  :

°

VLEERMUIZEN SONAR   —->  dus  Intelligent Designer  ? 

( of een  belegen  stukje schaamteloze afschrijverij van  R. DAWKINS door de jongens van CREABEL )

Vleermuizen zijn zoogdieren: ze baren levende jongen en zogen die. Het zijn de enige vliegende zoogdieren.

Vleermuizen uit onze streken zijn insecteneters, maar er zijn ook fruiteters, nectareters, viseters en rovende soorten.

Een van de unieke eigenschappen van  minstens   de (insectivore  )vleermuis is haar manier van ‘zien’; de vleermuis is meestal ’s nachts actief, maar het licht is dan schaars en daar heeft ze dus niet veel aan, zeker niet om op insecten te jagen.

Maar de vleermuis ziet met geluid!

Tot voor 50 jaar was het een raadsel hoe de vleermuis zag!

In de 18de eeuw had men al wel vastgesteld dat het iets met de oren te maken had maar het fijne ervan wist men niet. Kort voor de tweede wereldoorlog werd er een microfoon ontwikkeld die ultra hoge tonen kon waarnemen. Dit was de start voor het ontmaskeren van het vleermuizenraadsel.

De vleermuis werkt met een soort Sonar systeem: ze zendt korte kreetjes uit en vangt de echo ervan op. Door dit echopatroon te ontleden kan ze haar naaste omgeving waarnemen. De vleermuis kan maar enkele meters ver ‘horen’ dit komt door de aard van het geluid dat ze uitzendt.

Om een redelijk scherp beeld te krijgen moet de toon van het uitgezonden geluid zo hoog mogelijk zijn: hoe hoger de toon hoe duidelijker het beeld omdat de golflengte korter wordt. Het nadeel is echter dat hoge tonen sneller verzwakken dan lage tonen. Dit maakt dat de vleermuis een enorm lawaai moet maken om toch nog een redelijk ‘zicht’ te hebben.

Als wij het zouden kunnen horen zou het overeenkomen met een opstijgende straaljager, gelukkig zijn deze  geluiden verborgen voor ons, want anders zouden we niet meer kunnen slapen van de herrie die de vleermuizen maken.De mens hoort tot een toonhoogte van 10 tot 20 kHz, de vleermuizen gebruiken tussen de 10 en de 160 kHz. Om een insect van 6 mm te ‘zien’ is 50 kHz nodig.

De vleermuis moet dus, heel de tijd dat ze wil ‘zien’, roepen en dan naar de echo luisteren. Maar om te roepen heb je adem nodig, en het kost je ook energie. Daarom roept de vleermuis 10 pulsen per seconde in gewone omstandigheden.

Dit kan ze opdrijven tot 200 pulsen per seconde waneer ze snel moet kunnen reageren, Bijvoorbeeld bij de achtervolging van een prooi.

Dit tempo van pulsen is te vergelijken met het beeld van een televisie toestel, normaal kwamen  er 50 beelden per seconde. Maar sommige mensen kregen hoofdpijn omdat ze die 50 beelden per seconde als flikkering opmerken, daarom fabriceert men tegenwoordig tv toestellen  die 100 beelden per seconde opbouwen en  daardoor aangenamer zijn om naar te kijken.

Als de vleermuis een prooi in zicht heeft zou je denken dat ze die met de mond beetpakt en opeet.

Mis, de prooi wordt gevangen in een soort zak aan het onderlichaam, de werkelijke reden hiervoor kent men niet, maar waarschijnlijk ziet de vleermuis vlak voor haar neus niet zo goed meer omdat de stand van de oren ten opzichte van de geluidsbron (de neus of de mond) dit niet toelaat en er beperkingen aan haar manier van horen zijn, ook kan de vleermuis niet tegelijk eten en roepen (= zien).

Als de prooi dan in de zak zit moet ze wel zo vlug mogelijk verorberd worden. Dit kan niet wachten tot de vleermuis geland is en op een rustig plekje zit want het insect zou zich al kunnen bevrijd hebben uit de zak.

Vlak nadat de prooi gevangen is, wordt ze in een record tempo verorberd. De vleermuis steekt haar kop in de buidel en eet het insect op, de schildjes van kevers en de vleugels van motten en nachtvlinders worden verwijderd voor de diertjes worden opgegeten. Al die tijd kan de vleermuis niet  “zien” , het gaat dan ook razend snel.

De zienswijze van de vleermuis, die echolocatie wordt genoemd, is eigenlijk analoog met de radar en de sonar die we tegenwoordig op schepen, luchthavens en legerinstallaties tegenkomen.

De geschiedenis van de radar begint in 1928, maar pas tegen de tweede wereldoorlog krijgen zowel radar als sonar een redelijk bruikbare vorm. In de 15 jaar die nodig waren om de radar te ontwikkelen, hebben de onderzoekers verschillende serieuze problemen moeten overwinnen. Zo moet men voor het berekenen van de afstand, tussen de radar en het op te sporen object, de juiste snelheid van de golven kennen.

Bij de radar is dit de lichtsnelheid, bij de sonar en de vleermuis is het de geluidssnelheid (331m/sec).

De vleermuis moet om goed te ‘zien’ twee dingen weten,

(1) de afstand tot en (2) de richting van het object.

De richting kennen is niet zo speciaal (alhoewel); die wordt afgeleid uit het verschil tussen de signalen (wat betreft geluidssterkte en tijd) die worden opgevangen door beide oren. Doch de afstand meten is niet zo evident. De vleermuis slaakt een kreet en dan wacht ze op de echo. Dit wachten duurt niet erg lang want als het voorwerp 1 meter van haar is verwijderd, is het geluid 2 m onderweg: 1m heen en 1m terug. Dit duurt 1/155ste van een seconde, of 0,006 sec.

Nu is er een probleem. Als er een straaljager over uw hoofd scheert, dan duurt het even vooraleer u terug normaal hoort. Als dit bij de vleermuis ook zo zou zijn, dan zou ze nooit de echo van haar klikjes kunnen opvangen.

We kunnen ons ook afvragen hoe het komt dat de vleermuis niet doof wordt van haar eigen geroep. Moesten wij dag in dag uit in het lawaai van straaljagers staan dan zouden wij binnen enkele weken potdoof zijn. Maar de vleermuis  is voorzien van drie  handigheden :

vooreerst zijn er speciale oorspiertjes die de gevoeligheid van het oor afzwakken op het moment van het uitzenden van het signaal.

Ten tweede wordt het reactievermogen van de oorzenuw in de hersenen afgezwakt.

Ten derde hebben de vleermuizen een speciaal ooruitsteeksel, de tragus, dat de gevoeligheid van het oor voor teruggekaatste signalen verhoogt en dat beschermend werkt tegen de uitgezonden signalen.

Merk op dat de eerste twee beschermmiddelen zeer snel moeten reageren! Als de vleermuis op 10cm voor haar oren nog wil ‘zien’ dan moeten de beschermingen binnen de 0,0006 sec (6 tienduizendste van een seconde) tenietgedaan worden, en alles moet er op voorzien zijn om scherp te kunnen ontvangen.

Het is hier op zijn plaats om even stil te staan bij de resultaten van 27 jaar onderzoek naar het sonar systeem van de vleermuis2. Bij de ongeveer 800 soorten van de Microchiroptera3 zijn de eet- en leefgewoonten zeer verschillend. Ook de sonarsystemen zijn zeer verschillend, en dit is zelfs onder de verschillende soorten verspreid .

Men kan de sonarpulsen in drie types indelen: constante frequentie (CF), gemoduleerde frequentie (FM) en een combinatie van deze beide (CF-FM).

De constante frequentie duidt op een geluid met één toonhoogte, de gemoduleerde frequentie klinkt van hoog naar laag en de combinatie CF-FM is een geluid waar deze twee geluiden achter mekaar geroepen worden (zoiets als: “iiiiaa”). Hierbij komt nog dat deze tonen niet geheel zuiver zijn: het geluid bevat ook nog een aantal hogere harmonische tonen.

Enkele voorbeelden:

Soort vleermuis Geluid
Myotis lucifuqus FM 0,5 tot 3 ms 1 octaaf zakkend
Pteronotus parnellii CF-FM: CF 5 tot 30 ms + FM 2 tot 4 ms
Noctilio leporinus CF + CF-MF om te vliegen, FM om te jagen

Elk van de gebruikte principes heeft zijn voor- en nadelen; de jaag- en eetgewoonten zijn daarom in overeenstemming met de ingebouwde biosonar:

hoe groter het frequentiespectrum des te duidelijker is het verkregen beeld (vergelijkbaar met meer kleur voor een visueel systeem).

Hogere frequentie geeft meer detail maar draagt minder ver (dit lijkt op een gedetailleerd beeld dat in mist vervaagt). Het aantal geluidspulsen is afhankelijk van de juistheid die benodigd is in een bepaalde situatie: bij normale vlucht weinig pulsen (en echo’s), bij de moeilijke manoeuvres, vlak voor het grijpen van de prooi, zeer veel pulsen (met hoge frequentie) om nauwkeurig de bewegingen van de prooi te kunnen volgen. Door de hogere harmonische tonen zijn zelfs details zoals de bewegingen van de vleugels van de slachtoffers, zichtbaar voor de vleermuis.

Bepaalde soorten kunnen de frequentie van die harmonische tonen beïnvloeden naargelang de situatie.

De verschillen in de uiterlijke kenmerken van de biosonar van de vleermuis, reflecteren zich weliswaar in de gegevens die het neurologisch systeem van het dier te verwerken krijgt. Dit werd door verschillende neurologen bestudeerd en de eerste werken op dit gebied werden in 1964 gepubliceerd. Ondertussen hebben meerdere wetenschappers verschillende soorten vleermuizen onderzocht, maar de best onderzochte vleermuis is de Pteronotus parnellii,

De PP meet de relatieve snelheid van zijn prooi t.o.v. zichzelf aan de hand van het Doppler Effect. Indien de frequentie van de echo hoger is dan de frequentie van de ‘gil’ van de vleermuis, dan komt de vleermuis dichter bij haar prooi. Maar door kleine verschillen in de toonverschuiving, kunnen de pp en de hoefijzervleermuis eveneens bewegingen van de vleugels onderscheiden via de beweging van planten of stationaire voorwerpen. Dit doen ze aan de hand van een techniek die nu Doppler-shift-compensatie genoemd wordt. Dit fenomeen werd ontdekt door Hans-Ulrich Schnitzler van de universiteit van Tubingen (D).

De PP roept in rust een gil met een frequentie van 30,5 kHz waaraan harmonische tonen worden toegevoegd van 61 en 92 kHz. De oren van deze vleermuis zijn extreem gevoelig voor deze specifieke tonen en bijna ongevoelig voor nabijliggende tonen. Er is bijvoorbeeld een ‘venster’ met een breedte van 61,0 tot 61,5 kHz.

