WARI

PERU

°INCA.docx (3.4 MB)

°

Heersers over de Andes Rond 600

acht eeuwen voor de opkomst van de Inca’s, beheersten twee koninkrijken de Andes: in het noorden de Wari’s, bedreven wegenbouwers en pottenbakkers en in het zuiden de Tiwanaku’s, de tempelbouwers van het Titicaca-meer.

Lang voor het ontstaan van het Inca-rijk, dat de hele Andes zou omspannen, stichtten de Wari’s (Huari’s) een imperium dat bijna even groot was- en dat veel langer heeft standgehouden. Terwijl het Inca-rijk nauwelijks honderd jaar heeft bestaan, hebben de Wari’s het meer dan vier eeuwen uitgehouden, van omstreeks 600 tot ongeveer 1000.

Hetzelfde geldt voor het rijk van de Tiwanaku’s (Tiahuanaco’s) in Bolivia.

Image

Image

De enorme Poort van de Zon, van oorsprong een heilige toegangsdeur, is nu het nationale symbool van Bolivia. Dit Tiwanaku-bouwwerk leerde de volgende imperia een les: onderschat nooit de macht van het ontzag.

Samen stonden deze  twee beschavingen aan de basis van latere imperia in de Andes

Daarnaast probeerden  de WARI  ook grote gebieden onder één heerschappij te brengen- en waren daarmee wellicht het eerste “imperialistische” volk op het Amerikaanse continent.

Het Wari-rijk omvatte op zijn hoogtepunt een groot deel van de hoge Andes en strekte zich vanaf de zuidgrens van het huidige Peru 1500 kilometer noordwaarts uit. Net als andere imperialisten beheersten de Wari’s verre koloniën, waaronder enkele langs de zuidkust van Peru.

En net als veel andere rijken had het een rivaal: het Tiwanaku-imperium aan de oevers van het Titicaca-meer in Bolivia. Beide hadden een heersende elite die toezag op de bouw van grote steden, tempels en paleizen. Behalve van politieke maatregelen maakten beide rijken ook gebruik van bepaalde religieuze symbolen en overtuigingen, teneinde de heerschappij te verwerven over een omvangrijk gebied en grote aantallen mensen. En: beide rijken stortten ongeveer duizend jaar geleden ineen.

De Wari’s en tot op zekere hoogte ook de Tiwanaku’s hebben het “imperium” in de Andes geïntroduceerd,” zegt archeologe Katharina Schreiber. “Dat maakte het voor de Inca’s gemakkelijker om hun rijk op te bouwen, aangezien ze al wisten wat het inhield.”

Tot voor kort leken de Wari’s zo goed als verloren voor de geschiedenis.

Lang zijn de Tiwanaku’s door archeologen beschouwd als de “bedenkers” van het imperialisme in de Andes, ook al omdat de Inca’s hen als hun directe voorouders bestempelden en geen melding maakten van de Wari’s.

Maar de afgelopen twintig jaar heeft een handjevol Noord- en Zuid-Amerikaanse geleerden het Wari-rijk geleidelijk herontdekt en studie gemaakt van de relatie tussen de Wari’s en het Tiwanaku-rijk, hun machtige, meer mystieke buur.

Zo kwam ook aan het licht hoeveel de Inca’s van beide culturen hebben geleerd over de (krijgs)kunst van het opbouwen van een rijk.

°

DE  WARI 

https://en.wikipedia.org/wiki/Wari_Empire

Na de ondergang van de Moche-cultuur in Peru ontstond rond 600 van onze tijdrekening de Wari-cultuur, een militaristische cultuur die als eerste volk in Zuid-Amerika begon met militaire veroveringen en al bestaande rijken in de regio onderwierp. Tijdens het hoogtepunt van de beschaving, in de 9e en 10e eeuw, heersten de Wari over een gebied van 300.000 vierkante kilometer.

Belga   ….Een Wari-hoofdtrofee.

De Wari legden een wegennetwerk aan dat technisch even hoogstaand was als het latere wegennet van de Inca’s en ze waren de eersten in Zuid-Amerika die planmatig steden gingen aanleggen. Huari, de hoofdstad van de Wari, was ruim 1.200 jaar geleden één van de grotere wereldsteden. In Huari leefden 40.000 mensen, terwijl Parijs in het jaar 800 slechts 25.000 inwoners telde en Londen slechts 10.000. De stad bestond uit tempels, paleizen en woonwijken en werd van water voorzien door een ingewikkeld systeem van kanalen en aquaducten.

In de 11e eeuw van onze jaartelling begon de teruggang van het Wari-rijk: de bevolking nam af en de steden in het hoogland, in de Andes, werden een na een verlaten. Later werden ook de steden aan de kust verlaten en trokken de inwoners zich in dorpen terug. Mogelijk waren veranderingen in het klimaat de oorzaak van die terugval.

Na de ondergang van de Wari-cultuur kende het gebied gedurende enkele eeuwen geen centraal bestuur meer, tot de Inca’s het gebied onder hun gezag brachten.

Image

Het Wari-imperium kwam voort uit kleine boerengemeenschappen in het droge dal van Ayacucho in Peru, tegen de westelijke hellingen van de Andes. Tegenwoordig is Ayacucho een middelgrote stad met een druk vliegveld en een universiteit- en toch hoef je maar een paar centimeter diep te graven of gewoon over een akker te lopen om op een scherf van Wari-aardewerk te stuiten.

“Op elke heuvel rond Ayacucho en verder het dal in tot aan de oude hoofdstad van het Wari-rijk (ongeveer elf kilometer verderop) zijn er Wari-vindplaatsen,” aldus de Peruaanse archeoloog José Ochatoma. Hij en zijn vrouw, Martha Cabrera, hebben onlangs een van de grootste, de Wari-stad Conchopata, gedeeltelijk ontgraven. Op haar hoogtepunt was het een uitgestrekte stad met bedreven pottenbakkers. Mogelijk waren zij het die Conchopata voorzagen van het fraai beschilderde aardewerk.

De vindplaats grenst aan de start- en landingsbaan van het vliegveld van Ayacucho en gaat er gedeeltelijk onder schuil. De site staat bovendien centraal bij een landgeschil tussen de archeologen en een groep projectontwikkelaars, die inmiddels zijn begonnen met de bouw van stenen en adobe huizen boven op een aantal ruïnes.

De meeste Wari-sites, waaronder Conchopata en de Wari-hoofdstad met haar lamavormige graftombe, zijn door archeologen uit het begin van de twintigste eeuw over het hoofd gezien; de door de Tiwanaku’s achtergelaten stenen monumenten maakten meer indruk.

_________________________________________________________________________

De  hoofdstedelijke  Wari’s groeven hun koninklijke  tombes in de vorm van een lama en bekleedden haar daarna met stenen. Als je begint met de   kop van de lama…   komt  er  een zijkamer die de oren vormt.  ….. En verderop  liggen de maag en de poten.

Na de  de buik van de lama komen  vier kortere kamers, de poten … ze vertakken zich vanuit  de lange “maag”- ruimte … Uiteindelijk is er  de kleinste kamer van alle: de staart van de lama.

“We vermoeden dat dit de plaats is waar de koning werd begraven.” De archeologe Isbell leunt over de rand van een nauwe, cirkelvormige schacht die in de vloer is uitgegraven.

Eerder hebben archeologen weliswaar in nog  geen enkele kamer voorwerpen ontdekt die wijzen op een koninklijk graf, toch denkt Isbell dat deze unieke structuur moet zijn gebouwd voor het hoogste lid van de Wari-elite.

Helemaal op de bodem van de graftombe, vier meter onder ons, bevindt zich een lege, met stenen beklede holte. Deze is ruim duizend jaar geleden gegraven en bevatte in die tijd mogelijk de mummie van een koning, keramische potten boordevol voedsel, de botten van geofferde lama’s en allerlei prachtige zilveren, turkooizen en gouden voorwerpen. 

Examples of wari tombs 

A tomb at the   huari  ruins.

waritomb

More Wari Discoveries

_____________________________________________________________________

De veronderstelling was dat de overblijfselen van de twee beschavingen uit één cultuur afkomstig waren, die van de Tiwanaku’s, en dat de Wari-sites slechts de bestuurlijke centra van het Tiwanaku-volk waren.

Maar in de jaren dertig kwam de Peruaanse archeoloog Julio C. Tello tot het inzicht dat het om twee afzonderlijke culturen ging. Sindsdien is een archeologische schat van Wari-overblijfselen aan het licht gekomen. Hun hoofdstad, door onderzoekers eveneens “Wari” genoemd, beslaat zo’n vijftien vierkante kilometer.

ImageImage

De Wari’s en de Tiwanaku’s, ooit beschouwd als één cultuur, deelden weinig meer dan religieuze symbolen- en een betwiste grens. Onzeker is of ze oorlog voerden of dat ze een gewapende vrede handhaafden. Vermoedelijk stond zowel het keramieke Wari-gezicht (links) als de gouden Tiwanaku borstplaat voor een bepaalde rang.
Tot nu toe is slechts een klein deel van de plek afgegraven, maar er is genoeg van de stad over om de schattingen van archeologen, die oplopen tot zeventigduizend inwoners, te rechtvaardigen.

De stad kende statige tempels, hoven, koninklijke graftomben, paleizen, en gebouwen met meerdere verdiepingen. De meeste muren en gebouwen waren bedekt met een witte pleisterlaag, wat de stad letterlijk glans gaf. Vanuit de hoofdstad bestuurden de Wari’s hun rijk en hielden ze alles in de gaten, van het pottenbakken in het naburige Conchopata tot de graanproductie in verre koloniën- en dat alles zonder de hulp van een schrift.

“Dat is een van de grote raadsels,” zegt archeoloog Gordon McEwan, die opgravingen doet op Wari-sites in de vallei van Cusco, ruim 250 kilometer ten zuidoosten van Ayacucho. Voordat onderzoekers de Inca’s volledig doorgrondden, was de algemene opvatting dat “rijken alleen konden bestaan in samenlevingen met een schriftstelsel”, vervolgt McEwan. “Maar de Wari’s hadden geen schrift en de Inca’s evenmin. Dus hoe hebben die beschavingen dan hun imperia kunnen opbouwen?”

Conchopata heeft enkele aanwijzingen opgeleverd. De schat aan potten en offeranden die er de afgelopen vijf jaar is blootgelegd, duidt op een manier van besturen die veel lijkt op die van de Wari’s. Van de eens zo bedrijvige nederzetting resteren slechts de lage funderingsmuren van talloze gebouwen, die meestal waren neergezet in een rasterpatroon. In haar hoogtijdagen was Conchopata, net als alle Wari-nederzettingen, een stad die in sterke mate was georganiseerd, met woonwijken, bestuurlijke centra en religieuze plaatsen.

Veel van die religieuze centra bestonden uit gebouwen in de vorm van de letter D. (Deze worden niet aangetroffen in Tiwanaku- of Inca-nederzettingen.) “Om nog onduidelijke redenen hielden ze van de kleur wit,” vertelt Ochatoma in één van de tempels in Conchopata. Het pleisterwerk op de vloer heeft de tand des tijds grotendeels doorstaan en blinkt in de Andes-zon.

Image        Image

In hun officiële rode tenue inspecteren burgemeesters van dorpen rond Tiwanaku het tempelcomplex Kalasasaya, een van de grootste en meest omstreden opgravingen in Zuid-Amerika. De burgemeesters namen onlangs bezit van de site, nadat ze niet hadden mogen delen in de toeristische opbrengsten die de Boliviaanse overheid hun had beloofd. De poncho’s staan symbool voor hun dorp, zoals de strak ingesnoerde hoofden van jonge kinderen (rechts) resulteerden in schedelvormen die ooit de mensen uit de diverse rijksdelen van elkaar onderscheidden.

Hoewel onderzoekers de kluwen van de Wari-godsdienst nog niet helemaal hebben ontward, duiden de ontdekkingen van Ochatoma erop dat de bevolking rituele en mogelijk ook door het rijk voorgeschreven offers van zowel mensen als dieren bracht. Onder de gepleisterde vloer heeft het Ochatoma-onderzoeksteam verscheidene kuilen uitgegraven met daarin verbrande menselijke schedels en de overblijfselen van geofferde kameelachtigen. Nog onduidelijk is of het gaat om beenderen van bergschapen of van kleine lama’s, omdat de botten sterk op elkaar lijken.

Om deze offeranden te vinden, hoefde Ochatoma niet de hele vloer af te graven. Hij klopte er gewoon op met het handvat van zijn troffel, op zoek naar een hol geluid- een veelgebruikte methode bij het zoeken naar voorwerpen achter muren of onder vloeren.

In de buurt van de muren vond hij honderden scherven van prachtig beschilderde en opzettelijk stukgegooide potten, soms ter grootte van wijnvaten. In andere kuilen lagen kapotte kruiken die waren versierd met de afbeelding van een hallucinogene plant. Later bleek dat een van de kruiken ooit chicha bevatte, een van maïs gebrouwen drank die ook nu nog in de Andes wordt gedronken.

Mogelijk hebben zowel de beschilderde potten als de inhoud ervan een rol gespeeld in de wijze waarop de Wari’s hun imperium hebben opgebouwd. Ze geloofden namelijk dat er een verband was tussen deze voorwerpen en het bovennatuurlijke, aldus archeologe Anita Cook. Cook en William Isbell werken al jarenlang in Conchopata, en hun project wondt mede gefinancierd door de National Geographic Society.

De afbeeldingen op de potten, die overal terugkomen, wijzen op een samenleving die was gericht op macht en gezagsuitoefening: de pottenbakkers mochten uitsluitend door het rijk goedgekeurde symbolen schilderen.

Image

Image

In tegenstelling tot de Tiwanaku-tempels waren de ceremoniële ruimten van de Wari’s zeer besloten. Hun regionale centrum Pikillacta, in de Peruaanse Cusco-vallei, was een wirwar van kleine, witgepleisterde kamers omgeven door een ruim tien meter hoge muur. Mogelijk hebben de Wari’s hier de voorouderlijke mummies van overwonnen volken opgeslagen om hun land in handen te krijgen. Onderdanen woonden in de stad rituelen bij waar de elite chicha dronk uit rituele bekers, zoals de jaguarbeker rechts.

Uit een plastic zak haalt Cook grote scherven van een aantal kruiken, alle versierd met abstracte afbeeldingen van condors, katachtigen en kameelachtigen- stuk voor stuk symbolen van het bovennatuurlijke in Andes-religies, ook in die van de Tiwanaku’s en de Inca’s.

De symbolen gaan zeker terug tot het Pucará-volk, dat rond 200 voor Christus het bekken van het Titicaca-meer bewoonde,” vertelt Cook. “We weten niet precies wat ermee wordt gezegd, maar het zijn wel symbolen die iedereen in de Andes zou hebben herkend.”

Enkele motieven zijn maar voor één uitleg vatbaar: ze laten de Wari’s zien als een agressief volk, krijgslieden die er niet voor terugdeinsden krijgsgevangenen te offeren. Dit is volgens Cook “de eenvoudigste verklaring” voor de potten met afbeeldingen van afgehakte hoofden, armen en benen, en van met dierenmaskers getooide krijgers die als trofee hoofden vasthouden die herinneren aan de onder de tempel van Ochatoma gevonden schedels.

De kruiken van de Wari’s dienden als staatspropaganda en droegen boodschappen van de gedeelde religieuze overtuiging, maar ook van terreur en macht.

“Het grootste deel van de aardewerkproductie werd van bovenaf gecontroleerd”, zegt McEwan.

“Veel ervan was uitsluitend bestemd voor feesten en werd na afloop, als onderdeel van het ritueel, stukgegooid. De ceremonie had een wederkerig karakter: de elite richtte een groot feestmaal aan om de plaatselijke bevolking te danken voor haar dienstbaarheid en trouw, en iedereen dronk na elkaar chicha uit de symbolisch beschilderde potten.”

De volgorde werd daarbij bepaald door de plaats in de maatschappelijke hiërarchie. Tijdens de feestelijkheden deelden bestuurders ook mondelinge bevelen uit die de plaatselijke leiders moesten uitvoeren.

Die bevelen moeten soms erg wreed van aard zijn geweest, aldus imperiumdeskundige Katharina Schreiber. Haar onderzoek toont aan dat de Wari’s in sommige delen van hun koninkrijk hele dorpen verplaatsten, waarbij mensen die in hooggelegen gebieden aardappelen teelden, werden gedwongen te vertrekken naar lagergelegen gebied om daar maïs te verbouwen- een praktijk die honderden jaren later door de Inca’s werd overgenomen.

De Wari’s hadden grote hoeveelheden maïs nodig voor hun door de staat aangemoedigde rituele feesten, die het imperium bij elkaar hielden. Onderworpen volken hebben waarschijnlijk ook het grootste deel van de mankracht geleverd voor de grote bouwconstructies van de Wari’s- hun steden met meerdere verdiepingen tellende gebouwen, hun stenen aquaducten en het uitgebreide wegennet dat nu vaak ten onrechte aan de Inca’s wordt toegeschreven.

Image

Image
Drie verdiepingen onder de grond onderzoekt archeoloog William Isbell een lamavormige graftombe, waar mogelijk leden van de koninklijke familie van Wari werden begraven. Hoewel de tombe in de oude Wari-hoofdstad grondig is geplunderd, is zij het mooiste voorbeeld van “houwsteenarchitectuur” dat tot nu toe in het Wari-rijk is gevonden- door de Tiwanaku’s werd het nog geperfectioneerd.

Beide culturen aanbaden de stafgod die rechts op een Wari-potscherf is afgebeeld. Men dacht dat deze machtige godheid de oogst, regen en bliksem beheerste.

De Wari’s waren zonder twijfel een dictatoriaal volk,” zegt McEwan. Hij vermoedt dat Pikillacta, de Wari-stad die hij bij Cusco heeft opgegraven, als vorm van belastingbetaling is gebouwd door plaatselijke arbeidskrachten. Net als Conchopata en de stad Wari werd Pikillacta in een raster ontworpen.

De systematiek in de ruïnes ten spijt, zou iemand in de Wari-tijd maar moeilijk de weg hebben gevonden in Pikillacta. “De muren waren aan beide zijden een meter of twaalf hoog,” zegt McEwan tijdens een wandeling over een van de oude wegen van Pikillacta. “Er waren geen ramen, dus we hadden maar een klein stukje hemel kunnen zien. Er waren meer dan zevenhonderd kamers, maar slechts zeven wegen. Alle gebouwen waren bovendien in Wari-stijl spierwit gepleisterd.” McEwan denkt dat Pikillacta een provinciaal centrum is geweest voor de uitermate belangrijke rituele feesten met hun wederkerige karakter. “Je kwam hier als gast, bijvoorbeeld van het lokale bestuur. Je kwam Pikillacta niet zonder uitnodiging of gids binnen. Alléén zou je nooit de weg kunnen vinden.”

“Bij de bouw was Pikillacta met opzet ontoegankelijk gemaakt,” zegt McEwan. Mogelijk heeft een deel van de stad gediend als opslagplaats voor mummies. Volgens McEwan hadden de Wari’s de macht over hun koloniën te danken aan hun succes bij het buitmaken van de voorouderlijke mummies en skeletten van andere volken: die werden “in gijzeling” gehouden, waarmee tegelijk de levenden gijzelaars werden, omdat hun eigendomsrechten waren gekoppeld aan hun voorouders.

Voorouderverering is lange tijd erg belangrijk geweest in de Andes-culturen. Een duizenden jaren oude traditie die doorliep tot in de tijd van de Inca’s. (Ook tegenwoordig koesteren veel volken in de Andes een diepe verering voor hun gestorven familieleden.) Mogelijk verschilden de samenlevingen op details van elkaar, maar in het algemeen bewaarden mensen de botten van hun voorouders bij zich in de buurt, opgeslagen in urnen of manden. Zo konden ze gemakkelijk worden vereerd of om zegen en raad worden gevraagd. De bewaarde botten waren ook van praktisch nut: de verzorgers ervan verkregen rechten op land en water. Ze vormden het tastbare bewijs dat iemands betovergrootvader het land had bewerkt en dat het deze persoon dus rechtens toekwam.

“Ik denk dat de Wari’s dit geloof gebruikten voor het stichten van hun rijk,” zegt McEwan. “Ze maakten de mummies van andere volken buit of gaven ze opdracht de mummies van hun voorouders naar plaatsen als Pikillacta te brengen, waar ze werden opgeslagen. De enige manier voor iemand om zijn voorouders te benaderen- en dus zijn land en water- was via de staat. Als iemand zich daar niet bij neerlegde, werden zijn voorouders door de Wari’s vernietigd, wat de persoon in kwestie berooid achterliet. De Inca’s deden dit ook, maar het idee is waarschijnlijk afkomstig van de Wari’s.”

Pikillacta lag vlak bij de grens van het Wari-rijk. De Wari’s hebben dieper in de Cusco-vallei nog een paar nederzettingen gebouwd. Maar hoe meer ze naar het zuiden oprukten, hoe dichter ze bij het Titicaca-meer kwamen en bij het gebied van hun belangrijkste rivalen: de Tiwanaku’s.

TIWANAKU 

ImageImageImage

Tiwanaku, het Mekka van de Andes, was rond 200 voor Christus een boerendorp vijftien kilometer ten zuiden van het Titicaca-meer. De stad was in 700 uitgegroeid tot welvarende rijkshoofdstad met geterrasseerde piramides, paleizen en geïrrigeerde landbouwgrond, goed voor het voeden van zestigduizend monden. De Pumapunku-tempel aan de westzijde wordt beschouwd als een van de mooiste voorbeelden van Tiwanaku-architectuur.

De soms 120 ton zware zandstenen platen van de tempel passen precies- aanleiding tot fantastische theorieën over buitenaardse bouwtechnieken. Onderzoeker Alexei Vranich meent dat de Pumapunku diende als “opvangcentrum”, waar bedevaartgangers uit alle delen van het rijk de staatsgodsdiens werd bijgebracht met behulp van chicha (een gefermenteerde drank), hallucinogenen en ritueel theater. Daarna konden de bekeerlingen verder naar andere tempels in het rituele centrum van de stad, zoals de zeventien meter hoge Akapana-tempel. Een rampzalige droogte maakte rond 1100 mogelijk een einde aan het Tiwanaku-bewind over het zuiden van de centrale Andes.

De Inca’s hebben dan misschien de praktische methoden voor het handhaven van een imperium van de Wari’s overgenomen, voor geestelijke zaken keken ze naar Tiwanaku. Daar kwamen hun voorvaderen vandaan, zo vertelden de Inca’s aan de Spanjaarden, waarmee ze te kennen gaven dat de bloedverwantschap hun het recht gaf over de Andes te heersen. Archeologen hebben nog niet kunnen vaststellen of de Inca’s terecht aanspraak op dit erfgoed maakten. Maar dat ze het verband wilden leggen, spreekt volgens onderzoekers boekdelen over het belang van Tiwanaku.

“Iedereen in de Andes wist van het bestaan van Tiwanaku,” aldus archeoloog Alexei Vranich, die bezig is met het ontgraven van de Pumapunku, een Tiwanaku-tempel. “De tempel was van groot religieus belang en was tevens een bedevaartscentrum, en trok mensen naar Tiwanaku. Het laat zich gemakkelijk raden waarom. Kijk maar eens wat er gebeurt als we naar de top van de tempel klimmen.”

De onderzoekers begonnen aan de klim van ongeveer een kilometer van het tempelcomplex. In de Tiwanaku-tijd begonnen de pelgrims hun voettocht waarschijnlijk aan de oevers van het zo’n vijftien kilometer verderop gelegen Titicaca-meer, een van de heiligste plaatsen in de Andes. Volgens de godsdienst in het berggebied is de schepper er uit het water verrezen om de aarde en de mensen te vormen. Langs de oevers van het meer staan overal ruïnes van kleine heiligdommen en tempels, die soms teruggaan tot 700 voor Christus. Tiwanaku, vermoeden onderzoekers, was oorspronkelijk zo’n klein religieus centrum. Maar in de zesde eeuw na Christus is het een vooraanstaand bedevaartscentrum geworden, mogelijk door zijn centrale plaats in de mythologie van de Andes of vanwege de politieke macht van het Tiwanaku-volk. Sommige bedevaartgangers legden waarschijnlijk grote afstanden af en staken het azuurblauwe water van het meer over op rieten vlotten. Net als de onderzoekers zijn ze vervolgens in oostelijke richting gelopen, over de grasvlakte van de Altiplano naar de hoge toppen van de Andes. Een groot deel van die reis moet de hoogste berg, de Illimani, hen “als een baken” hebben gewenkt, zegt Vranich. “Illimani was hun heiligste berg, waar volgens hen veel voorouders na hun dood naartoe gingen.”

Op een bepaald punt op het pelgrimspad verdwijnt de Illimani plotseling uit het zicht. In plaats daarvan rijst de Pumapunku op, een piramidevormige tempel van klei en steen met een afgeplatte top. De tempel is nu grotendeels een ruïne. Maar tijdens de pelgrimstochten van weleer is er geen spoor van steenwerk te zien geweest. Vranich kan zich goed voorstellen dat de tempelmuren waren bekleed met platen bladgoud en zilver, en met kleurrijke stoffen bewerkt met kostbare stenen en metalen; de lemen vloeren waren schitterend gekleurd met dieprode, blauwe en groene schilderingen. “Het moet overweldigend zijn geweest,” zegt Vranich. “Een geestverruimende ervaring die het leven verandert, nog versterkt door de verdovende middelen die ze gebruikten.” In de ruïnes van Tiwanaku zijn een hallucinogene cactus, andere hallucinogene planten, hulpmiddelen voor het gebruik daarvan en snuifpoeder gevonden. Recentelijk heeft een andere archeoloog een mummie van een sjamaan opgegraven, compleet met zijn dosis verdovende middelen en medicijnen.

Image

Wari snijwerk

Vranich vermoedt dat de architecten van Tiwanaku zeer bewust de tempel zo hebben gebouwd dat de berg uit het zicht bleef. “Ze wisten wat voor effect het zou hebben als de Illimani zou verdwijnen,” zegt hij. “Het was een van de optische illusies die ze hier tot stand hebben gebracht.” Alleen wie de allerlaatste trap beklimt en de afgeplatte bovenkant van de tempel bereikt, ziet de berg weer opdoemen, met zijn blauw-witte gloed.

“Kijk maar om je heen,” zegt Vranich. “De Illimani ligt voor ons, het Titicaca-meer achter ons. In de kosmologie van de Andes vormt dit echt een plek tussen hemel en aarde.”

De Pumapunku is maar een van de vele tempels en ingewikkelde binnenhoven met stenen beelden en sculpturen die de Tiwanaku’s op een gebied van vijf vierkante kilometer hebben gebouwd. Om het religieuze centrum heen legden ze een gracht aan, waarbij in feite een miniatuurmeer ontstond met het tempelcomplex als een eiland in het midden.

De centrale tempel, die Akapana wordt genoemd, kent zeven niveaus, kennelijk met de bedoeling om deze te laten lijken op de toppen van de nabijgelegen Quimsachata. Om dit effect nog te versterken, brachten de Tiwanaku’s een afwateringssysteem in de tempel aan, zodat het water zich er in het regenseizoen met donderend geweld doorheen zou storten. “Het was een manier om de aarde te vernieuwen en het circulatiesysteem van het universum in stand te houden,” aldus archeoloog Alan Kolata. Hij vermoedt dat de Tiwanaku’s vruchtbaarheids- en andere riten uitvoerden wanneer het water door hun bergtempel raasde.

Andere riten hadden een wreder karakter. De Tiwanaku’s waren net als de Wari’s agressief en ze vierden hun overwinningen met het offeren van gevangenen. Rond de Akapana zijn stoffelijke overschotten zonder ledematen gevonden. Wat ze eveneens met de Wari’s gemeen hadden, was dat ze hun keramiek versierden met gruwelijke scènes van krijgers-met-poemamasker die een afgehakt hoofd in hun handen hielden of die een gordel met hoofden als trofee droegen, de tong uit de mond en met weggedraaide ogen.

Op hun hoogtepunt, tussen 700 en 1000, beheersten de Tiwanaku’s bijna het hele bekken van het Titicaca-meer, evenals naar het zuidoosten gelegen gebieden in Bolivia en naar het zuidwesten in Chili. De Tiwanaku’s waren, net als de Wari’s, uiterst bedreven bouwkundigen en boeren, en ze maakten het brede rivierdal van de Katari, die het Titicaca-meer van water voorziet, tot de graanschuur van hun hoofdstad. Ze gebruikten daarbij een uitgebreid stelsel van kanalen en wegen om zevenduizend hectare opgehoogde akkers voor maïs, aardappelen, quinoa en andere gewassen te bevloeien. “Ze hebben zelfs meanders uit de rivier gehaald en lieten het water in een rechte lijn dwars door de vallei stromen,” aldus archeoloog John Janusek, die verscheidene Tiwanaku-nederzettingen in de buurt heeft opgegraven.

Kennelijk hadden de Tiwanaku’s grote hoeveelheden maïs, aardappelen en coca nodig om de bedevaartgangers die naar hun tempels kwamen, van voedsel te voorzien en te imponeren. Archeologen weten nog niet of de Tiwanaku’s dorpen onder dwang verplaatsten, zoals de Wari’s deden, maar ze vermoeden wel dat de Tiwanaku’s een opener samenleving hadden en dat de stad Tiwanaku niet zo strikt werd gecontroleerd als Wari-steden als Pikillacta. “Tiwanaku was een zeer kosmopolitische stad. Een stad die mensen aantrok,” zegt fysisch antropologe Deborah Blom, terwijl ze voorzichtig twee in Tiwanaku gevonden schedels ter vergelijking naast elkaar zet. Blom bestudeert de migratie van volken binnen het oude koninkrijk en heeft ontdekt dat mensen uit alle windstreken hier blijkbaar welkom waren. De beide schedels zijn daar een goed voorbeeld van.

“De manier waarop mensen hun hoofd vormgaven, liep in de verschillende delen van het Tiwanaku-grondgebied sterk uiteen,” zegt Blom. “Het hoofd van een baby werd met een koord omwikkeld of er werd een lat op gebonden, om het een speciale vorm te geven.” Eenmaal volwassen droeg zo iemand dan een hoed die paste bij de specifieke vorm van zijn hoofd. Een van de schedels van Blom is lang en buisvormig en doet denken aan de top van een vulkaan, wat misschien ook de bedoeling was. De andere schedel is van voor tot achter platgedrukt, zodat de zijkanten uitpuilen. “De buisvormige zijn afkomstig van mensen van de oostelijke oever van het meer, de afgeplatte komen van Moquegua, niet ver van de Peruaanse zuidkust,” aldus Blom. Uit genetisch onderzoek blijkt “dat ze hier naar toe zijn gereisd en onderling trouwden.” Blom heeft nog geen enkel spoor ontdekt van Wari-kolonisten (die de achterkant van hun schedel eenvoudig afplatten).

De Wari’s en de Tiwanaku’s trouwden misschien niet onderling, maar er is evenmin bewijs dat hun verstandhouding vijandig was. Beide rijken hadden koloniën in Moquegua, een warme streek waar maïs werd verbouwd. Toch is er niets te vinden dat op veldslagen wijst. “Zij waren de grote, belangrijke mogendheden van hun tijd,” zegt Schreiben. “Ze moeten met elkaar te maken hebben gehad, maar we weten niet hoe?” Nog altijd wordt volop onderzoek gedaan naar de chronologie van de geschiedenis van beide koninkrijken. Sommigen zeggen dat het Wari-rijk het eerst is ingestort, volgens anderen was dat het Tiwanaku-imperium. Heeft het ene rijk het andere veroverd, of zijn beide door een periode van droogte op de knieën gedwongen? Wat de oorzaak ook is geweest, beide rijken beleefden blijkbaar een abrupt einde. In Conchopata legden de pottenbakkers op een dag hun gereedschap neer en vertrokken; mogelijk werden ze verdreven door een nog onbekende indringer. In Tiwanaku staakten de steenhouwers hun monumentale bouwprojecten, waarbij ze tempels onafgemaakt achterlieten, alsmede een groot aantal reusachtige andesietblokken langs het Titicaca-meer. Die liggen daar nu in het gras als grote gestrande walvissen- vergeten is het doel dat ze dienden.

Niettemin hebben zowel de Wari’s als de Tiwanaku’s iets in de Andes tot stand gebracht wat nooit helemaal is verdwenen: het idee van een imperium. Vierhonderd jaar later bliezen de Inca’s, voortbouwend op de achtergebleven fundamenten, dit idee nieuw leven in.

°

Ontdekking   van   WARI  MUMMIES

27/08/ 2008

Huaca Pucllana ruins ( Lima)

DE GEMASKERDE DAME  

http://enperublog.com/2008/08/26/intact-wari-tomb-at-the-huaca-pucllana/

2_ap080827014731_mask_461.jpg

Ancient Wari Mummy Discovered in Peru

mummie masker van wari-vrouw 

A mummy of the Wari prehispanic culture is seen inside a recently discovered tomb in Lima's Huaca Pucllana ceremonial complex August 26, 2008. Archaeologists working at the ruins of Huaca Pucllana in the country's capital pulled a mummy from a tomb on Tuesday, thought to be from the ancient Wari culture that flourished in modern-day Peru before the Incas. REUTERS-Enrique Castro-Mendivil

A mummy of the Wari prehispanic culture is seen inside a recently discovered tomb in Lima's Huaca Pucllana ceremonial complex August 26, 2008. Archaeologists working at the ruins of Huaca Pucllana in the country's capital pulled a mummy from a tomb on Tuesday, thought to be from the ancient Wari culture that flourished in modern-day Peru before the Incas. REUTERS-Enrique Castro-Mendivil  in het graf

A mummy of the Wari prehispanic culture is seen inside her tomb in Lima’s Huaca Pucllana ceremonial complex August 26, 2008.

REUTERS/Enrique Castro-Mendivil

Workers removing one of Three Wari Mummies from Tomb in Lima, Peru

Workers removing the 1,300-year-old “Lady of the Mask” mummy from her tomb in Lima, Peru

http://lastdaysoftheincas.com/wordpress/ancient-wari-mummies-discovered-in-peru-alongside-child-sacrifices#.Uc3jGqBCTcf

A child skull and ceramic pieces of the Wari prehispanic culture are seen inside a recently discovered tomb in Lima's Huaca Pucllana ceremonial complex August 26, 2008. Archaeologists working at the ruins of Huaca Pucllana in the country's capital pulled a mummy from a tomb on Tuesday, thought to be from the ancient Wari culture that flourished in modern-day Peru before the Incas. REUTERS-Enrique Castro-Mendivil

A child skull and ceramic pieces  …..

http://en.wikipedia.org/wiki/Huaca_Pucllana

http://enperublog.com/2007/02/22/huaca-pucllana/

21 /10 /2010

 HUACA-PUCLLANA   =  VIER   MUMMIES ONTDEKT   

http://enperublog.com/2010/10/21/four-wari-mummies-unearthed-at-the-huaca-pucllana/

°

16/12/ 2008

 Vondst van   een Wari -stad   in de  buurt  van CHICLAYO  :  Cerro Patapo  / NOORD -PERU   

https://en.wikipedia.org/wiki/Cerro_P%C3%A1tapo_ruins

http://www.timesofmalta.com/articles/view/20081217/world-news/ancient-wari-city-unearthed-in-peru.237590

°

A large Wari ceramic face found at an earlier date. The Wari flourished in the Peruvian Andes between 700 and 1200 AD

A large Wari ceramic face found at an earlier date. The Wari flourished in the Peruvian Andes between 700 and 1200 AD

Read more: http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-1360529/Discovery-tombs-Peru-shines-new-light-Inca-empires-origins.html#ixzz2XXphOxh4

25 /02 / 2011

http://www.wired.co.uk/news/archive/2011-02/28/wari-tombs-peru-machu-picchu

DE HEERSER   VAN VILCA 

9  tombes  gevonden in de Cuzco-regio, waar later de Inca’s zouden heersen.

The tombs are within the archaeological complex of Espiritu Pampa, in the Cuzco district of Vilcabamba, some 1,100 kilometers (680 miles) south-east of Lima.

°

De ontdekking  van de necropolis rond de Heerser van  Vilca  , kan onze kijk op de totstandkoming van het machtige Inca-rijk veranderen.

De tombes zijn afkomstig uit de Wari-cultuur, een beschaving die tussen het jaar 700 en 1200 – ruim twee eeuwen voor de Inca’s – in de Andes floreerde.

De wetenschappers vonden diverse voorwerpen in de tombes. Onder meer een zilveren borstplaat, een masker, gouden armbanden en houten wandelstokken die met zilver bedekt waren.

Prize find: This silver breastplate belonged to a noble from the Wari culture

Prize find: This silver breastplate belonged to a noble from the Wari culture

A pre-Inca lord: Gold and silver pieces are shown at Peru's National Institute of Culture in Cuzco

A pre-Inca lord: Gold and silver pieces are shown at Peru’s National Institute of Culture in Cuzco

“Lord of Vilca”  tomb :  Gold and silver pieces of a pre-Inca lord are shown at the National Institute of Culture in Cuzco, Peru. A team of archaeologists has discovered the tomb of a Wari noble, a find being hailed as important as the discovery of Machu Picchu. Picture: AP Source: AP

Read more: http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-1360529/Discovery-tombs-Peru-shines-new-light-Inca-empires-origins.html#ixzz2XXp3XFnQ

Het is het eerste bewijs dat de Wari in de jungle leefden en toont aan dat de Wari het gebied veel eerder dan de Inca’s bestuurden .

 “Het is goed mogelijk dat de Inca’s geïnspireerd werden door de Wari-cultuur, wat hen in staat zou hebben gesteld om een eigen compleet politiek systeem te ontwikkelen.”

“Dit is de belangrijkste ontdekking sinds jaren,” meent expert Juan Garcia. “Misschien nog wel belangrijker dan Machu Picchu zelf.”

Machu Picchu werd zo’n honderd jaar geleden ontdekt en trekt ieder jaar ruim 500.000 toeristen. De stad werd gebouwd door de Inca’s, die tussen 1400 en 1532 een enorm rijk stichtten dat pas na de komst van de Spaanse bezetters ineenstortte.

Zo’n belangrijke ontdekking als deze proeft natuurlijk naar meer. Archeologen hopen dan ook in de omgeving van de tombes een hele stad te vinden.

Zelfs de naam Paititi is al gevallen.

Volgens legendes zou deze mysterieuze, verlaten stad vol met goud en juwelen liggen

°

Koninklijke tombe van Wari KONINGINNEN  gevonden

http://www.thedailystar.net/beta2/news/ancient-royal-tomb-unearthed-in-peru/

The archaeologists spent months secretly digging through the burial chambers. The photo was taken from BBC Online.Belga

Het skelet van een van de drie Wari-koninginnen.

28 juni 2013   0

wari-tombe

Archeologen hebben in Peru een koninklijke tombe van de Wari gevonden. De Wari heersten ruim duizend jaar geleden in een grote regio in het huidige Peru. Zij waren de laatste dominante cultuur in de Andes tot de opkomst van de Inca’s.

Een beker van albast. Ook deze beker werd gevonden door de archeologen.

Een beker van albast. Ook deze beker werd gevonden door de archeologen.

Posted Image
Ceramic Flask
Photograph by Patrycja Przadka Giersz

Posted Image
Wari Lord
Photograph by Daniel Giannoni
// With eyes wide open, a painted Wari lord stares out from the side of a 1,200-year-old ceramic flask found with the remains of a Wari queen. Giersz and his colleagues think the Wari may have displayed the body of the queen after death in a royal ancestor cult.

In de 1.200 jaar oude tombe   in   “El Castillo de Huarmey”troffen de archeologen de graven van drie Wari-koninginnen aan.en de  skeletten  van minsten 60   andere mensen ….vele zaten rechtop … een teken van koninklijke bloede ….   Ook vonden zij goud, zilver en mogelijk mensenoffers( van nobelen ? ) , zo melden de wetenschappers aan National Geographic.

Het graf is gevonden op de archeologische site El Castillo de Huarmey (kleine foto), waar ooit een paleis stond van waaruit de Wari-opperheren regeerden over 40.000 onderdanen.

Archeoloog Milosz Giersz van de universiteit van Warschau is blij dat de tombe nog niet is ontdekt door plunderaars. Hij en zijn teamleden werkten de afgelopen maanden in het geheim aan het opgraven van de artefacten. In totaal vonden zij meer dan duizend objecten, waaronder juwelen, bronzen bijlen, gouden gereedschap, messen, zilveren schalen, geschilderd keramiek en cocabladhouders. Ook vonden zij de lichamen van zestig mensen, waarvan enkelen wellicht als menselijke offers zijn begraven.

 

Grote hoofdstad
Hoewel de successen van de Inca’s goed zijn gedocumenteerd door de Spaanse veroveraars, weten we nog relatief weinig over de Wari

. En dat terwijl Huari – de hoofdstad van de Wari – ruim 1200 jaar geleden één van de grotere wereldsteden was. In Huari leefden 40.000 mensen. Ter vergelijking: Parijs had in het jaar 800 na Christus slechts 25.000 inwoners, in Londen leefden 10.000 mensen en Amsterdam bestond zelfs niet eens!

Ruines van Huari ; 

https://en.wikipedia.org/wiki/Wari_ruins

 

Foto’s
Hieronder een paar foto’s van diverse vondsten.

Meer foto’s bekijken? Ga naar de website van National Geographic!

Deze gouden oorsieraden werden gedragen door een belangrijke Wari-vrouw.

Deze gouden oorsieraden werden gedragen door een belangrijke Wari-vrouw.

Een stenen kralenketting.

Een stenen kralenketting.

Een 1.200 jaar oude houten lepel.

Een 1.200 jaar oude houten lepel

Bronmateriaal:
First Pictures: Peru’s Rare, Unlooted Royal Tomb” – National Geographic
Foto’s copyright National Geographic

Posted Image
Gold Tools
Photograph by Patrycja Przadka Giersz

Bending to his work inside the burial chamber, archaeologist Milosz Giersz brushes away sediments from a small cane box. Giersz and his colleagues found gold weaving tools tucked inside such boxes. The Wari queens, they now surmise, wove cloth with gold instruments.

Posted Image

Geofferd  kind  ?  

Human Sacrifices?
Photograph by Patrycja Przadka Giersz

Posted Image

°
WARI    ART

wari art II

 

huari art

Four-Cornered Hat
 

Finely woven tunics and four-cornered hats were symbols of prestige in Wari  societies. Worn by high-status men, these garments were decorated with geometric designs and stylized figurative images depicting staff bearing anthropomorphic figures, animals, and plants central in Wari and Tiwanaku religions. Four-cornered hats are characterized by a square top and pointed tips sometimes adorned with tassels projecting from each corner. While Wari hats often show a smooth, pile surface, hats produced by Tiwanaku weavers generally have knotted surfaces. Although four-cornered hats are present in burials, signs of repeated use such as worn edges, ancient mends, and stains of hair oil indicate that they were worn during life. Hats are also represented in figurative art. A category of Wari sculpted vessels show high-status men with elaborate tapestry tunics taking the stance of the staff-bearing deity and wearing four-cornered hats. Two of the most important Tiwanaku stone sculptures, the Ponce and Bennett Monoliths discovered in the ceremonial core of the ancient city of Tiwanaku, represent elaborately dressed elite figures wearing square headdresses that resemble four-cornered hats.

WIST U DAT…  …de Inca’s kinderen uit het hele rijk offerden?

PAARDEN

paardenevolutie   <— doc archief

 

‘verre voorouders van onevenhoevigen   ontstonden in India’

An artist’s depiction of Cambaytherium thewissi.
Credit: Elaine Kasmer

Paleontologen hebben in India de 54,5 miljoen jaar oude fossiele resten gevonden van een voorouder van het paard, de neushoorn en de tapir.

AUTEUR: LISA DUPUY FOTOGRAAF: ELAINE KAMSER; NATURE

De vondst toont volgens onderzoekers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KNIB) en Amerikaanse en Indische collega’s aan dat de onevenhoevigen in India ontstonden. Dat schrijven ze deze week in Nature Communications.

Verste voorouder
Het team heeft in totaal meer dan tweehonderd fossielen opgegraven. De tanden, schedels en botten zijn van een primitief zoogdier dat ze Cambaytherium thewissi hebben genoemd. Het dier heeft zowel kenmerken van de huidige onevenhoevigen, maar ook van primitievere dieren. Vooral de tanden, het heiligbeen en de hand- en voetbeentjes duiden op een primitief dier. De vondst biedt dus een “blik op hoe de verste voorouders van paarden en neushoorns eruit moeten hebben gezien”, aldus Thierry Smith, de paleontoloog van het KNIB die het onderzoek leidde. “Zo dicht bij de oorsprong zijn we nog niet geerder geweest.”

 

skull an teeth  of cambaytherium

 

Beeld: Nature. De schedel, onderkaak en tanden van Cambaytherium thewissi. De fossielen laten een “mix” zien van kenmerken van moderne paarden en een primitiever dier, zoals de tanden. 

Cambaytherium thewissi leek op een klein paard en woog waarschijnlijk tussen de 20 en 35 kilo. Het primitieve paard at planten vruchten en grassen. “Later in hun evolutie zijn ze op alleen maar grassen overgeschakeld”, zegt Smith.

India in het vroege eoceen
De fossielen stammen uit het vroege eoceen en zijn 54,5 miljoen jaar oud. Cambaytherium is nergens anders gevonden, wat erop duidt dat India toen een geïsoleerd gebied was – een eiland dat was losgescheurd van Madagaskar, en richting het huidige Azie dreef

 

http://www.readcube.com/articles/10.1038/ncomms6570?utm_campaign=readcube_access&utm_source=nature.com&utm_medium=purchase_option&utm_content=thumb_version&show_checkout=1&tracking_action=preview_click

 

Perissodactyla trees

http://www.sciencedaily.com/releases/2014/11/141120081752.htm                     http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap

http://phenomena.nationalgeographic.com/2014/11/25/fossil-beast-helps-fill-the-backstory-of-horses-tapirs-and-rhinos/

Cambaytheridae  

Klik om toegang te krijgen tot new_early.pdf

 

°

Paardenfossiel van 47 miljoen jaar oud hield nog kleine verrassing verborgen

JOERI VLEMINGS11-11-14, 20.40uBron: Huffington Post
©Senckenberg Research Institute Frankfurt

Twaalf jaar geleden ontdekten paleontologen een fossiel van een voorhistorisch paard van maar liefst 47 miljoen jaar oud. In het millenniumjaar waren zij zich niet bewust van de kleine verrassing die het dier nog in petto had. Blijkt nu dat de merrie drachtig was.

De huidige X-stralen-technologie met hoge resolutie legt de zwangerschap van de Eurohippus messelensis onomstotelijk bloot. De merrie was in de laatste fase van de dracht, zo laat de grootte van het ongeboren veulen zien. De positie van het babypaardje sluit ook uit dat noch moeder noch kind omkwamen tijdens de bevalling.

“Bijna alle beenderen van de foetus bevinden zich op hun oorspronkelijke plaats“, zeg dr. Jens Lorenz Franzen van het Senckenberg Onderzoekscentrum in Frankfurt. “Alleen de schedel is verbrijzeld”, zegt Franzen, leider van het onderzoeksteam.

Het is nog maar het tweede bekende fossiel waarvan de placenta te herkennen valt. De afmetingen doen vermoeden dat het prehistorische paard ongeveer zo groot als een fox terriër was. Het voortplantingssysteem is grofweg hetzelfde gebleven bij de veel grotere paarden die we vandaag kennen.

De overblijfselen werden in 2000 ontdekt in het Duitse Messel Pit, zo’n dertig kilometer ten zuidoosten van Frankfurt, waar meer dan 1.000 fossielen van planten en dieren gevonden werden, tot wel 57 miljoen jaar oud.

Wetenschappers denken dat een oud meer op de site giftig vulkanisch gas bevatte dat heel wat dieren doodde, waaronder de Eohippus-soort. Door het gebrek aan zuurstof op de bodem van het meer braken anaerobe bacteriën de karkassen af om een opvallend gedetailleerd en intact fossiel over te houden.

 

http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/1651601.stm

Walking With Beasts, BBC

 

°

 

 

 

Evolutie van een nobel dier   <— NADARWIN 

http://web.archive.org/web/20070930185026/http://www.nadarwin.nl/FB/paarden.html

( ANTI CREATO)  vooral ook  —>   tussenvormen bestaan niet ( een  uitgebreid   word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina  en /of discussieplatform )

horse-evolution

 

File:Equine evolution.jpg

‘Archaische Paarden ( EQUUS ) ontstonden vier miljoen jaar geleden’

27 juni 2013

http://en.wikipedia.org/wiki/Evolution_of_the_horse

This image shows a representative sequence, but should not be construed to represent a “straight-line” evolution of the horse. Reconstruction, left forefoot skeleton (third digit emphasized yellow) and longitudinal section of molars of selected prehistoric horses

Horseevolution

°(UPDATE  )

°

De  ” equus” Paardenlijn   takte waarschijnlijk twee miljoen jaar eerder  af  dan gedacht, zo blijkt uit DNA uit een prehistorisch paardenbot dat is gevonden in Canada.

Horse-fossil

oeroud paardenbot© Ludovic Orlando

Deze twee stukjes paardenbot zijn omstreeks 700 duizend jaar oud en bevatten genoeg leesbaar DNA om de hele genenkaart van het dier te reconstrueren.

Het bot is afkomstig van een paard dat ongeveer 560.000 tot 780.000 jaar geleden leefde. Op basis van een vergelijking tussen genetisch materiaal uit het fossiel en de genen van moderne paarden kan worden aangenomen dat de eerste archaische paarden ongeveer vier miljoen jaar geleden ontstonden.

Daarmee zijn paarden twee miljoen jaar eerder geëvolueerd dan tot nu toe werd aangenomen. Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.

IJsbeer

Het prehistorische paardenbot is gevonden in het noorden van Canada in een permanent bevroren laag van de aarde, waardoor het DNA in het fossiel relatief goed bewaard is gebleven.

De wetenschappers onttrokken het genetisch materiaal uit het collageen van het bot. Met speciale technieken slaagden ze erin om de DNA-volgorde te reconstrueren. Dat is uitzonderlijk gezien de ouderdom van het fossiel.

Het oudste bot waaruit tot nu toe DNA was onttrokken, was afkomstig van een ijsbeer die ongeveer 110.000 tot 130.000 jaar geleden leefde. “We hebben die tijdsbarrière nu doorbroken”, verklaart hoofdonderzoeker Ludovic Orlando op Nature News.

Wanneer een organisme sterft, kunnen de DNA-moleculen bewaard blijven. Niet als volledige chromosomen, maar wel als korte stukjes. Dit is te vergelijken met een puzzel. Wetenschappers moeten de puzzelstukjes op de juiste manier in elkaar leggen om het totaalplaatje te zien. Des te ouder het fossiel, des te minder ‘data’ blijft er over om het genoom in kaart te brengen. De puzzel wordt dus alsmaar lastiger.

Analyse
De wetenschappers analyseerden de botresten van het paard en vonden aminozuren. “We werden direct enthousiast, omdat dit een sterk teken was dat er nog eiwitten aanwezig waren”, vertelt onderzoeker Dr. Orlando. “Toen we even later bloedeiwitten ontdekten, begon het onderzoek veelbelovend te worden.” De onderzoekers vonden een klein beetje DNA, maar het was genoeg om het volledige genoom inzichtelijk te krijgen.

De eerste paardachtige
Door het genoom te vergelijken met het genoom van een 43.000 jaar oud paard, zes hedendaagse paarden en een ezel, stellen wetenschappers vast dat de voorouder van alle moderne paardachtigen ongeveer vier tot 4,5 miljoen jaar geleden op het toneel verscheen. Voorheen dachten onderzoekers dat de eerste moderne  paardachtige pas twee miljoen jaar geleden op aarde galoppeerden . Er moet dus een en ander ge-updated worden

Terug in de tijd
“Dankzij nieuwe technologieën kunnen we nu tien keer verder terug in de tijd kijken”, zegt professor Willerslev. “Hierdoor kunnen we de evolutionaire geschiedenis van dieren beter ontrafelen.”

Przewalskipaard

http://en.wikipedia.org/wiki/Przewalski%27s_horse

File:Przewalski's Horse, Dubbo Zoo, c 2005.jpg

Op basis van de prehistorische paardengenen kunnen de Deense onderzoekers inschatten hoe de de populatie van wilde paarden varieerden  in de loop der tijd. Vooral in klimatologische periodes waarin veel graslanden ontstonden, groeide het aantal paarden waarschijnlijk. In tijden van extreme kou krompen  de populaties.

Uit het gereconstrueerde DNA blijkt verder dat het oorspronkelijk uit Mongolië afkomstige Przewalskipaard genetisch gezien het enige overgebleven wilde paard op aarde is.

Przewalskipaarden waren in in de jaren zestig bijna uitgestorven, maar met behulp van een speciaal fokprogramma is de soort weer nieuw leven ingeblazen. ……  De dieren zijn onder meer uitgezet in  het Nederlandse  Natuurpark Lelystad.

 

Oudste DNA-analyse: van 100.000 naar ca. 700.000 jaar oud

Przewalski's paard en veulen

Deense onderzoekers slaagden er in om DNA te extraheren uit botten van een paard dat 580.000 à 760.000 geleden leefde in Yukon, Canada. Ze konden het genoom van dit paard terug samen stellen. Dit kon lukken omdat de botten in de permafrost, 700.000 jaar oud ijs, bewaard bleven.
Het vorige record voor DNA-analyse van 100.000 jaar oude botten kwam van een neanderthaler in Scladina (Sclayn) , België. (1)
De vondst in Yukon werd vergeleken met die van 43.000 jaar oude paardenbotten, DNA van hedendaagse paarden en de aan het paard verwante ezel. Daaruit kon men afleiden dat de laatste gemeenschappelijke voorouder van alle paardachtigen (waaronder ook zebra’s en onagers) 4 à 4,5 miljoen jaar geleden leefde. Dat is dubbel zo lang als men tot voor kort aannam. Przewalski’s paarden splitsen van gedomesticeerde paarden af tussen 38.000 en 72.000 jaar.

Bron:
Ludovic Orlando et al., Recalibrating Equus evolution using the genome sequence of an early Middle Pleistocene horse, Nature (2013)

doi:10.1038/nature12323.

http://www.nature.com/nature/journal/v499/n7456/abs/nature12323.html

http://www.readcube.com/articles/10.1038/nature12323

 

°

 

°

 

http://en.wikipedia.org/wiki/Domestication_of_the_horse

 

DOMESTICATIE 

 

 

 

Wetenschappers identificeren genen die paarden tam maakten

Wetenschappers hebben een groot aantal genen geïdentificeerd die de domesticatie van paarden mogelijk maakten.

Het gaat om 125 genen die fysieke en psychologische veranderingen teweeg hebben gebracht bij paarden.

De genetische mutaties zorgden er bijvoorbeeld voor dat gedomesticeerden paarden eigenschappen ontwikkelden als verminderde angst, sterkere spieren en een betere balans.

Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS.

 

Botten

De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door de genen van vijf moderne paardensoorten te vergelijken met DNA dat werd aangetroffen in botresten van enkele wilde paarden die 16.000 tot 43.000 jaar geleden in Siberië leefden.

Waarschijnlijk stammen alle moderne soorten af van deze wilde paarden, die inmiddels zijn uitgestorven.

Door een genetische analyse slaagden de onderzoekers erin om het domesticatieproces van de wilde paarden te reconstrueren.

 

Transport

“Wij leveren in deze studie een lijst van genmutaties die waarschijnlijk door mensen zijn gestimuleerd bij de domesticatie van paarden”, verklaart onderzoekster Beth Shapiro op nieuwssite ScienceDaily.

 

A man catches domestic Mongolian horses with a lasso in Khomiin Tal, Mongolia. Credit: Copyright: Ludovic Orlando.

A man catches domestic Mongolian horses with a lasso in Khomiin Tal, Mongolia.
Credit: Copyright: Ludovic Orlando.

 

 

 

 

“Het is een fascinerende lijst, omdat er enkele genen in voorkomen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van spieren en botten. Dit suggereert dat deze genen hielpen om paarden meer geschikt te maken om goederen te transporteren”, aldus Shapiro.

Maar ook het gedrag van de paarden veranderde vermoedelijk door de selectie van bepaalde genen. “We hebben ook genen geïdentificeerd die schrikreactie van paarden beïnvloeden”, aldus hoofdonderzoeker Ludovic Orlando. “Deze genen zouden wel eens de sleutel kunnen zijn bij het temmen van wilde dieren.”

 

Nadelen

De domesticatie van paarden zorgde ook voor nadelige genmutaties. De wetenschappers vonden bij moderne gedomesticeerde paarden meer genen die wijzen op inteelt dan bij de wilde paarden uit Siberië.

Waarschijnlijk ontstonden deze mutaties omdat de eerste gedomesticeerde paarden werden gefokt in een relatief kleine populatie.

http://www.nu.nl/wetenschap/3954555/wetenschappers-identificeren-genen-paarden-tam-maakten.html

Paarden Genen 

 

°

 

Paard al minstens  14000 jaar geleden tam gemaakt

 1 februari 2012
http://www.nu.nl/wetenschap/2729088/paard-al-14.000-jaar-geleden-tam-gemaakt.html

– Paarden zijn meerdere malen in de geschiedenis gedomesticeerd.

Dat schrijven Italiaanse wetenschappers van de universiteit van Pavia in PNAS.

De onderzoekers analyseerden mitochondriaal DNA van 83 paarden. Mitochondriaal DNA wordt alleen overgeërfd via de moeder en door het te bestuderen kon een van de oudste  voorouderlijke   Equus ferus  –oermerries die  mede aan de basis stond van de huidige tamme paardenpopulaties, (op theoretische gronden )worden gereconstrueerd …. die (nog wilde ) merrie moet zo ongeveer  tussen  140.000 tot 160.ooo jaar geleden hebben rondgelopen (1)

http://phys.org/news/2012-01-mtdna-modern-horses-ancestor-years.html

Omdat de huidige wilde (przewalksi) en  tamme  paarden ( volgens  hun chromosmengetal  ___en verder verfijnd door de nieuwe analyse  ) van elkaar verschillen, kan  bepaald worden wanneer de eerste tamme paarden een feit waren.

-chromosomen: ( wild )  Przewalskis —> 66,

– tamme paarden  ( inclusief verwilderde  paarden zoals mustangs en de uitgestorven Tarpan )—-> 64  chromosomen,

-de kruisingsprodukten   tussen beiden   —>65  chromosomen

Oermerries

De 83 onderzochte paarden kwamen van over de hele wereld: Azië, Europa, het Midden-Oosten en beide Amerika’s. Analyse van al deze paarden leverde niet één maar achttien mitochondriale clusters ( =18   haplogroepen  –>http://en.wikipedia.org/wiki/Haplogroup  ) op.

Dat betekent dat er meerdere (latere ?) oermerries moeten zijn  geweest , en  misschien ook dat het paard dus vaker dan een keer tam is gemaakt.

MAAR  

DAT  WORDT NU  BETWIJFELD DOOR  EEN   NIEUWE DNA -ANALYSE (ditmaal –>  NUCLEAIR  DNA van  monsters bij minstens 300 verschillende paarden uit alle windstreken     ZIE —> ( 2b )   ) 

……Uit de analyse bleek ook dat alle gevonden mitochondriale  haplo -groepen zo rond de 14.000 (2)  jaar geleden  al present  waren : verschillende  groepen mensen kwamen blijkbaar   op het idee om paarden te gaan houden en ze in te zetten voor transport, in gevechten en als voedselbron.

Met .andere.woorden

Alle  gevonden  haplogroepen  behoren tot het  neolithicum   en takken af van een (oudste) vrouwelijk ancestraal  mtDNA genoom  (130,000–160,000 ). Azie is de geboortegrond  van alle  (gekende ) afstammelingen van de equus merries ( inclusief de wild gebleven extante  Przewalskis  )

Opvallend is de ( op basis van de studie  oudste geschatte )ouderdom van paarddomesticatie.

Andere dieren, zoals de koe en het schaap zijn pas 10.000 jaar geleden tam gemaakt.(2 &  3)

(1)

Het betekent  onder meer  dat die “oudste”voorouderlijke  oermerrie van het moderne paard =de recentste gemeenschappelijke matrilineaire voorouder van alle nu levende paarden is  en  omdat alle nu levende moderne paarden  hun mitochondriale DNA (met mutaties) van haar “geërfd” hebben.

Men neemt aan (in die studie )dat  deze  mitochondriale merrie  ( net als de mitochondriale Eva )  ongeveer 160.000 tot 140.000    geleden moet hebben geleefd. Het blijft echter  een  theoretische aanname 

zie ook  –> mitochondriale Eva  : dat is eveneens  een  puzzel die erg veel (andere )misverstanden  heeft opgeleverd   

http://nl.wikipedia.org/wiki/Mitochondriale_Eva

http://en.wikipedia.org/wiki/Domestication_of_the_horse

(2)

dat is  ouder  , maar inpasbaar  als  betere inschatting,   dan  ”  other  modern sources  that suggest  horse domestication in asia  between  5000 en 8000 years ago   “

http://www.biomedcentral.com/content/pdf/2041-2223-3-4.pdf

……the conclusion (of the italian paper ) appears to be that domestication occurred – multiple times, by mankind sourcing different wild mares at different points of history and from different locations – on the Eurasian Steppes from the Eneolithic onwards. The Eneolithic falls between the Neolithic and the Bronze Age, and might also be called the Copper Age. As there is already a large amount of archaeology linking horse domestication, copperwork and the spread of proto-Indo European in this area, this appears to confirm the theory that the Steppes were the origin of large scale and enduring horse domestication.

This also means that the Saudi Arabians need to come up with a bit more proof for their claim that horse domestication began in the Arabian Peninsula circa 7,000 BC and that there were already Arab-type horses at that period.

http://susannaforrest.wordpress.com/tag/mitochondrial-genomes-from-modern-horses-reveal-the-major-haplogroups-that-underwent-domestication/

°

(2b )

FINALE   UPDATE  ?  

8 May 2012

“……Archeologische resten wijzen erop dat de eerste paarden in het westelijke deel van de Euraziatische steppe werden gehouden, maar dna-onderzoek zou erop wijzen dat wilde paarden meerdere keren zijn getemd, op verschillende plaatsen.

Nieuw genetisch onderzoek spreekt dat laatste tegen: de eerste paarden kwamen wel degelijk uit de regio rond het zuidwesten van Rusland. Bovendien hebben de wetenschappers die de studie uitvoerden een goede verklaring bedacht voor de uitkomsten van het eerdere dna-onderzoek.  ….”

 

°

 

 Harry van Schalkwijk
harryschalkwijk.wordpress.com

Dank zij de relevante   links  naar recentere  (peer reviewed ) opvolgings studies  ,   geleverd door  Harry  Schalkwijk ( zie hieronder in de reacties   ) kunnen we  nu o.m.  een  mogelijke  verklaring leveren  aangaande  de kwestie  … ” vanwaar de     mitochondriale DNA      bijdragen  van de  oermerries  aan de huidige  paardengenomen  ,  vandaan  komen ( ook bij het éénmalige  domesticeren van het paard   in de euraziatische steppe  ) “

°Het  gaat  om  een  DNA  studie  met als resultaat  een  nieuw geponeerde   samenvattende   stelling  die  erin slaagt  twee  posities in het debat over paardendomesticatie  te verenigen

BBC =

“.….Domestic horses …… spread across Europe and Asia, breeding with WILD  mares   ALONG  THE WAY ……,research published in the journal PNAS     suggests.  ” 

De nieuwe studie  vergeleek  Nucleaire DNA monsters van 300 paarden uit  8 landen   in Europa en Azie  ….Genetische data werden  ingevoerd  in  computer modellen  , die waren ontwikkeld  om verschillende   domesticatie scenario’s te onderzoeken  

Dr Vera Warmuth from the Department of Zoology at Cambridge said:

“It shows that horse domestication originated in the western part of the Steppes and that the spread of domestication involved lots of integration of wild horses.”

De Conclusies van de studie  kunnen  verklaren  …. waarom bewijs verkregen uit  mitochondriaal DNA (mtDNA )  en verkregen  uit uitstuitend  matrilineaire  stamlijnen  ____wat tot desuggestie  leide dat  paarden meermaals werden getemd  ____ niet noodzakelijk de voormelde voorgestelde   suggestie  moeten  ondersteunen   …. integendeel

°  Wilde merries werden steeds  opnieuw gebruikt om reeds getemde kudden  van nieuw genetisch materiaal te voorzien …. Temeer omdat de getemde  kuddes  zich(misschien )  moeilijk  bleken  voort  te  planten  zonder dat “vers bloed ”  …..

(“In fact, it appears that wild mares were used to re-stock herds of existing domesticated horses, perhaps because they did not breed easily in captivity.”

—-> This is the case with Przewalski’s horse, which is the closest wild relative of modern horses.

Przewalski’s horses, the closest wild relatives of the domestic horse
Przewalski’s horses are the closest wild relatives of the domestic horse   )

 

 ” 

(3)

(wolfs)”honden “schijnen  veel vroeger te zijn gewoon geraakt aan de mens 

Cultuur impact   ?

Het feit dat paarden al ” veel eerder(dan  5000 jaar geleden ) getemd  ”  waren door mensen heeft grote invloed op cultuur van mensen over de hele wereld 

Het verbeterd de mogelijkheid tot handel en heeft grote voordelen in tijden van oorlog. Als we de oorsprong van paardendomesticatie verder naar achter schuiven, (—>  zie ook ( 2b ) voor een tegengeluid  dat het opschuiven van de  ouderdom van de paarddomesticatie  betwijfeld   )zullen we opnieuw moeten nadenken over de impact die het heeft gehad op de ontwikkeling van de mensheid. 

Door: NU.nl/Dennis Rijnvis

°

Verdere  LINKS  over paarden evolutie  : 

http://www.kennislink.nl/publicaties/my-little-pony-maar-dan-in-het-echt

Extante Reptielen foto’s , Links

°

http://www.scientias.nl/oudste-voorouder-van-de-plantenetende-landdieren-ontdekt/99854

reptiel

de vleesetende Eocasea martini. Dit organisme leefde zo’n 300 miljoen jaar geleden. E. martini zit in de voetstappen van de grootste planteneter die zo’n 270 miljoen jaar geleden leefde.

 

 

 

http://www.naturephoto-cz.com/reptiles-amphibians-fishes.html

Lizards

Reptile Photo Gallery
ANOLIS      anolis hagedissen <–doc  archief(updated )
Anolis carolinensis:
Relationships of anoles, from Alfoldi, et al. 2011.
    
Basilic vert      inguane       
The plumed basilisk, Basiliscus plumifrons
     The green iguana, Iguana iguana               Iguana standing on sand Iguanas
Galapagos land iguana - Conolophus subcristatusGalapagos Land Iguana  Galápagos land iguana close-up Galápagos land iguana
Marine iguana - Amblyrhynchus cristatusMarine Iguana  Marine iguana feeding on underwater algae Marine iguana
HAZELWORMEN
°
Snakes (Serpentes)         Bullsnake coiled and ready to strike Snakes
fer de lance
Fer-de-lance, terciopelo, Bothrops asper                 Coiled fer-de-lance snake Fer-de-lance
°
°
Reptile Photos
 Recent  Genome studies (, Shaffer et al. 2013; see Gilbert and Corfe 2013Wang et al. 2013)

1.-  Shaffer, H.B. et al. 2013. The western painted turtle genome, a model for the evolution of extreme physiological adaptations in a slowly evolving lineage. Genome Biology in press. pdf

   

Sierschildpad  (Chrysemys picta)
De sierschildpad is een waterbewonende schildpad uit de familie moerasschildpadden. Het is de enige soort uit het monotypische geslacht Chrysemys.
De sierschildpad is familie van de veel bekendere roodwangschildpad

EASTERN PAINTED TURTLE
Chrysemys picta picta

Meer afbeeldingen

Painted Turtle

2.-  Wang, Z., et al. 2013. The draft genomes of soft-shell turtle and green sea turtle yield insights into the development and evolution of the turtle-specific body plan. Nature Genetics 45 701-706. pdf

http://en.wikipedia.org/wiki/Trionychidae

Florida softshell turtle (Apalone ferox)  Hatchlings 

Tortue Ridley    
Olive ridley sea turtle, Lepidochelys olivacea
                            Olive ridley turtle on wet sand with a reflection of the turtle visible Olive ridley turtle
Image: Sea turtle swimming off of Florida's Atlantic coast.  100s of Gulf Turtle Eggs Relocated
°
TUATARA
tree_graphEvolutionary relationships among reptiles.The Tree diagram t is derrived form “Tuatara Cladogram“, by wikipedia user Benchill. Two extra lineages are illustrated thanks to PhyloPic The (non-avian) dinosaur is Dryptosaurus aquilunguis as illustrated by contributor Conty, and the turtle is from Scott Hartman. Our figure is released under a CC BY-NC-SA 3.0 license.
°
tuatara_02
Tuatara (Sphenodon punctatus), ….
°

Reptiles   BBC

We currently have videos and information on 80 Reptiles.

Find out more about Reptiles

Bunostegos

 

°

Oud woestijnreptiel opgegraven in Afrika

25 juni 2013

Wetenschappers hebben in Afrika fossielen opgegraven van een reptiel met een bizar uiterlijk, dat op het supercontinent Pangea leefde.

Het gaat om overblijfselen van een reptiel . Het dier had een gepantserde huid waarop grote knobbels zaten.

Waarschijnlijk leefde het reptiel ongeveer 250 tot 260 miljoen jaar geleden in een grote woestijn in het midden van Pangea, het supercontinent waaruit alle huidige continenten zijn ontstaan.

 

Dat schrijven onderzoekers van de Universiteit van Washington in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Vertebrate Paleontology . Ze hebben het dier de naam Bunostegos gegeven.

Bunostegos

Niger

De fossielen zijn opgegraven in het noorden van Niger. Uit een analyse van de skeletten blijkt dat het woestijnreptiel verwant was aan primitieve leden van de Pareisauridae, een familie van plantenetende reptielen.

De knobbels op het lichaam van de Bunostegos hadden waarschijnlijk geen beschermende functie. Het ging om uitstekende botten die waren bedekt met een laagje huid. Mogelijk konden individuen van verschillende soorten elkaar herkennen aan de uitsteeksels.

“Stelt u zich eens een plantenetende reptiel ter grootte van een koe voor”, vertelt onderzoeker Linda Tsuji van de universiteit van Washington. “De Bunostegos had een knobbelige schedel en een pantser van bot onderaan zijn rug.”

De meeste pareisauriërs hadden knobbels op hun schedels. Toch was die van de Bunostegos uitzonderlijk groot. Tegenwoordig zien we soortgelijke hoorns terug bij giraffen. Waarschijnlijk was de knobbel van de Bunostegos – net zoals bij giraffen – met huid bedekt.

De Bunostegos was een redelijk geavanceerde pareisauriër, alhoewel de reptiel nog een aantal primitieve eigenschappen bezit. Tjusi’s team denkt dat de bijzondere schedel van de Bunostegos het resultaat is van convergente evolutie en van isolatie. De Bunostegos leefde miljoen jaren lang geïsoleerd, waardoor de genetische lijn werd beschermd.