Dit noemen we frequentie tuning (afstemming). De drie uitgezonden toonhoogtes hebben hun eigen ontvangorganen in het oor en hun eigen zenuwen. Er kunnen verschillen van 0,01% in de toonhoogte worden gedetecteerd. Een vliegend insect geeft al snel een echo van een grootteorde sterker. Dit systeem heeft, in samenwerking met de Doppler-shift-compensatie, drie voordelen:

  1. Bij het compensatiesysteem wordt een frequentie van 59 kHz uitgezonden, het oor is daar praktisch ongevoelig voor.
  2. De neuronen in het oor zijn zo fijn afgestemd dat ze hun deel van het geluid, de tonen van de juiste frequentie, uit een luide achtergrondruis kunnen halen.
  3. De tonen waarop de neuronen zijn afgestemd zijn de meest waarschijnlijke om insecten te kunnen opsporen.

De pp is hierdoor in de mogelijkheid om met gemak insecten op te sporen en te jagen, zelfs in dichte begroeiing.

FM vleermuizen, zoals de little brown bat, die in open lucht jagen, hebben geen Doppler-shift-compensatie of frequentie tuning.

Het is duidelijk dat het uitzenden of roepen van geluiden en het opvangen van de echo nog maar het begin zijn van een veel ingewikkelder systeem van analyse van de verkregen gegevens. Het blijkt dat de verwerking van de gegevens in verschillende fases en locaties binnen de hersenen verwerkt worden. Bij de PP is de opsplitsing als volgt:

  1. Frequenties en amplitudes.
  2. Verschillen tussen de pulsen en hun echo’s.
  3. Het tijdsverschil tussen pulsen en hun echo’s.
  4. De verwerking van de Doppler-shift-compensatie.

Het aandeel van de hersenen dat de gegevens van het laatste punt verwerkt, beslaat 30% van de omvang van de totale hersenen, toch gaat het hier slechts over de verwerking van signalen tussen de 60,6 en 62,3 kHz. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de frequentie die hier verwerkt wordt, exact is afgestemd op de rustfrequentie van de vleermuis, deze is verschillend van soort tot soort. Het gaat hier dus om een sterk geïndividualiseerd systeem.

      Hersenmechanica: Het blijkt dat in de hersenen, het deel dat zich bezig houdt met de verwerking van de gegevens die kritisch zijn voor het gedrag van zijn eigenaar, steeds een groot deel van het volume in beslag nemen. Opmerkelijk hierbij is het feit dat deze delen van de hersenen bij de mens en dier op een gelijkaardige wijze werken. Vanuit de evolutiestamboom gezien moet er ook in deze bijzonder gespecialiseerde organen een gelijklopende ontwikkeling geweest zijn.

Tenslotte willen we nog even bespreken hoe de vleermuis haar eigen echo onderscheidt van het geroep van tientallen soortgenoten uit zijn leefgemeenschap.

De eerste harmonische tonen uit het geluidsspectrum van de kreet van de vleermuis is de zwakste component. Deze bevat slechts 1% van de energie van de kreet. Hierdoor is dit deel zo goed als onhoorbaar voor de vleermuizen rondom. Om het rekenmechanisme in gang te zetten moet dit geluid gehoord worden, het zorgt voor de perfecte afstemming. De vleermuis zelf hoort deze toon wel door de geluidsgolven die door het weefsel van de vleermuis het oor bereiken. Door de kleine verschillen in toonhoogte waarmee elke individuele vleermuis ‘ziet’, zijn ze door dit mechanisme afgeschermd van mekaars geluiden.

Het is meer dan duidelijk dat het gehoor van de vleermuis een    hoogstandje is, (waarschijnlijk momenteel nog niet geëvenaard door menselijke techniek. )Toch is de vleermuis niet alleen voorzien van dit soort high tech.

Ook kikkers bijvoorbeeld hebben neuronen die twee, voor de paring belangrijke geluiden combineren en verwerken in de hersenen…..

°

Uiteraard is dit alles ( inclusief  de uitrusting van de aangehaalde  motten )   koren op de  molen van de  ID-er en de creationist die  daarin de intervenieërende  doelgerichte   hand van de  Intelligent creator /god  ziet  …. maar wie van de twee  trekt die alleswetende  plannenmaker   nu voor  :  de mot of de vleermuis ….?

–  Ah ja,  de mens natuurlijk , want die is”  de kroon der schepping ”  …..ahahaha

°

zie ook

DIPTERA : VLIEGEN EN MUGGEN

DROSOPHILA   

https://tsjok45.wordpress.com/2012/09/16/drosophila/

vliegen <-Archief  doc

Steekmuggen<-Archief doc

culex pipiens molestus <-Archief doc

_DIPTERA  en hun maden kunnen fatale parasieten  zijn die bovendien  allerlei ziekten kunnen overbrengen  

MADEN 

Een made is de larve van een vlieg of mug.
Maden zijn pootloos, meestal wit of geelwit en leven meestal in (semi-)vloeibare media die hen tot voedsel dienen, zoals mest, organisch afval, rottend fruit of rottend vlees.

Hoewel sommige vliegen levende larven baren, komen maden meestal uit een ei dat door de vlieg op het voedselsubstraat wordt gelegd. Ze zwemmen in hun eten en groeien dus snel. Na een vijftal vervellingen verpopt de made in de laatste larvehuid. Deze laatste larvehuid verhardt en krijgt een donkere kleur. De made is veranderd in een bruine, cilindervormige pop. Hierin ontwikkelt de volwassen vlieg zich. De vlieg kan op zijn vroegst 7 dagen nadat het eitje is gelegd uitkomen. Om door de harde pophuid te breken heeft de vlieg een blaasje op de kop, dat heel hard opgeblazen kan worden, waardoor de pophuid openbarst en de vlieg eruit kan komen. Bij fruitvliegen (Drosophila melanogaster) duurt de gehele generatiecyclus slechts een dag of 14.
In de geneeskunde worden maden soms gebruikt om slecht genezende wonden schoon te maken (zie madentherapie). Dit kan nog niet als een algemeen geaccepteerde vorm van behandeling worden beschouwd.In de forensische geneeskunde is het soms mogelijk te schatten hoe lang een lichaam ergens heeft gelegen aan de hand van de soorten en het ontwikkelingsstadium van de op het lijk aanwezige maden. Daarbij moet ook de temperatuur bekend zijn die in de tijd voor ontdekking geheerst heeft, aangezien de ontwikkeling van maden bij hogere temperaturen beduidend sneller gaat.
Er zijn enkele voor planten schadelijke soorten zoals de uienvlieg, wortelvlieg en de koolvlieg, waarvan de made de stengels of wortels van planten aantasten.
°
Dieren kunnen last krijgen van madenziekte ofwel myiasis, een vlieg legt dan eitjes op het levende dier waarna de maden zich naar binnen vreten. Vooral schapen en konijnen hebben last van deze (vaak fatale) aandoening.
°
Ook de mens is een  gewerveld dier en  kan dus myasis krijgen
MYIASIS (VLIEGEN LARVEN / MADEN IN DE HUID OF IN WONDEN)

Myiasis is de algemene term voor invasie van mensen of dieren door vliegenlarven. De larven voeden zich in een bepaald stadium van hun leven met dood of levend weefsel of lichaamsvloeistoffen van hun gastheer. De vliegenlarven worden ingedeeld in obligaat parasitair (kunnen zich alleen in levend weefsel ontwikkelen), facultatief parasitair (leven meestal in kadavers maar kunnen ook vitaal weefsel invaderen, vooral via open wonden), en accidenteel (larven die met voeding of water in de tractus digestivus of urogenitalis terechtkomen).

Cutane myiasis is onder te verdelen in de furunculaire vorm (waarbij grote steenpuisten lijken te ontstaan maar dat zijn in werkelijkheid de vliegenlarven omgeven door een ontstekingsreactie), en de wondmyiasis (contaminatie van bestaande wonden door vliegenlarven). Myiasis kan ook voorkomen in natuurlijke lichaamsholten (nasofaryngeale, oculaire, auriculaire en vaginale myasis) en inwendig (gastro-intestinale en urogenitale vorm).

De meest bekende in Nederland, als importziekte, zijn de furunculaire myiasis door Dermatobia hominis (human botfly) uit Centraal-Mexico en Centraal en Zuid-Amerika (Suriname !), de furunculaire myiasis door Cordylobia anthropophaga (tumbu fly, toemboevlieg), uit Afrika, en de wondmyiasis door Cochliomyia hominivorax (schroefwormvlieg), uit Zuid-Amerika. Ook Nederlandse vliegen kunnen onder onhygiënische omstandigheden maden leggen in ulcera en andere grote wonden.

Human botfly, dermatobia hominis (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend, internet] Human botfly, dermatobia hominis larve (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Human botfly, dermatobia hominis larven (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl]

Dermatobia hominis

larve human botfly (Z. Amerika)  myiasis (human botfly)
Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend, internet] Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting) [bron: www.reference.medscape.com] Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting) [bron: fotoarchief]

Cordylobia anthropophaga

larve tumbu fly (Afrika) myiasis (tumbu fly)
Cochliomyia hominivorax (klik op foto voor vergroting) [bron: www.globedia.com] Cochliomyia hominivorax larve (klik op foto voor vergroting) [bron: www.cals.ncsu.edu] Cochliomyia hominivorax larven (klik op foto voor vergroting) [bron: fotoarchief]

Cochliomyia hominivorax

maden, screw worm (Z. Amerika) wond myiasis screw worm
MYIASIS door Dermatobia hominis (human botfly)

.

Dermatobia hominis oftewel de human botfly is een obligate parasiet die voorkomt in de bossen en het oerwoud rond rivieren in Centraal-Mexico en Centraal en Zuid-Amerika (Suriname !). De gebruikelijke gastheren zijn vee, wilde dieren en vogels, maar incidenteel ook de mens. De Nederlandse vertaling van botfly is horzel, en Dermatobia hominis behoort ook tot de horzels (Oestridae), een familie van insecten behorende tot de orde tweevleugeligen (Diptera)

Levenscyclus:

De volwassen vrouwelijke vlieg (zo’n 15 mm lang) grijpt een vector, meestal een muskiet en kleeft al vliegend meeliftend 15-30 eitjes op diens abdomen. Eventueel worden de eitjes op planten gelegd. Als de eitjes via de vector of de plant in contact komen met een warmbloedige gastheer, begint het larvestadium, dat 5 tot 10 weken kan duren. In 5 tot 60 minuten penetreert de larve ongemerkt door de intacte huid door een haarfollikel, een insectensteekopening of een ander huiddefect. De in de huid uitgerijpte larven verlaten de gastheer en vallen op de grond, waar ze zich verpoppen tot een vlieg gedurende zo’n 30 dagen. De totale levenscyclus van deze geelbruine vlieg duurt 100-120 dagen. 