“De knobbels varieerden behoorlijk in formaat en vorm bij verschillende soorten”, verklaart hoofdonderzoekster Linda Tsuij op BBC News. “Ik denk dat ze als een soort decoratie dienden.”

De knobbelige reptielen leefden waarschijnlijk erg geïsoleerd in de woestijn van Pangea, omdat ze gebonden waren aan het droge klimaat waarin maar weinig andere soorten konden overleven.

Maar hoe isoleer je een groep reptielen? De wetenschappers denken dat de woestijn er mee te maken heeft. In het midden van Pangea (het huidige Nigeria) lag een woestijn, die eigenlijk fungeerde als een soort ‘hekwerk’. De Bunostegos leefde in de woestijn, net als een aantal andere reptielen, planten en amfibieën. Deze woestijn had dus een eigen ecosysteem. Veel andere dieren trokken niet door de woestijn heen, maar eromheen. Waarschijnlijk had de Bunostegos gezelschap van slechts enkele andere reptielen, amfibieën en planten.

Vragen
De onderzoekers weten nog weinig over de Bunostegos. Leefden deze pareisauriërs in een kudde? Of is het toeval dat de onderzoekers een aantal fossielen dicht bij elkaar vonden? Ook is op dit moment nog niet duidelijk hoe groot de prehistorische woestijn was en hoe de Bunostegos is uitgestorven. Ongeveer 248 miljoen jaar geleden stierf deze pareisauriër uit. Mogelijk werd dit veroorzaakt door vulkanische activiteit, zeespiegelstijging of opwarming van de aarde. Meer onderzoek is nodig om antwoorden te geven op deze vragen.

Door: 

NU.nl/Dennis Rijnvis /

Bronmateriaal:
Bumpy beast was a desert dweller” – University of Washington

°

Family Pareiasauridae Lydekker 1889

REPTILIOMORPHA
|--SYNAPSIDA
`--+--EUREPTILIA 
   |   
   ANAPSIDA
   |--Millerettidae
   |--Mesosauridae
   `--+--Lanthanosuchidae
      `--+--Bolosauridae
         `--Procolophonia
            |--+--Nycteroleteridae
            |   `--Pareiasauridae
            |      |==Bradysaurus 
            |      `--Velosauria
            |         |==Embrithosaurus
            |         `--+--Deltavjatia
            |            `---+--+--Shihtienfenia
            |                 |   `--Pareiasaurus (Pareiasuchus)
            |                 `--+--Pareiasaurus serridens
            |                    `--+--Scutosaurus
            |                        `--+--Elginia
            |                           `--Pumiliopareiasauria
            `--Procolophonoidea  
               |--Owenettidae 
               |   `?--TESTUDINES
               `--Procolophonidae

http://www.kheper.net/evolution/procolophonia/Pareiasauridae.htm

  • Pareiasaurus is een reptielengeslacht uit de familie Pareiasauridae . Dit primitieve reptiel leefde tijdens het Midden-Perm. Pareiasaurus was een 2,5 tot 3 meter lange planteneter met een grote kop, een zwaargebouwd lichaam en een dik huidpantser.
  • Het geslacht Pareiasaurus      °de eerste soort P. baini  werd in de negentiende eeuw door de Engelse bioloog Richard Owen beschreven op basis van vondsten in Zuid-Afrika. ° Later werden ook in Oost-Europa en Zuid-Amerika fossielen van Pareiasaurus gevonden.
  • De Zuid-Amerikaanse soort werd P. americanus genoemd.

File:Pareiasaurus baini behind.JPG

Pareiasaurus baini  /   Muséum national d’Histoire naturelle, Paris

Age: 255 MYA, Upper permian, Paleozoic Era.
Locality: Koltelnich
Upper Permian vertebrate fauna, Russia 
Pareiasaurus Adult Skull Profile
adult
Pareiasaurus Juvenile Skull  juvenile
Pareiasaurus Adult Skeleton  adult
Pareiasaurus Juvenile Skeleton Mounted  juvenile
Pareiasaurus
from Illustrated Encyclopaedia of Dinosaurs and Prehistoric Animals, illustration by Steve Kirk
graphic reproduced at external link DinoSaurios

Pareiasaurus Watson 1914

synonyms: Pareiasuchus, Propappus
stratigraphic range and localities: Endothiodon to Daptocephalus zones, Lower Beaufort Beds, Karoo basin, South Africa; Luangwa valley Zambia; Ruhuhuh valley, Tanzania; and Tatarian stage, Dvina river, northern Russia (Amarassian to Dzulfian age)
length: about 2.5 meters long
weight: about 600 kg

comments: This genus includes a number of large Pareiasaurs.  The skull is broad and the snout short.  There are 4 sacral vertebrae.  The phalangeal count of the fore-foot is 2,3,3,3,2.  The armour is well developed, with several rows of heavy scutes.  There are 14 pairs of low, broad-crowned teeth, each with 9 to 13 or more cusps (depending on the species).

Pareiasaurus nasicornisPareiasaurus nasicornis  (Haughton and Boonstra 1929)
Endothiodon  Zone, Karoo basin, South Africa
early Amarassian AgeThis early form is one of the first representatives of the genus.  It was originally included under the genus Pareiasuchus.  The snout is heavily armoured, and bears a horn-like boss. The teeth are equipped with 11 (or possibly 13 or 15) cusps.  This is a large animal; the skull is about 50 cm in length.  This species might be ancestral to Pareiasaurus peringueyi.
Pareiasaurus peringueyiPareiasaurus peringueyi (Haughton and Boonstra 1929)
Cistecephalus Zone, Karoo basin, South Africa
Amarassian AgeThis species was the type species for Pareiasuchus.  It is represented by a nearly complete skeleton from the Zak River, South Africa.  It is a medium-sized animal, the skull being 36 cm long.  It  is distinguished especially by the large quadrato-jugal region inclined far outwards and forwards so that its lower border makes an angle of about 120o with the maxillary border; this cheek bears large bony bosses.  There are at least 13 pairs of teeth in the upper jaw, each with 13 or possibly 15 cusps

Pareiasaurus omocratus (Seeley 1888)
Enothiodon or Cistecephalus Zone, Karoo basin, South Africa
Amarassian Age
This species was the type species for Propappus.  Only fragments of the skull are known.  The back thickly covered with large, slightly sculptured, bony scutes.  There does not appear to be ventral (belly) armour

Pareiasaurus serridensPareiasaurus serridens Owen 1876
Daptocephalus Zone, Karoo basin, South Africa
Dzulfian AgeThis late species is the type species for Pareiasaurus, and represents the culmination of this lineage.  The armour is well developed.  There are 14 pairs of teeth, each with 9 to 11 cusps.  The short deep skull is about 40 cm in length.  Note the extended quadrato-jugal region.http://www.palaeocritti.com/by-group/anapsida/pareiasauroidea/pareiasaurus
°
°
Bunostegos(=“knobby roof”) along with most Pareisaurs as a whole and 83% of all genera—were lost in a mass extinction event due to reasons we still don’t fully understand.
°
 
LINKS

GEOLOGIE TREFWOORD C

 

 zie onder Geologie

LINKS 

http://www.geologyrocks.co.uk/glossary/letter/c

 

__________________________________________________________________________________________

°

C14-datering  ;   …  is een methode om de ouderdom van fossiel organisch materiaal te bepalen, gebaseerd op het uitgangspunt dat in de lucht het gehalte aan de radioactieve koolstofisotoop C14 vrijwel constant is, maar in het materiaal dat niet in wisselwerking met de lucht is, afneemt door radioactief verval.   /CARBON 14 : A radioisotope of carbon. Its half-life is 5730 years

____________________________________________________________________________________________

°
Calcareniet  …..

http://nl.wikipedia.org/wiki/Calcareniet

http://en.wikipedia.org/wiki/Calcarenite

Calcarenite (Fossiliferous Limestone)

_______________________________________________________________________________________________

°

Calciet 2 3 4 5 6   /  CALCITE  : A mineral composed of calcium carbonate (CaCO3  ). It exists as two forms, low and high Magnesium (Mg). Only low Mg is stable at the Earth’s surface. Calcium Carbonate can also be found as aragonite, which is a polymorph of calcite. Calcite crystals may also show double refraction.

calciet

 //Het mineraal calciet bestaat voornamelijk uit het zout calciumcarbonaat en is één van de meest voorkomende mineralen in de aardkorst. Calciumcarbonaat ontstaat doordat oplosbare calcium-ionen in contact komen met CO2. Wikipedia           Formule: CaCO3

 

calciet  1

 

Het mineraal calciet (CaCo3) bestaat voornamelijk uit calciumcarbonaat. Calciet ontstaat bij een combinatie van in water opgeloste calcium ionen (Ca) en koolstofdioxide (CO2). Veel organismen vormen actief calciet om te gebruiken als skelet. Bijvoorbeeld de echinodermen.

Het mineraal Aragoniet (CaCo3) heeft dezelfde chemische samenstelling als calciet, maar heeft een andere kristalstructuur.Aragoniet is een onstabielere vorm van calciumcarbonaat en is gevoeliger voor oplossing. Fossiele mollusken en scleractienekoralen zijn oorspronkelijk van Aragoniet. Door diagenese wordt dit vaak in afzettingen vervangen door calciet.

Afhankelijk van de soorten en van de chemische samenstelling van de oceanen zijn er periodes geweest met meer afzetting van calciet en andere periodes met meer afzetting van Aragoniet.

CALCITE : Chemical composition: CaCO3. A mineral that is regularly found in the composition of many different types of fossils.-Aragonite (found in ammonite shells etc.) is converted to calcite under conditions of heat and pressure.

-kalkspaat = Calciet   een minerale vorm van calciumcarbonaat http://nl.wikipedia.org/wiki/Calciet

________________________________________________________________________________________________

°

Calcium

      

____________________________________________________________________________________________

°

Calciumcarbonaat//Calciumcarbonaat is het koolzure zout van calcium. —> Wikipedia     Formule: CaCO3  Molaire massa: 100,0869 g/mol   Dichtheid: 2,71 g/cm³  IUPAC-naam: Calcium carbonate  Smeltpunt: 825 °C

______________________________________________________________________________________

CALCIUMCARBONAAT 

kalksteenaragonietcalciet, aeromatt, akadama, albacar, albafil, albaglos, atomite, AX 363, BF 200, brilliant 15, brilliant 1500, britomya, calcene, calcicoll, calcidar 40, calcilit, calmos, calmote, calofil, calofort, calopake, calseeds, caltec, carbium, durkal

http://nl.wikipedia.org/wiki/Calciumcarbonaat

* De schaal van eieren en de schelp van slakken en schelpdieren bestaat grotendeels uit calciumcarbonaat. Het is ook een versterkend mineraal in de schalen van heel wat schaaldieren en insecten.

________________________________________________________________________________________

calcium carbonaat

°
Calcretes 2    CALCRETES, also called Hardpan,  calcium-rich duricrust, a hardened layer in or on a soil. It is formed on calcareous materials as a result of climatic fluctuations in arid and semiarid regions. Calcite is dissolved in groundwater and, under drying conditions, is precipitated as the water evaporates at the surface. Rainwater saturated with carbon dioxide acts as an acid and also dissolves calcite and then redeposits it as a precipitate on the surfaces of the soil particles; as the interstitial soil spaces are filled, an impermeable crust is formed.

San Miguel Island: calcrete

Calcrete on San Miguel Island, Channel Islands, California.   //Todd Clark

http://en.wikipedia.org/wiki/Caliche

Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]
Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]
Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]
Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]
Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]
Calcrete mine in Omaheke [M. Holker]

_______________________________________________________________________________________________

°

caldera  caldera ( Volcanology) 

View of the 13x8km large caldera of Santorini, Greece, formed during several Plinian eruptions including the Minoan eruption around 1613 BC.

View of the 13x8km large caldera of Santorini, Greece, formed during several Plinian eruptions including the Minoan eruption around 1613 BC.

Öraefajökull volcano, SE-Iceland. The summit caldera of this large, explosive volcano that erupted last in 1728, is occupied by a glacier, which is part of the Vatnajökull ice cap that covers most of SE Iceland.

Öraefajökull volcano, SE-Iceland. The summit caldera of this large, explosive volcano that erupted last in 1728, is occupied by a glacier, which is paLarge crater, usually several kilometers across, formed by the collapse of the roof of a magma chamber emptied by large explosive eruptions.

A caldera is a large, usually circular depression at the summit of a volcano formed when magma is withdrawn or erupted from a shallow underground magma reservoir. The removal of large volumes of magma may result in loss of structural support for the overlying rock, thereby leading to collapse of the ground and formation of a large depression. Calderas are different from craters, which are smaller, circular depressions created primarily by explosive excavation of rock during eruptions. (From USGS Photoglossary).Actually, calderas are a very common feature with most larger volcanoes. During the lifetime of a typical volcano, larger caldera-forming eruptions (that typically discharge around 1 km3 of magma or more) tend to ocur at typical time intervals of a few 1000 years. Subsequent smaller eruptions often rebuid the cone of the volcano, so that earlier calderas often are not easily visible.Famous calderas include Santorini in Greece, the Campi Flegrei caldera, Italy, Crater Lake caldera in Oregon (USA), Yellowstone Caldera, Wyoming (USA), Long Valley Caldera in east California (USA), Batur, Tengger and Krakatoa volcanoes (Indonesia) and many more.– The largest eruption of the 20th century from the Novarupta vent in the Valley of 10,000 Smokes of Alaska, ejected about 12 km3 of magma and resulted in the formation of a caldera 3 km across. Amazingly, the caldera collapse didn’t occur at the eruption vent, but 10 km away at Katmai, a stratovolcano! Apparently magma drained away from Katmai’s magma reservoir to Novarupta’s erupting vent.– Yellowstone National Park consists of three enormous calderas that erupted about 2, 1.2, and 0.6 million years ago. The most recent caldera is 45 km across and 75 km long!– Caldera-forming eruptions are the largest eruptions on Earth. For example, the Fish Canyon eruption in southwestern Colorado (United States) about 28 million years ago erupted more than 5,000 km3 of magma from La Garita caldera. That’s enough magma to bury the entire state of California to a depth of nearly 12 m!(from: USGS Photoglossary)

Related keywords (2):  crater – photoglossary.htmlcrater

Caldera   –>Ingestorte vulkaankrater  –> Een enorme explosiekrater. Hierin kan een nieuwe vulkaan of een meer ontstaan.

°

YELLOWSTONE  PARK   CALDERA 

http://www.scientias.nl/inbeeld/yellowstone-national-park

http://www.dailygalaxy.com/my_weblog/2011/01/is-yellowstone-the-worlds-largest-supervolcano-ready-to-explode.html

 

 

Calyellow

°Groter dan gedacht  

oor:

© thinkstock.

11/12/13 – 17u13  Bron: BBC

De supervulkaan die onder Yellowstone National Park sluimert, is volgens wetenschappers veel groter dan tot nu toe werd aangenomen.

Het park met de fotogenieke geisers in de Amerikaanse staat Wyoming herbergt een krater, de caldera, die elke 600.000 jaar tot uitbarsting komt. Uit seismologisch onderzoek is naar voor gekomen dat een mogelijke eruptie veel uitgebreider zal zijn dan eerst werd gevreesd.Zo blijken de magmakamer en de hoeveelheid superheet gesmolten gesteente twee keer zo groot dan eerdere schattingen uitwezen. De holte onder het park heeft een lengte van bijna 90 kilometer en bereikt dieptes tot 15 kilometer onder het aardoppervlak.Een uitbarsting van zo’n supervulkaan zou het hele klimaat op aarde kunnen beïnvloeden. De planeet zal jarenlang in een deken van vulkanische as gehuld worden, wat zal leiden tot een ijstijd.Wanneer de supervulkaan opnieuw uitbarst, is koffiedik kijken. We kennen enkel de data uit het verleden. Yellowstone veroorzaakte al zeker drie keer eerder een supereruptie: 2,1 miljoen jaar, 1,3 miljoen jaar en 640.000 jaar geleden.

°

°Caldera  /  CALDERA : A large, more or less circular depression or basin associated with a volcanic vent. Its diameter is many times greater than that of the included vents. Calderas are believed to result from subsidence, or collapse, and mayor may not be related to explosive eruptions

___________________________________________________________________________________________________

°

Caledonische orogenese     De Caledonische orogenese was een fase van gebergtevorming of orogenese gedurende het Paleozoïcum. Deze fase van gebergtevorming heeft sporen achtergelaten in het noorden van Europa, op Groenland enen in delen van Noord-Amerika … Wikipedia

Ligging van de Caledonische gebergtegordel in het Vroeg-Devoon, na afloop van de Caledonische orogenese. De huidige kustlijnen en namen van de verschillende delen van de gebergtegordel zijn aangegeven. Later bewogen deze delen uit elkaar door het ontstaan van de Atlantische Oceaan.

_______________________________________________________________________________________________

°
Caliches 2    voorbeelden  van  duricrusts  = harde korsten

…..http://en.wikipedia.org/wiki/Caliche

_________________________________________________________________________________________________

°

CALVING ( AFKALVEN ) The breaking off of large blocks of ice from a glacier that terminates in a body of water. capacity The maximum quantity of sediment a given stream, glacier, or wind can carry under a given set of conditions

___________________________________________________________________________________________________

°  Cambrian  : The earliest defined geological period spanning 542-483Ma. Time before the Cambrian is referred to as the Pre-Cambrian, making the Cambrian the first period of thePalaeozoic Era. All fossils from this period are marine and the beginning of this period saw the Cambrian Explosion; an apparent burst of evolution.

The Cambrian is split into four Epochs, Lower Series, Series 2, Series 3 and Furongian

CAMBRIUM https://tsjok45.wordpress.com/2012/09/01/cambrische-explosie/ 

° Misvattingen ° /wat toont het fossielen verslag°      

 Cambrium 2 3

______________________________________________________________________________________________

°

CAMPECHE ESCARPEMENT

Onderzeese klif  (inslagkrater  Golf van Mexico )

Perspectiveview02_lrg
Sixty five million years ago, an asteroid or comet crashed into a shallow sea near what is now the Yucatán Peninsula of Mexico. The resulting firestorm and global dust cloud caused the extinction of many land plants and large animals, including most of the dinosaurs. At this week’s meeting of the American Geophysical Union (AGU) in San Francisco, researchers will present evidence that remnants from this devastating impact are exposed along the Campeche Escarpment—an immense underwater cliff in the southern Gulf of Mexico shown above.

Campeche-all-black-750

11 december 2013 4

Ongeveer 65 miljoen jaar geleden zette een komeet of planetoïde met een donderend geweld de ondergang van onder meer de dinosaurussen in gang. Wetenschappers denken nu restanten van die verwoestende inslag gevonden te hebben langs een immense onderzeese klif in de Golf van Mexico.

Wetenschappers zijn ervan overtuigd dat de komeet of planetoïde die ongeveer 65 miljoen jaar geleden neerstortte één van de grootste massa-extincties die onze planeet ooit doormaakte in gang zette. En door de jaren heen hebben onderzoekers ook een redelijk goed beeld van die rampzalige inslag gekregen. Zo weten we dat de komeet of planetoïde insloeg in wat tegenwoordig Yucatán is.

De Golf van Mexico, met de klif (Campeche Escarpment). Afbeelding: Google Earth.

De Golf van Mexico, met de klif (Campeche Escarpment). Afbeelding: Google Earth.

Onzichtbare krater
De inslag resulteerde in een 160 kilometer brede krater. Helaas is die krater vandaag de dag bijna onzichtbaar: honderden meters puin en bijna een kilometer aan zeesedimenten onttrekken de krater aan het zicht. Hoewel er in gesteenten wereldwijd wel sporen van de inslag zijn teruggevonden, is er naar de gesteenten in de buurt van de inslagkrater maar weinig onderzoek gedaan. Dat is goed te verklaren: de gesteenten zitten zo diep dat het heel lastig is om ze te onderzoeken. Daarvoor moeten namelijk hele diepe gaten geboord worden.

De klif
Onderzoeker Charlie Paull, verbonden aan het Monterey Bay Aquarium Research Institute, speelde echter al enige tijd met de gedachte dat het misschien wel veel gemakkelijker was dan gedacht om de gesteenten in de buurt van de krater te bestuderen. Hij vermoedde dat gesteenten die verband houden met de inslag wel eens bloot zouden kunnen zijn komen te liggen langs een 600 kilometer lange onderzeese klif ten noordwesten van Yucatán. De klif in kwestie is bijna 4000 meter hoog en enigszins vergelijkbaar met de wanden van de Grand Canyon. Die wanden bestaan uit netjes op elkaar gestapelde laagjes gesteenten die ons stuk voor stuk iets kunnen vertellen over de tijd waarin zij tot stand kwamen.

Een kaart van de klif, met een laagje gesteenten dat wel eens uit de tijd van de inslag zou kunnen stammen. Afbeelding: © 2013 MBARI.

Een kaart van de klif, met een laagje gesteenten dat wel eens uit de tijd van de inslag zou kunnen stammen. Afbeelding: © 2013 MBARI.

In maart van dit jaar maakte Paull met behulp van sonarapparatuur een gedetailleerde kaart van de klif. Die kaarten zijn nu terug te vinden in Google Maps en Google Earth. Vooralsnog lijken ze het vermoeden van Paull te onderschrijven. In de toekomst hoopt Paull met behulp van onderwaterrobots een beter beeld van de klif te krijgen en te kunnen vaststellen of deze daadwerkelijk sporen vertoont van één van de grootste massa-extincties die onze planeet ooit doormaakte.

Bronmateriaal:
Mapping the demise of the dinosaurs” – MBARI.org
De foto bovenaan dit artikel is afkomstig van MBARI

Researchers think these undersea cliffs may hold geological clues to the dinosaurs’ demise. This close-up image of the Campeche Escarpment from the 2013 sonar survey shows the proposed contact between rocks of Cretaceous age (below) and younger rocks (above).
Credit: (c) 2013 MBARI 

 http://m.livescience.com/41843-undersea-cliff-dinosaur-extinction.html

Bathymetric map of

Campeche Escarpment 

Cliff
Google Earth
Detailed underwater views of the Campeche Escarpment are available n Google Earth and Google Maps.
_________________________________________________________________________________________________

°

Campostromatoidea

_________________________________________________________________________________________________

°

CANYON  

GROENLAND

 Onder het Groenlandse ijs zit een canyon verborgen.

HLN / EOS  30 augustus, 2013 –

Wetenschappers hebben één van ’s werelds grootste canyons ontdekt onder het Groenlandse ijs. De gigantische kloof die 800 km lang en tot 800 meter diep is, werd vier miljoen jaar geleden door een rivier uitgehouwen nog voor de komst van het ijs.

De ontdekking gebeurde per toeval toen de wetenschappers met een radar onder de ijslaag keken om de gevolgen van klimaatverandering in kaart te brengen.

3D-beeld van de canyon onder Groenland, gezien in noordwestelijke richting vanuit het centrum van het land. (Foto: J. Bamber)

kloof     NASA.

Zo’n 750 kilometer lang is hij, en op sommige plaatsen tot 800 meter diep. De canyon die wetenschappers ontdekten op Groenland, is vergelijkbaar met delen van de Grand Canyon in het Amerikaanse Arizona. Alleen bevindt hij zich onder het ijs, melden ze in Science.De wetenschappers analyseerden duizenden kilometers radargegevens, onder meer van de NASA, om het landschap onder het ijs in kaart te brengen. Bij bepaalde frequenties laat het ijs de radargolven door, waarna die weerkaatsen op de rotsen eronder. Zo kwamen ze de canyon op het spoor.Volgens de onderzoekers is de canyon cruciaal voor het afvoeren van smeltwater naar de oceaan. Vermoedelijk speelde hij al een belangrijke rol in het watertransport op Groenland voor het met ijs was bedekt, meer dan 4 miljoen jaar geleden.De wetenschappers wijzen erop dat in tegenstelling tot wat we soms denken, op Groenland nog veel te ontdekken valt. (ddc)Bronmateriaal:
NASA Data Reveals Mega-Canyon under Greenland Ice Sheet” – NASA.gov
Mega-canyon discovered beneath Greenland ice sheet” -Bristol.ac.uk

ANTARCTICA

Wetenschappers hebben ontdekt dat zich onder het dikke pak ijs op West-Antarctica een 1,6 kilometer diepe vallei bevindt. De vallei doet qua grootte denken aan de Grand Canyon en qua diepte aan de grote Afrikaanse slenken.

“We hebben onder het ijs een enorme vallei gevonden waarvan sommige delen ongeveer één mijl (1,6 kilometer) dieper zijn dan het omringende landschap,” vertelt onderzoeker Robert Bingham. “Als je vandaag de dag al het ijs hier weg zou halen, dan zou je een landschap zien dat net zo dramatisch is als de enorme slenken die je in Afrika vindt en qua grootte lijkt het op de Grand Canyon.”

Plat
En dat zou u als u het landschap vandaag de dag ziet, niet zeggen. Het landschap is namelijk helemaal plat. Waarschijnlijk is de enorme vallei daardoor zo lang onopgemerkt gebleven. De onderzoekers ontdekten de vallei met behulp van een radarsysteem dat door het ijs heen kon ‘kijken’, zo meldt het blad Nature.

 

Verklaring
De wetenschappers zijn heel blij met de ontdekking van de vallei. Deze verklaart namelijk een hoop.

“De afgelopen twintig jaar hebben we het verlies van ijs op Antarctica met satellieten gevolgd en we hebben rond de kustlijn consistente en substantiële verliezen van ijs gezien. Sommige gletsjers, waaronder de Ferrigno Ice Stream, verliezen bijzonder veel ijs en om te begrijpen waarom, moeten we informatie verzamelen over de situatie onder het ijs.” Het leverde deze spectaculaire ontdekking op. En die ontdekking kan verklaren waarom het ijs op sommige plaatsen zo snel smelt. “Wat deze studie laat zien is dat deze oude vallei en de andere valleien die onder het ijs zijn ontdekt en verbonden zijn met de opwarmende oceaan de stroom van ijs kunnen beïnvloeden en het verlies van ijs kunnen vergroten doordat ze veranderingen die aan de kust plaatsvinden verder landinwaarts brengen,” legt onderzoeker Fausto Ferraccioli uit.

Doordat onderzoekers het verlies van ijs nu beter kunnen verklaren, is het ook gemakkelijker om te voorspellen wat het ijs in de toekomst gaat doen. En dat is heel belangrijk: Antarctica levert een flinke bijdrage aan de zeespiegelstijging. En (laag gelegen) landen kunnen alleen effectieve maatregelen treffen als we ongeveer weten hoe sterk de zeespiegel gaat stijgen.

Geology of the Grand Canyon area –     Bryce Canyon National Park – Wikipedia           Geology of the Zion and Kolob canyons area – Wikipedia, the free      Geology of the Bryce Canyon area – Wikipedia, the free encyclopediaµ   Geology of the Canyonlands area – Wikipedia, the free encyclopedia    Grand CanyonWikipedia  Grand Canyon – Black Canyon of the Gunnison National Park –    Cloudland Canyon State Park – 

°

Capillaire
-continue
-franje
-open
-vol
-zoom

°CAPILLARY  : A small, tubular opening with a diameter about that of a human hair

°CAPILLARY ACTION : The action by which a fluid (such as water) is drawn up into small openings (such as pore spaces in rocks) due to surface tension

°CAPILLARY FRINGE :A zone above the water table in which water is lifted by surface tension into openings of capillary size

° Caprock  ……is een afdekkende laag boven een zoutpijler bestaand uit carbonaten en sulfaten.

Carapax

°CARBONACEOUS   : Containing carbon

Carbonicola
Carbonisatie 2

°Carbonate      Carbonates are compounds in which one or more metallic or semi-metallic elements have combined with the carbonate radical (CO3). It also refers to a sediment or a sedimentary rock formed by precipitation of carbon from an aqueous solution of carbonates (typically calcium, magnesium, or iron). Limestone is a carbonate rock. An common example of a carbonate mineral is calcite.

° CARBONATE MINERAL :…A mineral formed by the bonding of carbonate ions (CO32-) with positive ions. Examples: calcite (CaCO3), dolomite [CaMg(CO3)2

°CARBONATE ROCK : A rock composed mostly of carbonate minerals. Examples: limestone, dolomite./

Carbonaatgesteente /Sedimentair gesteente kan behalve uit silicaten ook uit carbonaatmineralen bestaan, zulk gesteente wordt carbonaatgesteente genoemd. De meest voorkomende carbonaatmineralen zijn calciet, aragoniet en dolomiet.

*Een gesteente dat grotendeels uit calciet bestaat wordt kalksteen genoemd, een gesteente dat uit dolomiet bestaat wordt dolosteen genoemd. Ook carbonaatgesteente kan detritisch zijn, het bestaat dan uit klasten opgebouwd uit carbonaten.

*Carbonaatgesteente kan echter ook biogeen zijn, dat wil zeggen dat het door organismen is gevormd. Een voorbeeld van organismen die kalksteen vormen zijn koralen of kalkalgen. Biogeen carbonaatgesteente wordt vrijwel alleen in de zee gevormd.

*Een derde groep zijn de chemische carbonaatgesteenten. Dit gesteente vormt door de neerslag van carbonaatmineralen. Voorbeelden van dit type zijn travertijn en caliche.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Sedimentair_gesteente
Carboon

°  Carboniferous ;  (CARBOON) The fifth period of the Palaeozoic. Spans 359-299Ma, and is famous for the extensive coal beds

Epochs:

  • Gzhelian 302-299Ma
  • Kasimovian 306-303Ma
  • Moscovian 311-306Ma
  • Bashkirian 318-311Ma
  • Serpukhovian 326-318Ma
  • Viséan 345-326Ma
  • Tournaisian 359-345Ma

___________________________________________________________________________________
CARBONATES 

http://www.geologyrocks.co.uk/tutorials/introduction_to_carbonates

Carbonates: Those rocks and minerals which have CO3 within their composition. Examples include limestone (CaCO3), Malachite (CuCO3CU(OH)2) and dolomite (CaMg(CO3)2).

http://en.wikipedia.org/wiki/Carbonate_minerals

 

Some typical environments that carbonates can form.

carbonates (coastal)deposits

carbonates (coastal)deposits

http://csmres.jmu.edu/geollab/Fichter/SedRx/carbdepoenvir.html

Carbonate Depositional Environments

Simplistically, carbonate depositional environments form in five belts that run parallel to the coastline. These are, tidal flat, lagoon reef, shelf, and basin. After this many other divisions are possible.

http://www.geol.umd.edu/~jmerck/geol342/lectures/15.html

Eolian Dune Depositional Environments

Eolian Dune Depositional Environments

 

 

 

http://www.beg.utexas.edu/lmod/_IOL-CM02/cm02-step04.htm

Carbonate eolianites are deposited as coastal dunes immediately landward of high-energy beaches (McKee and Ward, 1983). They commonly form a transverse ridge parallel to the shoreline, with the windward side facing the open sea and the leeward side facing inland (see below). As with beaches, eolian dunes can form in several areas of the platform.

Isla Cancun barrier island off Yucatan Peninsula, Mexico, with Holocene eolian dune development. From Loucks and Ward (2001).

Isla Cancun barrier island off Yucatan Peninsula, Mexico, with Holocene eolian dune development. From Loucks and Ward (2001).

 

 

http://www.utexas.edu/depts/grg/hudson/grg394k/studentprojects/rush/paper.html

____________________________________________________________________________________

CATASTROPHISM ….. The belief that geologic history consists of major catastrophic events involving processes that were far more intense than any we observe now. ––> Cuvier  /Contrast with uniformitarianism

°CAVE : (GROT /SPELONK ):….A naturally formed subterranean open area, or chamber, or series of chambers, commonly produced in limestone by solution activity

____________________________________________________________________________________

 

Chaparrastique-vulkaan in El Savador barst uit

vulkaan

In El Salvador is gisteren de Chaparrastique-vulkaan uitgebarsten. Deze vulkaan ligt slechts vijftien kilometer van San Miguel, één van de grootste steden van Latijns-Amerikaanse land. Duizenden mensen in een straal van drie kilometer zijn geëvacueerd.

De uitbarstingskolom, bestaande uit heet vulkanisch as, bereikt een hoogte van vijf kilometer. Dat is meer dan twee keer zo hoog als de totale hoogte van de vulkaan.

De zwaveldioxidepluim (rood) bereikt ook buurlanden Honduras en Nicaragua.

De Chaparrastique-vulkaan is regelmatig actief. In 2002 produceerde de vulkaan een kleine VEI 1-eruptie. Op devulkanische-explosiviteitsindex stelde deze eruptie niet veel voor. Een VEI 1-eruptie komt wereldwijd namelijk dagelijks voor. De laatste grote eruptie vond plaats in 1967, toen was er sprake van een VEI 2-eruptie. Een VEI 2-eruptie is doorgaans tien keer zwaarder dan een VEI 1-eruptie. Gezien de hoogte van de eruptiekolom lijkt de uitbarsting van 29 december 2013 een VEI-2 of wellicht een VEI 3-eruptie te zijn.

Er zijn nog geen slachtoffers gevallen, maar het neerdalende as vormt wel een risico voor longpatiënten.

 

 

video van de spectaculaire uitbarstingskolom boven de Chaparrastique-vulkaan.

 

 

 

 

_____________________________________________________________________________________

Celadoniet is een zacht groen mineraal dat laagsgewijs is opgebouwd. Het mineraal behoort tot de groep van Mica. Het heeft de ingewikkelde chemische formule K(Mg, Fe2+)(Fe3+,Al)[Si4O10](OH)2.

celadonite 0483496001146907210

http://www.mindat.org/photo-60373.html

© Photo & Collection of Martins da Pedra  – .

Sample with several voids filled with celadonite – Overall size 10x5x3cm – December of 2000

Celadoniet-Heulandiet

http://en.wikipedia.org/wiki/Celadonite

http://nl.wikipedia.org/wiki/Celadoniet

_______________________________________________________________________________________

°

Cement: That material which binds together particles within a rock.

°CEMENTMinerals precipitated from ground water in the pore spaces of a sedimentary rock and binding the rock’s particles together  /Sedimentaire gesteenten zijn vaak verzadigd met grondwater, waarin mineralen kunnen oplossen en neerslaan. Het neerslaan van mineralen (cementatie) zorgt ervoor dat de poriënruimte in het gesteente kleiner wordt. De neergeslagen mineralen vormen een cement, dat het gesteente compacter en harder maakt

Cementering 2 3
Cementkwartsieten

° CENOZOICUM  : The era of geologic time from the end of the Mesozoic era (65 million years ago) to the present

Eon Eratheem
Era
Systeem
Periode
Serie
Tijdvak
Tijd geleden Ma)
Fanerozoïcum Cenozoïcum Kwartair Holoceen 0 – 0,0117
Pleistoceen 0,0117 – 2,588
Neogeen Plioceen 2,588 – 5,333
Mioceen 5,333 – 23,03
Paleogeen Oligoceen 23,03 – 33,9
Eoceen 33,9 – 56,0
Paleoceen 56,0 – 65,5
Mesozoïcum Krijt Laat ouder

Het Cenozoïcum is het laatste era uit de geologische geschiedenis tussen 66,0 miljoen jaar geleden (Ma) en nu. Het wordt onderverdeeld in de Systemen/Perioden en Series/Tijdvakken:

De era voorafgaand aan het Cenozoïcum heet het Mesozoïcum.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cenozo%C3%AFcum

____________________________________________________________________________________________

Cerithium
Cerithiumklei

________________________________________________________________________________________________
Chalcedoon 2
° CHALCEDOON / CHALCEDONY :  A general term for fibrous cryptocrystalline quartz /

http://nl.wikipedia.org/wiki/Chalcedoon

Chalcedoon is een variëteit van het mineraal kwarts met een witblauwe kleur. Het mineraal heeft de chemische formule SiO2, met sporen van ijzer, mangaan, mangaanoxide en koper.

Het is een zeer zuivere kwarts die eigenlijk wit is. De  blauwachtige  kleur is een gevolg van een natuurkundig verschijnsel dat ontstaat door de microkristallijne structuur van de steen (Tyndall-effect).

chalcedoongeode

Chemische samenstelling

ruwechalcedoon

chalcedoon ontstaat door snelle afkoeling bij lage temperaturen en geringe druk en heeft daardoor geen zichtbare kristallen. Chalcedoon is een kwarts

chalcedoon is siliciumdioxide plus ingesloten water.

Samenstelling: SiO2 + H2O Hardheid: 6,5 – 7 Glans: glasglans, mat, zijdeglans, wasglans Transparantie: meest doorschijnend, ook halfdoorzichtig, opaak Breuk: ruw, schelpvormig Splijtbaarheid: geen Dichtheid: 2,58 – 2,64 Kristalstelsel: microkristallijn, trigonaal

Chalcedoon wordt veel gevonden bij holtes en breuken in gesteente. Een streeppatroon ontstaat als de steen uit stromend kiezelzuur ontstaat. Wordt hij in stilstaand kiezelzuur gevormd, dan is hij gelijkmatig doorschijnend en zonder bandering.

Chalcedoon is als het ware een opvulmiddel in holle ruimtes van gesteente.

°CHALK (krijt)   :

Chalk

A variety of limestone composed of shells of microscopic oceanic organisms

A fine grained, white calcium carbonate composed of coccoliths. Common in the Cretaceous of western Europe.

The White Cliffs of Dover are a classic example of chalk cliffs.(krijtrotsen ) 

 

The White Cliffs of Dover

The White Cliffs of Dover

 

° CHEMICAL DECOMPOSITION (CHEMISCHE VERWERING ) : Synonymous with ” chemical weathering  ”  /Chemical reactions that act on rocks exposed to water and the atmosphere so as to change their unstable mineral components to more stable forms. Oxidation, hydrolysis, carbonation, and direct solution are the most common reactions. 

°

Chemische sedimenten 2 3

°

Chemische (erosie) verwering   <—  Het gesteente wordt aangetast door de inwerking van water, zuurstof en andere zuren. (de chemische samenstelling verandert)

°

Chert 2 3    ° CHERT :  A sedimentary rock composed of granular cryptocrystalline silica  / hoornsteen

Chert is a chemical precipitate formed by groundwater. Chert can also form by biochemical accumulation of silica-rich fossils in deep marine environments; however, distinction requires microscopic examination.

  • Sediment type: chemical/biogenic
  • Composition: quartz
  • Grain Size: microscopic
  • Common Sedimentary Environments: groundwater precipitate or deep-marine biogenic accumulations
  • Other Characteristics: highly variable in color but easily recognized by its high hardness, very fine grain size and conchoidal fracture

(archeology)Arrowheads in Texas and elsewhere were commonly crafted from chert

Chert (microcrystalline quartz) (SiO2) includes chalcedony, agate, jasper, and flint.(vuursteen https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuursteen)  Chert and flint are so similar that there is no sharp distinction between them. Dark-colored nodules are called flint, and the light-colored variety is called chert. The variation may be due to the inclusion of variable amounts of organic matter. Other chert colors can include pink, brown, and purple. Chert has a conchoidal fracture, a hardness of around 7, a dull luster, and a colorless streak.

The irregular masses of chert that are common in Texas limestones may have been formed by silica-rich groundwater passing through the sediments before they were lithified (formed into rocks). These irregular masses, known as nodules(= vuursteen knollen ) , often have exotic shapes uninfluenced by the textures in the host limestone.

https://en.wikipedia.org/wiki/Chert  /

Afbeeldingen van FLINT <–

Chert  Microcrystalline silica (SiO2).

FLINT   is the best known example.

http://geology.com/rocks/flint.shtml

 

chert: vuursteen : flint

chert: vuursteen : flint

Flint is a variety of microcrystalline or cryptocrystalline quartz. It occurs as nodules and concretionary masses and less frequently as a layered deposit. It breaks consistently with a conchoidal fracture and was one of the first materials used to make tools by early people.

 

 

°

Chloriden
Chloriet 2 3
Chlorietgroep

°Chronostratigrafie is stratigrafie op grond van ouderdom.     Chronostratigrafie 2 3

°chronostratigrafische eenheid …..is een gedefinieerde en benoemde stratigrafische eenheid onderscheiden op grond van tijd; gesteentepakket uit een bepaalde periode.

Chrysopaas

°C-HORIZON  :  The zone of soil consisting of partly decomposed bedrock underlying the B horizon. It grades downward into fresh, unweathered bedrock

°

CINDER  : (SINTEL ) A fragment of volcanic ejecta from 0.5 to 2.5 cm in diameter /http://en.wikipedia.org/wiki/Cinder

°CINDER CONE : (SINTELKEGEL )A cone-shaped hill composed of loose volcanic fragments /http://nl.wikipedia.org/wiki/Sintelkegel

Lava fountain from the main vent of Pu`u `O`o adds new tephra to its towering spatter and cinder cone. In 1986, the cone was about 255 m tall. The summit was built higher than the main vent (about 86 m higher) as tephra from dozens of tall fountains between 1983 and 1986 was blown by the persistent trade winds toward the southeast

A small short-lived lava fountain built this elongate cone of spatter around a vent located on the flank of the much larger Pu`u `O`o spatter and cinder cone. This spatter cone is 4-5 m tall

Long-lived basaltic lava fountains that erupt spatter, scoria or cinder, and other tephra from a central vent typically build steep-sided cones called spatter-and-cinder cones. The greatest bulk of these cones consists of spatter, but during fountaining a lava flow usually pours down one side of the cone. Eruptions that build spatter and cinder cones are much longer in duration and much more varied in intensity than those that eject only spatter to build spatter cones and ramparts

_______________________________________________________

°

CIRQUE  :

http://en.wikipedia.org/wiki/Cirque

An amphitheater-shaped depression at the head of a glacial valley, excavated mainly by ice plucking and frost wedging

Glacial ice usually accumulates in an amphitheater-like hollow in a mountainside called a cirque.

http://www.geol.umd.edu/~jmerck/geol100/lectures/35.html

http://www.pbase.com/dougsherman/image/93200873

(AG14) Cirque, Glacier National Park, MT

(AG14) Cirque, Glacier National Park, MT

 

 

 

 

(http://www.swisseduc.ch/glaciers/glossary/cirque-glacier-en.html)

Teton cirque glacier, Wyoming, USA

 

http://learningglaciers.blogspot.be/2012/08/types-of-glacier.html

Cirque

___________________________________________________________________________________________

CIRRIPEDIA 

Cirripedia 2

http://nl.wikipedia.org/wiki/Rankpootkreeften

 

__________________________________________________________________________________________________

Citrien

Citrien of citroenkwarts is de citroengele doorschijnende variant van het mineraal kwarts (SiO2).

Afbeeldingen van citrien

http://nl.wikipedia.org/wiki/Citrien

 

 

citrien

 

____________________________________________________________________________________________________

°  Cladogenesis   /  The evolution of two or more daughter species from a single parent species by the splitting of a lineage

________________________________________________________________________________________________

° CLASTIC  :  

1 Pertaining to fragments (such as mud, sand, and gravel) produced by the mechanical breakdown of rocks.

2 A sedimentary rock composed chiefly of consolidated clastic material

° Clastic texture  ; The texture of sedimentary rocks consisting of fragmentary particles of minerals, rocks, and organic skeletal remains

°Citrine    CITRINE  :    Variety of quartz. Yellow-orange in colour.

Afbeeldingen van citrine rock <—

http://www.gemstoneslist.com/citrine.html

Uncut Citrine  From Brazil. Photo by Grzegorz Framski

Uncut Citrine
From Brazil. Photo by Grzegorz Framski

 

Image courtesy of Grzegorz Framski.

Classificatie 2 3 4 5 6 7

° CLAY ( KLEI )  :  Sedimentary material composed of fragments with a diameter of less than 1/256 mm. Clay particles are smaller than silt particles

°CLAY MINERALS  ( KLEIEN ) : A group of fine-grained crystalline hydrous silicates formed by weathering of minerals such as feldspar, pyroxene, or amphibole

Cleavage
° CLEAVAGE  ( KLIEF-RICHTING /kliefwas / CLIVAGE )  :  The tendency of a mineral to break in a preferred direction along smooth planes …. Mineralen splijten,  zoals sommige houtsoorten,  in een enkele richting:  kliefwas genoemd.—> Breukvlak

Cleavage  /The distinct planes of weakness that a mineral breaks along. The picture below shows clear cleavage lines.

 

fluorite-octahedral-cleavage2

fluorite-octahedron cleavage
Fluorite is one of the few minerals that have four directions of cleavage.  If a crystal of fluorite is
carefully cleaved so that the resulting form has faces of equal size and shape, an octahedron with
8 faces is formed.  Miners who worked in the Cave-in-Rock fluorite district of southern Illinois used
to spend their free time during lunch hours cleaving fluorite into collectible octahedrons.

 

http://skywalker.cochise.edu/wellerr/mineral/fluorite/fluorite2.htm

 

°Cline  /A gradual change in an allele frequency or in the mean of a character over a geographic boundary.

Cliona 2

Cloacadieren
Clionidae
Clypeaster
Clypeasterina
Clypeasteroida
Cnidaria 2

° COBBLE (KEIEN/ rolstenen  )   :  A rock fragment with a diameter between 64 mm (about the size of a tennis ball) and 2567 mm (about the size of a volleyball). Cobbles are larger than pebbles but smaller than boulders

° COCONINO  

coconino sandstone

°COLUMNAR JOINTING :  A system of fractures that splits a rock body into long prisms, or columns. It is characteristic of lava flows and shallow intrusive igneous flows

Joints are fractures in rocks, and columnar joints are a specific type of joint pattern. Columnar joints contain aspects of both petrology and structural geology, but the discussion will address only the structural aspect. Columnar joints are defined as parallel, prismatic columns in basaltic flows and sometimes other rocks, and this specific pattern is a result of cooling (Bates and Jackson, 1984). The columns are normally found in shallow intrusive or extrusive igneous rock bodies, generally, basaltic, sills, dikes and lava flows.

The columnar fractures are a result of the cooling process. The basalt cools rapidly from the outside toward the center, causing shrinkage cracks to form, commonly, in a hexagonal pattern. There are examples of the more uncommon forms that display 3 to 12 sides. The shape of the columns is attributed to tensional stress. The columns vary from a few inches to several feet in diameter. The length of the column is ordinarily perpendicular to the contact. Hill (1972) explains that the sides of the columns commonly exhibit horizontal markings called chisel marks. Where a column may have broken, one side exhibits a concave surface and the other a convex surface – this is called cup and ball jointing.

There are several places in the United States where columnar jointing is exhibited, a few examples are, Devils Postpile in California, Devils Tower in Wyoming (pictured below), Sheepeaters Cliffs in Yellowstone National Park, and Palisades sill in New Jersey.

Giant’s Causeway in Ireland.

 

 

Afbeeldingen van Giant’s Causeway in Ireland.

 

Coesiet
Cohesie 2

 

 

°

 

 

Compaction: The process whereby, during diagenesis, a sediment’s grains are packed together and pore spaces and water are largely eliminated.

Compactie 2 3

° COMPETENCE : The maximum size of particles that a given stream, glacier, or wind can move at a given velocity

Competent gesteente
Competente snelheid

°Compressie….. is de samendrukking ten gevolge van twee naar elkaar toe bewegende delen (platen) van de lithosfeer  /

.°COMPRESSION  A system of stresses that tends to reduce the volume of or shorten a substance

°COMPOSITE  VOLCANO :    A large volcanic cone built by extrusion of alternating layers of ash and lava. Synonymous with stratovolcano

shasta.jpg

Mt. Shasta

Composite volcanoes are the most beautiful – – – and ! – – – the most deadly of the volcano types, at least in Holocene time.

Their lovely steep-sided, symmetrical cone shapes are built up by eruptions of intermediate viscosity andesitic lava and explosive tephra.

Examples of composite volcanoes, also called stratovolcanoes, are Mount Shasta in California, Mount St. Helens and Mount Rainier in Washington state, and Mount Fuji in Japan.

stratovolcano.gif (9900 bytes)

http://geology.isu.edu/wapi/envgeo/EG6_volcano/volcanoes.htm

Concaaf 2 3
Conchifera 2 3

°

Conchoidal: Denoting a rock fracture that is curved and has concentric ripples radiating from the point of impact.

°

CONCHOIDAL FRACTURE : A type of fracture that produces a smooth, curved surface. It is characteristic of quartz and obsidian     http://en.wikipedia.org/wiki/Fracture_(mineralogy)

Obsidian bearing well-developed conchoidal (clam-shell-shaped) fracture with concentric ribs, as displayed at the recent U.S. Science and Engineering Festival on the National Mall by a local gem/fossil/mineral club.

°

CONCRETION  : A spherical or ellipsoidal nodule formed byaccumulation of mineral matter after deposition of sediment

*Concretions: Masses formed, usually around a nucleus, during diagenesis. Two examples are flint nodules within chalk, and mudstone nodules within shale. Concretions are often fossiliferous, with the fossil providing the nucleus for growth.

Concordant 2
Concreties 2 3

° Condensaat …..is een complexe koolwaterstofverbinding, lichter dan aardolie en zwaarder dan aardgas.—> Koolwaterstoffen

°

Cone-in-cone structure: A structure, often formed of calcite, that is sometimes mistakenly identified as a fossil. Its appearance is that of a suite of cones stacked within each other.

Conformable: Denoting a sequence of deposits that has accumulated without a break in deposition.

°Congelifraction   / See frost wedging.

Congelifluctie

Conglomeraten  °Conglomerate  / CONGLOMERAAT   / A clastic rock composed of a fine matrix and rounded class. This is in contrast to a breccia. /

Conglomerate

Photo by Daniel Mayer. Released under terms of the GNU FDL. From Wikipedia.

A coarse-grained sedimentary rock composed of rounded fragments of pebbles, cobbles, or boulders

Conglomerates: Rocks composed of rounded pebbles cemented together.

___________________________________________________________________________________

° CONE OF DEPRESSION : A conical depression of the water table surrounding a well after heavy pumping

Coniconchia
Conoclypina
Conodonten

°CONSEQUENT  STREAM   : A stream that has a course determined by! or directly resulting from, the original slope on which it developed. contact The surface separating two different rock bodies

    Trellis style drainage networks dominate in folded rock terrains.Streams can be classified as obsequent – flowing opposite to the dip direction, consequent, flowing parallel to the dip direction and subsequent streams flow parallel to the direction of strike. The obsequent streams are generally short and steep while the consequent streams are longer      http://www.science.smith.edu/geosciences/geomorph/Structure.html

http://en.wikipedia.org/wiki/Fluvial_landforms_of_streams

Consequent streams are streams whose course is a direct consequence of the original slope of the surface[1][2] upon which it developed, i.e., streams that follow slope of the land over which they originally formed

patterns of consequent and subsequent streams:

http://www.usu.edu/geo/geomorph/images8.html

Conserveren

°Consolidatie.….. is de afname van het (gesteente)volume en toename van de dichtheid van een afzetting ten gevolge van toegenomen uitwendige druk en/of onttrekking van vloeistof of gas.   Consolidatie

Consolidation: Another word for ‘diagenesis’ – the process during which sediments are compacted and/or cemented, to become rocks.

Contact metamorphism: A change in the character of surrounding rocks when subjected to intense heat from magma intrusions.

Cross/current-bedding: Bedding planes that are inclined and often cross and terminate each other. Generally formed in river sediments.

°CONTACT METHAMORPHISM  : Metamorphism of a rock near its contact with a magma   /  Contactmetamorfose 2 4

° De continentale aardkorst ….is gemiddeld 30 km dik,(waarvan dus gemiddeld 29,5 km diep (onder de zeespiegel )

° continentaal plat  …..is een onderzeese voortzetting van het continentale gebied.  Contintaal plat

° CONTINENT  / A large landmass, from 20 to 60 km thick, composed mostly of granitic rock. Continents rise abruptly above the deep-ocean floor and include the marginal areas submerged beneath sea level. Examples: the African continent, the South American continent

Continent    < werelddeel  <landmassa

gemiddelde dikte van continenten (boven zee-niveau): 500 meter.

Continentale gebergtes hebben gebergte-wortels die 5 maal zo groot (diep) zijn als de berg hoog is, en die isostatisch omhoog komen tijdens de erosie: voor het verwijderen van 5 km berg moet er 30 km eroderen. De erosie van de eerste paar honderd meter van vrijwel onverhard sediment gaat héél snel, de laatste restjes, als er eigenlijk alleen nog maar een vlakte over is, gaat héél langzaam (meer in de orde van duizendsten mm/jaar).

___> waar bergen zijn vindt erosie plaats, maar  dat sediment blijft vrijwel allemaal op de continenten liggen (Nederland-Duitse laagvlakte, Noordzee), dat sedimenteert op de oceaanbodkleine beetje dat als klei in suspensie, kalk en zout in oplossing in de oceanen terecht komt sedimenteerd op de oveaanbodem ,waarna het uiteindelijk weer, in de subductie-zones, netjes bij de continenten geveegd wordt.

Kortom, door de herhaalde gebergtevorming blijft de continent-korst gemiddeld even dik….. Het materiaal op de continenten verplaatst zich, door erosie en sedimentatie, en tektoniek.

°

Continentverschuivingen  —>  

http://www.kennislink.nl/publicaties/plaattektoniek

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100721_plaattektoniek01

We gaan terug naar het jaar 1912. De Duitse Meteoroloog Alfred Wegener beweert dan dat de continenten ooit aan elkaar vast zaten. Zijn argumenten: de kustlijnen van de continenten passen in elkaar als een puzzel. Bovendien zijn aan beide kanten van de oceaan dezelfde fossielen gevonden.

En het zou toch heel onwaarschijnlijk zijn dat planten en dieren de hele oceaan zijn overgezwommen. Toch kan Wegener nog niet verklaren hoe de continenten dan los geraakt zijn van elkaar.

In 1927 stelt Arthur Holmes een theorie op die het losraken kan verklaren. Volgens Holmes drijven de continenten uit elkaar door stromingen in het binnenste van de aarde: convectie.Je kunt het vergelijken met een pan met groentesoep op het vuur: Door de warmte stijgen de groenten op in het midden. Bovenin koelen ze af, drijven naar de rand en zinken weer. Het buitenste deel van de aardkorst bestaat uit platen, die langzaam bewegen over de onderliggende vloeibare massa, de soep.

Hoe die platen precies ten opzichte van elkaar bewegen wordt duidelijk als we naar de oceaanbodem kijken. Midden in alle oceanen liggen lange onderzeese bergketens die precies dezelfde contour hebben als de omliggende continenten. Deze bergketen kun je zien als het midden van de pan groentesoep

Want bij die bergketens, of ook wel mid-oceanische ruggen genoemd, bewegen de convectiestromen uit elkaar. Doordat de aardplaten van elkaar af bewegen ontstaan hier diepe spleten. Door die spleten komt vloeibaar gesteente omhoog. Dit noemen we magma. Die magma stolt vervolgens. Zo worden de continenten steeds verder uit elkaar gedrukt.Maar als er op de ene plaats nieuwe korst komt, moet er op de andere plaats iets verdwijnen. Anders zou de aarde tenslotte steeds groter worden. Dat gebeurt bij diepzeetroggen. Hier schuift de ene plaat onder de andere omdat de stromen daar dus naar elkaar toe bewegen. Dit kan leiden tot heftige aardbevingen, zoals bij de Tsunami. Soms kan de ondergeduwde plaat zo heet worden dat hij smelt. Het hete magma stijgt dan op door de korst. Zo kunnen vulkanen ontstaan maar ook eilanden als Nieuw-Zeeland en Japan.

Botst een oceanische korst met een continentale korst, dan krijg je grote gebergten naast diepzeetroggen, zoals het Andes. Maar de grootste gebergten, zoals de Alpen en de Himalaya ontstan als twee continentale platen op elkaar botsen. Dan nog een laatste optie: platen kunnen ook langs elkaar bewegen zonder dat er een wordt ondergeduwd.

Ook dat kan leiden tot grote aardbevingen.

Plaattektoniek. We kunnen er dus het ontstaan van bergen, aardbevingen en vulkanen mee verklaren.

Platentektoniek is een zeer ingewikkeld proces waarbij nieuwe aardkorst gevormd wordt en oude gerecycled. Globaal verloopt het proces als volgt: Langs het midden van mid-oceanische ruggen wordt door opwellend basaltisch magma nieuwe aardkorst gevormd. De aarde wordt niet groter, dus moet er elders ook aardkorst verdwijnen. Dat vindt plaats langs subductiezones. Hier duikt de basaltische oceaanbodemkorst samen met de onderliggende lithosfeer onder een andere aardkorstplaat het aardbinnenste in. Naar mate de wegzakkende plaat dieper in de aarde komt, wordt hij opgewarmd en neemt de druk ook enorm toe. Het gevolg is dat meegesleurde oceaanbodemsedimenten beginnen te smelten. Hieruit vormt zich magma, dat omdat het lichter is dan het vaste gesteente eromheen, in de bovenliggende aardkorst opstijgt. Daar kan het vervolgens aardkorstgesteenten opsmelten, die afhankelijk van hun samenstelling aanleiding zijn tot allerlei soorten vulkanisme.

°

CONTINENTAL ACCRETION  : The theory that the continents have grown by incorporation of deformed sediments along their margins

° CONTINENTAL CRUST  :  The type of crust underlying the continents, including the continental shelves. The continental crust is commonly about 35 km thick. Its maximum thickness is 60 km, beneath mountain ranges. Its density is 2.7 g/cm3, and the velocities of primary seismic waves traveling through the crust are less than 6.2 km/sec. Synonymous with sial. Contrast with oceanic crust

° CONTINENTAL DRIFT  : The theory that the continents have moved in relation to one another

° CONTINENTAL GLACIER  ( ijsschild / ijskap ): A thick ice sheet covering large parts of a continent. Present-day examples are found in Greenland and Antarctica

Groenland

° CONTINENTAL MARGIN  : The zone of transition from a continental mass to the adjacent ocean basin. It generally includes a continental shelf, continental slope, and continental rise

°CONTINENTAL  RISE  : The gently sloping surface located at the base of a continental slope

°CONTINENTAL  SHELF ( continentaal schild )  : The submerged margin of a continental mass extending from the shore to the first prominent break in slope, which usually occurs at a depth of about 120 m

° CONTINENTAL SLOPE  : The slope that extends from a continental shelf down to the ocean deep. In some areas, such as off eastern North America, the continental slope grades into the more gently sloping continental rise

Contractietheorie
Conulus

°
Conus

°

CONVECTION  ( Convectie stroming  ) Movement of portions of a fluid as a result of density differences produced by heating

Convection

Wilson thought the hot spot was located in the center of a mantle convection cell where movement was slow. The upper, faster moving part of the convection cell helped carry the Pacific Plate to the northwest.

By the early 1970s, the plate tectonic theory and the presence of hot spots was generally accepted. In 1971, W. Jason Morgan suggested a more important role for hot spots. He proposed that hot spots result from hot, narrow plumes of material that rise from deep within the mantle.

As the hot mantle plume reaches the base of the lithosphere, it spreads laterally. The laterally spreading of the hot mantle helped to move the Earth’s rigid outer plates. In all, Morgan proposed 20 different hot spots, some located along mid-ocean ridges and others, like Hawaii and Yellowstone, located within plates.

http://volcano.oregonstate.edu/vwdocs/vwlessons/hot_spots/part1.html

°

CONVECTION CELL  :  The space occupied by a single convection current

°

CONVECTION CURRENT  ( convectiestromen, )  : A closed system in which material is transported as a result of thermal convection. Convection currents are characteristic of the atmosphere and of bodies of water. They are believed also to be generated in the interior of the earth. In the plate tectonic theory, convection within the mantle is thought to be responsible for the movement of tectonic plates

Convectiestromen 2    Stromen van gesteente in de aardmantel

°

CONVERGENT  PLATE BOUNDERY(=  botsingsfront aardplaten )   :  The zone where the leading edges of converging plates meet. Convergent plate boundaries are sites of considerable geologic activity and are characterized by volcanism, earthquakes, and crustal deformation. See also subduction zone

CONVERGEREN  Naar elkaar toe bewegen (=convergentie)

Convex
Convexe oevers

Copeland
Copepoda
Coprolieten
Cordaitales
Cormophyta

°COPERNICAN  PERIOD  ; The period of lunar history during which rayed craters, such as Copernicus, and their associated rim deposits were formed (from 2 billion years ago to the present).

° COPERNICAN SYSTEM  :   The youngest system of rocks on the Moon, formed during the Copernican period

° COQUINA  : A limestone composed of an aggregate of shells and shell fragments

http://nl.wikipedia.org/wiki/Coquina

The Anastasia Formation is composed of Pleistocene (see time scale) interbedded sands and coquinoid limestones. The most recognized form of the Anastasia is an orangish brown coquina consisting of whole and fragmented mollusk shells in a matrix of sand, cemented by calcite. Coquina has been used as a building stone in Florida for over 400 years. It is found at land surface along the east coast from St. Johns to Palm Beach Counties, and may occur up to twenty miles inland from the coast in the subsurface. Excellent exposures occur at Washington Oaks State Park, in Flagler County, at the House of Refuge on Hutchinson Island in Martin County, at Blowing Rocks Preserve in Palm Beach County, and along Country Club Road in Palm Beach County.

Anatasia Formation Coquina

Anastasia Formation Coquina

° CORAL  (KORAAL) : A bottom-dwelling marine invertebrate organism of the class Anthozoa

http://en.wikipedia.org/wiki/Coral

http://www.kgs.ku.edu/Extension/fossils/coral.html   http://www.thinktank.ac/page.asp?section=478&sectionTitle=Fossil+Coral

http://www2.fiu.edu/~goldberg/coralreefs/FinalFossil%20corals.htm    http://geology.er.usgs.gov/paleo/corals.shtml

Fossil coralCorals are made up of small invertebrate animals, known as zooids, that look like tiny sea anemones. They feed on small food particles they find in the water around them.

Together, many zooids form colonies, many colonies form reefs. Coral reefs can be massive structures, stretching hundreds of miles. The Great Barrier Reef in northern Australia can be seen from space.

The oldest coral fossils are over 500 million years old. The earliest forms were different from those we see today and they died out 225 million years ago. Modern corals are still common in tropical oceans.

Fossil corals Fossil corals Fossil corals
These are solitary corals from the Jurassic and Cretaceous periods.

Corals are very important fossils. Many corals have a hard exoskeleton made of calcium carbonate. It is this exoskeleton that is usually fossilised. When the coral dies, the skeleton can be broken down to form limestone, an important building stone.

Fossil corals Fossil corals Fossil corals
These slabs of marble were polished to show fossilised corals within the stone.

Fossil corals also tell us about the past. Since many corals live in warm, shallow sea water, their fossils are good indicators of environmental conditions. Fossil corals found in England tell us that it must have had a much warmer, tropical environment at certain periods in its history.

° CORDILLERA BLANCA

 Peru   // De Cordillera Blanca is een bergketen in de Andes in Peru. Van de oorsprong in Nevado Champara tot aan het einde op de Nevado Tuco ligt de Cordillera Blanca in NW-SE richting. Wikipedia                                Hoogste punt: Nevado Huascarán

http://www.grida.no/publications/vg/lac/page/2759.aspx

Trekking in the Cordillera Blanca mountain range, Peruvian Andes

______________________________________________________________________________________________________

°CORE ( aardkern )The central part of the earth below a depth of 2900 km

Over een paar jaar een foto van het binnenste van de Aarde?

° CORIOLIS  EFFECT  :  The effect produced by a Coriolis force, namely, the tendency of all particles of matter in motion on the earth’s surface to be deflected to the right in the Northern Hemisphere and to the left in the Southern Hemisphere.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Corioliseffect

Het corioliseffect zichtbaar bij de orkaan Elena

http://www.natuurkunde.nl/artikelen/view.do?supportId=768795

figuur 1: Een lagedrukgebied op het noordelijk halfrond.

figuur 2: Een lagedrukgebied op het zuidelijk halfrond.

figuur 3: De Franse wiskundige Gaspard de Coriolis beschreef het Corioliseffect in 1835

Correlatie 2 3 4 5
Cosmogonie
Cosmografie

° COUNTRY ROCK  : A general term for rock surrounding an igneous intrusion.
° COVALENT BOND(covalentie ) : A chemical bond in which electrons are shared between different atoms so that none of the atoms has a net charge.

°
° CRATER (KRATER )  : An abrupt circular depression formed by extrusion of volcanic material, by collapse, or by the impact of a .meteorite(INSLAGKRATER )

Kerio vulkaan krater

Bevroren krater van de uitgewerkte Kerio vulkaan in IJsland. (National Geographics )
°
markante  inslag- kraters op aarde
°

http://www.astronova.nl/inslagkraters.html 

Meteor Crater in Arizona is de eerste officieel erkende inslagkrater op aarde en is tevens de best geconserveerde in zijn soort. Waarschijnlijk ontstond het bassin 50.000 jaar geleden tijdens de inslag van een object met een diameter van maximaal 60 meter. De middellijn van de krater zelf, is ruim 1200 meter. Daniel Moreau Barringer bewees aan het begin 20ste eeuw dat een inslag, en niet vulkanische activiteit, verantwoordelijk was voor het ontstaan van Meteor Crater.

De Wolfe Creek krater in het hart van Australië, is met een leeftijd van ongeveer 300.000 jaar nog relatief jong. De wanden van de krater verrijzen ongeveer 25 meter boven het omringende landschap en 50 meter boven de kratervloer. Het gevaarte heeft een diameter van 875 meter en is in de loop der tijden bedekt door een dikke laag zand.

°

zie ook          meteorieten inslag <–DOC

°

Impact  craters  data base  :

 http://www.passc.net/EarthImpactDatabase/index.html

°

Iowa is een flinke inslagkrater rijker

krater

Wetenschappers vermoedden het al een tijdje, maar nu is het dan officieel: Iowa is een flinke inslagkrater rijker. Onderzoekers bevestigen dat het stadje Decorah zich in een 5,5 kilometer brede krater bevindt.

°

Onderzoekers trekken hun conclusies nadat ze het gebied vanuit de lucht bestudeerden. Tijdens deze onderzoeken brachten ze niet alleen de geologische structuur van het gebied, maar ook de voorraden mineralen en water die het gebied rijk is, in kaart.

Met speciale instrumenten maten de onderzoekers hoe goed gesteenten elektriciteit geleiden en werden subtiele veranderingen in de dichtheid van gesteenten vastgesteld. Het onderzoek laat een krater zien die gevuld is met schalie (kleisteen). Daaronder bevindt zich breccie: gesteenten opgebouwd uit puin van oudere gesteenten.

De onderzoekers vermoeden dat de krater het resultaat is van een meteorietinslag. Deze zou ongeveer 470 miljoen jaar geleden hebben plaatsgevonden.

Bronmateriaal:
Iowa Meteorite Crater Confirmed” – USGS.gov
De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door Adam Kiel, Northeast Iowa RC&D

°

Mogelijk een enorme krater ontdekt in Canada

crater crater(Volcanology)

Marum's crater on Ambrym volcano, containing a small lava lake.

Marum’s crater on Ambrym volcano, containing a small lava lake.

A depression often on the top or the flanks of a volcano usually created by explosions of lava from the vent.
 –> Related keywords (1):caldera

________________________________________________________________________________________________

° CRATON  : The stable continental crust, including the shield and stable platform areas, most of which have not been affected by significant tectonic activity since the close of the Precambrian era

Craniota

°CREEP (KRUIP)  The imperceptibly slow downslope movement of material.     Creep 2 3 4

Crepidula

°  Cretaceous  (Krijt) /   The final period of the Mesozoic. This period spans 145.5-65.5Ma. The end of the Cretaceous was marked by the KT (now properly called the KP) extinction event, which saw the demise of the dinosaurs as well as several other groups such as ammonites.

It contains the following eras:

  • Berriasian 145.5-140Ma
  • Valanginian 140-136Ma
  • Hauterivian 136-130Ma
  • Barremian 130-125Ma
  • Aptian 125-112Ma
  • Albian 112-99Ma
  • Cenomanian 99-93Ma
  • Turonian 93-89Ma
  • Coniacian 89-85Ma
  • Santonian 85-83Ma
  • Campanian 83-70Ma
  • Maastrichtian 70-65.5Ma

The Berriasian to the Albian is the Lower Cretaceous. The Cenomanian to the Maastrichtian is the Upper Cretaceous.

Cretaceous 3_Late_Cret[1] stratigraphy <—pdf

http://en.wikipedia.org/wiki/Cretaceous

° CREVASSE

1: (glacial geology) A deep crack in the upper surface of a glacier.

2 (natural levee) A break in a natural levee.

Crevasse kan verwijzen naar:

http://www.geol.umd.edu/~jmerck/geol342/lectures/10.html

Crevasse splays: If a stream avulses out of its channel by breaking its levee, the main flow of a stream can be diverted out of the channel and into the adjacent flood plain(overstromingsgebied ) .

As it does, the flow will expand and slow, dropping its load, as in a normal flood, but in this case, much more (and coarser) sediment will be transported to the flood plain. This will build a small delta-shaped body of anastamosed (interconnected) channels and associated deposts called a crevasse splay. These are small bodies of sand in map view, characterized by climbing ripples and other indications of rapid deposition. Distally they interfinger with overbank muds. Like point bar deposits, they fine upward. Unlike them, they fine into overbank muds.

File:Glaciercrevasse.jpg

Measuring snow thickness in a crevasse on Easton Glacier, North Cascades.

(Pelto, http://www.nichols.edu/departments/glacier/)

°CROSS-BEDDING   :Stratification inclined to the original horizontal surface upon which the sediment accumulated. It is produced by deposition on the slope of a dune or sand wave
°CROSCUTTING  RELATIONS , PRINCIPLE OF –   : The principle that a rock is younger than any rock across which it cuts.

Crustacea b

°CRUST  (planetary structure) : (aardkorst)The outermost layer, or shell, of the earth (or any other differentiated planet). The earth’s crust is generally defined as the part of the earth above the Mohorovicic discontinuity. It represents less than 1 % of the earth’s total volume. See also continental crust, oceanic crust
°CRUSTAL WARPING : Gentle bending (upwarping or downwarping) of sedimentary strata.

Cryptisch millieu

°CRYPTOCRYSTALLINE TEXTURE : The texture of rocks composed of crystals too small to be identified with an ordinary microscope
°CRYSTAL  (Kristal ) : A solid, polyhedral form bounded by naturally formed plane surfaces resulting from growth of a crystal lattice.

°CRYSTAL FACE : A naturally formed smooth plane surface of a crystal.
° CRYSTAL FORM  :The geometric shape of a crystal.
° CRYSTAL LATTICE (Kristal rooster ) :  A systematic, symmetrical network of atoms within a crystal. 

Veel vaste stoffen hebben een kristalstructuur. Dat wil zeggen dat ze bestaan uit een regelmatig patroon (rooster) van moleculaire, atomaire of ionaire structuureenheden, die de bouwsteen van een kristal vormt. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.


°CRYSTALLINE TEXTURE ( –> kristallijne textuur ) : The rock texture  resulting from simultaneous growth of crystals.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kristallijn_gesteente

http://www.gea-geologie.nl/informatie/gesteenten.php

De oppervlakte textuur  van een glanzende kristallijne rots.