Life cycle human botfly [bron: www.stanford.edu]

 

Bij infestatie van de mens ontstaat er binnen 24 uur een furunkelachtige afwijking van de huid op de plaats van de penetratie van de larve. Meestal ziet men een centrale booropening met daarin op en neer bewegende luchtbelletjes van de ademende larve. Elke larve ontwikkelt zich solitair en uit de wond kan sereuze, bloederige of purulente afscheiding komen. De voorkeursplaatsen voor furunculaire myiasis zijn de onbedekte lichaamsdelen zoals de armen, benen, en het hoofd. Cutane myiasis kan gepaard gaan met milde systemische verschijnselen als koorts en lymfadenopathie. Secundaire bacteriële ontstekingen zijn niet zeldzaam. 

Human botfly, dermatobia hominis larven (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Human botfly, dermatobia hominis larven (klik op foto voor vergroting) [bron: www.hardinmd.lib.uiowa.edu] Human botfly, dermatobia hominis larven (klik op foto voor vergroting) [bron: www.dermnet.com] Human botfly, dermatobia hominis larven (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl]

furunculaire myiasis

verwijderen larve human botfly larve human botfly larven human botfly

Therapie:   Verwijderen van de larve. Dit kan door de larve vast te pakken met een pincet en langzaam er uit te trekken. Voorzichtig blijven trekken, niet te hard. De made zit verankerd met weerhaakjes, maar geeft uiteindelijk op. Soms is het nodig om de opening een klein beetje te vergroten met een mesje.

Een truc die wordt toegepast is het afdekken met vaseline, of EMLA crème onder occlusie, of er een stuk rauw vlees of spek op binden (bacon therapie). Door het afdekken zouden de maden stikken en loslaten en naar buiten komen. Bij myiasis die in Nederland wordt vastgesteld, meestal bij toeristen uit Suriname of overig Zuid-Amerika, heeft men meestal niet het geduld voor dit soort pogingen maar wordt de larve er gewoon uitgehaald.

Voorkom superinfectie door de wond te vullen met betadinezalf onder een pleister, of een ander antiseptisch product. Vernietig de larven.

In Zuid-Amerika de wonden afdekken, want het wondvocht trekt andere eitjesdragende vliegen aan die maden kunnen produceren.

MYIASIS door Cordylobia anthropophaga (tumbu fly)

C. anthropophaga, ofwel de toemboevlieg is een obligate parasiet. De Tumbu fly komt voor in Afrika beneden de Sahara, en legt eieren op vuile zandgrond en op kleding, dus niet rechtstreeks op de huid. De larve die uit het ei komt, penetreert de intacte huid onopgemerkt en maakt een ontwikkeling door in het subcutane weefsel. Ter plaatse ontstaat een furunkelachtige huidafwijking met een centrale opening (furuculaire myiasis) waarin men het ademhalingsorgaan van de larve kan zien. Veelal is er sprake van multipele laesies. Als men met vaseline de opening van de ‘furunkel’ afsluit, dreigt de larve te stikken, hetgeen hem stimuleert om naar buiten te komen, waarna men hem met een pincet kan verwijderen. De mens wordt accidenteel besmet; normale gastheren zijn knaagdieren en honden. Preventieve maatregelen zijn het vermijden van contact van de huid met de grond en het strijken aan beide zijden van kleding en beddengoed dat buiten op de grond heeft liggen drogen.  

Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting) Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting) Cordylobia anthropophaga maden (klik op foto voor vergroting)

Cordylobia anthropophaga

larve tumbu fly (Afrika) myiasis (tumbu fly)

Therapie:  Verwijderen van de larve, zie onder Dermatobia hominis.

WOND MYIASIS door Cochliomyia hominivorax ( ‘schroefwormvlieg van de Nieuwe Wereld’, screw worm)

Cochliomyia hominivorax is een vlieg die in Centraal-Amerika en Zuid-Amerika voorkomt. De vrouwelijke vlieg legt 100-400 eitjes in of naast een open wond of in een natuurlijke holte. Elk warmbloedig dier, en ook de mens, met een open wond kan als gastheer dienen. De larven ontwikkelen zich binnen de 10-12 uur tot maden (screw worms) en deze boren zich in het weefsel wat gepaard gaat met uitgebreide weefseldestructie. Secundaire wondinfectie kan voorkomen. Deze cutane wondmyasis door screw worms kan ook bij de mens fataal verlopen. De enzymen veroorzaken een ontstekingsreactie, en de maden beperken zich niet tot dood weefsel, maar tasten ook gezond weefsel aan. De maden hebben de neiging om zich naast elkaar vast te graven in de wond, met de kaken naar beneden, en met het achterlijf uitstekend. Ze zitten goed vast en zijn niet zo makkelijk er uit te trekken. Toch moet dat wel gebeuren.

 In Centraal-Amerika en Zuid-Amerika vormt C. hominivorax een serieus economisch probleem in de veeteelt, en ook een gezondheidsprobleem. Het larvestadium veroorzaakt immers morbiditeit en sterfte bij vee en incidenteel ook bij de mens. In een aantal landen is men er in geslaagd om de parasiet uit te roeien via een grootscheeps eradicatieprogramma door middel van het uitzetten van steriele mannetjes van de vlieg, maar het gevaar voor introductie in andere gebieden – ook buiten Amerika – blijft aanwezig, via toeristen, militairen of geïnfecteerd vee.

Cochliomyia hominivorax larve (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cochliomyia hominivorax larve (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cochliomyia hominivorax larve (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl]

wond myiasis door screw worm

screw worm – maden op een rijtje losgetrokken made

 Therapie: Verwijder alle larven uit de wond met behulp van een pincet. Zonodig chirurgisch uitruimen (ondermijnde gebieden, diep zittende maden). Spoelen (uitspuiten) met overvloedig fysiologisch zout kan ook helpen. Bij patiënten onder narcose kunnen chloroform, ether of alcohol worden gebruikt om de maden te doden.

Vernietig zorgvuldig alle maden, bijvoorbeeld door ze in een pot met alcohol te doen en ze af te voeren in medisch afval. Dit om te voorkomen dat de maden uitgroeien tot vliegen, die in Nederland kunnen overleven en problemen veroorzaken.

Daarnaast is een goede wondverzorging nodig en meestal ook preventief antibiotica, bijvoorbeeld amoxicilline / clavulaanzuur 3 dd 625 mg.

Maden in ulcera in Nederland en madentherapie met speciaal gekweekte maden

Ook in Nederland komt het voor dat er maden in een wond komen. Bij warm weer, en bij slecht verzorgde, vooral slecht of niet ingepakte wonden en chronische ulcera. Bij zwervers bijvoorbeeld. Deze maden van Nederlandse vliegen zijn echter niet gevaarlijk, ze leven van het dode weefsel en beschadigen geen gezond weefsel. Dat geldt uiteraard ook voor de speciale Lucilia sericata maden, gekweekt onder steriele omstandigheden, die soms worden ingezet om onoverzichtelijke wonden met veel necrose te reinigen. Maden voor wondreiniging inzetten is een legitieme therapie. Omdat het voor de patiënt (overigens ook voor de artsen en verpleegkundigen) een psychologische barrière is om dit te doen, wordt het niet vaak toegepast. Vaak zijn er andere methoden om necrose te verwijderen, zoals chirurgisch debridement of frequente verbandwisseling met gazen gedrenkt in EUSOL. Het idee dat er maden in je been rondkruipen is voor patiënten ook niet prettig. Het beweegt, het kriebelt, en de wond moet goed verpakt worden om te voorkomen dat de maden ontsnappen. Er zijn ook speciale zakjes met maden verkrijgbaar. De mazen van deze zijn te klein voor de maden om te kunnen ontsnappen, maar groot genoeg om doorheen te kunnen eten. Na een week zijn de maden volgevreten en worden met zakje en al weggegooid.

Zie voor meer informatie over maden therapie de website van de leverancier: http://www.biologiq.nl of de folder over madentherapie.

Lucilia sericata (klik op foto voor vergroting) Lucilia sericata larven (klik op foto voor vergroting) Maden in een ulcus curis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Maden in een ulcus curis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl]

Lucilia sericata

biobag met Lucilia sericata maden vliegen maden in ulcus cruris vliegen maden in ulcus cruris
°
Maden zijn gemakkelijk te verwarren met larven van andere insecten. Van keverlarven zijn ze te onderscheiden doordat deze laatste een duidelijk kopschild bezitten, dat meestal oranjebruin van kleur is. Maden hebben ook een kopschild, maar deze is sterk gereduceerd en naar de binnenzijde verplaatst

ade

Vliegen

Soorten vliegen:

Afvalvliegen (Heleomyzidae)  Blaaskopvliegen (Conopidae)  Bochelvliegen (Phoridae) Boomschorsvliegen (Megamerinidae) Boorvliegen (Tephritidae)Breedvoetvliegen (Platypezidae) Bromvliegen (Calliphoridae)Bijenluizen (Braulidae)Dansvliegen (Empididae)Dazen (Tabanidae)Echte vliegen (Muscidae)Fruitvliegen (Drosophilidae)Halmvliegen (Chloropidae)Horzels (Oestridae)Luisvliegen (Hippoboscidae)Oevervliegen (Ephydridae)Roofvliegen (Asilidae)Slakkendoders (Sciomyzidae)Slankpootvliegen (Dolichopodidae)Sluipvliegen (Tachinidae)Spillebeenvliegen (Micropezidae)Spinvliegen (Acroceridae)Vleesvliegen (Sarcophagidae)

Snuitvlieg Rhingia campestris Heineken Fly – Diksmuide (B), 18.08.2007
Snuitvlieg120807_01
Snuitvlieg Rhingia campestris Heineken Fly – Diksmuide (B), 18.08.2007

http://nl.wikipedia.org/wiki/Snuitvlieg

  (Zweefvlieg)

Strontvlieg110307_02

Strontvlieg Scatophaga stercoaria Yellow Dungfly – Mamedy (B), 12.03.2007


 
Strontvlieg120307_01

http://nl.wikipedia.org/wiki/Strontvlieg

Greenbottle.jpg

Greenbottle fly   Lucilia sp.  (Dip.: Calliphoridae)     Chris Saunders

Rhagoletis.jpg

Rose Hip Maggot Fly   Rhagoletis basiola   (Dip.: Tephritidae)   Chris Saunders

Long-legged Fly.jpg

Long-legged fly    (Dip.:  Dolichopodidae)     Chris Saunders

Picture-winged Fly.jpg

Picture-winged fly  Chaetopsis sp.   (Dip.:  Ulidiidae)  Chris Saunders

Stiletto fly.jpg

Stiletto fly  (Dip.: Therevidae)   Terry Thormin

Xylota.jpg

zweefvlieg   Flower fly  Xylota sp.   (Dip.: Syrphidae)     Terry Thormin

Hemipenthes.jpg

Bee fly  Hemipenthes morio      (Dip.: Bombyliidae)         Terry Thormin

Toxomerus.jpg

Flower fly  Toxomerus sp.     (Dip.:  Syrphidae)         Terry Thormin

Orthonevra.jpg

Flower fly   Orthonevra sp.    (Dip.: Syrphidae)          Terry Thormin

Eupeodes.jpg

Flower fly   Eupeodes sp.   (Dip.: Syrphidae)       Terry Thormin

Syritta.jpg

Flower Fly   Syritta pipiens   (Dip.: Syrphidae)     Terry Thormin

Vlieg maakt rechtsomkeert bij stank

27 juli 2012

Wanneer een vlieg een geur ruikt die hem tegenstaat, vliegt hij niet zomaar een andere kant op. Hij maakt exact rechtsomkeert, de geurpluim volgend tot hij zich weer in een neutraal luchtruim bevindt.