De Kleurrijke Textuur Van Het Kristal Royalty-vrije Stock Afbeeldingen - Beeld: 4382779

°CRYSTALLIZATION  (kristalisatie ) : The process of crystal growth. It occurs as a result of condensation from a gaseous state, precipitation from a solution, or cooling of a melt.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kristallisatie

Zouten kristallisatie op de  grond ( Transsylvanië)

Zoute Kristallisatie Stock Afbeelding - Beeld: 2669811

Continu gegoten koperschijf (zuiverheid: ≥ 99,95%),geëtst om de interne kristallijne structuren zichtbaar te maken, ∅ ≈83 mm. Duidelijk zichtbaar is de van buiten naar binnen verlopende kristallisatie.

° CRYSTAL STRUCTURE (kristal structuur ):  The orderly arrangement of atoms in a crystal.

Cuesta
-drager
-vormer

° CUESTA  /An eelongate ridge formed on the tilted and eroded edges of gently dipping strata –> Belgisch lotharingen 

Ardennen-Eifel-Vogezen :  Luxemburger Zandsteen cuesta,

‘Den Berg’ of de Cuesta van Oedelem

Dit is één van de traditionele landschappen in Vlaanderen.

Een cuesta is een kleirug met aan de ene kant een zacht golvende en aan de andere zijde een steile randbegrenzing. De Cuesta ontstond tijdens het Tertiair (meer dan 2 miljoen jaar geleden). Toen werden afwisselend klei- en zandlagen afgezet door de zee, die het Meetjesland overspoelde vanuit het noorden. Daardoor hellen deze bodemlagen naar het noorden af. Tijdens het Quartair (vanaf 2 miljoen jaar geleden) werden deze lagen in onze streken sterk uitgesleten, zodat zich een golvend landschap ontwikkelde. Een Bartoon kleilaag van ongeveer 24 m dik vormde tussen Oedelem en Zomergem een heuvelrug. Tijdens de IJstijden (tot ongeveer 10.000 jaar geleden) werd uit de Noordzee zand en leem opgewaaid, waardoor vooral in (de depressies van) het noorden van Vlaanderen zand werd afgezet. Het hoogste punt van de Cuesta van Oedelem bevindt zich op 29 m boven de zeespiegel en wordt, afhankelijk van de bron, de Motte of de Berg genoemd.

Cuesta

Cuesta del Obispo in the Calchaquí Valley, Salta province, Argentina

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cuesta

(espagnol cuesta, = (fr)  côte)

http://www.larousse.fr/encyclopedie/divers/cuesta/38945

Forme de relief dissymétrique dégagée dans une structure monoclinale de résistance contrastée, superposant une couche résistante à une couche tendre, l’abrupt constituant lefront de cuesta, la partie en pente douce (couche résistante affleurant) le revers. (Synonyme : côte.)

Dans une cuesta (terme d’origine texane popularisé par W. M. Davis [1896]), l’abrupt d’érosion à corniche, au pied duquel s’ouvre une dépression orthoclinale dans l’affleurement de couche tendre, reçoit le nom de front de cuesta, tandis que le revers, correspondant ou non à un plan stratigraphique supérieur de couche dure, est doucement incliné en sens inverse. Quand, au revers d’une cuesta, une artère, s’écoulant perpendiculairement au pendage, atteint la couche tendre sous-jacente, un deuxième abrupt est ainsi dégagé, associant le même binôme qui donne une cuesta dédoublée ; elle doit être distinguée de la cuesta double, qui possède à son front un replat associé à une intercalation résistante dans la couche tendre inférieure. Quand un abrupt lié à la superposition, couche dure sur couche tendre, est modelé dans une structure discordante, on parle de fausse cuesta, tandis qu’une pseudo-cuesta associe une couche dure sédimentaire et un soubassement cristallin jouant le rôle de couche tendre. Le relief de cuesta est fréquemment représenté dans les bassins sédimentaires ; toutefois, il trouve des conditions optimales de développement dans les couvertures lithologiquement différenciées où ces formes structurales élémentaires décrivent des arcs de cercle concentriques (Bassin parisien). Dans les cuvettes continentales, des conditions de sédimentation plus uniformes ont été incapables de donner aux cuestas continuité et régularité. Quel que soit le matériel offert à l’érosion différentielle, l’intervention de cette dernière implique un renversement de tendance tectonique enrayant la subsidence et exposant les séries sédimentaires, ordinairement tranchées par des surfaces d’aplanissement, à un travail de dissection.

Een cuesta is een steile heuvel of klif in het landschap die veroorzaakt wordt door een dagzomende laag die onder een lichte hoek staat. De dagzomende zijde is meestal vrij steil. Hier is ook de opeenvolging van de lagen zichtbaar. De vlakkere zijde van de cuesta is feitelijk het oppervlak van de laag. Doordat in de geologische opeenvolging hardere en zachtere lagen elkaar vaak afwisselen ontstaan bij erosie dalen op de plek van de dagzomende zachte lagen en cuesta’s bij de dagzomende hardere lagen.

Cubichnia 2

° Cumulate Rocks   / Formed from the settling of crystals within a magma chamber, may be layered if dense minerals are allowed to sink preferentially

Cuticula
Cyanobacteria
Cyanophyta 2
Cyathophyllum
Cyclocystoidea
Cyclotheme 2

°CYCLOON –>  —> (sub)-Tropische Storm —>Tyfoon   zie ook  /  ° CORIOLIS  EFFECT

dodelijke stormen

Cyclustheorie van Davis
Cypraea
Cystoidea
Cytoplasma

GEOLOGIE TREFWOORD G

 zie onder Geologie

NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING


GEOLOGIE IN TELEGRAMSTIJL

door F.C. Kraaijenhagen

Een gezamenlijke uitgave van de NEDERLANDSE GEOLOGISCHE VERENIGING en de NGV afdeling LIMBURG September 1992

1992 © Copyright Nederlandse Geologische Vereniging.

Voor Internet herzien en bewerkt in 2006 door George Brouwers Oisterwijk.

***

AAngevuld en uitgebreid met

http://www.natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i000448.html#A

Geologische begrippen   

Klik op een begrip voor de definitie. Wil je meer weten over een bepaald begrip, bekijk dan het thema‘De ondergrond van Nederland’, of gebruik de zoekmachine.  De  Geologische  tijdvakken zijn niet opgenomen in deze begrippenlijst. Zie voor de beschrijving van deze tijdvakken het thema ‘Ondergrondse tijdmachine’.

A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

&

Glossary of Terms for Geology

(From The Earth’s Dynamic Systems, Fourth Edition by W. Kenneth Hamblin. Macmillan Publishing Company, New York, NY. Copyright © 1985) 

[A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z ] http://www.evcforum.net/WebPages/Glossary_Geology.html

Gabbro

 /Gabbro   : A dark-colored, coarse-grained rock composed of Ca-plagioclasepyroxene, and possibly olivine, but no quartz

  gabbro/stollingsgesteente 

Gabbro : on voit bien les pyroxènes aux teintes vives et les plagioclases en pyjama rayé.

http://www2.ac-lyon.fr/enseigne/biologie/photossql/photos.php?RollID=images&FrameID=gabbro

http://nl.wikipedia.org/wiki/Gabbro

°

Galeniet     LOODSULFIDE  :   PbS  (erts )

http://nl.wikipedia.org/wiki/Galeniet

Galeniet

Galeniet, een mineraal dat zowel gebruikt kan worden om levens mee te redden als om levens mee te vernietigen. Het is namelijk de belangrijkste bron (erts)  voor lood, dat zowel gebruikt wordt voor de fabricage van schilden tegen radioactieve straling als voor mitrailleurkogels. Het is ruim zeven keer zwaarder dan water.

http://www.geologievannederland.nl/mineralen/beschrijvingen/galeniet

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

°
Gammastralen  (γ-straling)hoog energetische elektromagnetische straling die vrijkomt bij bij allerlei kernnucleaire processen (verval , invangen neutron etc … ) 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Gammastraling          —> ( diagrammen ) Afbeeldingen van gamma straling

°

Ganggesteenten

II Ganggesteenten.
Ze bezitten meestal een fijne tot middelmatig korrelige textuur en komen voor in meestal plaatvormige stollingslichamen, ontstaan in spleten en scheuren in de aardkorst.

°
1) —> Gangen  of aders ( Veins )  zijn plaatvormige intrusielichamen, die discordant het nevengesteente doorbreken.
De gangen in deze zwerfsteen  zijn wat fijnkorreliger als het omringende gesteente.                http://www.aardkundigewaarden.nl/zwerfsteneneiland/detailpagina.php?tuin_ID=166

http://de.wikipedia.org/wiki/Gang_(Geologie)

File:Quartz vein cape jervis.jpgQuarzgang

File:Goldveins1.jpgGold Bearing Quartz Veins, Blue Ribbon Mine, Alaska

2—> Volgen  de intrusielichamen de  gelaagdheid van het gesteente dan zijn het sills.


Photo by Marli Miller, University of Oregon. Used by permission. (fair use policy)

°

3   Ganggesteenten

Ganggesteenten worden gevormd onder het aardoppervlak.
De diepte waarop dit gebeurt kan variëren.
Vorming heeft vaak plaats gevonden op plaatsen, waar het magma geprobeerd heeft door de aardkorst heen te breken, maar waar dit niet is gelukt.
Bovendien moet het magma dusdanig langzaam afkoelen, dat in het gesteente nog kristallen van een redelijke grootte worden gevormd.
Het verschil met uitvloeiingsgesteenten en dieptegesteenten is dus vooral de diepte waarop de kristallisatie heeft plaatsgevonden. (8-9 km)
Een scherpe definitie van het verschil tussen ganggesteenten en dieptegesteenten is er niet.
Over het algemeen echter rekent men gesteenten waarin de kristallen gemakkelijk van elkaar zijn te onderscheiden tot de dieptegesteenten.
Ganggesteenten hebben gewoonlijk een typerende structuur.
Vaak zijn ze opgebouwd uit zeer fijnkorrelige mineralen, die nog een granietstructuur hebben. (Micrograniet) Als in zo’n fijne granitische grondmassa zwarte mineralen bijna geheel ontbreken spreken we van apliet.
Ook de porfierstructuur komt veel voor bij ganggesteenten. Als in een porfier de samenstellende mineralen van de grondmassa herkenbaar zijn, spreken we van een granietporfier en wordt het gesteente tot de ganggesteenten gerekend.
Een afwijkend type ganggesteente zijn de pegmatieten. Dit vanwege de soms zeer grote kristallen.
Het is soms moeilijk om te bepalen of we te maken hebben met een gang- of een uitvloeiingsgesteente. Hoewel diabazen lange tijd bij de uitvloeiingsgesteenten zijn ingedeeld, gaat men er tegenwoordig van uit, dat misschien wel de meeste diabaassoorten, met name de porfirische, tot de ganggesteenten behoren. Ook porfieren kunnen tot de ganggesteenten behoren, met name de soorten, die een korrelige grondmassa bezitten. Over het algemeen worden ze benoemd als granietporfieren. Veel granietporfieren maken deel uit van de gidsgesteenten.De term ganggesteenten wordt alleen nog in de Zwerfrsteenkunde gebruikt. In de geologie horen ze tegenwoordig thuis bij de dieptegesteenten.
Deze rhombenporfier hoort duidelijk bij de ganggesteenten. De temperatuur was hoog genoeg om nog afzonderlijke eerstelingen te vormen. De grondmassa is daarna afgekoeld in een tempo, dat de mineralen zich nog konden scheiden, waardoor de korrelige grondmassa is ontstaan.  http://www.zwerfsteenweb.nl/steensoorten/Ganggesteenten.html

–>  Afbeeldingen van ganggesteente

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ganggesteente

Voorbeelden van ganggesteenten(–> ondergrondse  stollingsgesteenten )  zijn:

–>
Porfieren en Porfierieten. Enkele mineralen zijn het eerst gestold tot duidelijke kristalvormen. De mineralen in de grondmassa zijn niet met een loep te onderscheiden.

–>
Dolerieten. Vb. Diabasen. Veel overeenkomst met diorieten en gabbros. AplietFijn kristallijn. Inhoud ongeveer als van graniet.

–>
PegmatietZeer grof kristallijn. Van granietische samenstelling. De kristallen van de erin voorkomende  veldspaten en kwartsen zijn soms groot!

Ook de kristallen van Biotiet en Muscoviet kunnen méér dan l. m. groot zijn.

°
Gangopvullingen

Deze vindt men terug als aders(veins) in veel gesteenten. Veelal bestaat de opvulling uit kwarts of calciet.

°

Galeniet   // Galeniet is een loodhoudend mineraal en is grijs van kleur. De chemische formule is PbS, loodsulfide. Galeniet is een belangrijke soort looderts.

°

GAS :  The state of matter in which a substance has neither independent shape nor independent volume. Gases can readily be compressed and tend to expand indefinitely

Gasbronnen

°
Gassen

°

°
Gebergte
-residuair
-rest
-vorming 2

 °

Gelaagdheid

Gelaagdheid is de door de afzetting van sedimenten gevormde structuur van lagen.

 

Gelaagdheid   //Sedimenten zijn over het algemeen gelaagd. Steeds opnieuw vormen min of meer horizontale lagen zich bovenop oudere lagen. Binnen de lagen komen vaak sedimentaire structuren voor, niet te verwarren met de gelaagdheid.

Gelaagdheid komt ook in vulkanische afzettingen voor. Soms is zelfs in metamorf gesteente nog resten van de oorspronkelijke gelaagdheid te vinden. De bestudering van de opeenvolging van de gelaagde sedimenten word stratigrafie genoemd.

In geplooide lagen is het vaak lastig de oorspronkelijke gelaagdheid te bepalen. Door de druk van de plooiing is vaak de splijtingsrichting van het gesteente veranderd. Deze loopt dan niet meer parallel met de gelaagdheid. In deze gevallen helpt het om in detail de gesteenten te bestuderen op verschillen in structuren, korrelgroottes en soort sediment.

Gelaagdheid
-gegradeerde
-jaar
-kriskras
-scheve

°

Gelede wormen
Geleedpotigen 2
Gelifluctie 2
Gelivatie
Gemmologie
Genese
Genetische eenheden
Genus
Geo

Geochemie

Geochemistry  // The science that deals with chemical changes in and composition of the earth’s crust.Geologic TimeThe period of time extending from the formation of the earth to the present.

Geoclinal : an  elongate prism of sedimentary rock deposited in a subsided part of the continental margins and adjacent oceanic crust. A modern example is the continental margins of the eastern United States. See also eugeocline,miogeocline

_________________________________________________________________________________________

GEODE  :A hollow nodule of rock lined with crystals; when separated from the rock body by weathering, it appears as a hollow, rounded shell partly filled with crystals

Geoden 2  /Geode / GEODES   Een geode, ook wel druse genoemd, is een knol met een holle ruimte die gedeeltelijk is opgevuld met kristallen. Kleine geodes komen vaker voor dan grotere. Geoden ontstaan doordat bellen in magma of lava na het stollen holle ruimtes achterlaten. Na het stollen kunnen opgeloste mineralen in het grondwater neerslaat aan de binnenkant van deze holten. Als dit proces doorgaat zal de ruimte geheel opgevuld worden en ontstaat agaat.

De kristallen in geodes bestaan meestal uit kwarts. Amethyst is hier ook een vorm van. Ook Rutiel en Calciet kan worden aangetroffen in geodes. Geodes worden op grote schaal verhandeld.

Inside and outside views of the same geode

Meer afbeeldingen

  • Een geode of druse is een holle of gedeeltelijk holle, globevormige knol die aan de binnenkant begroeid is met kristallen. Meestal zijn geodes tussen de 2,5 en 30 centimeter groot, maar dit kan sterk variëren. Wikipedia

_______________________________________________________________________________________

Geodynamica 2
Geofysica

°Geohydrologie :  is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van het voorkomen en stromen van ondergronds water en de eigenschappen van het gesteente in relatie hiermee.      Geohydrologie 2

 

°Geologie  : Geologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de geschiedenis van de aarde en de hierop ontwikkelde levensvormen, de samenstelling van de aardkorst en de krachten en processen die hierop plaatsvinden.

Geologie 2
-algemene
-dynamische 2
-fysische 
-historische
-kwartair
-structurele
-tektonische 2
-toegepaste

GEOLOGIC  COLUMN 

/ A diagram representing divisions of geologic time and the rock units formed during each major period

: a columnar diagram that shows the rock formations of a locality or region and that is arranged to indicate their relations to the subdivisions of geologic time
: the sequence of rock formations in a geologic column 
: An ideal sequence of rock layers that contains all the known fossils and rock.
Geologic Column 

(or stratigraphic column), a diagram that uses special symbols to represent in a certain scale the sequence of strata in a standard geologic section and the nature of the contacts between adjacent stratigraphic units. A geologic column usually gives the names or index numbers of the stratigraphic units, the geologic ages of the units, the thicknesses of the units, and the units’ lithologic and paleontological characteristics. A geologic column that has been constructed by comparing two or more local geologic sections is called a composite geologic column.

(The Great Soviet Encyclopedia, 3rd Edition (1970-1979). © 2010 The Gale Group, Inc. All rights reserved.)

Stratigraphic column

A Dictionary of Earth Sciences | 1999 | AILSA ALLABY and MICHAEL ALLABY | 384 words | © A Dictionary of Earth Sciences 1999, originally published by Oxford University Press 1999.

stratigraphic column
1. A succession of rocks laid down during a specified interval of geologic time. The phrase ‘the stratigraphic column’ often refers to the whole sequence of strata deposited throughout geologic time.

2. A simplified columnar diagram relating a succession of named lithostratigraphic units from a particular area to the subdivisions of geologic time.

http://en.wikipedia.org/wiki/Stratigraphic_column

Geologische kolom ISTRIË

http://nl.wikipedia.org/wiki/Stratigrafische_colom

Geologische kolom*(= beter is  “Stratigrafische kolom” )

http://nl.wikipedia.org/wiki/Stratigrafische_colom

het  woord/begrip   “geologische kolom” (= een  letterlijke vertaling uit het amerikaans  evo-crea  discussion jargon )  is  belangrijk en veel gebruikt   in de diskussies met    YEC  creationisten / het is trouwens ook een gidswoordje( in het Nederlands ) dat duidt op een creationistische  informatie-bron i ndien al geen creationistische insteek ….

geologische kolomhttp://www.evolutietheorie.ugent.be/node/102

http://www.talkorigins.org/faqs/hovind/howgood-gc.html

…..representative strata from the Cambrian to the Tertiary have been discovered lying in their proper order in Iran, by the Caspian, the Himalayas, Indonesia, Australia, North Africa, Canada, South America, Japan, Mexico, and the Philippines! ….

Glenn R. Morton, a professional geophysicist, has reported that portions of Alaska also contain strata representing all these geologic periods lying in their exact textbook order…..

Sometime later he identified three wells for me in McKenzie County, North Dakota, which had penetrated all the geologic periods in their correct order. Morton also indicated that the East China Sea, the Juixi (pronounced jewshi) basin in China and many more areas could be added to the list. So, the geologic column definitely does exist!

That is to say, there are a number of locations where every period of the geologic column from the Cambrian on up is present and in proper order. (Wherever we find relatively undisturbed areas without any of the obvious signs of mountain building, that strata is always in the textbook order. Some of the geologic periods may be missing, either because they were never laid down at that location or because they have since eroded away. However, the relative order of those present is preserved. See Topics G4b and G4c for a discussion of missing and out-of-order strata.)….

En natuurlijk ook de “GRAND CANYON ” 

THE GEOLOGIC COLUMN DOESN’T EXIST ANYWHERE!

Grand Canyon Geoloic Column

File:Grand Canyon geologic column.jpg

Key

6 – Hermit, Coconino, Toroweap, and Kaibab
5 – en:Supai Group
4 – Temple Butte, Redwall, and Surprise Canyon
3 – en:Tonto Group
2 – en:Grand Canyon Supergroup
1 – en:Vishnu Group

Photo of a display in the Grand Canyon visitor’s center. Taken and modified by Daniel Mayer.

Indicated below are the Vishnu Group at the deepest exposure within the Grand Canyon, and above it, exposures of each of the fourteen Paleozoic Era spanning formations from the Tapeats Sandstone to the Kaibab formation at the rim. This ~200mm telephoto view is to the northwest from Yavapai Point, and takes in Osiris Temple. Its summit is the cone shaped feature with a base of Hermit Shale and a cap of Coconino Sandstone, to the right and above center.

KF = Kaibab Formation
TF = Toroweap Formation
CS = Coconino Sandstone
HS = Hermit Shale
Supai Group:
ES = Esplanade Sandstone, Wes = Wescogame Formation, Man = Manakacha Formation, Wat = Watahomigi Formation
SCF = Surprise Canyon Formation
RF = Redwall Formation
TBF = Temple Butte Formation
Tonto Group:
ML = Muav Limestone, BAS = Bright Angel Shale, TS = Tapeats Sandstone
VG = Vishnu Group

The Paleozoic Formations Overlying the Vishnu Group

 ( en creationisme )

°

Geologic cross section

A diagram showing the structure and arrangement of rocks as they would appear in a vertical plane below the earth’s surface.

°

Geologic time scale

The time scale determined by the geologic column and by radiometric dating of rocks   //
Geologic Time ScaleAn arbitrary chronologic sequence of geologic events, used as a measure of the age of any part of geologic time, usually presented in the form of a chart showing the names of the various rock-stratigraphic, time-stratigraphic, or geologic-time units.

° Geologische barrière : Een geologische barrière is een laagpakket dat de ondergrondse verspreiding van erin aanwezige of opgeslagen (vloei)stoffen en gassen belemmert.

°

Geologische
-geschiedenis
-tijdschaal
-verzameling

°Geologische kaart  :  is een kaart waarop de geologische gesteldheid van een gebied staat aangegeven./Geologic map : A map showing the distribution of rocks at the earth’s surface.

Voorbeeld van een geologische kaart van Nederland met de verbreiding van aardlagen (Carboon en ouder) en breuken © TNO-NITG

Geologiekaart  van Belgie 

Drie grote geologische eenheden :

· Gebied ten Noorden van Samber en Maas   – ongeplooid  – lichtjes naar het noorden afhellend  – Mesozoicum en Kenozoicum

· Gebied tussen Samber-Maas en de Semois– oude sterk geplooide Paleozoïsche lagen (< Hercynische plooiing)- de Grote Ardennen (= onderdeel van het Rijnleisteenmassief van Duitsland)

· Gebied ten zuiden van de Semois– Mesozoïcum (Jura)- hellend naar het zuiden- is een onderdeel van het Bekken van Parijs ( = één van de grote geologische eenheden van Frankrijk)

http://users.telenet.be/hhs-heist1/aardrijkskunde/Geologie.htm

1= Massief van Rocroi, 2= massief van Serpont, 3= Massief van Stavelot, 4= Massief van Brabant

http://aardrijkskunde.dbz.be/graad3/geologie/geologie_belgie.htm

http://www.natuurwetenschappen.be/institute/structure/geology/gsb_website/research/carto/brabant/txtdet

______________________________________________________________________________________

°
GeologyThe study of the planet Earth – the materials of which it is made, the processes that act on these materials, the products formed, and the history of the planet and its life forms since its origin

___________________________________________________________________________________

°Geomorfologie    :  is een geowetenschap die zich bezighoudt met het beschrijven en verklaren van de vormen aan het aardoppervlak.

Geomorfologie 2 3

http://www.geoscience.be/geo6/geomorfologie.htm

Geomorfologie is de wetenschap die vorming van het (natuurlijke) landschap bestudeert en de geologische processen die daarbij een rol spelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen endogene processen die het landschap vormen vanuit de aarde vormen en exogene processen die het landschap vormen vanuit de atmosfeer. Een voorbeeld van een endogeen proces is vulkanisme, erosie is een endogeen proces.

Op een geomorfologische kaart staat voor een bepaald gebied aangegeven welk gedeelte van een landschap is ontstaan door bijvoorbeeld rivierwerking, invloed van de wind, massabewegingen, ijs, vulkanisme etcetera.

_____________________________________________________________________________________

GEOSYNCLINALEN

Geosynclinalen 2   /  :  a   subsiding part of the lithosphere in which thousands of meters of sediment accumulate. / See also eugeosyncline, miogeosyncline

GEOTEKTONIEK 

Geotektoniek 2

GEOTHERMAL

  : Pertaining to the heat of the interior of the earth

° Geothermal ernergy : Energy useful to human beings that can be extracted from steam and hot water found within the earth’s crust

°Geothermie :  Geothermie betekent aardwarmte, interne warmte en temperaturen van de aarde.

°

 geothermische dieptemaat is de diepte waarop de aardkorst 1 graad Celsius warmer wordt en is daarmee de temperatuurgradiënt van de aardkorst. Een dergelijke opwarming vindt gewoonlijk iedere 33 meter plaats, waarbij men op grond hier van ook vaak een gradiënt van 3 °C per 100 meter aangeeft. Er treden echter aanzienlijke afwijken van dit gemiddelde op, bijvoorbeeld in de Schwäbische Alb met 11 meter of in Zuid-Afrika met 125 meter. Deze afwijking zijn in het bijzonder afhankelijk van de plaatselijk variërende mineralogie, geologie, morfologie en in het bijzonder vulkanische activiteit. De hogere temperaturen worden veroorzaakt door een hogere warmtestroom naar de oppervlakte.
De warmte in het binnenste van de aarde is voor 70 procent afkomstig van radioactieve vervalsprocessen in de aardmantel en aardkern en voor 30 procent uit de opstijgende restwarmte uit de tijd dat de aarde ontstond.
De geothermische dieptemaat is bijvoorbeeld voor geothermie maar ook voor iedere vorm van diepboring van belang. In vulkanisch actieve gebieden is ze bijzonder klein, waarbij het echter in de buurt van subductiezone’s op grotere diepte ook tot een omkering van de temperatuurgradiënt kan komen.

°

°Geothermische gradiënt  :De geothermische gradiënt is de toename met de diepte van de temperatuur in de ondergrond, uitgedrukt in graden Celsius temperatuurstijging per 100 m dieptetoename.  / Geothermal Gradient The rate at which temperature increases with depth

Geothermische gradiënt
Geprecipiteerd
Geresedimenteerd
Geslacht 2

°

GESTEENTE 

Geologisch gezien is een gesteente(n) een vast materiaal onder het oppervlak van de aarde. Gesteenten bestaan uit fragmenten (klasten) of uit mineralen. Geologisch gezien worden ook afzettingen die nog niet zijn verhard tot de gesteenten gerekend. Een losse zandlaag, of kleipakket is dus ook een gesteente.  Zelfs een pakket landijs zou je als een gesteente kunnen zien.

Gesteenten kunnen Afhankelijk van hoe ze gevormd zijn worden ingedeeld in sedimentaire gesteenten, metamorfe gesteenten en stollingsgesteenten. De bouwstenen van gesteenten zijn mineralen, die in vele soorten voorkomen.  // Voor meer informatie, zie de informatiepagina over soorten gesteenten.

Gesteente    =  Gesteente is het materiaal waaruit de aardkorst is opgebouwd. De meeste sedimentaire gesteenten bestaan uit een verbinding van diverse mineralen.

Zandsteenbanken uit het Carboon in de Heimansgroeve in Zuid-Limburg © TNO-NITG

Balegemse kalkzandsteen   /  ” Zand  en Steen groeve Verlee ” :   De enige zandgroeve waar nog Balegemse steen (kalkzandsteen) ontgonnen wordt is nog in volle exploitatie. In het atelier wordt de steen verwerkt en bewerkt voor de restauratie van oude gebouwen (o.a. het stadhuis van Oudenaarde) en nieuwe gebouwen waarin Balegemse steen gebruikt wordt (voor vloeren, schouwen, portieken enz.).

http://nl.wikipedia.org/wiki/Balegemse_steen

File:Balegemse steen 27-04-2009 14-47-44.JPG

Zeefossielen in de laag waar Balegemse steen wordt ontgonnen (Balegem, België)

Gesteenten
Gesteentetellingen

________________________________________________________________________________________
Getijgolven
Getijstromen 2 3

°Getijdegeul  :   is een door getijwerking gevormde aan- en afvoergeul van water en sediment.

°Geul.  : Watererosie is een proces waarbij bodemdeeltjes door de impact van regendruppels en stromend water worden losgemaakt en getransporteerd, hetzij laagsgewijs over een grote oppervlakte, hetzij geconcentreerd in ‘rills‘ of geulen. Dit leidt onder meer tot een afname van de bodemkwaliteit en -productiviteit, maar ook tot belangrijke schade door modderoverlast in stroomafwaarts gelegen (woon)gebieden. Wanneer kale aarde op een heuvel ligt en het regent, dan stroomt met het water grond langs het oppervlak naar beneden. Wanneer die grond beplant is, wordt de grond door de begroeiing vastgehouden. Ook krijgt het water minder kans om af te stromen, aangezien het nu beter in de grond kan infiltreren.

GEUL-EROSIE 

GEUL-EROSIE Geulerosie
Treedt op wanneer geconcentreerd afstromend water de bodemdeeltjes losmaakt en verplaatst, waarbij kleine kanaaltjes worden uitgeschuurd. Zolang die nog kunnen weggewerkt worden door een normale bodembewerking zoals met een tandcultivator of een ploeg, spreekt met van geultjes.
°

Getrapt
Getuigeberg
Gewervelde dieren

____________________________________________________________________________
Geysers 2  /

Een geyser is een heetwaterbron die periodiek water en stoom in de lucht spuit. Dit gebeurt meestal min of meer met vaste tussenpozen. De naam geyser komt van de beroemde “Geysir” op IJsland.

Het water wordt opgewarmd door grote hitte nabij de oppervlakte. Dit komt door vulkanisme. In ondergrondse holtes wordt water sterk verhit. Er hoopt zich stoom op in de ondergrondse holtes. Als de druk te groot wordt perst de stoom een fontein met water en stoom omhoog. Het water koelt af en stroomt weer in het gat waardoor het proces zich kan herhalen. Geysers komen onder andere voor op IJsland, Yellowstone park (USA), Nieuw Zeeland en Alaska.

Geyser  : A thermal spring that intermittently erupts steam and boiling water

_____________________________________________________________________________________ 

°

 

GEYSIR 

De beroemdste geiser van IJsland is Geysir. Deze geiser spuit iedere paar minuten een flinke hoeveelheid heet water de lucht in. Een toeschouwer ziet precies wanneer dit gaat gebeuren. Net voor het spuiten transformeert het water van een vlakke plas in een perfecte bol. Op een bepaald moment klapt de bol en spuit het water de lucht in. Een bezoekje brengen aan Geysir in het Haukadalur? Vanaf Reykjavik is het ongeveer anderhalf uur rijden naar dit prachtige gebied. Onderweg wel even stoppen bij Pingvellir. Dit natuurgebied ligt op de scheidingslijn van twee platen, waardoor er verzakkingen, breukvlakken, kloven en barsten te zien zijn.

geysir1

geysir2

geysir3geysir4

geysir5

__________________________________________________________________

°

 

Gidsfossielen zijn fossielen die karakteristiek zijn voor een bepaalde laag in de stratigrafie. Deze worden veel gebruikt voor onderzoek naar de biostratigrafie. Geschikte gidsfossielen zijn fossielen die een beperkte verspreiding in de tijd hebben, een groot verspreidingsgebied hebben en niet zeldzaam zijn. De beste gidsfossielen zijn snel geëvolueerd en hebben een korte levensduur. Aan de hand van gidsfossielen kunnen op een snelle en eenvoudige wijze lagen worden gedateerd. Voor een uitgebreidere datering is het belangrijk om verschillende dateringsmethoden te combineren.

Graptolieten zijn belangrijke gidsfossielen in het Siluur en Ordovicium tijdperk. Ammonieten zijn belangrijke gidsfossielen voor het Jura en Krijt tijdperk. Vroeger gebruikte men vooral macrofossielen, zoals ammonieten en graptolieten. Tegenwoordig worden vooral microfossielen zoals conodonten en foraminiferen gebruikt. Voor datering van gesteentemonsters uit bijvoorbeeld boringen gebruikt men liever microfossielen, omdat die vele malen meer in een klein monster voorkomen.

Gidsfossiel : is een fossiel dat gebruikt kan worden om een  gesteentelaag(relatief) tedateren ;

Het gebruik van gidsfossielen is gebaseerd op de aanname dat verschillende gesteentelagen die dezelfde fossielen bevatten in de zelfde periode zijn afgezet. Een goed gidsfossiel is makkelijk identificeerbaar en afkomstig van een diersoort  of een plantensoort die een grote verspreiding kende gedurende een korte periode. Hoe korter een bepaalde soort leefde, hoe preciezer een gesteentelaag gedateerd kan worden.
guide fossils
Gips 2 / GYPSUM   An evaporite mineral composed of calcium sulfate with water (CaSO4· 2H2O)

Gips is een mineraal dat uit calciumsulfaat (CaSO4) bestaat. Gips ontstaat door indamping van water dat calcium (Ca) en sulfaat (SO4) ionen bevat. Gips kan hele pakketten sediment vormen en behoort tot het sedimenttype evaporieten.

Gips lost erg gemakkelijk op in grondwater en door neerslag. In natte gebieden zoals de tropen en gematigde streken komt gips dan ook vrijwel nooit aan de oppervlakte voor. Geologische processen (tektoniek) kunnen het gips niet snel genoeg naar de oppervlakte brengen. Voordat het gips het oppervlakte bereikt is het al opgelost.

In droge gebieden zoals woestijnen en rond de Middellandse Zee komen gipsafzettingen wel aan de oppervlakte voor. Er is te weinig water om het gips snel op te lossen. Het gesteente is erg zacht en heeft een soort ei achtige glans en kan gedeeltelijk doorschijnend zijn.

Git

°

°Glaciaal :   Een glaciaal is een relatief koude periode met uitbreidende landijskappen (ijstijd).

http://nl.wikipedia.org/wiki/Glaciaal_proces  

Glaciale processen

  • welke processen bepalen het lengteprofiel van een gletsjerdal ? 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Glaciaal_(tijdperk)      

http://nl.wikipedia.org/wiki/Glaciaal_sediment

°

°Glaciaal bekken :  is een door de uitschurende werking van een gletsjer of landijstong en onder het ijs aanwezig smeltwater gevormde topografische laagte in het terrein.

Glaciaal(e) 2
-dal
-erosie   gletschererosie = glaciale erosie.  //   erosie door gletchers  vroorzaakt  twee categorieen van  effecten  : abrasie(abrasion )  en plucking  


-meren

°Glacial abrasion  (erosion ) 

glacial abrasion

° Glacial environment : The sedimentary environment of glaciers and their meltwaters
Glaciatie
Glaciologie

Glans

°GLASS  1 A state of matter in which a substance displays many properties of a solid but lacks crystal structure. 2 An amorphous igneous rock formed from a rapidly cooling magma

°GLASSY TEXTURE  : The texture of igneous rocks in which the material is in the form of natural glass rather than crystal
Glassponzen
Glauconia
Glauconiet
-korrels

°Glauconiet : een groen gekleurd mineraal dat ontstaat op de bodem van zeeën, vooral daar, waar de sedimentatie zeer langzaam gaat.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Glauconiet

Steekboring met glauconietrijk zand. De donkergroene korrels zijn glauconiet, de lichtgekleurde bestaan uit kwarts © TNO-NITG

Glauconiet is een groen blauw mineraal dat behoort tot de groep van Mica. Het mineraal komt veel voor in sedimenten. Het voorkomen van Glauconiet is sedimenten duidt op zuurstofarme condities, en kan helpen bij milieureconstructie in de sedimentologie. Glauconiet heeft de chemische formule (K,Na)(Fe3+,Al,Mg)2(Si,Al)4O10(OH)2.