Biologen van de Universiteit van Californië in Los Angeles volgden de vliegen op de vlucht voor benzaldehyde, een amandelachtige geur waar de beestjes hun neus voor ophalen.Hun observaties beschreven ze  in het Journal of Experimental Biology.

Eerder was ontdekt dat vliegen die een lekkere geur waarnemen, hun antennes zo richten dat ze regelrecht op de bron van deze geur af kunnen vliegen. Om uit te vogelen of ze bij afstotelijke geuren exact het tegenovergestelde doen, bevestigden de biologen in hun laboratorium heel kleine magneetjes op de rug van een vlieg.

Vervolgens sprenkelden ze wat benzaldehyde onderin de onderzoeksruimte, waardoor de vlieg middenin een amandelwalm terecht kwam.

In een fractie van een seconde draaide de vlieg zich om in de lucht en vloog weg van het plasje benzaldehyde. Daarbij volgde hij precies de richting van de geurpluim. Ook de tien andere vliegen die de biologen testten namen dezelfde vluchtroute.

Om te controleren of de vliegen niet willekeurig dezelfde route kozen, blokkeerden ze een van de antennes van de beestjes. Die handicap maakte het de vliegjes inderdaad onmogelijk om de snelste route uit de amandelstank te vinden. Na afloop werden ze beloond met een van hun lievelingsgeuren: appelazijn.

Door: NU.nl/Jop de Vrieze

Euxesta bilimeki

vlieg stoot sperma uit en eet het op

Geschreven op 12 april 2013 r 1

vlieg

Nieuw onderzoek wijst erop dat sommige vrouwelijke vliegjes zelf bepalen wie de vader van hun jongen wordt. Sperma waar ze niet in geïnteresseerd zijn, stoten ze weer uit en eten ze op.

Dat schrijven wetenschappers in het blad Behavioral Ecology and Sociobiology. Ze bestudeerden 74 vliegjes van de soort Euxesta bilimeki die kort daarvoor gepaard hadden. Alle vrouwtjes stoten na het paren sperma uit en aten het uitgestoten sperma op.

Zelf kiezen
Een kwart van de vrouwtjes stootte zelfs al het sperma uit. Dat suggereert dat de vrouwtjes zelf kunnen beslissen of ze al het sperma of een deel ervan uitstoten en dus kunnen kiezen welk sperma ze willen gebruiken om jongen op de wereld te zetten.

Versieren
Een andere opvallende conclusie die de wetenschappers hebben kunnen trekken, is dat vrouwtjes het sperma vaker uitstootten als het mannetje haar daarvoor langdurig het hof had gemaakt. De onderzoekers denken dat het vrouwtje in zo’n situatie uiteindelijk toegeeft en het mannetje zijn zin geeft, om vervolgens na de daad zijn sperma alsnog weg te gooien en te voorkomen dat hij de vader van haar jongen wordt.

Maar waarom eten de vrouwtjes het uitgestoten sperma dan op?

Ze kunnen dat doen vanwege de voedingsstoffen in sperma. Om erachter te komen of dat het geval was, zetten de onderzoekers nog een experiment op. Een deel van de vliegjes volgde een dieet bestaande uit eiwitten, suiker en water. Een tweede groep kreeg alleen suiker en water. Een derde groep kreeg alleen water. Een vierde groep kreeg niets. Vervolgens werden de vrouwtjes bij mannetjes gezet die nog konden ejaculeren of die daar niet meer toe in staat waren. De onderzoekers keken daarna wat er gebeurde.

Het bleek niet uit te maken of vrouwtjes die eten en/of water kregen het sperma opaten: zij leefden hoe dan ook ongeveer even lang. Maar vrouwtjes die zelfs geen water kregen, leefden aanzienlijk langer wanneer ze het sperma opaten.

Het wijst erop dat de vrouwtjes vloeistoffen uit het sperma halen. Dat is met het oog op de leefomgeving van de vliegjes een logische verklaring. Ze leven namelijk in hele droge gebieden

 

vleermuizen  vinden  het heerlijk vinden om vrijende vliegen te betrappen?
°

Muggen

°

Algemeen

Een mug is een vliegend insect uit de orde tweevleugeligen en de onderorde muggen (Nematocera). Sommige soorten lijken qua uiterlijk meer op vliegen, spinnen of vlinders dan op andere muggensoorten.

Een mug is eenvoudig beschouwd een primitieve versie van een vlieg en heeft een klein, dun en fragiel lichaam, zes dunne pootjes, meestal twee veer-achtige antennes waarmee zeer goed geur waargenomen kan worden en een kleine kop met vaak zichtbare zuigsnuit. Er zijn wel soorten die wat groter worden maar deze hebben steeds een langwerpige bouw en meestal sprieterige poten. Sommige muggen echter, zoals de knutten, hebben een meer vlieg-achtige bouw, ze worden ook wel zandvliegen genoemd. Alle muggen hebben een zuigsnuit, maar verreweg de meeste soorten kunnen daar niet mee bijten. De muggen die wel kunnen bijten behoren tot verschillende families, waarvan die der steekmuggen (Culicidae) ongetwijfeld de bekendste is. Soorten uit deze familie zijn onder andere de malariamuggen (geslacht Anopheles) die bij de mens indirect verantwoordelijk zijn voor meer dan een miljoen doden per jaar. Ook andere muggen kunnen voor overlast zorgen al kunnen ze niet bijten, voorbeelden zijn langpootmuggen waarvan de larven het gazon aantasten, motmuggen die massaal kunnen opduiken bij een gesprongen riolering en rouwmuggen die in reusachtige zwermen kunnen voorkomen die het verkeer kunnen hinderen. Bovendien brengt het trillen van de vleugels van muggen een zoemend geluid voort, dat door mensen veelal als hinderlijk wordt ervaren.

Muggen leven van plantensappen als nectar en zijn vrij onopvallende insecten. De twee vleugels worden in rust achter de rug gevouwen en het achterste paar poten is bij veel soorten langer en steekt in rust naar achteren. Dit doet een mug om eventuele aanstormende vijanden waar te nemen; in plaats van deze te zien voelt de mug de luchtwervelingen met de achterpoten en vliegt snel weg bij gevaar.

Steekmuggen
Steekmuggen (Culicidae) zijn een familie van muggen (onderorde Nematocera) die behoren tot de tweevleugeligen (Diptera). Soorten uit deze familie worden vaak muskieten genoemd. De wijfjes zuigen bloed met de monddelen, ze hebben geen angel (zie insectenbeet en insectensteek). Ze zouden dus eigenlijk bijtmuggen moeten heten.

MUG_20110531_1

Steekmug Cilicidae spec. Mosquito

Er zijn duizenden soorten die bijten, althans de vrouwtjes die het bloed nodig hebben voor de ontwikkeling van de eitjes. De meeste soorten leven ’s nachts. De beruchtste soorten zijn de malariamuggen. Ook de tijgermug is gevaarlijk omdat deze ernstige ziektes verspreidt, zoals de West-Nijlziekte, Japanse encefalitis, chikungunya, dengue (knokkelkoorts) en gele koorts. Deze muggen leven 40 à 50 dagen en zetten gedurende hun leven meerdere keren eitjes af. Steekmuggen zijn echter niet de enige muggenfamilie met bijtende soorten, ook soorten uit andere families (kriebelmuggen of Simuliidae en knutten of Ceratopogonidae) bijten en kunnen ziektes overbrengen.

Steekmuggen maken een zoemend geluid dat goed hoorbaar is als de mug dichtbij komt. Dit heeft deels te maken met de voortplanting van de muggen. Ze leven in het donker en kunnen elkaar moeilijk vinden, muggen gebruiken daarom geluid om elkaar te kunnen lokaliseren in het donker. Alleen de (stekende) vrouwtjes maken zoemgeluiden, die worden opgevangen door de geveerde antennes van de mannetjes. Iedere soort produceert een iets ander geluid, zodat de mannetjes niet paren met een vrouwtje van een andere soort.

Steekmuggen komen over de hele wereld voor, behalve in heel koude gebieden, zoals rond de polen. Het verspreidingsgebied van veel soorten wordt groter door de opwarming van de aarde, onder andere de malariamug rukt op naar het noorden. In Nederland en België zijn steekmuggen hooguit irritant, maar ze zijn wereldwijd verantwoordelijk voor de dood van 1 op de 17 mensen: jaarlijks worden ongeveer 700 miljoen mensen besmet met een door steekmuggen verspreide ziekte.

Steekmuggen gebruiken zicht maar nemen voornamelijk geuren en temperatuursverschillen waar om de gastheer op te sporen. De meeste muggen, zoals de Culex pipiens bijten zoogdieren en vogels, die eerst visueel worden opgespoord. Geuren en warmteverschillen worden pas opgemerkt als de mug dichterbij is. Muggen hebben aanpassingen om stoffen die door dieren worden uitgescheiden waar te nemen. Het gaat dan niet om ontlasting of urine maar geschat wordt dat zo’n 300 tot 400 verschillende stoffen worden uitgescheiden door het zweten, en zo’n 100 verschillende stoffen bij het uitademen.

Soorten

Inmiddels zijn er 3527 soorten beschreven, waarvan er 36 in Nederland voorkomen.

Ontwikkeling
Steekmuggen leven altijd in de buurt van water doordat de larven hierin opgroeien. Dit geldt ook voor veel dansmuggen. Mannelijke steekmuggen zuigen alleen plantensappen zoals nectar. Het zijn de vrouwtjes die steken; ze zuigen bloed omdat ze de voedingsstoffen (eiwitten) die hierin zitten nodig hebben voor het leggen van eitjes. Op één bloedmaaltijd kunnen ze een paar honderd eitjes leggen, ongeveer eens in de drie dagen. Overigens zijn er wel meer insecten die van planten leven, maar waarvan de vrouwtjes soms bloed zuigen of andere dieren eten voor de ontwikkeling van de eitjes; voorbeelden zijn dazen en sommige wantsen.