°

GLETSJER 

Een gletsjer is een ijsmassa op het land die genoeg massa heeft om bergafwaarts te stromen. De gletsjer gedraag zich als een soort rivier van ijs die langzaam naar beneden stroomt. Dit gaat met eensnelheid van centimeters tot in uitzonderlijke gevallen een tiental meters per jaar. Gletsjers en ijskappen bevatten het allergrootste gedeelte van het zoet water op aarde. Gletsjers kunnen ontstaan in gebieden waar de temperatuur laag genoeg is én waar genoeg neerslag valt om ijs te kunnen laten ophopen. Gletsjers en ijskappen komen voor in de poolgebieden en in gebergten.

Gletsjers en ijskappen zorgen voor erosie door uitslijting van de boden waar ze overheen stromen. De Noorse fjorden zijn op deze manier ontstaan. Aan het uiteinde van de gletsjers wordt het steenmateriaal en puin wat is meegevoerd weer afgezet in de zogenaamde morene van de gletsjer. Als puin en stenen over grotere afstand worden vervoerd kunnen lagen keileem en zwerfstenen ontstaan.


Een gletsjer op IJsland stroomt totaan de bodem van het rivierdal. Foto: Herman Zevenberg

GLETSJEREen grote ijsmassa die op het land is ontstaan door compactie van sneeuw, en die onder zijn eigen gewicht beweegt.

Gletchers & glacology   <—Doc archief  

http://nl.wikipedia.org/wiki/Gletsjer

schema

Gletsjer(s)  / GLACIER :  A mass of ice formed from compacted recrystallized snow that is thick enough to flow plastically
-erosie
-krassen
-tong

Gletsjerpoort 

http://users.skynet.be/geografie/geomorfologie.htm

Gletsjertong 

Terugtrekkende gletsjer vanuit de ruimte

06 november 2013  7

gletsjer

Een astronaut aan boord van het internationale ruimtestation heeft een prachtige foto gemaakt van de Argentijnse Upsalagletsjer. Hoewel de gletsjer op de foto indrukwekkend groot oogt, is deze toch al zo’n drie kilometer korter dan enkele jaren geleden het geval was.

Het ijs komt uit het noorden (op deze gedraaide foto van rechts) en komt uit in het Argentinomeer. De gletsjer eindigt met een muur van ijs die zo’n 2,7 kilometer breed is en een schaduw op het water werpt. Een deel van die muur is recentelijk ingestort en brokstukken ervan kleuren het meer waarin de gletsjer uitmondt, wit.

De donkere strepen in het ijs worden veroorzaakt door rotsachtig puin. Op de foto is ook goed te zien hoe zich op de valreep nog een tweede gletsjer bij de Upsalagletsjer voegt.

Foto: NASA / M. Justin Wilkinson / Jacobs at NASA-Johnson Space Center.

Foto: NASA / M. Justin Wilkinson / Jacobs at NASA-Johnson Space Center.

Onder meer op basis van dit soort foto’s kunnen onderzoekers de ontwikkeling van de gletsjer goed in de gaten houden. Zo blijkt uit beelden die in januari 2001, januari 2004 en oktober 2009 verzameld zijn, overduidelijk dat de gletsjer zich aan het terugtrekken is. Inmiddels is deze al zo’n drie kilometer korter geworden. Onderzoekers wijten dat aan de opwarming van dit deel van Zuid-Amerika. Door die opwarming trekt het ijs zich niet alleen terug, maar wordt het ook dunner.

Bronmateriaal:
Upsala Glacier Retreat” – NASA.gov
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA / M. Justin Wilkinson / Jacobs at NASA-Johnson Space Center.

°

 

°

Glimmers
Glimmerschist

°GLOBAL TECTONICS  The study of the characteristics and origin of structural features of the earth that have regional or global significance.

°GLOSSOPTERIS FLORA :An assemblage of late Paleozoic fossil plants named for the seed fern Glossopteris, one of the plants in the assemblage. These flora are widespread in South America, Africa, Australia, India, and Antarctica, and provide important evidence for the theory of continental drift

http://en.wikipedia.org/wiki/Glossopteris

Location of Glossopteris remains shown in green in the former Supercontinent Gondwana.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Glossopteris

Voorkomen van Glossopteris over Gondwana. 1 Zuid-Amerika, 2 Afrika, 3 Madagaskar, 4 India, 5 Antarctica, 6 Australië.

http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0034666702000787

Abstract    / The Permian–Triassic boundary in Gondwana has traditionally been based on lithology and a change from the glossopterid-dominated flora in the Permian to the Dicroidium-dominated flora in the Triassic. There have, however, been a few reports of Glossopteris occurring in the Lower Triassic of Tasmania, Antarctica, South Africa and India, usually as a minor element in floras dominated by Dicroidium. The material described here was collected from a lens of silicified peat from Collinson Ridge in the central Transantarctic Mountains, Shackleton Glacier area of Antarctica. Based on lithology, this site appears to be in the lower part of the Fremouw Formation, which has previously been dated as Early Triassic. However, the discovery of a dominant Glossopteris flora, including petrified leaf fragments, Vertebrariaand Araucarioxylon-type wood, along with the absence of Dicroidium, suggests a latest Permian age.

  • Antarctica;  DicroidiumGlossopteris; Permian–Triassic boundary; flora; biostratigraphy; Shackleton Glacier area

Plate I & II 
Glycymeris
Gnathostomata 2

___________________________________________________________________________________

°

Gneis(s)  //  Gneis is een middel tot hooggradig metamorf gesteente en bestaat uit langgerekte kwarts en veldspaatkristallen. Onder invloed van hoge druk en temperatuur in de aardkorst is het gesteente gedeformeerd. Hierdoor zijn de kristallen in een bepaalde richting komen te liggen waardoor het gebande uiterlijk van de gneis ontstaat. Van oorsprong is een gneis vaak graniet of zandsteen geweest voordat het door metamorfose werd vervormd.


Biotietrijke gneis. Zwerfsteen uit Emmen. Foto: Tom Koops

°  Gneis 2  / GNEISS :A coarse-grained metamorphic rock with a characteristic type of foliation (gneissic layering), resulting from alternating layers of light-colored and darkcolored minerals. Its composition is generally similar to that of granite

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gneis

https://en.wikipedia.org/wiki/Gneiss

Makes up the lower crust

Gneiss is a typical rock type formed by regional metamorphism, in which a sedimentary or igneous rock has been deeply buried and subjected to high temperatures and pressures. Nearly all traces of the original structures (including fossils) and fabric (such as layering and ripple marks) are wiped out as the minerals migrate and recrystallize. The streaks are composed of minerals, like hornblende, that do not occur in sedimentary rocks.

In gneiss, less than 50 percent of the minerals are aligned in thin, foliated layers. You can see that unlike schist, which is more strongly aligned, gneiss doesn’t fracture along the planes of the mineral streaks. And thicker veins of large-grained minerals form in it, unlike the more evenly layered appearance of schist. With still more metamorphism, gneisses can turn tomigmatite and then totally recrystallize into granite.

Despite its highly altered nature, gneiss can preserve geochemical evidence of its history, especially in minerals like zircon which resist metamorphism. The oldest crustal rocks known are gneisses from western Greenland. Their carbon isotopes show that life existed there at that time, nearly four billion years ago.

http://www.geus.dk/publications/review-greenland-97/gsb180p94-99.pdf

Gneiss makes up the largest part of the Earth’s lower crust. Pretty much everywhere on the continents, you will drill straight down and eventually strike gneiss.

Gneiss is an old German word meaning bright or sparkling.

This sample of gneiss rock shows layering of two different kinds of rock, leading to its classification as a metamorphic rock. The layering also shows bending, suggesting that it has been subject to pressures.

This rock was included in a display of geologic ages at the Smithsonian Museum of Natural History. The suggested age was 2 billion years.

This sample, which was also classified as gneiss, was identified as having come from Wyoming, from the North Laramie Mountains. One part of it was associated with an age of 2.6 billion years, and another part as 1.8 billion years.

°

GNEISSIC LAYERING  : The type of foliation characterizing gneiss, resulting from alternating layers of the constituent silicic and mafic minerals

________________________________________________________________________________________

°

GOBI Woestijn

http://en.wikipedia.org/wiki/Gobi_Desert

Dieren uit de Gobi

Kaart van Mongolië en de Gobi woestijn

Enorme zandduinen van Khongoriin Els

Enorme zandduinen van Khongoriin Els

(Hieronder )De spectaculaire Mongol Els zandduinen
Foto 5 van 20

De spectaculaire Mongol Els zandduinen

oase in de Gobi woestijn NW china

°

Bayanzag ofte 'Fleming Cliffs' waar dinosauruseieren werden gevonden  °
Bayanzag, vindplaats van dinosaurus-eieren
 foto’s van de Bayanzag ofte ‘Fleming Cliffs‘ ; Het rotsachtige gebied  waar dinosauruseieren
en  veel  dinosaurussen  resten werden gevonden
Van de 12 soorten roofdierachtige dinosauriërs werden er alleen al in Mongolië 8 gevonden
Van  roofdierachtige dinosauriërs werden er alleen al in  de  Mongoolse  Gobi  minstens  de restanten van  8 a 12  species  gevonden
°

Goethiet   —>  is een mineraal dat veel wordt gewonnen als ijzererts en heeft de chemische formule FeO(OH).

°

Gondwana  //   is een niet meer bestaand supercontinent dat aan het einde van het Jura uit elkaar is gevallen. Gondwana is uiteengevallen in de huidige tektonische platen waarop Afrika, Zuid-Amerika, Antarctica, India, Australië, Nieuw Guinea en Nieuw Zeeland liggen. De continenten van Noord Amerika, Europa en Azië waren destijds nog verenigd in het supercontinent Laurazië. Tussen het einde van het Perm en het Trias tijdperk maakten Gondwana en Laurazië deel uit van het oudere gecombineerde supercontinent Pangea.

Tijdens het bestaan van Gondwana lag het continent rond de plek van het huidige Antarctica, maar het klimaat was redelijk mild. Aan het einde van het Jura tijdperk maakte Afrika zich los van Gondwana en bewoog zich naar het noorden. Vervolgens maakte de Indiase plaat zich los en bewoog zich richting Azië. In het onder Krijt volgde de Nieuw Zeelandse plaat. De Indiase plaat kwam zo’n 10 miljoen jaar geleden in botsing met de Euraziatische plaat waarbij het gebergte Himalaya is ontstaan.

Gondwana  / GONDWANALAND : The ancient continental landmass that is thought to have split apart during Mesozoic time to form the present day continents of South America, Africa, India, Australia, and Antarctica

Hoe viel  Gondwana uiteen?

Geschreven op 05 juli 2013 om 11:29 uur door 1

supercontinent

200 miljoen jaar geleden was er slechts één supercontintent: Gondwana. Kort daarna braken diverse werelddelen af, zoals India, Australië en Antarctica. Maar hoe gebeurde dit exact? Wetenschappers komen nu met een computersimulatie.

De video begint 165 miljoen jaar geleden, toen Australië, India en Antarctica nog één waren. India drijft veel sneller weg dan Australië. Pas 40 miljoen jaar geleden raast Australië met hoge snelheid naar Zuid-Oost Azië.

“De tektonische platen van de aarde bewegen continu”, zegt Dr Lloyd White van de Royal Hollaway universiteit. “Dit proces duurt vele miljoenen jaren, dus het is lastig om goede kaarten te maken waar de continenten in het verleden lagen.”

Puzzel
“We gebruikten een computerprogramma om de geologische kaarten van Australië, India en Antarctica in elkaar te schuiven, tot de legpuzzel van het supercontintent Gondwana gereed was”, zegt White. “Tijdens dit proces kwamen we erachter dat veel eerdere onderzoeken de posities van de platen niet goed hadden vastgesteld.”

De wetenschappers gebruikten een oude techniek om de video te produceren. Zij keken namelijk naar de geologische grenzen van iedere plaat. “Deze grenzen ontstonden al voordat de continenten uit elkaar dreven, dus op deze manier konden we de puzzel goed in elkaar zetten”, aldus White.

Toekomst van de aarde
In de toekomst verwachten wetenschappers dat alle continenten weer naar elkaar toedrijven. Dit betekent dat de Atlantische oceaan over ongeveer 200 miljoen jaar verdwenen is.

Bronmateriaal:
A reassessment of paleogeographic reconstructions of eastern Gondwana: Bringing geology back into the equation” – 

ScienceDirect | 

. Een team van Engelse en Australische geologen redeneerde dat overeenkomstige bodemstructuren op verschillende continenten in een ver verleden aan elkaar vastzaten. Op basis van vergelijkbare structuren in Australië, India en Antarctica konden ze de continenten als puzzelstukken in elkaar schuiven en de vorm van het oercontinent reconstrueren. Dat schrijven ze deze week in het tijdschrift Gondwana Research.

Gondwana is een van de twee supercontinenten die ontstonden uit Pangea, het continent waar alle huidige werelddelen onderdeel van uitmaakten. Naast India, Antarctica en Australië behoorden ook Afrika en Zuid-Amerika tot Gondwana.

Onenigheid in aardwetenschap
Onder geologen is veel onenigheid over de vorm van het oercontinent. Het is zeker dat India, Antarctica en Australië 165 miljoen jaar geleden aan elkaar vastzaten, en in de loop der jaren zijn veel modellen ontworpen over de precieze positie die de continenten ten opzichte van elkaar innamen. Geen enkele reconstructie wist tot nu toe echter uitsluitsel te geven. Het onderzoeksteam bekeek in hoeverre de bodemstructuren in de verschillende modellen aan elkaar pasten.

Door de kloppende stukjes uit verschillende modellen samen te voegen creëerden ze vervolgens een reconstructie waarin de oerpuzzel het beste past.

Het vergelijken van de bodemstructuren is een relatief simpele techniek, die al werd gebruikt door de allereerste aardwetenschappers die het verschuiven van continenten onderzochten. Moderne geologen zien de methode echter vaak over het hoofd. De studie van de Engelse en Australische geologen verschaft niet alleen duidelijkheid over de vorm van Gondwana, maar toont volgens hen ook aan dat je geologische bodemstructuren niet mag negeren bij het onderzoek naar oercontinenten.

°

NOVOPANGEA 
Geschreven op 26 mei 2013 om 09:00 uur door 51

aarde

Zo’n 200 miljoen jaar geleden zag de aarde er heel anders uit dan nu het geval is: de zeven continenten zoals we die nu kennen, vormden één supercontinent. Hoe zal het over 200 miljoen jaar zijn: is de aarde dan weer zo’n metamorfose ondergaan? Hoogstwaarschijnlijk wel!

Onlangs kon u op Scientias.nl lezen hoe de aarde door de miljoenen jaren heen voortdurend van uiterlijk veranderd is. Supercontinenten ontstonden, braken uiteen, kwamen weer samen, enzovoort. Maar dat was niet alleen in het verleden zo. Die veranderingen – die heel geleidelijk plaatsvinden – gaan ook vandaag de dag nog gewoon door. In de toekomst zal het uiterlijk van de aarde dus opnieuw flink gaan veranderen. Nieuwsgierig hoe precies? We zetten enkele scenario’s op een rij.

Pangea Ultima
Sommige wetenschappers denken dat we over 250 miljoen jaar het eerstvolgende supercontinent mogen verwelkomen: Pangea Ultima. In dit scenario klonteren vrijwel alle continenten samen. Deze continenten vormen één grote landmassa met in het midden een flinke zee (het restant van de Atlantische Oceaan). Alleen Australië en Antarctica maken geen onderdeel uit van het supercontinent, maar vormen samen een tweede continent.

Pangea Ultima. Afbeelding: C.R. Scotese.

Pangea Ultima. Afbeelding: C.R. Scotese.

Bewegingen
De onderzoekers baseren hun voorspellingen omtrent Pangea Ultima op bewegingen die nu reeds gaande zijn. Zo is Afrika al miljoenen jaren bezig om zich bij Europa te voegen. “De Middellandse Zee is het restant van een veel grotere oceaan die de laatste honderd miljoen jaar steeds verder gesloten is en zich verder zal blijven sluiten,” vertelt onderzoeker Christopher Scotese. Ondertussen beweegt ook Australië zich naar het noorden. “Australië is al aan het botsen met de zuidelijke eilanden van Zuidoost-Azië.” Na verloop van tijd zal Australië zich dan ook tegen Azië aanvlijen. Over zo’n vijftig miljoen jaar zou de situatie er dan ook al heel anders uitzien dan nu het geval is. En nog eens zo’n tweehonderd miljoen jaar later is Pangea Ultima wellicht een feit.

De situatie over zo'n vijftig miljoen jaar, waarna 150 miljoen jaar later wellicht Pangea Ultima ontstaat. Afbeelding: C.R. Scotese.

De situatie over zo’n vijftig miljoen jaar, waarna 150 miljoen jaar later wellicht Pangea Ultima ontstaat. Afbeelding: C.R. Scotese.

Amazië
Wetenschappers van de universiteit van Yale kwamen begin vorig jaar met een ander idee op de proppen. Over zo’n 50 tot 200 miljoen jaar zouden de zeven werelddelen zoals we die nu kennen plaats hebben gemaakt voor het supercontinent: Amazië. Het continent zou ontstaan doordat Noord- en Zuid-Amerika zich naar het noorden gaan bewegen, fuseren en in botsing komen met Europa en Azië. Als een gevolg van die beweging, verdwijnt de Noordelijke IJszee en de Caribische Zee. “Nadat deze wateren zich sluiten, zijn we hard op weg naar het volgende supercontinent,” stelt onderzoeker Ross Mitchell. Het gefuseerde Noord- en Zuid-Amerika ontmoet Eurazië ergens op de Noordpool en daar ontstaat dan Amazië (een samentrekking van Amerika en Azië).

Amazië. Foto: Yale University.

Amazië. Foto: Yale University.

Magnetisme
De theorie omtrent Amazië staat haaks op de ideeën die veel onderzoekers over de totstandkoming van het volgende supercontinent hebben. Veelal wordt namelijk gedacht dat het volgende supercontinent op 0 of op 180 graden van het centrum van het vorige supercontinent zou ontstaan. Het vorige supercontinent was Pangea en het centrum ervan lag ongeveer waar Afrika zich nu bevindt. Volgens deze theorie zou het volgende supercontinent dus op dezelfde plek als Pangea (de locatie van het huidige Afrika) of juist precies aan de andere kant van de wereld (in de Stille Oceaan) moeten ontstaan. En nu komen wetenschappers met een supercontinent dat op de Noordpool ontstaat! Bewijs voor de totstandkoming van zo’n supercontinent denken de onderzoekers te vinden in magnetisme. Sommige gesteenten op aarde bevatten magnetische mineralen en zijn dus magnetisch. De richting van hun magnetische veld wordt bepaald door de locatie waarop deze stenen zijn ontstaan: de magnetische mineralen nemen namelijk de richting van het aardmagnetisch veld aan. Door de magnetische mineralen te bestuderen, kunnen onderzoekers achterhalen waar stenen tot stand zijn gekomen en welke weg ze dankzij de platentektoniek hebben afgelegd. Het onderzoek levert geen bewijs voor de 0 tot 180 graden-regel. In plaats daarvan vonden onderzoekers bewijs dat het volgende supercontinent zich op 90 graden van het vorige zou vormen.

Novopangea.

Novopangea.

Novopangea
Naast Pangea Ultima en Amazië opperen onderzoekers de laatste jaren nog één mogelijkheid: Novopangea. Het is een idee van Roy Livermore. In dit scenario sluit de Stille Oceaan zich, komt Australië tegen oost-Azië aan te liggen en gaat Antarctica zich naar het noorden begeven. In het boek ‘Supercontinent‘ legt Livermore uit hoe hij op het idee van een Novopangea kwam. “We beginnen met de huidige situatie, we weten hoe de platen zich bewegen en extrapoleren dat een paar miljoen jaar in de toekomst.” Zo belanden we op de situatie die over vijf miljoen jaar ontstaat. Heel spannend is het dan nog niet. “Dat krijg je als je alles een beetje versneld vooruit draait. Er gebeurt niets opwindends totdat ze 100 miljoen jaar verder zijn. Maar wanneer je zo ver gaat, bereik je onvermijdelijk het punt waarop je een beslissing moet nemen.” Wat Livermore hiermee bedoelt, is dat onderzoekers niet kunnen blijven extrapoleren, ze moeten er op een gegeven moment ook rekening mee gaan houden dat er gebeurtenissen kunnen optreden die de uitkomst van het hele proces veranderen. “De grootste beslissing die ik maakte, was dat de Atlantische Oceaan zich zou blijven openen en dat de Stille Oceaan zou blijven krimpen.”

De drie scenario’s verschillen sterk van elkaar. Welke het wordt? We weten het niet. Wellicht zitten alle scenario’s er wel naast. Want het blijft tenslotte toch koffiedik kijken, zo benadrukt Scotese. “We weten natuurlijk niet wat er in de toekomst gaat gebeuren. Het enige wat wij kunnen doen, is voorspellen hoe platen zullen blijven bewegen, welke nieuwe dingen wellicht gaan gebeuren en waar het uiteindelijk op uitkomt.”

Bronmateriaal:
Continents in Collision: Pangea Ultima” – NASA.gov
As next supercontinent forms, Arctic Ocean, Caribbean will vanish first” – Yale.edu
Boek: Supercontinent. Door: Ted Nield
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door DonkeyHotey (cc via Flickr.com).

°

Goniatites
Gors
Graafgangen
Graafvoetigen

°GRABEN : An elongate fault block that has been lowered in relation to the blocks on either side

°GRADATION:  Leveling of the land due to erosion by such agents as river systems ground water, glaciers, wind, and waves.

° Graded  Bedding  : A type of bedding in which each layer is characterized by a progressive decrease in grain size from the bottom of the bed to the top

°GRADED  STREAM ; A stream that has attained a state of equilibrium, or balance, between erosion and deposition, so that the velocity of the water is just great enough to transport the sediment load supplied from the drainage basin, and neither erosion nor deposition occurs

Gradiënt 2 3

-stromen 2  / Gradient (Stream ) : The slope of a stream channel measured along the course of the stream

°GRAIN : A particle of a mineral or rock, generally lacking well-developed crystal faces

Granaatgroep

° GRANIET  Graniet is een grofkorrelig stollingsgesteente vooral bestaande uit kwarts, kaliveldspaat en glimmers.  Een stollingsgesteente dat vooral voorkomt op de continenten  ….

Graniet is een stollingsgesteente dat bestaat uit de mineralen kwarts, veldspaat (kaliveldspaat of plagioklaas) en mica (biotiet of muscoviet). Het ontstaat door het ondergronds stollen van magma en behoort hiermee tot de dieptegesteenten. De grootte van de kristallen in de graniet hebben een relatie met de afkoelingstijd van het magma. Hoe langer de afkoeling heeft geduurd, hoe groter de kristallen hebben kunnen groeien.

In de graniet is kwarts de hardste component en deze is meestal grijswit van kleur. Plagioklaas veldspaat is crème van kleur, kaliveldspaat is meer roze. De zachtste component is de glimmer mica en is herkenbaar aan de dungelaagde structuur. In verweerde stenen kan dit wat bruinig worden.

Graniet komt wereldwijd voor. In Scandinavië zijn echter grote gebieden waar diverse typen graniet aan de oppervlakte te vinden zijn. Brokstukken hiervan zijn in de ijstijden als zwerfsteen over Noord Europa verspreid  .….

GRANITE  A coarse-grained igneous rock composed of K-feldspar, plagioclase, and quartz, with small amounts of ferromagnesian minerals

http://nl.wikipedia.org/wiki/Graniet

Graniet 2

GRA NITIZATION :Formation of granitic rock by metamorphism without complete melting
Granietische magma

____________________________________________________________________________________

Granuliet
Graptolieten 2
Graptolites
Graptolithina 2
Grauwacke

Gravitatieve bewegingen

°GRAVITY ANOMALY  An area where gravitational attraction is greater or less than its normal value

°GRAYWACKE  :An impure sandstone consisting of rock fragments and grains of quartz and feldspar in a matrix of clay-size  particles.    –> Grauwak

°GROUNDMASS  The matrix of relatively fine-grained material between the phenocrysts in a porphyritic rock

°

°Grind :     Een grindlaag is een klastisch sediment die afgeronde stenen bevat in een fijnere matrix. Dit sediment ontstaat vaak in rivieren met een steile gradiënt waarin afbraakproducten (erosie) van gebergten worden getransporteerd. Als het verhard is tot een gesteente, dan wordt het conglomeraat genoemd.

 Grind is een gesteentefragment met een korrelgrootte tussen de 2 en 63 mm.
Min of meer afgeronde stukjes gesteente die grover zijn dan zand (> 2 mm).

Grind © TNO-NITG
Grind is een erosieproduct, ontstaan uit vast gesteente en wordt meestal door rivieren getransporteerd en afgezet. Grind kan ook op rotskusten ontstaan door de werking van de branding.
Grind komt meestal voor in een mengsel met zand.
Men kan dan spreken van een grindig zand of een zandig grind.
Grind wordt voor allerlei toepassingen gewonnen en gebruikt.
In Nederland zijn langs de Maas veel plassen ontstaan op plaatsen waar grind met behulp van cutterzuigers is gewonnen. Tegenwoordig wordt grind voornamelijk gebruikt als bestanddeel van beton.

afb11.jpg

Grind
-niveaus
-tellingen
-vloertjes
Groenschist
Groenschistfaciës
Groep
Grondboringen

°Gronddeformatie :  is de vervorming van de (onder)grond onder invloed van externe krachten.

°GROUND MORAINE : Glacial deposits that cover an area formerly occupied by a glacier; they typically produce a landscape of low, gently rolling hills

Grondmorene : is het door landijs aangevoerde en aan de basis daarvan afgezette mengsel van klei tot grote blokken gesteente.

Grondmorene © TNO-NITG
Met grondmorene wordt het sediment bedoeld dat door gletsjers wordt meegevoerd en wordt afgezet als de gletsjer smelt. Grondmorenes bestaan zo uit allochtoon materiaal.
Grondmorenes zijn te vinden in onder andere de Utrechtse Heuvelrug, waar ze gekenmerkt worden door keien van Scandinavische granieten en metamorf gesteente.
Ze zijn gevormd na het voorlaatste glaciaal, dat tijdens het Saalien heerste. Het materiaal dat als grondmorene wordt afgezet heet keimergel. Als dit materiaal later verweerd is, wordt het keileem genoemd.

schema morene vorming

Schema morene vorming
800px-Receding_glacier-nl.svg
Eindmorene  
 
   Eindmorene                                          
zijmorene
°

°Grondsoort : is een soort van grond, aarde of sediment die in een bepaald gebied worden aangetroffen.

____________________________________________________________________________________

°

GROUNDWATER  : Water below the earth’s surface. It generally occurs in pore spaces of rocks and soil

°

Grondwater :  

Grondwater is het geheel aan water dat zich ondergronds bevindt, in de bodem en in gesteenten. Grondwater bestuderen behoort tot het vakgebied van de hydrologie.

 Grondwater is het water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot water beneden de grondwaterspiegel.

Water © TNO-NITG

zie ook  Bodemwater    Bronwater

Grondwater
-veen
Grondwaterspiegel 2
-gespannen
-schijn
-zwevende

°Grondwatermeetnet:Een grondwatermeetnet is een stelsel van meetlocaties om grondwaterstanden periodiek waar te nemen.

°Grondwaterstand :De grondwaterstand is de hoogte van het grondwater ten opzichte van een referentieniveau.

°Grondwaterstroming:Grondwaterstroming is de verplaatsing van het grondwater onder invloed van de zwaartekracht of van andere factoren.

________________________________________________________________________________________

°

Grotten

grottenGrotten,meestal uitgegroeid tot grotsystemen. Geologisch gezien zijn grotten jong en hebben ze geen lange levensduur. Maximaal een paar miljoen jaar. Veel grottensystemen zijn opvallend horizontaal en in meer etages. Ze zijn dan ook vaak te correleren met rivierterrassen of met andere tijdelijke erosiebases.
Grubben
Gryphaea
Guano
Günz

°

GYOT  : A seamount with a flat top.

http://en.wikipedia.org/wiki/Guyot                                                                                                                                                                                                            —>  also known as a tablemount, is an isolated underwater volcanic mountain (seamount), with a flat top over 200 metres (660 feet) below the surface of the sea. The diameters of these flat summits can exceed 10 km (6.2 mi).[1]

File:Greatmeteorseamount3d.svg

http://en.wikipedia.org/wiki/Great_Meteor_Seamount

http://www.britannica.com/EBchecked/topic/250080/guyot

°
Gymnospermae 2
Gyrolithes

°Gyttja : s een in de Kwartairgeologie gangbare Zweedse term voor modder, rijk aan organisch materiaal.

Uitstervende en terug opduikende Amfibiëen

 amfibieen 

http://www.endangeredspeciesinternational.org/amphibians4.html

Geen enkele diergroep  wordt meer bedreigd dan de amfibieën. (2010) Op zijn minst een derde van de soorten zou met uitsterven bedreigd zijn. Dat heeft te maken met het verdwijnen van traditionele habitats van amfibieën, zoals bossen en moerasland. 1.- Ziektes slaan zwaar toe De kikkers krijgen bovendien af te rekenen met schimmelziektes en   rana – virussen  . Vooral de schimmel   chytridiomycosis houdt lelijk huis. De ziekte heeft ( als hoofdoorzaak ? ) bijvoorbeeld de in Costa Rica overvloedig aanwezige gouden pad in minder dan een jaar van de kaart geveegd. chytridiomycosis

°

°Een patholoog ontdekte sporen van een organisme bij een mysterieuze huidziekte bij kikkers in een dierentuin. Bij nader onderzoek aan de Amerikaanse Universiteit van Maine herkende men het eencellige organisme van de onbekende schimmel. De grote vraag is nu of dit eencellige organisme wel de werkelijke oorzaak is. Het kan ook zijn dat het nu pas toeslaat omdat de kikker reeds aan een opeenstapeling van ernstige milieuverstoringen is blootgesteld. Hierdoor kan de weerstand dermate zijn verzwakt dat deze schimmel de druppel is die de emmer doet overlopen.

°

http://www.scielo.sa.cr/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0034-77442002000200033

*De rode pad of gouden pad Incilius periglenes, Bufo periglenes of Ollotis periglenes http://nl.wikipedia.org/wiki/Rode_pad Bufo periglenes     – De beroemde Rode Pad (ook wel Gouden Pad genoemd) Bufo periglenes uit Costa Rica. Dit land is een dorado wat betreft amfibieën en reptielen.

°

Alleen al in het bekende gebied Monteverde kwamen ( 1999 )  zo’n 154 soorten voor. De mannetjes van de Rode Pad zijn fraai oranjerood van kleur, de wijfjes meer bruinachtig. De dieren komen alleen voor in het ‘Monteverde Nevelwoudreservaat‘.

°

Met uitzondering van de enkele dagen per jaar dat ze te voorschijn komen om aan de voortplanting mee te doen, verblijven ze hun verdere leven in holtes tussen het wortelgestel van de bomen. Helaas werden in 1987 de laatste dieren gezien en ondanks naarstig speurwerk zijn ze daarna niet meer gevonden. Gevreesd moet worden dat  deze soort is uitgestorven. Ook over deze doodsoorzaak tast men nog volledig in het duister. De aantasting van de ozonlaag lijkt te ver gezocht voor dieren die zich overwegend in holtes tussen boomwortels ophouden.

°

Wat misschien wel een oorzaak zou kunnen zijn, is de verhoogde activiteit van de nabij gelegen vulkaan de Arenal. De zure gassen die door de krater worden uitgebraakt, worden met de regen weer over de oerwouden uitgestort in de vorm van zure regen.

°

Een feit is echter dat er in de Monteverde de laatste tijd opvallend weinig amfibieën worden gevonden.

°

chytrid  menace

°

2.-  POLLUTIE

°

Afwijkingen

Naast het plotseling verdwijnen van kikkersoorten, worden er de laatste jaren opvallend veel misvormde kikkers gesignaleerd. Bij vissen was dit al langer bekend en wordt er een verband gelegd met de lozing van schadelijke stoffen.

 

°

Berucht zijn in dit geval vooral de kwikverbindingen. De verontrustende berichten over kikkers met afwijkingen komen o.a. uit Japan, Amerika en Canada, maar ook dichter bij huis zoals bijvoorbeeld Engeland. De afwijkingen treden vooral op in het achterlijf van de kikker waar dan teveel of te weinig poten aanwezig zijn, mismaakte poten of poten op verkeerde plaatsen. Ook kunnen ogen ontbreken of op een vreemde plaats zitten. Het meest aangetast zijn die soorten die vooral in het water leven. Omdat er weinig langdurige studies naar amfibieën zijn gedaan is het moeilijk te achterhalen of er werkelijk een toename van afwijkingen valt te constateren. Uitgezonderd misschien de staat Minnesota in de USA, waar in 1996 een groot aantal misbaksels zijn gevonden, waarvan voorgaande jaren geen sprake was.

°

Omdat het wel duidelijk is dat amfibieën door hun dunne en naakte huid en hun vaak dubbele levenswijze uitstekende milieu-indicatoren zijn, vinden er de laatste tijd wereldwijd vele amfibieëninventarisaties plaats, met het gevolg dat ook afwijkingen vaker worden gesignaleerd. Duidelijk is in ieder geval wel dat sinds 1994 een stijging van het aantal misvormingen te bespeuren valt. Aangezien bij chromosomenonderzoek bij de volwassen dieren geen afwijkingen zijn gevonden, sluit men genetische oorzaken eigenlijk uit. Men vermoedt dat er reeds tijdens het ei- of larvestadium iets verkeerd gaat. Langere tijd is al gedacht aan een parasiet en ook chemicaliën blijven in beeld. Zo bleek in een poel met flink wat pesticiden 12% van de kikkers misvormd, tegen 1 tot 2% in betrekkelijk schone gebieden.

°

Stralingsgevaar?

Chernobyl  amfibieen

Nederland  1975

Een uitputtend onderzoek naar afwijkingen bij kikkers is bij mijn weten in Nederland nog nooit uitgevoerd. Wel heeft de specialistisch bioloog dr. Dick Hillenius in 1975, toen verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, geëxperimenteerd om er achter te komen welke uitwerking radioactieve straling op kikkereitjes had. Dit naar aanleiding van de vondst in dat jaar van talloze mismaakte kikkers en hun bijna volgroeide larven in een slootje in Amsterdam. In dit slootje loosde het toenmalige Instituut voor Kernfysisch Onderzoek in die jaren vermoedelijk haar afval. De afwijkingen betroffen vooral de ledematen van de kikkers. Zo hadden veel dieren teveel vingers aan de handjes en teveel tenen aan de voetjes (polydactylie). Bij sommige ontbraken de armpjes en zaten de handjes op softenon-achtige wijze aan het lichaam vast en werden dieren gevonden met meerdere achterpoten. Hoewel dr. Hillenius altijd overtuigd is geweest dat radioactieve straling de oorzaak van de afwijkende Amsterdamse kikkers is geweest, is een bewijs nooit geleverd. Directie en medewerkers van het Instituut voor Kernfysica voelden zich vooral gesteund door de uitspraak van de Fransman Jean Rostant, die gespecialiseerd was in afwijkingen bij kikkers, en die verkondigde dat dit soort van afwijkingen wel vaker voorkwam, zelfs op plaatsen waar van stralingsgevaar geen sprake was. Dat dit laatste inderdaad een feit is ontdekte ik in 1990 toen ik me bezig hield met het opkweken van kikkers. In juli van dat jaar werd namelijk in Friesland groot alarm geslagen omdat men meende de Amerikaanse Brulkikker (Rana catesbeiana) in een vijver aan de Parklaan in Franeker te hebben ontdekt. Een potje met meerdere klompjes dril werd toen door mij meegenomen en thuis op een zolderkamer uitgebroed. Van de vermeende Brulkikker was echter geen sprake. Alle geboren kikkertjes behoorden tot onze inheemse groene kikker. Wat bleek echter wel? Tussen de opgroeiende kikkerlarven zaten enkele misbaksels met dezelfde afwijkingen als toen in Amsterdam. Bij sommige diertjes waren de achterpootjes vergroeid, hadden ze handjes met zes in plaats van vier vingers, voetjes met zeven in plaats van vijf tenen, ontbraken de armpjes en zaten de handjes direct tegen het lichaam, terwijl bij één exemplaar zelfs vier voetjes aan de achterste ledematen zichtbaar waren.