Uit een eitje komt een muggenlarve tevoorschijn, die een belangrijke schakel in het leven onder water is. Deze larve is een pioniersoort die in zeer slechte omstandigheden kan overleven.

Steekmuggenlarven filteren kleine eencellige algjes en diertjes uit het water. Deze bevinden zich voornamelijk vlak onder het wateroppervlak omdat hier het meeste zonlicht en de grootste concentratie zuurstof aanwezig is. Hierdoor zijn ook de larven vaak net onder het wateroppervlak te vinden, alleen bij verstoring duiken ze al kronkelend onder.

Rode muggenlarven leven juist op de bodem van het water, in het bodemslib. De rode kleur danken ze aan een zuurstofbindende stof in hun lichaam, die van pas komt omdat er op de bodem minder zuurstof is. Ze komen slechts af en toe omhoog gekronkeld om adem te halen. Rode muggenlarven leven van dood organisch materiaal, sommige soorten leven in zelfgebouwde kokertjes.

Steekmuggenlarven worden gegeten door veel insecten en de larven ervan, vissen, amfibieën en andere dieren en worden ook als visvoer verkocht, zowel gedroogd als levend. Rode muggenlarven zijn de larven van dansmuggen, zwarte larven van steekmuggen. De volwassen mug leeft maar kort; enkele dagen tot weken.

Ziekteverspreiding
In een groeiend aantal landen, met name tropische en subtropische gebieden, kan een ‘muggenbeet’ erg gevaarlijk zijn. Dit komt doordat een aantal soorten drager kan zijn van diverse ziekten waarvan malaria de bekendste is. Deze ziekte wordt overgedragen door de malariamug (Anopheles). De beet zelf is niet gevaarlijk, maar de organismen in het speeksel wel. Lange tijd werd gedacht dat deze ziekteverwekkers parasitair op de mug waren, maar waarschijnlijk is er eerder sprake van symbiose. Ondanks lokale geruchten en de bloedzuigende leefgewoonten kan geen enkele soort mug hiv verspreiden. Enkele soorten verspreiden ook ziekten onder vee, zoals blauwtong, dat vooral bij schapen gevaarlijk is. Runderen kunnen ook aangetast worden en vertonen ziektesymptomen, maar er is minder sterfte dan bij schapen.

http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2013/05/17/malaria-parasite-appears-to-change-the-host-mosquitos-behavior-in-an-adaptive-way/

°

Andere (tropische) ziekten die door muggen worden verspreid zijn:

  • dengue of knokkelkoorts
  • gele koorts
  • West-Nijlziekte
  • Elefantiasis (Olifantsziekte)

Een aantal wetenschappers is van mening dat muggen wereldwijd geen enkele essentiële functie vervullen in het ecosysteem. Niets en niemand zou ze missen als ze zouden verdwijnen. Sterker nog: als muskieten enig nut zouden hebben had de mens wel een manier gevonden ze te exploiteren. Het enige werkelijk grote ecologische gevolg van het verdwijnen van de mug zou zijn dat je méér mensen (namelijk minder besmetting) krijgt. Dat is de consequentie. Verder zal de natuur zijn beloop hebben als daarvoor, en wellicht verbeteren.

Bestrijding
Ooit was DDT het belangrijkste middel om muggen te bestrijden. DDT veroorzaakt echter milieuschade. Bovendien breekt DDT slecht af zodat het jarenlang in de natuur actief blijft, ook als het op andere plaatsen in het ecosysteem terecht komt. DDT is om deze reden sinds enkele jaren internationaal verboden, met als uitzondering het gebruik als muurimpregneermiddel in de strijd tegen malaria. Hiervoor is het zelfs aanbevolen door de WHO.

Dit verbod is aan kritiek onderhevig vanwege voordelen van DDT: het toevoegen van pesticide aan muurpleister is een manier om muggen te doden die in de omgeving van mensen vertoeven. Hierbij wordt het juist als voordeel gezien dat deze pesticide niet afbreekt, met name in de Derde Wereld waar het te kostbaar is om muren steeds opnieuw met andere bestrijdingsmiddelen te behandelen.

In de praktijk wordt malaria in landen met hoge infectiedruk bestreden door het gebruik van insecticiden in de woonhuizen. DDT wordt sinds 2006 in Tanzania ook weer gebruikt onder goedkeuring van de WHO. DDT is zelfs effectief tegen resistente muggen doordat ze worden afgeschrikt bij het waarnemen van dit insecticide. Het is wel de bedoeling het gebruik van DDT te beperken tot deze bestrijdingsmethode, waarbij er weinig DDT in de voedselketen komt. De gezondheidsriscico’s voor mensen zijn vrij beperkt, zeker in vergelijking tot de enorme impact van malaria in deze streken.

Een efficiënte vorm van biologische bestrijding is het uitzetten van vissoorten die graag muggenlarven eten. In de tropen zijn de gup en de soort Gambusia affinis populair. In Nederland kunnen vissen als zonnebaars (in schoon water) of Amerikaanse hondsvis (in vies of zuur water) worden gebruikt omdat deze zich zeer snel kunnen voortplanten. Deze exoten zijn dikwijls eenvoudig te koop bij de aquarium- of vijvervishandel. Hoewel het uitzetten van vissen in de natuur een vergunning vereist (in de tuinvijver mag wel), kunnen natuurbeheerders hier meestal weinig tegen doen doordat niet overal tegelijkertijd gecontroleerd kan worden. Dit tot hun afschuw want natuurliefhebbers stellen visvrije wateren en de hierdoor ongemoeid gelaten waterinsecten en amfibieën op prijs.

In en om huis is een goede manier van bestrijding het regelmatig vervangen of legen van stilstaand water in alle mogelijke containers; bijvoorbeeld vogelbadjes, regentonnen, rubber banden, dakgoten. Elke plek waar maar enig water een week tot 14 dagen in kan blijven staan is geschikt voor muggenlarven om tot ontwikkeling te komen.

Bestrijding van de malariamug
Aan malaria sterven jaarlijks meer dan 1 miljoen mensen, vooral jonge kinderen en zwangere vrouwen. Wetenschappers doen intensief onderzoek naar methoden om de muggen te doden en zo het aantal slachtoffers te verminderen.

Een mogelijke doorbraak is de toepassing van de schimmel Beauveria bassiana die de mug snel verzwakt en doodt. De schimmel wordt in spore-vorm op een oppervlak aangebracht door middel van een spray, als een mug landt wordt de schimmel actief en groeit binnen in de mug tot het insect sterft. Binnen veertien dagen is 90% van alle muggen dood en de overlevenden hebben een gereduceerd vliegvermogen, zijn slechte eters en ook de meegedragen parasieten ontwikkelen zich langzamer. Bovendien stopt de mug met eten en het zuigen van bloed zodra het lichaam geïnfecteerd is met de schimmel. Uit laboratoriumproeven blijkt de kans op besmetting met malaria door met Beauveria bassiana geïnfecteerde muggen hierdoor met 98% afneemt. Het is niet mogelijk dat de schimmel het menselijk lichaam besmet, onze lichaamstemperatuur is te hoog.

Een andere onderzochte methode is de muggen massaal lokken en doden in vallen door ze aan te trekken. In tegenstelling tot wat velen beweren, komen steekmuggen zoals de malariamug niet af op licht, wel op zweetgeur en CO2. Twee Nederlands onderzoekers kregen in 2006 de Ig Nobelprijs voor de biologie, voor het aantonen dat de vrouwelijke malariamug even sterk door de lucht van zweetvoeten als die van Limburgse kaas wordt aangetrokken. Ondanks de niet serieus bedoelde Ig Nobelprijs en de weigering van het gezaghebbende blad Nature het artikel te plaatsen, wordt het onderzoek naar het zetten van vallen wetenschappelijk onderzocht. De voor een mug onweerstaanbare geur wordt gemaakt uit een cocktail van aceton, Limburgse kaas, melkzuur en het zweet van zweetvoeten. Naar een ideale combinatie wordt onderzoek gedaan, wat gefinancierd wordt door de Bill & Melinda Gates Foundation, een liefdadigheidsorganisatie die werd opgericht door Bill Gates en zijn vrouw.

Bestrijding in de slaapkamer
Motmuggen zijn soms een plaag doordat ze in grote aantallen kunnen voorkomen. Ze zijn voornamelijk onhygiënisch doordat ze leven van rottend materiaal, vooral (o.a. menselijke) mest. Ze komen soms massaal tevoorschijn na een breuk in de riolering.
Muggen houden van hangen, zoals aan het plafond, aan een muur of onder een bureaublad. Steekmuggen kunnen zeer goed ruiken en hebben een hekel aan citroengeur: zowel middelen met DEET erin (een extract uit een citrusachtige plant) als de ‘citroenplant’ (=citroenmelisse, Melissa officinalis) verwart ze. Deze geur zorgt ervoor dat ze het lichaam niet goed meer kunnen waarnemen. Andere methoden die muggen zouden verjagen, zijn zuiveringshoutwierook en het verdampen van plantaardige oliën. Ook tocht of een ventilator bieden uitkomst: muggen zijn erg licht en vatbaar voor luchtstromen en kunnen dan niet goed vliegen. Muggen worden aangetrokken door zweetlucht. Bacteriën zetten het zweet om in stoffen die naar kaas ruiken. Het is deze lucht die muggen aantrekt. Regelmatig wassen helpt, al worden muggen ook aangetrokken door CO2.

Muggen doodslaan is vaak lastig, doordat de zeer lichte mug wegwaait door de beweging van het meppen. Het is echter ook mogelijk om de mug uit de lucht te plukken met de hand (de mug waait dan niet zo snel weg), maar dit vereist wel een goede oog-handcoördinatie. Een alternatief is het plaatsen van een glazen beker over de mug als deze op de muur zit. Daarna kan een stuk papier tussen de muur en de beker met de mug worden geplaatst. De stofzuiger kan ook een uitkomst zijn.

Een nieuwe ontwikkeling waardoor het meppen van muggen definitief tot het verleden zou behoren, is de elektronische vliegenmepper. In weerwil van zijn naam is het niet nodig om met de elektronische vliegenmepper te slaan: louter het contact tussen mug en vliegenmepper volstaat om de mug te elektrocuteren.

Een recente ontwikkeling is de compacte muggenvanger (muggenzuiger), die de mug vanaf iedere plek opzuigt. Hierdoor hoeven geen muggenlijkjes of bloedvlekken meer opgeruimd te worden. Ook kan het aanbrengen van een zogenaamde muggenplug uitkomst bieden; deze wordt in het stopcontact gestoken. De muggenplug werkt soms met een bepaalde, voor mensen niet-waarneembare, geur die voor muggen onprettig is. Andere muggenpluggen werken met een ultrasoon geluid, wat voor mensen vrijwel onhoorbaar is. De werking van deze laatste pluggen wordt echter betwijfeld door wetenschappers.

Muskietennetten of klamboes beschermen mensen tijdens de slaap tegen muggen, vooral als ze zijn geïmpregneerd met een pesticide. In Nederland zijn veel van deze pesticiden echter niet toegestaan, zodat reizigers vaak bij aankomst in een tropisch land een werkzame pesticide kopen. Nadeel is dat er ook ‘te’ werkzame middelen tussen zitten; sommige pesticiden zijn niet voor niets verboden en niet alleen voor de muggen schadelijk. Een stof die muggen afschrikt door de geur en in veel populaire antimuggenproducten is verwerkt, is het middel DEET. Het tast bij te hoge concentraties overigens ook de menselijke slijmvliezen aan, en bij bepaalde (long)aandoeningen ligt de grens aanzienlijk lager.

Een vrouwtjesmug stopt pas met bloed zoeken wanneer ze verzadigd is, ook kan ze zich slechts één keer in een aantal dagen volzuigen. Als er dus een enkele mug in de slaapkamer zit, kan men ervoor kiezen om zich te laten bijten. Het voordeel is dat men dan van het gezoem af is. Helaas zijn er vaak nog wel andere exemplaren aanwezig die goed verstopt zitten. Bovendien is in warmere oorden een enkele muggenbeet al voldoende om een ziekte als malaria, dengue of gele koorts op te lopen.

Taxonomie

De onderorde van muggen bestaat uit zeven infra-ordes:

    • Axymyiomorpha: een kleine groep van zes soorten die vroeger tot de Bibionomorpha werden gerekend.
    • Blephariceromorpha: een groep van drie families met vaak afwijkende vleugels.
    • Bibionomorpha: grote, vlieg-achtige muggen, een voorbeeld is de rouwvlieg.
    • Culicomorpha: alle bijtende muggen behoren tot deze groep.
    • Psychodomorpha: motmuggen, op vlinders lijkende muggen vanwege de geschubde, relatief grote en stijve vleugels, de soorten bijten niet maar sommige kunnen tot overlast leiden, zoals de aalputmug.
    • Ptychopteromorpha: een kleine groep van twee families met niet algemeen voorkomende soorten. Ze doen denken aan langpootmuggen maar zijn niet verwant zoals lange tijd werd gedacht.
  • Tipulomorpha: langpootmuggen, de enige voor veel mensen vrij duidelijk herkenbare groep van muggen die onschuldig zijn en leven van nectar.

Er zijn verschillende muggenfamilies; in Nederland alleen al leven maar liefst 25 verschillende families. De bekendste families zijn de langpootmuggen (Tipulidae) en de steekmuggen (Culicidae), de bijtende muggen die bekendstaan om de jeukende muggenbulten. Ook de kriebelmuggen (Simuliidae) en knutten (Ceratopogonidae) kunnen bijten, deze soorten zijn kleiner maar minder langwerpig en vlieg-achtig qua lichaamsbouw, ze komen soms massaal voor. Soorten uit alle andere families, zoals de dansmuggen, lijken soms op bijtende muggen maar bijten niet. Veel muggen lijken echter totaal niet op de bekende steekmuggen, zoals de familie Bibionidae, waartoe de rouwvlieg (Bibio marci ) behoort. Motmuggen (familie Psychodidae) lijken sterk op kleine vlinders; relatief grote ronde vleugels met schubben en een dicht behaard lichaam. Andere groepen zijn minder bekend, zoals de galmuggen, die de eitjes in planten afzetten waar de larven in gallen opgroeien.

Families

De volgende families maken deel uit van de muggen:

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Aantal soorten wereldwijd Aantal soorten in Nederland
Anisopodidae venstermuggen 159 6
Axymyiidae 6
Bibionidae rouw- of zwarte vliegen 760 16
Blephariceridae 324
Bolitophilidae 59 8
Canthyloscelididae 16
Cecidomyiidae galmuggen 6024 349
Ceratopogonidae knutten 5989 110
Chaoboridae pluimmuggen 57 7
Chironomidae dansmuggen 7054 447
Corethrellidae 104
Cramptonomyiidae
Culicidae steekmuggen 3531 36
Cylindrotomidae buismuggen 68 4
Deuterophlebiidae 14
Diadocidiidae 34 2
Ditomyiidae 94 2
Dixidae meniscusmuggen 186 14
Grauvogeliidae
Hennigmatidae
Keroplatidae 945 36
Limoniidae steltmuggen 10.341 144
Lygistorrhinidae 33
Mycetophilidae paddestoelmuggen 4164 253
Nadipteridae
Nymphomyiidae 7
Olbiogastridae
Oligophrynidae
Oreodomyiidae
Pachyneuridae 5
Perissommatidae 5
Pleciidae
Psychodidae motmuggen 2958 49
Ptychopteridae glansmuggen 74 7
Scatopsidae 390 33
Sciaridae rouwmuggen 2302 80
Simuliidae kriebelmuggen 2079 17
Synneuridae
Tanyderidae 38
Thaumaleidae bronmuggen 182 1
Tipulidae langpootmuggen 4319 89
Trichoceridae wintermuggen 160 8
Valeseguyidae 1

ROUWVLIG-20110416_01

Rouwvlieg Bibio marci St. Martins Fly – Diksmuide (B), 16.04.2011 (eigenlijk is dit een mug Nematocera )
LANGPOOTMUG-20110416_01
Langpootmug Tipula spec. Crane Fly – Diksmuide (B), 16.04.2011   CRANE FLY http://nl.wikipedia.org/wiki/Langpootmug
malariamugmalaria-killer
malariaparasiet
20061210-malaria

   

 

°

mosquito-tiger

 

°

TIJGERMUG

 

IJzer-geven-kan-220726e

40072068-489686f13a-o

°


Aedes aegypti

°

Dengue mug en virus

°

 

 

http://www.nature.com/scitable/topicpage/dengue-viruses-22400925

°

tijgermug

Tsétsé vlieg en zandmug

°

Mug  laat zich niet uit het veld slaan door regen

 21 oktober 2011 13

Een regendruppel weegt 50 keer meer dan een mug. Toch kan een mug gewoon in de regen vliegen, zo ontdekken wetenschappers.

Muggen doen het vooral goed in vochtige gebieden waar het regelmatig regent. Maar of de dieren ook in de regen konden vliegen, dat was onduidelijk. Onderzoeker David Hu besloot dat uit te zoeken.

Vliegen
Hij verzamelde een groep muggen en liet ze rondvliegen. Terwijl de muggen vlogen, werden ze besprenkeld met water. De onderzoekers deden dat zo dat het leek op een regenbui. Alleen hadden de druppels niet zo’n grote snelheid als tijdens een echte bui.

Zwaar
De resultaten zijn opvallend. De muggen ontwijken de druppels helemaal niet, zo concluderen de onderzoekers in hun paper. Sterker nog: de muggen worden regelmatig keihard door de druppels geraakt. En dat is best heftig. Want al is de regendruppel ongeveer net zo groot als de mug: de druppel weegt wel vijftig keer meer. Wanneer de mug geraakt werd, raakte deze dan ook even uit koers. Maar dat duurde maar héél kort: de mug kon zich razendsnel weer stabiliseren.

Vervormen
Hoe kan het dat de muggen zo goed bestand zijn tegen de regendruppels? Hu ontdekte dat de druppels wanneer deze in botsing komen met een mug niet uiteen spatten, maar enkel wat vervormen. Ook verliezen de druppels slechts twee procent van hun snelheid door de botsing. De druppel heeft daarmee zo’n kleine invloed op het insect dat deze zich prima kan redden in de regen.

De onderzoekers hopen de resultaten te kunnen gebruiken voor onderzoek naar hele kleine, op afstand bedienbare vliegtuigjes. Deze moeten ook in staat zijn om in de regen te vliegen en dit onderzoek kan daarbij helpen.

Bronmateriaal:
Mosquito vs raindrop match video settles urban myths” – Newscientist.com
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door calafellvalo (cc via Flickr.com).

Mug kan niet vliegen als het zeer mistig is

 20 november 2012   3

Vliegen in de regen: daar draait de mug zijn hand niet voor om. Maar dichte mist, daar kan het insect helemaal niets mee. Dat blijkt uit een nieuw en toch wel verrassend onderzoek.

Muggen leven vaak in gebieden waar het vochtig en warm is en waar regenbuien veelvuldig voorkomt. Eind vorig jaar besloten onderzoekers daarom om uit te zoeken hoe de insecten eigenlijk omgaan met regen. Kunnen ze nog wel vliegen als er druppels die ongeveer vijftig keer zo zwaar zijn als een mug zelf uit de lucht komen zetten? Ja, zo bleek toen.

Lukt niet
Maar hoe zit dat met mist? Onderzoeker Andrew Dickerson en zijn collega’s van het Georgia Institute of Technology beten zich in dat vraagstuk vast. Ze bestudeerden muggen met behulp van zeer snelle camera’s. Ze ontdekten dat muggen in de mist minder vaak met hun vleugels slaan, maar nog wel in staat zijn om voldoende kracht te leveren om hun lichamen in de lucht te houden. Ze zijn echter niet in staat om een naar boven gerichte positie aan te houden en dus zullen ze bij mist ook niet lang in de lucht blijven. Dat vertellen onderzoekers tijdens een bijeenkomst van de American Physical Society’s Division of Fluid Dynamics.

Kruimeltjes
“Regendruppels en mist beïnvloeden muggen op een heel andere manier,” vertelt Dickerson. “Vanuit het perspectief van een mug is het vallen van een regendruppel vergelijkbaar met geraakt worden door een kleine auto. Een mistdeeltje – dat twintig miljoen keer minder weegt dan de mug – is vergelijkbaar met geraakt worden door een kruimel. Dus mist is voor een mug wat regen is voor een mens.” Dat de mug toch zoveel moeite heeft met mist, is goed te verklaren. Tijdens een regenbui wordt een mug ongeveer elke twintig seconden door een druppel geraakt. Als het mistig is, wordt de mug voortdurend door de mistdeeltjes omringd. Het contact met regendruppels is dus kort, terwijl het contact met de mistdeeltjes voortduurt.