Kleurafwijkingen

Albino kikkers

Tot voor kort waren albinistische kikkervondsten in ons land vrij zeldzaam. Slechts twee meldingen waren tot 1995 bekend. Beide keren betrof het een mannelijke Bruine Kikker. Eén werd in 1947 in het Noordhollandse Koedijk ontdekt, terwijl de andere melding een dier betrof dat in 1990 in een plantsoen in Den Helder werd gevonden. Dit veranderde plotseling in 1995. In Friesland kwamen in dat jaar vier meldingen binnen, terwijl uit de rest van het land ook nog eens negen gevallen van albinisme werden gesignaleerd. Ook in omringende landen zoals buurland België, maar vooral ook in Engeland deed dit verschijnsel zich voor. Het betroffen hier steeds zowel bruine als groene kikkers. Albinisme kent twee oorzaken en wel het ontbreken van het enzym tyrosinase of het ontbreken van melanocyten. Zodra er een storing optreedt in de productie van tyrosinase – een noodzakelijke katalysator voor de pigmentvorming – dan wordt er in het geheel geen pigment aangemaakt. Deze totale pigmentloosheid wordt albinisme genoemd en heeft een genetische grondslag. Afwezigheid van melanocyten (pigmentcellen) kan plaatselijk (partieel) optreden. In sommige delen van de huid kan het pigment ontbreken, terwijl het in andere gedeelten wel aanwezig is. Bij partiële albinisme worden als oorzaken o.a. omgevingsinvloeden en zelfs een virus genoemd. Albinokikkerlarven komen onder normale omstandigheden zelden tot wasdom. Om te groeien hebben de larven behalve veel voedsel, nogal wat warmte nodig. Normaal gepigmenteerde larven hebben geen moeite om met hun donkere huid de warmte te absorberen. Bij albinolarven ligt dit een stuk moeilijker. Dat er in 1995 zoveel albino’s zijn ontdekt ligt vermoedelijk aan de voorafgaande fraaie zomer. Sommigen gaan zelfs verder en schrijven dit fenomeen toe aan de geleidelijke opwarming van de aarde, het zgn. broeikaseffect. In 1997 kwamen er plotseling zes meldingen binnen van blauwgekleurde groene kikkers en in 1998 werden zelfs negen exemplaren gezien. De pigmenten geel en blauw geven samen de groene kleur aan onze ‘boerennachtegaal’. Door een genetische afwijking ontbreekt in dit geval de factor geel, waardoor de kikker blauw kleurt. Voor eerdere meldingen van blauwgekleurde groene kikkers moest in de literatuur maar liefst 45 jaar terug worden gegaan.

Conclusie

Blauwgroene kikker

Een duidelijke oorzaak aan te wijzen voor bovengenoemde afwijkingen bij kikkers is vooralsnog niet mogelijk. Het is te hopen dat we de waarschuwing die de kikkers voor ons in petto hebben binnen afzienbare tijd op de juiste wijze kunnen interpreteren en dat er op de juiste wijze naar wordt gehandeld. Als het voor kikkers onleefbaar is geworden op onze aarde, zullen de gevolgen voor het mensdom op den duur ook niet uitblijven. Onderzoeken zijn volop in gang. Met name in Amerika is o.a. een onderzoek gaande naar het synthetische hormoon methopyreen, dat vanaf het midden van de jaren tachtig in zwang raakte om te voorkomen dat muskieten volwassen zouden worden en om vlooien bij honden en katten te bestrijden. In de Cascade Mountains in Oregon bestudeert o.a. dr. Andy Blaustein de invloed van de ultraviolette stralen op kikkers. Men kwam op de ultraviolette-hypothese omdat de omgeving wat betreft aanwijsbare vervuiling onaangetast is. De invloed van de zon wordt hier op dikkopjes getest. Voor sommige soorten schijnt inderdaad het gat in de ozon zijn tol te eisen. Ook het parasietenonderzoek is zeker nog niet afgerond en een grondige analyse van het water zal steeds nodig zijn.

°

bedreigde-amfibieen-1

_________________________________________________________________________________

bedreigde amfibieen 1   doc archief

index[1]bedreigde amfibieen europa pdf ..

°

LIST   OF   ENDANGERED   AMPHIBIA  http://earthsendangered.com/search-groups2.asp?search=1&sgroup=AM http://www.guardian.co.uk/environment/gallery/2008/jan/09/conservation.endangeredspecies#/?picture=331991942&index=4 Short link for this page: http://gu.com/p/xx25b

 http://amphibiaweb.org/aw/declines/extinct.html

_ http://www.edgeofexistence.org/amphibians/top_100.php (2012)

°

Family 2012Scientific name Common name(s) Red List status Population trend
Amphibians-Caecilians Amphibians-Frogs Amphibians-Salamanders

_____________________________________________________________________________________

 Rhinoderma  rufum  mogelijk uitgestorven

 20 juni 2013 5
°

darwinkikker

°

In 1834 vond Charles Darwin een bijzondere kikker in Chili, namelijk de Rhinoderma rufum. Deze kikker werd voor het laatst gezien in 1980.

°

Wetenschappers zochten de afgelopen vier jaar naar bewijs dat het diertje nog steeds bestaat, maar helaas vonden zij helemaal niets.

°

De Rhinoderma rufum is een bijzondere kikker. De kikkervisjes groeien namelijk in de kwaakblazen van volwassen mannetjes. Een unicum!

Daarnaast ziet de kikker er vreemd uit. Het internationale team van Chileense en Britse onderzoekers onderzochten 2.244 museummonsters van twee Rhinoderma soorten: de hoogstwaarschijnlijk uitgestorven R. rufum en de R. darwinii. Vervolgens reisden de wetenschappers naar 223 verschillende locaties om de kikkers te zoeken. In totaal vonden zij 36 groepen van R. darwinii kikkers met een gemiddelde grootte van 33,2 kikkers per groep.Helaas troffen zij geen R. rufum kikkers aan.

°

Categoriseren ……..Biologen categoriseren de Rhinoderma darwinii al een tijdje als een bedreigde diersoort. Op basis van dit onderzoek adviseren de onderzoekers om de status te veranderen naar ‘kwetsbaar’. Ook de status van R. rufum moet veranderd worden van ‘ernstig bedreigd’ naar ‘mogelijk uitgestorven’.

°

De onderzoekers hebben nog stille hoop dat de Rhinoderma rufum niet uitgestorven is. Wellicht leven deze kikkers in een onherbergzaam gebied in het noorden van Chili.

°

Bedreigingen De kikkers in Chili en in andere delen van de wereld hebben het niet heel erg makkelijk. Door ontbossing wordt het leefgebied steeds kleiner. Daarnaast krijgen de kikkers te maken met invasieve soorten en de chytrid-schimmel.

°

http://www.edgeofexistence.org/amphibians/species_info.php?id=590&search=possibly_extinct

The Northern Darwin’s frog is one of only two frogs in the world where the young undergo part of their development in the parent’s mouth. Eggs are laid on damp ground and, when the developing tadpoles start to wriggle in their egg capsules, the guarding male swallows them into his vocal sac. Here they stay until their jaws and digestive tracts are fully formed, where upon the male carried them to a stream. This species has not been seen since around 1980 and it could have been driven to extinction by a mystery disease, possibly the fungal disease chytridiomycosis (responsible for many amphibian declines globally), although this has not previously been reported from Chile.

°

Bronmateriaal: The Population Decline and Extinction of Darwin’s Frogs” – PLOS One

°

Wetenschappers wekken uitgestorven kikker – voor heel even – weer tot leven

°

 18 maart 2013r 4
°

kikker

Wetenschappers zijn er door klonen in geslaagd om het genoom van een uitgestorven Australische kikker weer te activeren. Ze brachten de uitgestorven kikker zo – het zij voor even – weer tot leven.

°

Het draait allemaal om de kikker Rheobatrachus silus. De kikker stierf in 1983 uit en hield er een bijzondere manier van voortplanting op na. De kikker slikte zijn eieren in, broedde ze uit in zijn maag, waarna de jongen via de mond ‘geboren’ werden. Weefsel Hoewel de kikker al enige tijd is uitgestorven, hebben we zijn DNA nog.

°

Wetenschappers hebben in de jaren zeventig namelijk weefsel van de kikker verzameld en opgeslagen. Wetenschappers hebben uit dat weefsel celkernen gehaald. Die dode celkernen plaatsten ze in de eieren van een andere kikkersoort. Sommige van de eitjes begonnen zich daarop spontaan te delen en groeiden uit tot embryo’s: een klomp levende cellen.

 °

Goed nieuws …….Geen van deze embryo’s bleven langer dan een aantal dagen in leven, maar toch zijn de onderzoekers blij met de resultaten. Genetisch onderzoek toont namelijk aan dat de gedeelde cellen genetisch materiaal van de uitgestorven kikker bevatten. “We hebben dode cellen geactiveerd en het genoom van de uitgestorven kikker tot leven laten komen,” benadrukt onderzoeker Mike Archer.

°

De onderzoekers hopen uiteindelijk natuurlijk jonge R. silus te mogen verwelkomen. “We zijn er steeds zekerder van dat de hindernissen die nog voor ons liggen van technologische en niet van biologische aard zijn en dat het ons zal lukken.” En als het met R. silus eenmaal lukt, lijkt de weg vrij om andere amfibieën die op het punt van uitsterven staan, op deze manier te redden. De onderzoekers presenteerden hun resultaten tijdens het TEDx DeExtinction Event in Washington. Behalve het werk van Archer en zijn collega’s passeerden hier ook andere projecten de revue. Wetenschappers van over de hele wereld bespraken onder meer de stand van zaken als het gaat om het middels klonen tot leven wekken van uitgestorven soorten zoals de dodo, de wolharige mammoet en de moa

°. Bronmateriaal: Scientists produce cloned embryos of extinct frog” – UNSW.edu.au De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door Peter Schouten. https://nl.wikipedia.org/wiki/Rheobatrachus

Gastric Brooding Frog (Rheobatrachus silus)

Another victim of the amphibian disaster was a fascinating little frog from Australia that was only discovered in 1973, yet by 1981, it had vanished without a trace.

06.06.2013 …..De Australische zeester Smilasterias multipara legt uit de geslachtsporiën in haar armen eitjes van zo’n één millimeter diameter. Vervolgens eet ze deze op, soms wel honderdvijftig in totaal. De eitjes ontwikkelen  zich in de ouderlijke maag tot larven en na een maand of twee metamorferen ze tot miniatuurzeesterretjes van drie millimeter in doorsnede – zo’n tien keer kleiner dan volwassen exemplaren. Weer een maand later braakt de moeder de jongen het natte buitenleven tegemoet.

°

Hoe bizar maagbroeden ook is, het blijkt in ieder geval twee keer onafhankelijk van elkaar geëvolueerd te zijn: in 1972 ontdekten biologen in Australië Rheobatrachus silus: de maagbroedende kikker.

°

Ook deze dieren slikken hun eitjes zonder kauwen door en wachten tot deze zich hebben ontwikkeld tot volwaardige juveniele kikkers. Om te zorgen dat ze haar dril niet prematuur verteert last de moeder een vastenperiode in en legt ze de productie van maagzuur volledig plat. Pas na een broedtijd van zes weken kruipen de jongen haar bek uit. Het kikkervermogen om de productie van maagzuur gedurende het broedseizoen uit te schakelen intrigeerde ook artsen, die in de late jaren zeventig nog vele door maagzweren geteisterde mensen behandelden.

°

In 1982 bewezen de latere Nobelprijswinnaars Warren en Marshall dat het gros van de maagzweren veroorzaakt wordt door kolonisatie van het maagslijmvlies door Helicobacter pylori en dat antibiotica deze bacteriën kunnen bestrijden, maar voor deze ontdekking vestigden de meeste klinici voor de behandeling hun hoop op het remmen van het sterke zuur dat de maag maakt. °

Het plan was om te ontdekken hoe de kikker haar zuurproductie platlegde, om die strategie vervolgens ook in ulcuspatiënten toe te passen.

°

Begin jaren tachtig bleek echter dat maabroedende kikkers plotseling waren uitgestorven. Dit, en de herontdekking van de maagzweerveroorzakende bacteriën, aborteerde de kikkermaagzuur-onderzoekslijn in een vroeg stadium.

°

Ingevroren exemplaren …….Toch kunnen de kikkerprojecten binnenkort wellicht weer uit de ijskast komen: in ‘project Lazarus’ proberen Australische biologen de maagbroeders nieuw leven in te blazen, door het DNA uit ingevroren exemplaren van Rheobatrachus silus met DNA-loze eicellen van een andere soort te combineren. Tot een volledige kikker is het nog niet gekomen, maar in maart berichtten de onderzoekers wel dat de eerste barrière – de eicel laten beginnen met delen – is geslecht.

°

http://en.search.wordpress.com/?q=Rheobatrachus+silus

http://en.wikipedia.org/wiki/Gastric-brooding_frog

°

Wetenschappers redden piepklein kikkertje met gigantisch probleem

25 maart 2013 r 9

kikker Piepklein zijn ze en tegelijkertijd kampen ze met een gigantisch probleem: de kikkertjes hierboven dreigen uit te sterven. Maar wetenschappers zijn er nu voor het eerst in geslaagd om met de kikkertjes te fokken. En dat biedt hoop… De onderzoekers ‘hielpen’ twee kikkertjes om negen gezonde jongen op de wereld te zetten. En een ander kikkerstel hielpen ze aan honderden kikkervisjes. En dat is enorm goed nieuws, zo vertelt onderzoeker Brian Gratwicke. “Deze kikkers vormen de laatste hoop voor hun soort.” Leefgebied Gemakkelijk was het zeker niet om met de kikkertjes – Atelopus limosus – te fokken. Eerst bouwden de onderzoekers de omgeving waarin de kikkers zich normaal voortplanten nauwgezet na. In een speciale watertank legden ze meerdere stenen neer zodat onder water een soort grotten ontstonden. Hier konden de kikkers hun eitjes leggen. Om er vervolgens voor te zorgen dat de kikkervisjes het zouden redden, moest er zuurstofrijk water – met een temperatuur tussen de 22 en 24 graden – langs de rotsen stromen. En natuurlijk moest er voedsel zijn: de kikkervisjes eten algen die op de rotsen groeien. De onderzoekers kweekten deze en stelden ze ter beschikking van de jonge kikkers.

 

Inspirerend Uiteindelijk resulteerde het harde werk in negen gezonde jonge kikkers en vele gezonde kikkervisjes met de potentie om uit te groeien tot gezonde kikkers. Ook voor de wetenschappers is dat goed nieuws. Ze zijn er in het verleden in geslaagd om verschillende bedreigde kikkersoorten een handje te helpen bij de voortplanting. Maar A. limosus wilde in eerste instantie maar niet lukken. Dat het nu toch gelukt is, betekent dat er weer hoop is. “Deze nieuwe generatie is heel inspirerend voor ons terwijl we deze soort en andere soorten proberen te behouden en te verzorgen,” merkt Gratwicke op. Amfibieën hebben het wereldwijd moeilijk. En zeker kikkers vechten om te overleven. Naar schatting zijn er de afgelopen decennia tientallen kikkersoorten uitgestorven. De belangrijkste oorzaken? Het verlies van hun leefgebied, klimaatverandering, een schimmelziekte en vervuiling. Bronmateriaal: Smithsonian Conservation Biology Institute and Collaborators Successfully Breed Endangered Frog Species” – SI.edu De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Brian Gratwicke / Smithsonian.

Verloren gewaande kikker duikt weer op

 28 maart 2012  1

Eigenlijk dacht iedereen dat hij was uitgestorven, maar het tegendeel is waar. De kikker met de lange vingers leeft nog! In 1949 zagen de onderzoekers de kikker Cardioglossa cyaneospila voor het laatst. Het beestje leefde in Burundi: een land dat het in de decennia erna niet al te gemakkelijk had. Er was sprake van politieke onrust, de bevolking groeide rap en het leefgebied van de kikker werd steeds kleiner. Eigenlijk dachten de meeste wetenschappers dan ook wel dat de kikkersoort het loodje had gelegd. Verrassing Maar 62 jaar nadat C. cyaneospila voor het laatst werd gezien, duikt de kikker weer op. Eind vorig jaar ontdekten wetenschappers het bijzondere kikkertje in Burundi. De onderzoekers vonden in een bos in het zuidwesten van Burundi één exemplaar terug. Maar ‘s nachts waren kreten van nog veel meer van deze kikkers te horen. Dat wijst erop dat zich in het bos een gezonde populatie C. cyaneospila ophoudt.

Lange vingers De kikker is bijna vier centimeter lang en is blauw met grijs gekleurd. De mannetjes hebben één uitzonderlijk lange vinger. Waarom deze vinger zo lang is, is onbekend. Naast deze kikker hebben de onderzoekers nog veel meer soorten amfibieën in het bos aangetroffen. Ook zijn enkele soorten gevonden die mogelijk nog niet beschreven staan. Het is nu van belang dat duidelijk wordt hoeveel exemplaren elke soort ongeveer telt en welke maatregelen eventueel moeten worden getroffen om de dieren te beschermen. Bronmateriaal: Elusive long-fingered frog found after 62 years” – Calacademy.org De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door David Blackburn (via Eurekalert.org).

Uitgestorven kikker duikt weer op

 22 november 2011  1

Iedereen had de moed al opgegeven, maar na meer dan vijftig jaar radiostilte laat de Palestijnse schijftongkikker plots weer van zich horen. Tientallen jaren geleden veroorzaakte het leefgebied van de Palestijnse schijftongkikker problemen. Het moerasachtige gebied bleek een belangrijke bron van malaria te zijn. Direct werden acties ondernomen: het water werd weggepompt en daarmee verdween ook het leven uit het gebied.

 

Ecosystemen verdwenen en diverse soorten stierven uit. Lang werd gedacht dat ook de Palestijnse schijftongkikker het loodje legde. Het feit dat niemand de kikker in zo’n vijftig jaar tijd gezien had, onderschreef die gedachte. Wie schetst dan ook de grote verbazing van natuurbeschermers wanneer ze onlangs op een onbekende kikkersoort stuiten en dat – jawel – een Palestijnse schijftongkikker blijkt te zijn? Ondanks de vernietiging van zijn leefgebied heeft de kikker het toch gered. Een klein beetje hulp kreeg de kikker van de natuur. Overstromingen zorgden er tientallen jaren nadat de mensen het water wegpompten voor dat het leefgebied van de kikker weer onder water kwam te staan. De mensen lieten het zo en boden de kikker zo zonder het te weten de mogelijkheid om van het randje van de afgrond terug te keren.

Herontdekte kikker is eigenlijk levend fossiel

Discoglossus nigriventer

 palestijnse schijftongkikker 1223844958

di 04/06/2013 – Dominique Fiers

Het in 2011 herontdekte exemplaar van de zwartbuikschijftongkikker Discoglossus nigriventer, oftewel Palestijnse schijftongkikker, ( ook wel Hula painted frog ) blijkt eigenlijk een nazaat te zijn van een 15.000 jaar geleden uitgestorven amfibieënsoort. Dat is de opmerkelijke conclusie van een internationaal onderzoeksteam dat de als uitgestorven beschouwde kikkersoort jaren bestudeerde.

De Palestijnse schijftongkikker werd begin jaren 40 van de vorige eeuw in de Houla-vallei in Israël ontdekt. Maar de strijd tegen malaria en meer bepaald het droogleggen van de moerassen, werd de soort fataal. Men ging ervan uit dat de kikker met de opvallende zwarte en witte stippen op de buik sinds de jaren 50 uitgestorven was. In 1996 werd de kikkersoort officieel als dusdanig geregistreerd.

Tot in 2011 onderzoekers een levend exemplaar ontdekten in het natuurreservaat van Houla. Sindsdien werden in hetzelfde gebied nog een tiental andere exemplaren aangetroffen.

Een team van Israëlische, Duitse en Franse onderzoekers die de kikkers onderzochten, vielen van de ene in de andere verbazing toen bleek dat de nieuw ontdekte Palestijnse schijftongkikkers een ander dna-patroon vertoonden dan verwacht.

Hun dna kwam overeen met dat van de Latonia-kikkers, een kikkersoort die gedurende vele miljoenen jaren overal in Europa voorkwam, maar – op de Palestijnse schijftongkikker na- 15.000 jaar geleden uitstierf.

De onderzoekers publiceerden hun bevindingen vandaag in het tijdschrift Nature Communications.

Prehistorische familie
Genetische analyse wijst uit dat de Palestijnse schijftongkikker sterk verschilt van andere schijftongkikkers, die in het noorden en westen van Afrika leven. Een verband tussen deze soorten is onwaarschijnlijk. In plaats daarvan is de Palestijnse schijftongkikker gerelateerd aan kikkers van het geslacht Latonia, die vanaf de prehistorie in Europa leefden

File:Latonia seyfriedi 001.jpg

Latonia seyfriedi, Discoglossidae; Miocene, Öhningen layers, Öhningen, Germany; Staatliches Museum für Naturkunde Karlsruhe, Germany

 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Palestijnse_schijftongkikker

http://en.wikipedia.org/wiki/Hula_painted_frog

De Palestijnse schijftongkikker is een tot 2011 uitgestorven gewaande kikker uit de familie Alytidae. De soort werd lange tijd tot het geslacht Discoglossus gerekend, maar is in 2013 in het geslacht   Latonia ingedeeld. Wikipedia

Meer afbeeldingen <–

http://en.wikipedia.org/wiki/Discoglossidae

°

Bronmateriaal: Hula Painted Frog Bounces Back From Extinction” – Wired.com De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Conservation International / Professor Heinrich Mendelssohn (via Wired.com). WIST U DAT… allerkleinste gewervelde dieren deze piepkleine kikkertjes zijn?

…onlangs ook al een uitgestorven schildpad is teruggevonden?
________________________________________________
RODE LIJST    BELGIE (2013 -)

Regionaal uitgestorven

Geelbuikvuurpad Bombina variegata

Ernstig bedreigd

Boomkikker Hyla arborea boomkikker   koen 2013 Knoflookpad Pelobates fuscus

Bedreigd

Vroedmeesterpad Alytes obstetricans 

Kwetsbaar

Heikikker Rana arvalis  Kamsalamander Triturus cristatus  Rugstreeppad Bufo calamita  Vuursalamander Salamandra salamandra 

Bijna in gevaar

Poelkikker Pelophylax lessonae 

Momenteel niet in gevaar

Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris  Bastaardkikker Pelophylax kl. esculentus  Bruine kikker Rana temporaria  Europese meerkikker Pelophylax ridibundus Gewone pad Bufo bufo  Kleine watersalamander Lissotriton vulgaris  Vinpootsalamander Lissotriton helveticus 

° LINKS   evodisku  WP  over kikkers en padden<— doc archief amfibieen nieuws  <— doc archief multiply photo’s   <—doc archief ° Jaaroverzichten 2006   doc  archief   = Gouden pad  (pijlgifkikker )

°

overzicht pijlgifkikkers  <— doc archief

Atelopus

Klompvoetkikkers, (Atelopus) behoren tot een geslacht van kikkers uit de    familie padden (Bufonidae).

Er zijn zo’n 80 soorten die ondanks dat ze kikkers worden genoemd eigenlijk tot de padden behoren. Een aantal soorten is al langere tijd niet meer gezien en men vermoedt dat een deel hiervan inmiddels helaas reeds is uitgestorven Een deel van deze sterfte wordt toegeschreven aan  een schimmel waar de amfibieën in alle stadia gevoelig voor zijn, kikkers over de gehele wereld aantast en doet sterven. De naam van deze schimmel is Batrachochytrium dendrobatidis. Er is wel een behandeling tegen in de vorm van een antibioticum, maar het is onmogelijk om alle amfibieën daar mee in contact te brengen. Wat wel gebeurt is dat kikkers uit de natuur worden gevangen en in gevangenschap worden nagekweekt omdat de nakweek met het antibioticum is  te behandelen waardoor de resistent worden tegen de schimmel. Daar zijn aantoonbaar goede resultaten mee geboekt

Een van de bekendste Atelopus soorten is Atelopus zeteki, de zogenaamde Gouden Pad van Panama. Dit dier is de nationale trots van Panama en staat voor welvaart en geluk. Ze werden vroeger wel gevangen en gehouden in hotels en restaurants, om toeristen te trekken. Deze soort is in de afgelopen eeuw met meer dan 80% in aantal in de natuur teruggelopen en er werd zelfs gevreesd dat de soort zou zijn uitgestorven. Momenteel worden ze in fokprogramma’s bij verschillende dierentuinen over de wereld gekweekt.

atelopus zeteki

 Atelopes zeteki

De Gouden Pad van Panama moet niet worden verward met de Gouden Pad van Costa Rica (Bufo periglenes), deze pad is vrijwel zeker uitgestorven en werd sinds 1989 niet meer gezien.

Datzelfde leek het geval te zijn voor de Harlekijnpad (Atelopus varius) die ook niet meer te vinden zou zijn. Inmiddels zijn er weer wat kleine populaties bekend, maar deze soort is ook uitermate bedreigd

Atelopus varius   atelopus varius

harlekijn kikkers

harlekijn  man en  vrouw

harlekijn atelopus flavescensIn de buurt van Cayenne een klompvoetkikker met helder gele rug en roze buik. Die voldeed helemaal aan het verwachtingspatroon van Atelopus flavescens (Duméril & Bibron, 1841), de typesoort van het geslacht.

 In februari 2006 vonden Lotty Sonnenberg en Loek aan het eind van het Kawgebergte op de Montagne Favard een aantal Atelopus flavescens die net zo geel waren als die welke Hans en Loek eerder in de buurt van Cayenne aantroffen.

Evengoed als Atelopus flavescens variabel (gele rug normaal, donkere rug met tekening als variatie) zou kunnen zijn, kan dat  ook  gelden voor Atelopus franciscus

atelopusfranciscus text  francescus

 


°

 

zwarte andespad

De Jambato pad (Atelopus ignescens), ook wel zwarte Andespad, was endemisch in de bergbossen in enkele valleien van de Andes in Ecuador. Vroeger kwam hij daar op veel plaatsen (Paramo de Guamaní) in grote aantallen voor. Echter sinds 1988 wordt hij daar niet meer gezien. In 1999-2001 werden er nog enkele uitvoerige onderzoeken naar deze soort gedaan. O. Pronk weet te melden: “Ze waren toen enorm algemeen in droog grasland onder het overhangende gras in ijskoud, stromend water. Ik heb begrepen dat de soort inmiddels volledig uitgestorven zou zijn volgens I.U.C.N., door de Chytrid schimmel. Heel triest dus.”

° suriname <— doc archief
Atelopus spumarius hoogmoedi.

°

° 2008  doc  archief    =  schimmel en rana virus  kikkersterfte in Nederland

Dode zones in de zeëen

°

Golf van Mexico

2010 olieramp in golf van Mexico  <–DOC Archief

04 augustus 2010  2

De dode zone in de Golf van Mexico was   in  2010    erg groot.

Een dode zone is een gebied onder de zeespiegel, waar weinig zuurstof aanwezig is.

Door eutrofiering  en het  daaruit resulterende  lage zuurstofniveau stikken veel vissen.

Het gebied had  op dat moment een grootte van 20.000 vierkante kilometer: de helft van Nederland.

De dode zone wordt waarschijnlijk niet (uitsluitend of  grotendeels ) veroorzaakt door de olieramp, maar door de rivier de Mississipi.

Het water van deze rivier zit vol rotzooi, zoals afvalwater en meststoffen. Dit vieze water zorgt voor een hoge algenproductie, waardoor planten afsterven en er minder zuurstof in het water geproduceerd wordt.

Minder vissers
Het is de tweede keer dit jaar dat vissers in de Golf van Mexico het moeilijk krijgen.

Eerst moesten ze werkzaamheden staken door de olieramp, en nu zitten er te weinig vissen in de zee door de dode zone. Volgens Nancy Rabalais, die jaarlijks het rapport over dode zones samenstelt, zorgt de grote dode zone mogelijk voor een halvering van de vissersvloot.

Een record?
In 2001 was de dode zone groter, namelijk 21.000 vierkante kilometer.

Valt het allemaal wel mee?

Nee hoor! In 2001 hadden wetenschappers genoeg tijd om het hele gebied te controleren. Dit jaar kon dat niet. Kortom, waarschijnlijk is de dode zone dit jaar groter dan 20.000 vierkante kilometer. Desondanks ontbreken bewijzen om dit te bevestigen.

Bewustwording
Het is tot op heden nog niet gelukt om de zone te verkleinen. Inwoners van de staat Mississippi blijven namelijk onophoudelijk vervuild water in de rivier dumpen.

Zorgt de olieramp eindelijk voor een stukje bewustwording van de kwetsbaarheid van de natuur onder de inwoners van deze Amerikaanse staat?

Bronmateriaal:
This Year’s Gulf ‘Dead Zone’ Among Largest Ever ” – Telegraph.co.uk

°  — straks helemaal geen paling meer  ?  —> Sargossa zee 

Mogelijk grootste dode zone ooit in de Golf van Mexico

 19 juni 2013     0

dode-zone-1

http://en.wikipedia.org/wiki/Dead_zone_(ecology)

Red circles show the location and size of many dead zones.
Black dots show dead zones of unknown size.
The size and number of marine dead zones—areas where the deep water is so low in dissolved oxygen that sea creatures can’t survive—have grown explosively in the past half-century.NASA Earth Observatory[1]

_

Een onderwaterfoto uit de Baltische Zee toont dode vissen en krabben in een zogenaamde dode zone. © Wikimedia Commons.

________________________________________________________________________________________________

Wetenschappers van het NOAA voorspellen dat de dode zone in de Golf van Mexico wellicht groter is dan ooit eerder gemeten. De verwachting is dat de dode zone dit jaar een totale grootte van 18.800 tot 22.200 vierkante kilometer heeft. Het huidige record stamt uit 2002. Toen had de dode zone een oppervlak van 21.966 vierkante kilometer.

Een dode zone in een zee of oceaan is een gebied met weinig tot geen zuurstof. Vaak ontstaat zo’n zone door menselijke activiteit, bijvoorbeeld door overmatige nutriëntenverontreiniging.

In het geval van de Golf van Mexico heeft de rivier de Mississipi een negatieve invloed.

Dode zones zonder zuurstof ontstaan voornamelijk door het gebruik van meststoffen die in het water terechtkomen, net zoals afvalwater. In de Golf van Mexico gaat het om meststoffen die in de Mississippi-rivier geloosd worden en zo in de Golf terechtkomen. De Mississippi stroomt van noord naar zuid door de Verenigde Staten door de Midwest, het hart van de Amerikaanse landbouw. De rivier neemt zowat 40 procent van het hele drainagesysteem van de VS op zich.

Geen leven meer mogelijk
Eens die resten van de meststoffen, vooral nitraat- en fosfaatverbindingen, in het water terechtkomen, zijn ze de ideale voedingsbodem voor algen. Wannee die sterven, zakken ze naar de bodem en worden ze opgegeten door bacteriën. En het is dat proces dat zuurstof uit het water haalt. Door het zuurstofgebrek is er geen leven meer mogelijk in het water en op de oceaan- en zeebodem.

 

Ook  bepaalde andere factoren hebben invloed op de grootte van de dode zone, zoals de windsnelheid, windrichting, neerslag en temperatuur.  ( =klimaatverschijnselen ) 

Aangezien er niet voldoende zuurstof in ondiep water aanwezig is, zullen veel vissen en andere zeedieren sterven. Ook zorgt minder zuurstof ervoor dat de voortplantingsorganen van vissen krimpen, waardoor zij meer moeite hebben om zichzelf voort te planten (en het visbestand te behouden  .)

Rode gebieden zijn wateren met minder zuurstof dan gele, groene of blauwe gebieden.

Rode gebieden zijn wateren met minder zuurstof dan gele, groene of blauwe gebieden.

Visserij
De grote dode zone is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor vissers. Een grotere dode zone betekent een minder hoge visvangst en dus uiteindelijk minde inkomsten voor vissers.

Honderden dode zones
Wereldwijd zijn er meer dan 400 dode zones. De meeste dode zones bevinden zich aan de oost- en zuidkust van de Verenigde Staten, in Noord-Europese wateren en bij Japan.

De Noordzee staat al jaren bekend als de zee met de meeste dode zones, vooral in de driehoek tussen Noorwegen, Denemarken en Nederland.

Tropische storm
Tussen 25 juli en 3 augustus 2013 wordt de exacte grootte van de dode zone in de Golf van Mexico gemeten. Wetenschappers verwachten in de twee weken voorafgaand aan deze periode geen tropische stormen, waardoor de dode zone groter uitvalt.

Als er toch plotseling een storm gaat razen, kan de dode zone zomaar vijf tot tienduizend vierkante kilometer kleiner uitvallen.

Gemiddelden
Vorig jaar (2011)was de dode zone in de Golf van Mexico vrij klein, namelijk slechts 7.500 vierkante kilometer.

De gemiddelde grootte in de periode van 1995 tot 2012 was 15.436 vierkante kilometer.

 

UPDATE  

Door: Tommy Thijs
8/08/13  Bron: Treehugger, NASA

In de Golf van Mexico is er een ‘dode zone’ aanwezig van maar liefst 15.000 vierkante kilometer. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van het Amerikaanse Louisiana.

De Universiteit van Louisiana heeft  onderzoek gedaan naar de grootste aaneengesloten dode zone, die in de Golf van Mexico aan de zuidkust van de Verenigde Staten. Al is die dit jaar met zo’n 15.000 vierkante kilometer (een kleine 1 procent van de volledige Golf van Mexico) wel kleiner dan gedacht, toch blijft het nog een immens oppervlak.
Dode zones kwamen niet voor tot de jaren vijftig. Vanaf de jaren zeventig werden ze wetenschappelijk vastgesteld, en vanaf de jaren tachtig stijgen ze spectaculair. In 2008 telde de NASA bijvoorbeeld al 405 dergelijke zones.Het fenomeen is wel omkeerbaar.

Zo was de dode zone in de Zwarte Zee vroeger de grootste door het intensieve gebruik van meststoffen in het Sovjet-tijdperk. Eens dat voorbij was en er in de landen rondom de Zwarte Zee geen geld meer was om meststoffen te kopen en te gebruiken, nam de omvang van de dode zone daar af vanaf 1991 om in 2001 bijna volledig te verdwijnen.

Lees ook

 

 

Bronmateriaal:
“” – NOAA

http://nl.wikipedia.org/wiki/Eutrofiering

http://en.wikipedia.org/wiki/Eutrophication  

–>   effects include hypoxia, the depletion of oxygen in the water, which induces reductions in specific fish and other animal populations.