Maar waarom zijn die mistdeeltjes nu een probleem? Het heeft alles te maken met de halters van muggen. Dit zijn twee kleine orgaantjes achter de vleugels. Deze organen zijn belangrijk voor vluchtstabilisatie. Ze zijn qua grootte vergelijkbaar met druppeltjes mist en ze slaan ongeveer 400 keer per seconde op en neer. Hierdoor raken deze halters elke seconde duizenden deeltjes mist. Normaal gesproken hebben halters geen moeite met water: ze stoten het af. Maar die voortdurende botsingen met mist, daar zijn ze niet tegen bestand. Het resultaat: ze kunnen de vlucht niet meer stabiliseren en de mug slaagt er niet in om te vliegen. “Dus de halters kunnen hun positie niet goed bepalen en functioneren slecht,” stelt Dickerson. “Dit onderzoek toont aan dat er overeenkomsten zijn tussen het vliegen van insecten en mensen in vliegtuigen: een vlucht is niet mogelijk als men de omgeving niet kan waarnemen.” En dus blijven vliegtuigen bij mist aan de grond, vanwege verminderd zicht en zijn ook muggen bij mist aan de grond gekluisterd, vanwege slecht functionerende sensoren.

Bronmateriaal:
Mosquitos fail at flight in heavy fog” – American Physical Society (via Eurekalert.org).
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door João Trindade (cc via Flickr.com).

Bloed in maag prehistorische mug ontdekt

15 oktober 2013

Amerikaanse onderzoekers hebben bloedmoleculen aangetroffen in een fossiel van een prehistorische mug.

This image is a microscope photograph of a piece of shale from the Kishenehn Formation in northwestern Montana containing the fossil of a blood-engorged mosquito. Scientists from the Smithsonian and the Natural History Museum in London have discovered biomolecules from the blood in the mosquito’s abdomen that have been preserved for 46 million years.

°

In de maag van het naar schatting 46 miljoen jaar (DNA is dan al lang uit elkaar gevallen…)oude insect zijn sporen aangetroffen van ijzer en porfyrine, twee belangrijke bestanddelen van bloed.

Het lichaam van de mug is uitzonderlijk goed bewaard gebleven, omdat het diertje is gefossiliseerd in een dun laagje schalie, gesteente dat bestaat uit geharde klei.

Waarschijnlijk is het insect vlak na zijn laatste maaltijd overleden, in een meer beland en in het klei op de bodem verstrikt geraakt. Dat melden onderzoekers van het Smithsonian Institute in Washington in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.

De mug werd aangetroffen in de collectie van het Smithsonian Instituut. Het fossiel is afkomstig van een verzamelaar.

De wetenschappers onderzochten de maaginhoud van het insect met röntgenstraling en kwamen zo de bloedresten op het spoor.

De vondst doet enigszins denken aan het scenario van Jurassic Park van Michael Crichton, waarin een T-rex wordt gekloond met DNA uit dinosauriërbloed dat wordt aangetroffen in een gefossiliseerde mug.

°

De wetenschappers zijn  opgetogen over de vondst, omdat nooit eerder goed geconserveerd bloed in de maag van een fossiliseerde mug werd aangetroffen.

“Dit is het enige fossiel van een met bloed volgezogen mug dat ooit is gevonden”, verklaart hoofdonderzoeker Dale Greenwalt op Smithsonian Science.

“Het bewijst dat sommige organische moleculen bewaard kunnen blijven in een fossiel van deze leeftijd.” 

Uit het onderzoek is NIET  precies af te leiden van welk dier het bloed in de maag van de mug afkomstig is, maar de onderzoekers  VERMOEDEN  dat het gaat om bloed van een vogel.

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis        

°
–>After 46 million years, any DNA would be long degraded, but other molecules can survive.
–>Greenwalt suggests that this provides support for the controversial claims of Mary Schweitzer, a palaeontologist at North Carolina State University in Raleigh, who has reportedly isolated haemoglobin traces from dinosaur bones2.
°
    1.  Populair wetenschappelijk  gepraat –>  gaat nog wel eens te koste  van het een en ander… en leidt nogal gauw tot  conclusion jumping  door de onzorgvuldige lezer 
    2. bloedmoleculen’? Bloed is een mengsel van mineralen, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplasma die op hun beurt weer uit allerlei verschillende moleculen bestaan.
    3. Ze hebben helemaal geen bloed gevonden!!—> Ze hebben sporen van ijzer en porfyrine gevonden.
    4. Dat het bloed is, is een aanname!
    5. Wel een zeer waarschijnlijke, maar wel een aanname. —>
    6. Abstract

Although hematophagy is found in ∼14,000 species of extant insects, the fossil record of blood-feeding insects is extremely poor and largely confined to specimens identified as hematophagic based on their taxonomic affinities with extant hematophagic insects; direct evidence of hematophagy is limited to four insect fossils in which trypanosomes and the malarial protozoan Plasmodium have been found. Here, we describe a blood-engorged mosquito from the Middle Eocene Kishenehn Formation in Montana.

This unique specimen provided the opportunity to ask whether or not hemoglobin, or biomolecules derived from hemoglobin, were preserved in the fossilized blood meal. T

he abdomen of the fossil mosquito was shown to contain very high levels of iron, and mass spectrometry data provided a convincing identification of porphyrin molecules derived from the oxygen-carrying heme moiety of hemoglobin.

These data confirm the existence of taphonomic conditions conducive to the preservation of biomolecules through deep time and support previous reports of the existence of heme-derived porphyrins in terrestrial fossils. 

°

Pijnloze injectie stapje dichterbij dankzij de mug

 25 maart 2011  

Hoe kan het dat een simpele mug ons prikt zonder dat we iets voelen en een dokter nog steeds niet in staat is om een injectie pijnloos te laten verlopen? Dat moeten de wetenschappers van de Kansai Universiteit zich ook afgevraagd hebben. Zij ontwikkelden een naald die geïnspireerd is op de ‘naald’ van de mug en dus vrijwel geen pijn veroorzaakt.

Wanneer een mug ons bijt dan raakt hij onze huid amper. Daardoor voelen we ook vrijwel geen pijn. Een injectienaald maakt contact met de huid en prikkelt de zenuwen en veroorzaakt dus pijn.

Imitatie
Onderzoeker Seiji Aoyagi en zijn collega’s hebben de mug eens goed bestudeerd en een naald ontwikkeld die de beet van een mug imiteert. De naald imiteert drie delen van de mug: twee maxillae (oftewel achterkaken) en een buisje waarmee de mug het bloed opzuigt.

Motor

Elk van deze drie delen wordt aangedreven door hele kleine motortjes. De delen van de naald gaan met dezelfde frequentie als de mug de huid in: ze vibreren met zo’n 15 hertz. Eerst gaat één achterkaak de huid in. Daarna de tweede, waarna de naald (die normaal gesproken echt pijn doet) zonder dat we daar al teveel last van hebben de huid echt kan doorboren. (Voor een duidelijke infographic kunt u hier terecht.)

Het werkt
Aoyagi heeft de naald inmiddels op zichzelf en enkele vrijwiligers uitgeprobeerd. Iedereen ervoer de pijn als minder erg. Wel blijft de pijn ietsje langer hangen dan bij een normale injectie het geval is. Aoyagi denkt dat echter wel te kunnen verhelpen door nog enkele delen van de mond van de mug in de naald te integreren.

De naald is hoe dan ook veelbelovend. Niet alleen voor artsen, maar ook voor mensen met diabetes die regelmatig zelf bloed moeten prikken.

Bronmateriaal:
Mosquito needle helps take sting out of injections” – Newscientist.com

Nederland is  een mug rijker

 12 januari 2012 r 10

In een emmertje in Groningen is een voor Nederland nieuwe soort mug ontdekt. Het gaat om een dansmug.

Dat meldt de Stichting Bargerveen vandaag. Enige tijd geleden ontdekte men in een emmertje in Groningen bijzondere larven. Om wat voor soort het ging, was in eerste instantie onduidelijk. Om daar achter te komen, moesten de muggen eerst volwassen worden. De emmer werd omgebouwd tot een val en zodra de muggen volwassen waren, werden ze eens onder de loep genomen.

De voor Nederland nieuwe soort dansmug. Op deze foto is een mannetje te zien. Foto: Jan Kuper.

Spanje
Deskundigen konden de muggen al snel thuisbrengen. Het ging om Metriocnemus carmencitabertarum. De soort komt van oorsprong voornamelijk in het noordwesten van Spanje voor.

Verhuizing
Toch is het niet heel gek dat deze nu ook in het Groningse Appingedam opduikt. In Spanje leven de muggen in gaten in rotsen van graniet. Deze gaten stromen regelmatig vol met regenwater. En dat water brengt genoeg voedsel met zich mee. De emmer in Appingedam doet eigenlijk dienst als zo’n erosiegat en voldoet blijkbaar aan alle eisen van de dansmug.

Helemaal nieuw is de dansmug niet voor Nederland. Er leven al zo’n 480 soorten dansmuggen in ons kikkerlandje. De M. carmencitabertarum is de nieuwste onder deze muggen. Het mugje is enkele millimeters lang en grijskleurig. Het goede nieuws? Net als al die andere dansmuggen prikt M. carmencitabertarum niet!

 Bronmateriaal:
Emmer levert nieuwe soort dansmug voor Nederland op” – Natuurbericht.nl
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door ©entomart (via Wikimedia Commons).

Het klimaat in Noordwest-Europa en de Balkan wordt steeds prettiger voor de Aziatische tijgermug

25 april 2012

Dat zeiden wetenschappers van de universiteit van Liverpool in Engeland

Omdat er in Noord-Europa steeds zachtere winters en warmere zomers zijn, kan de mug zich hier vestigen

In Zuid-Europa komt de mug al veel voor. In Zuid-Spanje wordt het klimaat voor de mug juist ongunstiger, omdat het daar steeds droger is.

De mug lift mee met exportproducten

De tijgermug (Aedes albopictus)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Tijgermug

De Aziatische tijgermug heeft zich, ondanks eerdere berichtgeving van Europese autoriteiten, niet gevestigd in Nederland

29 maart 2013

Volgens het Europees centrum voor infectieziektenbestrijding ECDC zou de tijgermug zich tegenwoordig gevestigd hebben in de omgeving ten noorden en ten zuiden van Amsterdam en in het Westland.

Daar zouden zich één of meerdere populaties bevinden die zich voortplanten.

Dit kaartje klopt  niet, meldt de Wageningen Universiteit na contact met het RIVM. Ook bioloog en en muggenexpert Knols, die een eigen onderzoeksbureau runt, zegt dat de fout inmiddels is toegegeven door het Europese Centrum.

”Het klopt niet dat de mug zich inmiddels gevestigd heeft”, aldus RIVM-topman Roel Coutinho. ”Ze zijn wel degelijk geïntroduceerd in Nederland, maar het is nog niet zo dat ze hier definitief zijn.”

Het ECDC publiceerde  een kaart met de verspreiding van de tijgermug, waarop de desbetreffende omgeving in Nederland rood was gekleurd.

Muggenexpert Bart Knols van de Wageningen Universiteit meldt op de website van Omroep Gelderland dat dit niet klopt. Volgens Knols heeft het ECDC de locaties op het vestigingskaartje verkeerd ingekleurd. Wel vreest hij dat de muggen zich alsnog gaan vestigen als er geen strengere importregels komen.

De steekmug kan meer dan twintig virussen en parasieten verspreiden die gevaarlijk zijn voor mensen en dieren, waaronder knokkelkoorts, gele koorts en verschillende vormen van hersenontsteking.

Ondanks dat de tijgermug zich nog niet in Nederland heeft gevestigd, twijfelt Knols er niet aan dat dit uiteindelijk wel gaat gebeuren als als er niet strenger gecontroleerd gaat worden bij de import vanuit Azië

De tijgermug komt in Nederland  binnen via de import van het sierplantje Lucky bamboo uit China en de import van onder meer vrachtwagen- en tractorbanden.

Door: ANP/NU.nl

Het-Belang-van-Limburg-22-23-september-2007-1

Het-Belang-van-Limburg-22-23-september-2007-1
°
MALARIA  MUGGEN  
°
…Hier zie je wat  wetenschappers gefilmd hebben  over hoe malaria een rode bloedcel binnenvalt
WIST U DAT……Toetanchamon waarschijnlijk mede door malaria stierf?

Malariamuggen verdwijnen op sommige plaatsen

 in rap tempo

 29 augustus 2011   2

Op sommige plaatsen in Afrika is de malariamug rap aan het verdwijnen. Wetenschappers staan voor een raadsel.

Onder meer in Tanzania, Rwanda, Kenia en Eritrea komt malaria steeds minder voor. In eerste instantie dachten de onderzoekers dat het te wijten was aan het ingrijpen van de mens. Maar uit een nieuw onderzoek blijkt iets anders. De wetenschappers vingen meer dan tien jaar op rij muggen in diverse dorpen in Tanzania. In 2004 vingen ze er meer dan 5000. In 2009 maar veertien. Opvallend genoeg vond het onderzoek plaats in dorpen die weinig aan bestrijding doen.

Klimaat?
Waar ligt het dan aan? Onderzoekers weten het niet. Het zou het veranderende klimaat kunnen zijn. De regenval in het gebied vindt niet meer in vaste perioden plaats, maar verloopt chaotisch. Dat kan de muggen dwarszitten. Maar de wetenschappers stellen tegelijkertijd dat de mate waarmee malariamuggen verdwijnen doet vermoeden dat klimaatverandering dit niet (helemaal) kan verklaren.

Ziekte?
Onderzoekers vrezen voor iets anders. Mogelijk hebben de muggen een ziekte onder de leden die ervoor zorgt dat hun aantallen rap teruglopen. Goed nieuws? Nee, niet echt. Want zodra de muggen de ziekte de baas zijn – en de onderzoekers hebben er alle vertrouwen in dat de muggen daartoe in staat zijn – komen ze terug. En dat is een probleem.

Kinderen
Wetenschappers die onderzoek doen naar malaria kunnen op dit moment hun medicatie niet testen, omdat kinderen met malaria schaars zijn. Deze kinderen hebben malaria nog nooit onder de leden gehad en worden – wanneer de ziekte terugkomt – twee keer zo hard getroffen. Ze hebben geen enkele vorm van weerstand en zullen veel sneller aan de ziekte bezwijken, zo voorspellen de onderzoekers.

Het volledige onderzoek is terug te vinden in het blad Malaria Journal.

Bronmateriaal:
Mosquitoes ‘disappearing’ in some parts of Africa” – BBC.co.uk
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door James Gathany / CDC (via Wikimedia Commons).

Mug vaccineert mens tegen malaria

19 maart 2010   2

Wetenschappers hebben een genetisch gemanipuleerde mug ontwikkeld die terwijl hij bijt een vaccin tegen leishmania inspuit. Volgens experts zijn de vliegende vaccinaties een radicale, maar veelbelovende manier om ook de strijd tegen een ziekte als malaria te winnen.

De Japanse wetenschappers hebben een insect ontwikkeld dat het vaccin in zijn eigen speeksel vormt. Het eerste prototype is af en vaccineert tegen leishmania, een mogelijk dodelijke parasiet die zich via zandvliegjes verspreidt. Een leishmania-infectie leidt tot pijnlijke zweren, koorts en gewichtsverlies. Als er geen behandeling volgt kunnen zelfs de lever en milt worden beschadigd. De ontwikkelde mug biedt echter hoop: muizen die door het prototype mug werden gebeten ontwikkelden antilichaampjes die leishmania aanpakken.

“Door de beet ontstaan beschermende immuunreacties, net als na een gewone vaccinatie maar dan zonder pijn en zonder kosten,” legt onderzoeker Shigeto Yoshida uit. “Bovendien zorgt continue blootstelling aan de beten ervoor dat het hoge niveau van bescherming een leven lang gehandhaafd blijft. Dus het insect verandert van een plaag in iets gunstigs.”

Er wordt op dit moment gewerkt aan een vaccin tegen malaria dat door de muggen ontwikkeld kan worden. Het is echter onzeker of dit ook daadwerkelijk kan worden toegepast. Het is namelijk zeer ongebruikelijk dat patiënten niet van tevoren hun toestemming geven om gevaccineerd te worden. En de muggen mogen dan in staat zijn om te vaccineren, een goedkeuringsformulier meedragen lijkt nog te hoog gegrepen.

Jaarlijks kost malaria wereldwijd aan één tot twee miljoen mensen het leven. Het grootste deel van de slachtoffers betreft Afrikaanse kinderen.

Deze mug is malaria-proof!

 16 juli 2010   6

Wetenschappers hebben een mug ontwikkeld die geen malaria kan krijgen. De mug geeft continu een stofje af waarmee malaria bestreden wordt. Wanneer de genetisch gemanipuleerde mug in het wild wordt losgelaten, kunnen wellicht miljoenen mensenlevens worden gered.

“We zijn verbaasd dat het zo goed werkt,” vertelt onderzoeker Michael Riehle. “We hoopten dat het de groeisnelheid, levensduur en vatbaarheid van de mug zou beïnvloeden. Maar het is geweldig om te zien dat onze constructie de infectie helemaal blokkeert.”

Plasmodium
Wereldwijd hebben ongeveer 250 miljoen mensen malaria. De veroorzaker daarvan – plasmodium-parasieten – wordt door muggen overgebracht. Wanneer een met malaria besmette mug mensenbloed opzuigt, komen gemiddeld 40 parasieten in het menselijk lichaam terecht.

Speekselklier
De parasieten ontwikkelen zich in het lichaam van de mug. Het immuunsysteem van de mug probeert ze er zo snel mogelijk uit te werken. Een aantal parasieten blijft echter in leven en zet zich vast in de speekselklieren van de mug. Vandaar vandaan kunnen ze de slachtoffers van de mug gemakkelijk infecteren.

Akt-gen
De wetenschappers richtten zich tijdens het onderzoek op het Akt-gen. Dit gen beïnvloedt de levensduur, het immuunsysteem en de spijsvertering van de mug. De onderzoekers vermoedden dat ze – door aan dit gen te sleutelen – de vatbaarheid voor malaria konden verminderen. Daar rolde een mug uit waar malaria geen vat op krijgt.

Leeftijd?
Hoewel dat een doorbraak is, is voorzichtigheid geboden. Zo is onbekend hoe het gen ervoor zorgt dat de parasieten zich niet in de muggen nestelen. Wellicht heeft het iets met de leeftijd van de muggen te maken. Oudere muggen hebben een grotere kans om malaria bij zich te dragen en de muggen met het Akt-gen sterven jonger.

Er moet nog meer onderzoek gedaan worden voordat de mug in het wild kan worden losgelaten. Volgens Riehle duurt het zeker nog tien jaar voordat de mug en de onderzoekers zover zijn. Zo moet bijvoorbeeld worden uitgezocht wat er gebeurt als deze gemanipuleerde muggen met wilde, gewone muggen paren. Ook moet er gekeken worden of de muggen bestaansrecht hebben en hun genen effectief kunnen doorgeven.

Bronmateriaal:
Malaria-Proof Mosquito Created” – News.discovery.com

Gemanipuleerde mug krijgt duwtje in de rug

Geschreven op 21 april 2011 om 16:53 uur door 4

Gemanipuleerde muggen die geen malaria kunnen verspreiden, moeten de gewone mug gaan vervangen. Wetenschappers geven ze nu het laatste duwtje in de rug.

Een gemanipuleerde mug die geen malaria kan verspreiden, is er al een tijdje. Maar het blijkt in de praktijk heel lastig om andere soorten te vervangen door dit exemplaar. Want ook als de gemanipuleerde mug met een gewone mug paart, moet dat idealiter leiden tot een mug die geen malaria kan verspreiden.

HEG
Wetenschappers hebben een maniertje gevonden waarop ze er zeker van kunnen zijn dat al het nageslacht van de ‘goede’ muggen ook goed is. Ze gaven de muggen het homing-endonuclease gen (HEG) mee. Dit gen creëert een kopie van zichzelf in individuen die maar één gen hebben. Zo verzekerden de onderzoekers zich ervan dat het nageslacht dat van zichzelf maar één zo’n gen had er alsnog twee kreeg.

Het werkt
Een experiment toont aan hoe goed het gen werkt. De onderzoekers creëerden een populatie muggen die licht gaven in het donker: ze hadden een gen in zich dat voor het lichtgevende effect zorgde. Vervolgens werden er in de kooi muggen vrijgelaten met HEG. HEG was zo geprogrammeerd dat het het gen in zaadcellen afbrak en verving door zichzelf. Zo kon gemakkelijk worden gezien hoe snel het gen zich verspreidde: steeds minder muggen gingen licht geven en de kooi werd steeds donkerder. Als één procent van alle muggen aan het begin van het experiment HEG had, was dat twaalf generaties later al zestig procent. Dat laat wel zien hoe snel het gaat.

Malaria
Nu moet HEG zover worden gekregen dat deze geen gen met lichtgevend effect opbreekt, maar een gen dat belangrijk is voor de overdracht van malaria. De onderzoekers hebben reeds een aantal ideeën over hoe ze dat aan gaan pakken.

Hoewel er nog veel werk verzet moet worden, is de wetenschappelijke wereld enthousiast over de ontwikkeling. Blijkbaar kunnen ‘goede’ muggen zich veel sneller verspreiden dan gedacht. En in deze kwestie is tijd heel kostbaar: jaarlijks sterven honderdduizenden mensen aan malaria.

Bronmateriaal:
‘Disease-Proof Mosquito’ Could Spread Like Wildfire” – Sciencemag.org