Other species (such as Nomura’s jellyfish in Japanese waters) may experience an increase in population that negatively affects other species

Kwallenplagen   —>https://tsjok45.wordpress.com/2012/12/02/cnidaria/

ZOETWATER  EUTROFIERING

IN RIVIEREN  en STILSTAAND WATER

http://www.gsmeets.be/Hengelsport/Vissterfte/eutrofiering.htm

http://www.gsmeets.be/Hengelsport/Vissterfte/zuurstoftekort.htm

EUTROFIERING IN ZEE 

http://www.seos-project.eu/modules/marinepollution/marinepollution-c03-s01-p01.nl.html

Eutrofiëring in de zeeën in en rond Europa

De omvang van eutrofiëring varieert tussen de Pan-Europese zeeën

Baltische Zee: het oostelijk en zuidoostelijk deel zijn eutrofisch (HELCOM 2006)

Noordzee: eutrofiëring wordt vooral vastgesteld in de riviermondingingen, fjorden en kustgebieden van het zuidelijk en oostelijk deel, in het Kattegat, het Skagerrak en, in mindere mate, in het Kanaal (OSPAR 2003)

Keltische Zee: eutrofiëring komt voor in sommige baaien en riviermondingingen (OSPAR 2003)

Middellandse Zee: eutrofiëring is algemeen in beschutte waterpartijen bij kuststeden. Het noorden van de Adriatische Zee wordt als eutrofisch aanzien vanwege de grote inloop van voedingstoffen afkomstig van de rivieren, hoofdzakelijk van de Po (EEA, 2006a)

Zwarte Zee: eutrofiëring wordt in grote mate in verband gebracht met toegenomen hoeveelheid voedingsstoffen die door de rivieren worden aangevoerd, vooral op het noordwestelijke plat

Kaspische Zee: eutrofiëring is gestaag toegenomen sedert de jaren 80 in sommige delen van het meer

Russische IJszee, incl. de Witte Zee: geen eutrofiëring (UNEP 2005a, Salmanov 2005)

Barentszee: geen eutrofiëring (UNEP 2004b)

Poolgebied van OSPAR incl. de Noorse Zee: geen eutrofiëring (OSPAR 2000)

Kaart van de pan-Europese mariene ecosystemen
Bron: EEA 2007 

Zuurstoftekort in Oostzee meer dan tien keer groter dan eeuw geleden

oostzee

De Oostzee heeft te kampen met een flink tekort aan zuurstof en daardoor sterven dieren en planten. Nieuw onderzoek toont nu aan dat de situatie alleen maar lijkt te verergeren: de afgelopen honderd jaar is het gebied waarin sprake is van zuurstoftekort uitgegroeid tot een gebied dat anderhalf keer zo groot is als Denemarken.

De diepere delen van de Oostzee hebben altijd al te maken gehad met een laag zuurstofgehalte. Maar het deel van de Oostzee dat echt te weinig zuurstof bevat, groeit. Rond 1900 was het deel van de Oostzee dat te maken had met een tekort aan zuurstof ongeveer 5000 vierkante kilometer groot. Anno 2014 strekt het zich over 60.000 vierkante kilometer uit.

Voedingsstoffen
Maar hoe komt dat? “We analyseerden de watertemperatuur, hoeveelheid zuurstof en het zoutgehalte in de afgelopen 115 jaar,” vertelt onderzoeker Jacob Carstensen. “Op basis van deze analyse kunnen we concluderen dat de vele voedingsstoffen van het land de belangrijkste oorzaak van het wijdverbreid opraken van de zuurstof is.” Wanneer er veel voedingsstoffen in het water belanden, neemt de hoeveelheid alg toe. Te veel algen kunnen ervoor zorgen dat de hoeveelheid zuurstof in het water rap terugloopt.

 

De Oostzee. Afbeelding: via Wikimedia Commons.

Warmer
Klimaatverandering helpt ondertussen ook niet mee. De temperaturen stijgen. En onder warmere omstandigheden lost zuurstof moeilijker op. Bovendien gaan organismen meer zuurstof verbruiken. “De watertemperatuur is gestegen en zal de komende jaren blijven stijgen. Het is daarom extra belangrijk dat de landen die de Oostzee omringen toegewijd zijn aan het actieplan omtrent de Oostzee en zich inzetten om de hoeveelheid voedingsstoffen die nu in de Oostzee beland terug te dringen.” Zelfs wanneer maatregelen worden getroffen om de hoeveelheid zuurstof in de Oostzee op te krikken, kan het echter nog lang duren voor organismen zich naar gebieden waarin eerder te weinig zuurstof was, begeven. 

Een tekort aan zuurstof ontstaat wanneer de diepere delen van de Oostzee meer zuurstof verbruiken dan deze aangeboden krijgen. Wanneer de hoeveelheid zuurstof in de diepere delen terugloopt, heeft dat een negatieve invloed op het gehele ecosysteem. De zeebodem verandert namelijk in een gebied waarin alleen bacteriën die met heel weinig zuurstof uit de voeten kunnen, kunnen leven. Sommige van deze bacteriën produceren methaan. Dat methaan bubbelt uit de zeebodem omhoog en kan dan giftig stukjes zeebodem rijk aan waterstofsulfide met zich meesleuren. De verstoring van de sedimenten kan zelfs vissen die op grote afstand van de zeebodem leven, doden.

Bronmateriaal:
Oxygen depletion in the Baltic Sea is ten times worse than a century ago” – Aarhus Universiteit (via Sciencedaily.com)
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Peter Samow (via Wikimedia Commons).
°

LIJST L Fossiele AMFIBIEEN

°

 GLOS A 

 

L

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Cross-section of a labyrinthodont tooth

Ima1 labyrinthodont

cette dent découverte dans le rhétien Lorrain est typique des Labyrinthodontes, on distingue une structure fortement plissée et sinueuse rappelant un labyrinthe d’où le nom. Cette caractéristique est issue des poissons sarcopterygiens ancêtres de ces animaux.
labyrinthodont   tand
°
Labyrinthodont: teeth (or having teeth) characterized by folded sheets of dentine. Such teeth are common in sarcopterygians and basal tetrapods. A pulp cavity is not always present, and the entire tooth may be filled with folded dentine. An outer enamel layer may also be present.                       See image: cross section of labyrinthodont tooth from Eusthenepteron.
Labyrinthodont tooth Labyrinthodont tooth/Author: Moya Meredith Smith/Sources: Parc national de Miguasha// 1996Cross-section through a tooth from Eusthenopteron foordi. The labyrinth pattern of infolded dentine inside the tooth is a characteristic feature shared by the first tetrapods.http://www.miguasha.ca/mig-en/eusthenopteron.php

1. Having teeth with a labyrinthine internal structure.
2. Of or relating to the Labyrinthodontia, an extinct group of amphibians having a labyrinthine tooth structure.
Labyrinthodont

http://nl.wikipedia.org/wiki/Labyrinthodontia     http://en.wikipedia.org/wiki/Labyrinthodontia

Labyrinthodontia    

De eerste amfibieën waren labyrinthodonten, zij waren de eerste gewervelde dieren die het land op trokken. Hun experiment duurde 160 miljoen jaar, van het Laat-Devoon tot in de vroege Jura. Het was een gedeeltelijk succes. Tijdens de hoogtijperiode in het Vroeg-Perm waren zes van de tien labyrinthodonten volledig aan het leven op het land aangepaste insekteneters. Hierna zette het verval in en aan het eind van de Trias waren ze alle uitgestorven. De labyrinthodonten danken hun naam aan de labyrintvormige plooiing van het tandbeen in hun kegelvormige tanden. Deze tanden lijken sterk op de tanden van de rhipidistespiervinnige vissen. Dit en nog een aantal ander skeletkenmerken hebben paleontologen tot de overtuiging gebracht dat de amfibieën van deze spiervinnige vissen afstammen. De Labyrinthodontia worden opgesplitst in twee goed afgebakende orden – de Temnospondyli en de Anthracosauria. Een derde orde, de Ichthyostegalia – de eerste amfibieën – zijn volgens sommige paleontologen primitieve temnospondylen.

subclass

Labyrinthodontia

kingdom Animaliaanimals »  phylum Chordatachordates

order Ichthyostegalia Save-Soderbergh, 1932
order Temnospondyli Zittel, 1888
order Anthracosauria Save-Soderbergh, 1934

Labyrinthodontia incertae sedis

superfamily Loxommatoidea
°

(by  Neal Robbins)   Laccocephalus was a prehistoric amphibian of the Rhinesuchidae family. Fossils of it have been found in the Daptocephalus Zone of the Beaufort beds in the Orange Free State of South Africa. There is some debate about when this creature existed. Carroll said that it lived during the Induan, i.e. the first subperiod of the Triassic. However, Anderson and Cruikshank insist that it was of the late part of the Permian period.

P.S. Laccocephalus was in the same family as these genera:
Broomistega
Uranocentrodon
Rhinesuchus

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/stereospondyli.html

Laccocephalus:

Range: Late Permian or Early Triassic of South Africa.

Phylogeny: Rhinesuchidae: Rhinesuchus + Uranocentradon + Broomistega + *.

Laccocephalus Watson.
Horizon:
Daptocephalus zone, Beaufort Beds, Orange Free State, South Africa
Age: ? Changhsingian
Place: central Gondwana

Comments: previously included with Uranocentradon in the family Uranocentrodontidae. Carroll lists this genus as early Triassic, but according to Anderson & Cruikshank (1978) it is late Permian. Perhaps it is from the early Changhsingian. (MAK 010423).

Laccosaurus is an extinct genus of prehistoric amphibian.

http://paleodb.org/cgi-bin/bridge.pl/geoscience.wisc.edu/geoscience/people/faculty/shanan-peters/bridge.pl?a=basicTaxonInfo&taxon_no=267020

http://www.palaeocritti.com/by-group/lissamphibia/laccotriton

Salamander   Lissamphibia Caudata Urodela


Holotype fossil (GMV 1602) of Laccotriton subsolanus. From Gao & Shubin, 2001.

xxx

Fine form. This juvenile Laccotriton has external gills preserved.

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/plagiosauroidea.html

Laidleria from Warren (1998)

Laidleria gracilis - life reconstruction by Dmitry Bogdanov

 

 Laidleria was a temnospondyl amphibian of the Triassic. The systematic paleontology of it is:
Amphibia Linnaeus 1758
Temnospondyli Zittel 1888
Stereospondyli Zittel 1887
Trematosauria Romer 1947
Plagiosauroidea Abel 1919
Laidleriidae Warren 1998
Laidleria Kitching 1957
Laidleria gracilis Kitching 1957
    Laidleria gracilis was 30-40 cm. (11.8 in.-1.31 ft.) in length. Fossil remains of this amphibian have been found in the Cynognathus Zone in South Africa. They date to the early Triassic.
  This excerpt from Palaeos Vertebrates lists physical characteristics of Laidleria:
Characters: 30-40 cm long. Extremely thin, flat skull forming an equilateral triangle; dental teeth larger than corresponding maxillary teeth; dentary tusks present; maxillary excluded from choana by sutural articulation of palatine and vomer; more than 8 palatine teeth; no denticles on parasphenoid; ventral surface of pterygoid ornamented; ascending ramus of pterygoid ornamented; ascending ramus of pterygoid does not contact squamosal; prefrontal and jugal in sutural contact; orbits behind mid-length of skull; quadratojugal with lateral projection; stapes robust, terminating under a solid section of skull roof, with no possible contact with a tympanum; uniform ornamentation of pits surrounded by ridges; strongly armored and “turtle-like;”, no specialized scutes associated with neural spines.
Anne Warren (1998). Laidleria uncovered: a redescription of Laidleria gracilis Kitching (1957), a temnospondyl from the Cynognathus Zone of South Africa. Zoological Journal of the Linnean Society 122(1-2): 167-185).
Graciela Pineiro, Claudia Marsicano, and Nora Lorenzo wrote an article titled A NEW TEMNOSPONDYL FROM THE PERMO-TRIASSIC RUENA VISTA FORMATION OF URUGUAY. It was published in 2007 in Palaeontology, Volume 50, Issue 3, pp. 627-640. The abstract is on this link.
    (Neal Robbins)

    Lapillopsis nana  was a temnospondyl amphibian species that lived in Australia during the early Triassic. Fossils of Lapillopsis date to the Olenakian Age (249.7 – 245 million years ago). Those fossils were found in the Arcadia Formation of the Rewan Group in Queensland.
    Lapillopsis is a member of the family Lapillopsidae. The lapillopsids are in the order Limnarchia. It survived the mass extinction that occurred at the end of the Permian.
    One other member of Lapillopsidae has been identified. It is Rotaurisaurus contundo.
These amphibians were small, which was a common trait among temnospondyls of the early Triassic in Australia.
Another temnospondyl was identied from Lower Triassic fossils found in Queensland. It is Nanolania anatopretia. Adam M. Yates wrote an articl about this spcies. It was published in September, 2000 in the Journal of Vertebrate Paleontology, Volume 20, Issue 3, pp. 484-489. The title is A NEW TINY RHYTIDOSTEID (TEMNOSPONDYLI; STEREOSPONDYLI) FROM THE EARLY TRIASSIC OF AUSTRALIA AND THE POSSIBILITY OF HIDDEN TEMNOSPONDYL DIVERSITY. This excerpt from the abstract says:
A new genus and species of stereospondyl temnospondyl, Nanolania anatopretia, is described from the Early Triassic Arcadia Formation (Rewan Group) of Queensland, Australia. N. anatopretia has several character states that suggest it belongs to the group of derived trematosaurian stereospondyls that include the Rhytidosteidae and Brachyopoidea. These include the absence of a lacrimal, an untwisted quadrate ramus of the pterygoid, and a shallow otic notch. It is tentatively referred to the Rhytiodosteidae. N. anatopretia is the third temnospondyl taxon from the Arcadia Formation to be represented by a skull less than 50 mm long.
The others are the basal stereospondyl Lapillopsis nana and juveniles of the capitosaurid Parotosuchus aliciae. Given that Lapillopsis nana and Nanolania anatopretica are not well known from any larger specimens, it is suggested that they are species that never grew large.
    Yates also says that it is apparent that small and large temnospondyls co-existed to a great extent during the Triassic. The small ones included both basal and derived types.
(Neal Robbins)
 The taxonomy of Lapillopsis is:
Kingdom: Animalia
Phylum: Chordata
Class: Amphibia
Subclass: Temnospondyli
Order: Limnarchia
Suborder: Stereospondyli
Family: Lapillopsidae
Genus: Lapillopsis
Species: Lapillopsis nana

Lapillopsis nana

This genus is from Arcadia Formation of Queensland. The description of this genus is based on many small skulls less than 2 cm long. Superficially it resembles micropholids. They lacked sensory-line grooves and had a long-stemmed interclavicle bone beneath the shoulder region. Both these features indicate that Lapillopsis was more adapted for life on land than any other Triassic temnospondyls from the Arcadia Formation.

Some of the diagnostic features of this genus are long jugal bones extending in front of the eyes. There are well-developed tabular horns and large orbits. The latter feature are probably features of immature animals. Sensory-line canals were not well developed. Some think Lapillopsis is closely related to Micropholis from Germany. Others disagree that it is closely related to the dissorophopids, believing it is more closely related to stereospondyls.

Sources & Further reading   John A Long, Dinosaurs of Australia and New Zealand, University of New South Wales Press

°

Latiscopidae  almasaurus

Leterpeton austriacum  
Permian
Czech Republic

Letoverpeton lived before the dinosaurs in the Early to Middle Permian. Little is known of these primitive amphibians, which are extremely rare members of the Discosauriscidae family.

Name: Amphibia: Urodela; Liaoxitriton zhongjiani  Age: Lower Cretaceous, (~125 m.y.a.)  Size (25.4 mm = 1 inch): 110 mm long (tip of skull to tip of tail along backbone). Matrix: 296 mm by 60 mm   Location: Huludao City, Jiufotang Formation, Liaoning Province of China

Description: This is a fine positive/negative pair of a rarely seen amphibian; a salamander known as Liaoxitriton zhongjiani. . The species takes its generic name from Liaoxi, the general region from which the specimen comes, while the specific name is for the researcher who first discovered this specimen. The detail is incredible; even more remains to be uncovered (see some of the bones of the forearm). Even a 20 mm partial tail of another unknown vertebrate is present.

Phyletogentic analysis of the Urodeles shows that Asia is the origin of the clade, leading to the hypothesis that the basal salamanders radiated from the region. Some salamanders demonstrate neoteny, or the capability of reproducing while in what is apparently the larval state. Note the soft tissue outlines preserved, and what appears to be gill structures, a telltale that this is not a larval form but a neotenic example.

Neoteny is not all that uncommon among modern-day salamanders (some 40 species in 9 different families demonstrate this strategy), with the Mexican Salamander or Axolotl being a prime example. This means that it retains its gills and fins, and it doesn’t develop the protruding eyes, eyelids and characteristics of other adult salamanders. It grows much larger than a normal larval salamander, and it reaches sexual maturity in this larval stage.

The independent occurrence of neoteny in both Mesozoic and recent groups of salamanders makes parallel evolution of numerous morphological features an enduring feature of their history. An example such as this of the first salamander to be discovered from the Mesozoic in the east Asian region

M

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Mastodonsaurus

 

 

METOPOSAUROIDEA
v4metoposaurus

v3metoposaurus     

Ces vertébres sont plates et peuvent appatenir à Metoposaurus.

Grosse dent peut être Metoposaurus ? dans tous les cas un animal de plus de 2 m.

Metoposaurus tand

metaposaurus  fr

(ce crâne de Metoposaurus diagnosticus a été découvert en Pologne a Krasiejowa)

http://fosillia-vosgiensis.over-blog.com/article-35791401.html

metoposaurus

File:Metoposaurus bakeri1DB.jpg

Long bone histology of Metoposaurus diagnosticus (Temnospondyli) from the Late Triassic of Krasiejów (Poland) and its paleobiological implications

http://www.tandfonline.com/toc/ujvp20/current#.Unl_SaAVHcf

This image shows microanatomy of the midshaft of Metoposaurus femur. Credit: Photo by Georg Oleschinski

This is the femur of Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis as viewed from behind (posterior). The sectioned plane is marked by the white stripe. Credit: Photo by Georg Oleschinski.

Read more at: http://phys.org/news/2013-09-giant-triassic-amphibian-burrowing-youngster.html#jCp

Metoposaurus diagnosticus

Metoposaurus diagnosticus weighed half a tonne and was 10 feet long, but its environment had only two seasons: wet and dry. It needed water for its lifestyle, but researchers have discovered the extremely long dry season 230 million drove the species to burrow underground and go dormant

The burrowing behaviour of Metoposaurus was recently discovered by Dorota Konietzko-Meier, of the University of Opole in Poland and the University of Bonn in Germany, and Martin Sander, also of the University of Bonn.

Metoposaurus diagnosticus bones

The study examined a cross-sections of Metoposaurus bones which have growth rings, called annuli. The above image shows annuli in femur samples of metoposaurus diagnosticus. A thick inner phase of fast growth is marked by zI and a broad phase of slow growth can be seen in the middle left image (a1)

Metoposaurus diagnosticus

The broad, flat head broad flat arm bones, wide hands, and large tail of Metaposaurus diagnosticus led the investigators to conclude that this species swam in lakes during the wet season

Metoposaurus

Dr Michel Lauri, from the Musium National d’Histoire Naturelle said: ‘This animal was much larger than any extant burrowing species I know of, and if it dug, I suspect that the snout (pictured) and tail played a far greater role than the limbs, as we observe in most extant aquatic vertebrates’

The Metoposaurus diagnosticus was thought to be a mostly aquatic animal.  It had small limbs, sharp teeth and a large flat head. Its diet was mainly fish which it captured with its wide jaws lined.

Metoposaurus could reach up to 3m (10 feet) long, weighed 454 kg and was one of the last large amphibians.

Many Metoposaurus mass graves have been found. Researchers believe this was probably from creatures that grouped together in drying pools during drought.

Read more: http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2408926/Prehistoric-amphibian-weighing-half-tonne-burrowed-underground-survive-extreme-droughts-230-million-years-ago.html#ixzz2jojuCuj3

partial skull of the amphibian Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis


leg bone of Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis


part of the armour of Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis


skull of Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis

http://www.discussfossils.com/forum/printer_friendly_posts.asp?TID=615

Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis Sulej, 2002 – rekonstrukcja
Metoposaurus diagnosticus krasiejowensis Sulej, 2002

 

 

Micromelerpeton was een amfibie die in het Onder-Perm leefde in wat nu zuidwest-Duitsland is. Hij behoorde tot de Branchiosauriërs: volwassen amfibieën met de kenmerken van larven, zoals uitwendige kieuwen en niet-verbeende elementen in de pols en enkel. Micromelerpeton kon maximaal 20 cm lang worden. In het Onder-Perm lag Duitsland veel zuidelijker dan tegenwoordig. De gemiddelde temperatuur was tropisch en het klimaat vochtig, ideaal voor amfibieën. De voornaamste vijanden van Micromelerpeton waren vooral Sclerocephalus en zoetwaterhaaien zoals Orthacanthus.

http://www.henskensfossils.nl/NETH0001.htm

Micromelerpeton from the Permian of Germany with Skin Preservation
6” long amphibian Micromelerpeton Credneri is over 260 million years old from Odenhein, Germany. . Micromelerpeton still probably spent much of its time in water close to the shallow sea bottom.
What makes this specimen so exceptional is its state of preservation. It is virtually complete with the exception of a few hand and foot bones. The 1” arrow shaped skull is complete with even patches of its ornamental skin preserved. The body and tail is covered with carbonized skin impressions some even preserving the texture of the skin. As a bonus there are also two partial amphibians also present on the same 13” x 8” stone slab. The 3” partial also has carbonized skin and is nearly complete missing only its head and 3 legs. The two small jaws with sharp teeth are present near the top of the slab. This is a remarkably detailed and important fossil.

  • Order Microsauria. A large group (at least 30 genera) from Carboniferous and Early Permian North America and Europe of mainly terrestrial amphibians, that are characterized by the reduced number of bones in the skull and the occiput-atlas complex. They show some evolution towards a burrowing life style. Two examples of microsaurs are Tuditanus from Ohio, USA, which had lizard-like proportions and Microbrachis from the Czech republic, which is thought to have become secondarily aquatic.Reconstruction of (a) Tuditanus and (b) Microbrachis, from Benton, 1997

[edit]N

Contents: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
  • Order Nectridea. A group of aquatic early amphibians from the Late Carboniferous to the Early Permian. Many were newt-like in appearance with long flat tails for swimming, such as Sauropleura from Late Carboniferous Europe and North America. Interesting members of this order are Diplocaulus and Diploceraspis from the Late Carboniferous and Early Permian of the USA, which have expanded skulls with large horns growing out of the sides. The juvenile forms have no horns at all and they enlarge throughout life. The function of the horns is still not understood.

O

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

[edit]P

Contents: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Pantylus

Pantylus is an extinct lepospondyl amphibian from the Permian period of North America.Pantylus was probably a largely terrestrial animal, judging from its well-built legs. It was about 25 centimetres (10 in) long, and resembled a lizard with a large skull and short limbs. It had numerous blunt teeth, and probably chased after invertebrate prey.

Paracyclotosaurus davidi fossil.

The only known example of Paracyclotosaurus davidi,an amphibian that lived in Australia around 235 million years ago.The type specimen of Paracyclotosaurus is the only example of a complete articulated skeleton of a capitosaur, one of the major groups of Triassic temnospondyl amphibians.

NHM

  • Phlegethontia      Phlegethontia, an aistopod from the Pennsylvanian.

PLAGIOSAUROIDEA (Abel, 1919)

Les vertébres ont un centra cylindrique. Sur la face dorsale on peut observer une rainure centrale bordée par les facettes d’insertions des arcs neuraux.

v1plagiosauridae    v2plagiosauridae
 
 Ces vertébres peuvent appartenir à Plagiosaurus ou a Gerrothorax deux animaux aux crânes particuliers

[edit]Q

Contents: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

[edit]R

Contents: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
 

Roodgekleurd merg ontdekt in fossielen Spaans amfibieën

Het fossiele skelet van de kikker Rana pueyoi.Een donkerbruine biofilm markeert de plaats waar zacht weefsel aanwezig was.
Michiel van Nieuwstadt

Tien miljoen jaar oud beenmerg is ontdekt in fossiele kikkers (Rana pueyoi) en salamanders (Triton) die zijn gevonden in het noordoosten van Spanje.

Volgens een team van Spaanse en Ierse wetenschappers is het beenmerg (weefsel aan de binnenkant van grote botten waar de meeste bloedcellen worden aangemaakt) bewaard gebleven in zijn oorspronkelijke toestand. Zelfs de oorspronkelijke rode kleur is nog te zien. (Geology, augustus 2006).

De ontdekking is een nieuwe aanwijzing dat kwetsbare, zachte weefsels in fossielen beter bewaard kunnen blijven dan lang is aangenomen. Voor wetenschappers is dat van belang omdat uit deze weefsels sporen van DNA en zelfs de eiwitten van dieren gewonnen kunnen worden.

Paleontologe Mary Schweitzer van de Universiteit van Montana publiceerde vorig jaar in Science over de ontdekking in beenderen van Tyrannosaurus rex van collageen, bloedvaten en mogelijk zelfs bloedcellen. Over het mechanisme waardoor deze weefsels 65 miljoen jaar behouden bleven, heeft zij nog niet gepubliceerd.

In hun studie over salamanders en kikkers opperen Maria McNamara van University College Dublin en haar collega’s dat het beenmerg beschermd is gebleven tegen bacteriën en andere schadelijke chemische processen door een laag omringend bot. Omdat de weefsels van de salamanders en die van T. rex zijn ontdekt in milieus die sterk verschillen (respectievelijk kleisteen en zandsteen) achten de onderzoekers het waarschijnlijk dat de conservering van kwetsbare weefsels in fossielen veel algemener is dan tot nu toe is aangenomen.

In het Libros-bekken, een bekende fossiele vindplaats in Spanje, onderzochten McNamara en haar collega’s 15 volwassen salamanders en 56 volwassen kikkers. Uit zes van de kikkers en één salamander konden de onderzoekers beenmerg halen met een pincet. Omdat dit alleen mogelijk was op plaatsten waar de fossiele botten gebroken waren, veronderstellen zij dat in werkelijkheid een groter percentage van de fossielen beenmerg bevat.

[edit]S

Contents: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Reconstruction of Sauropleura, from Benton, 1997.

 

Sclerocephalus haeuseri,

 

Sclerocephalus haeuseri,

Sclerocephalus was een salamander (een amfibie dus) die ongeveer 280 miljoen jaar geleden (in het Onder-Perm) in wat nu zuidwest-Duitsland is leefde. Hij leefde in zoetwatermeren en was met zijn maximale lengte van 2 m één van de grootste amfibieën in Europa ooit. Hij leefde van vis en andere amfibieën. Net als andere amfibieën hadden de larven kieuwen en haalden ze dus hun zuurstof uit het water. De volwassen exemplaren hadden longen en konden dus ook tijdelijk op het land leven.Rare Amphibian with First Conifer - Pfalz, GermanyRare Amphibian with First Conifer - Pfalz, GermanyRare Amphibian with First Conifer - Pfalz, Germany

Rare Amphibian with First Conifer - Pfalz, Germany

(Sclerocephalus sp.) in association with the earliest conifer species (Walchia speciosa). These salamander-like amphibians once inhabited swamps in what is now Southwest Germany. Age: Permian – 295 million years. Location: Odenheim, Germany (Pfalz).


A famous amphibian-like creature widely  regarded as an intermediate form between
ancient amphibians and reptiles.
Baylor County, Texas    / Lower Permian (approx. 280 million years)

  • Order Seymouriamorpha. A small group of reptilomorphs that are close to the intermediary link between reptiles and amphibians, from the Early Permian. They were abundant in the USA and are thought to have had amphibian-like skulls but more reptile-like bodies with powerful limbs that held the body high off the ground.

SIHETUN ( CHINA )124 million year old frog fossil comes from Sihetun, China

This 124 million year old frog fossil comes from Sihetun, China

 

T

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

°TEMNOSPONDYLI  (zie ook  –>   Labyrinthodontia )                                ° TEMNOSPONDYLI 

 

http://blogs.scientificamerican.com/tetrapod-zoology/2013/04/16/gharial-snouted-archegosauroids-and-kin/

De temnospondylen ontwikkelden zich aan het einde van het Vroeg-Carboon, zo’n 330 miljoen jaar geleden. Gedurende die 120 miljoen jaar van hun ontwikkeling ontstonden er talrijke landvormen waarvan er een aantal erg groot waren (tot zo’n 4 meter). Ze waren het meest algemeen in het CarboonPerm en Trias. Ze werden gekenmerkt door de bouw van de schedel, die een driehoekige tot parabolische vorm had en vaak was versierd met beenkammen, en de wervels (een grote halvemaanvormige, binnenste wervel met kleine, zijdelings gelegen elementen aan het centrum van de wervel). De dieren bezaten grote, puntvormige tanden, wat er dus op wijst dat het roofdieren (vleeseters, viseters of insekteneters) waren. Met de opkomst van de zoogdierachtige reptielen werden de temnospondylen teruggedreven naar de moerassen waar zij vandaan kwamen. Tegen het begin van de Jura stierven de meesten uit. Enkele soorten overleefden in afgelegen delen van de wereld, zoals Australië en Oostelijk-Azië tot in het Vroeg-Krijt. Binnen deze groep was toen echter al wel een aantal vormen ontstaan, die zich zouden ontwikkelen tot de voorouders van onze hedendaagse kikkers en padden.

  • Order Temnospondyli. The main Carboniferous tetrapod group with some 170 genera. They were abundant until the end of the Triassic, even reaching the Cretaceous. There were three main body shapes, crocodile-like, neotenous (larval characters in the adult, and salamander-like.

  Proc.-R.-Soc.-B-2007-Ruta-3087-95 Temnospondylii clade     Temnospondyl phylogeny

http://nl.wikipedia.org/wiki/Temnospondyli  http://en.wikipedia.org/wiki/Temnospondyli

http://palaeos.com/vertebrates/temnospondyli/temnospondyli2.html

temnobodiestemno20composite temnobodiesfossil

temno-skulls-dorsalLabyrinthodontTemnospondyliAbbreviated Dendrogram
TETRAPODA
|--+--LEPOSPONDYLI
|  `--REPTILIOMORPHA
|
TEMNOSPONDYLI 
 `--+--+--Edopoidea
     |  |  |--Edops 
     |  |  `--+-Cochleosauridae
     |  `--Saharastega
     `--+-+--Balanerpeton
         |  `--+--Dendrerpeton
         |     `--+--Eugryinus
         |        `?--Dvinosauria (if basal - Ruta et al 2007)
         `--+--Capetus
            |--+--Iberospondylus
            |   `--Euskelia
            |       |==Dissorophoidea   
            |       |     `--LISSAMPHIBIA
            |       `--Eryopoidea
            `--+?--Dvinosauria (if Limnarchia - Yates &Warren 2000)
                `--Stereospondyli
                    |--Rhinesuchidae
                    `--+--Lydekkerinidae
                       |--+--Plagiosauroidea
                       |   `--+--Rhytidosteidae
                       |       `--Brachyopoidea
                       `--+--Capitosauria
                           `--Trematosauria
                              |--Trematosauroidea
                              `--Metoposauroidea


Trias and jura temnospondyls  : 

Temnospondyls trias and jura
temnospondyls

Triadobatrachus

Op het eiland Madagaskar is het oudste uitgestorven amfibie gevonden dat op de moderne kikker lijkt, de Triadobatrachus massinotide. Hij leefde 250 miljoen jaar geleden.

De schedel leek al op die van een kikker, breed en met grote oogopeningen maar het lichaam was langer, had meer wervels en een kleine staart.

De staartwervels waren nog niet versmolten zoals bij de moderne kikkers en ook waren het scheen- en kuitbeen nog niet versmolten. Daardoor zal de Triadobatrachus massinoti geen beste springer zijn geweest.

De belangrijkste veranderingen die kikkers tijdens de evolutie hebben ondergaan zijn het korter worden van het lichaam en het verliezen van de staart.

U

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

URODELA 

De salamanders, verenigd in de Urodela, verschenen voor het eerst laat in de Jura. Hun levende verwanten behoren tot de minst gespecialiseerde amfibieën. In tegenstelling tot kikkers en padden ondergaan zij geen volledige gedaanteverwisseling. Het volwassen dier en de larve leven op dezelfde wijze, beide zijn zwemmende insekteneters met een lange staart. De herkomst van de Urodela is een raadsel. Mogelijk hebben zij met de Anura (die waarschijnlijk van de temnospondyle labyrinthodonten afstammen) een gemeenschappelijke voorouder gehad. Ze kunnen echter ook ontstaan zijn uit een lepospondyle microsauriër. Tot op heden zijn er geen fossielen gevonden die licht op dit probleem zouden kunnen werpen.

V

W

X

Y

Z

Zaphrissa

http://www.baystatereplicas.com/amphibians.htm

http://fossils.valdosta.edu/fossil_pages/fossils_per/a9.html

Zatrachys Skull 11.5 x 10.8 cmLate Permian / Texas/Oklahoma USA. 

Zatrachys serratus

Amphibia; Temnospondyli; Zatracheidae; Zatrachys //North America; USA; New Mexico; Rio Arriba County; Welles Quarry, Arroyo de Agua//Permian; Wolfcampian; Cutler Fm//(c) Yale Peabody Museum//YPM VP 004166

http://discover.odai.yale.edu/ydc/Record/3096198

LIJST FOSSIELE AMFIBIEEN E

 GLOS A 

 

E

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

http://tolweb.org/Dissorophoidea/17607

 Ecolsonia cutlerensis

Elginerpeton,

The very earliest discovered amphibian is Elginerpeton, which was found in Scotland and dates back 368 million years.

eogyrinius

eogyrinus3

 

  • Eryops was a temnospondyl from the Early Permian of North America. It had a massive skeleton and heavy limbs. Eryops was about 2 m long and was the top carnivore, eating fish and small tetrapods.

  

Artistic reconstruction of Eryops, from http://www.myherp.com

Eucritta (Dmitri Bogdanov)

eucritta

Eucritta (Dmitri Bogdanov)

Early Carboniferous (350 million years ago)Small size; long tail / Isectivore ?

The name Eucritta (“creature”) doesn’t seem particularly informative, unless you combine this Carboniferousgenus with its only known species: Eucritta melanolimnetes, or “creature from the Black Lagoon.” Unlike the star of that 1950′s horror flick, Eucritta was extremely tiny, less than a foot long and only weighing a few ounces. The reason it earns its “creature” status is that Eucritta presents a puzzling mix of tetrapodamphibian and reptilian characteristics, which makes it a bit of a monster–at least in evolutionary terms, if not in terms of its size or temperament.

F

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Fedexia striegeli

 

G

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

H

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

I

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

  • Ichthyostega was a large carnivore, ranging in size from 0.5 – 1.2 m. The earliest known Ichthyostega comes from 363 million year old deposits in Greenland. It was largely aquatic but had massive broad ribs that could have been used for support of internal organs while on land.

Rekonstruktion von Ichtyostega

ICHTYOSTEGIA (orde )

The earliest well known amphibians come from the Late Devonian, some 360 million years ago, and areAcanthostega and Ichthyostega.

Figure 1. Reconstruction of Ichthyostega, showing skull, vertebral column, and limbs, and its hind limb based on a specimen collected in 1987. Note the seven digits on the hind limb (from Clack).
Reconstructions of (a) Acanthostega and (b)Ichthyostega, from Benton, 1997.

Artistic reconstruction of Ichthyostega, fromhttp://www.myherp.com

J

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

K

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

 

 

 

Koskinodon

Koskinodon

The temnospondyl amphibian Koskinonodon of the late Triassic at @AMNH