Krijt-Tertiair-grens


zie onder Geologie

°

KT

http://nl.wikipedia.org/wiki/Krijt-Paleogeengrens

 

Krijt-Tertiair-grens

24/04/08, 20:00

De overgang van het geologische tijdvak Krijt naar het Tertiair was 65,95 miljoen jaar geleden, ruim 400 duizend jaar eerder….dan vroeger gedateerd 

 

De KT-overgang is het moment in de geschiedenis van de aarde dat de dinosauriers uitstierven. Dat gebeurde vermoedelijk doordat een planetoïde insloeg op aarde, in de huidige golf van Mexico, en het klimaat op aarde totaal veranderde. Zeker de helft van de sauriërs stierf daarbij uit.

In een artikel in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Science publiceren de onderzoekers een nauwkeuriger methode om de ouderdom van gesteenten vast te stellen.

Daarbij gebruiken ze een combinatie van radioactieve datering en astronomische gegevens, die leiden tot klimaatveranderingen op aarde die tot gelaagdheid in gesteenten kunnen leiden.

Tot nog toe gaf datering met de aanwezigheid van argonisotopen (40Ar/39Ar) andere resultaten dan astronomische dateringsmethodes. De Nederlanders hebben een methode gevonden om de meetresultaten op elkaar aan te laten sluiten.

Daarbij is de radioactieve methode geijkt aan de astronomische reeksen.

De KT-overgang wordt wereldwijd in gesteentenlagen teruggevonden als een dun laagje van het mineraal irridium. VU-geoloog Jan Smit geldt als een van de ontdekkers van dat laagje, dat hij ziet als een bewijs voor de inslagtheorie voor het uitsterven van de dino’s. Het laagje is ook in Nederland in mijnen gevonden.

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detail/927240/2008/04/24/Nederlanders-corrigeren-Krijt-Tertiair-grens.dhtml

Nieuwe dateringsmethode verlegt KT-grens

astronomisch dateren en de 40Ar/39Ar-dateringsmethode

 
Zumaia hele sectie
Het strand bij Zumaia, in Noord-Spanje, waar gesteente te vinden is uit de tijd van het Krijt (rechts) en het Tertiair (links). Foto van prof Jan Smit.

Nederlandse aardwetenschappers zijn erin geslaagd om de ouderdom van geologische gesteenten nauwkeuriger te bepalen. Dat levert direct opzienbarend resultaat: het moment van de overgang van het Krijt naar het Tertiair blijkt met hun aanpak 65,95 miljoen jaar geleden te zijn, ruim 400.000 jaar langer geleden dan tot nu toe werd aangenomen. Klaudia Kuiper voerde dit onderzoek uit met collega’s van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht. Op 24 april publiceren zij hierover in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science.

De nieuwe methode om de ouderdom van gesteenten te bepalen is een combinatie van twee dateringstechnieken: astronomisch dateren en de zogenaamde 40Ar/39Ar-dateringsmethode. Tot nu toe gaven de twee dateringsmethodes een klein maar meetbaar verschil in de ouderdom van een gesteente. Dat zou niet zo moeten zijn. De Nederlandse aardwetenschappers zijn er in geslaagd de methodes op elkaar aan te laten sluiten. Dit hebben ze gedaan door de 40Ar/39Ar-dateringsmethode te ijken aan de astronomische methode.

De geologen hebben de Krijt-Tertiair overgang (het moment waarop de dinosauriers uitstierven) gedateerd in het gesteente langs het strand van Zumaia in Noord-Spanje.

Zumaia detail
Een detail van de ritmische afwisseling van de gelaagdheid in deze ‘sectie’ bij Zumaia. Foto van prof Jan Smit.

Stuk nauwkeuriger
Bij astronomisch dateren wordt gebruik gemaakt van de regelmatige natuurlijke klimaatveranderingen, die veroorzaakt worden door variaties in de baan van de aarde om de zon en variaties in de scheefstand van de aardas. Deze klimaatveranderingen veroorzaken de gelaagdheid in sedimentgesteenten. Omdat er inmiddels veel bekend is over de timing en duur van deze variaties in het geologische verleden, kan de ouderdom van sedimenten bepaald worden aan de hand van deze klimaatveranderingen.

  
Zumaia correlatie kolom astronomie
Een deel van de sectie met de koppeling tussen afwisseling van lagen en de astronomische veranderingen (blauwe curve). Afbeelding uit ‘supporting online material’ van de Science publicatie.

Bij de 40Ar/39Ar-dateringsmethode wordt er gebruik gemaakt van het verval van het radioactieve isotoop 40K naar 40Ar. Door deze dateringsmethode toe te passen, is de nieuwste versie van de geologische tijdschaal een stuk nauwkeuriger. Dit zorgt voor een beter inzicht in de timing en duur van bijvoorbeeld klimaatveranderingen en de effecten ervan in het geologische verleden.

Meer informatie
Synchronizing Rock Clocks of Earth History
K. F. Kuiper, A. Deino, F. J. Hilgen, W. Krijgsman, P. R. Renne, and J. R. Wijbrans
Science 25 April 2008: 500-504.

http://www.sciencemag.org/content/320/5875/500

Klik om toegang te krijgen tot Kuiper_2008_Science.pdf

Meer over de geologie van Zumaia op de site van prof Jan Smit

http://www.falw.vu.nl/nl/voor-het-vwo/wetenschap-in-gewone-woorden/Aardwetenschappen/fossielen/KT-grens.asp

Bericht op Kennislink hierover! (zie hieronder )

°DNO’S  EERDER UITGESTORVEN  

http://www.kennislink.nl/publicaties/dinos-eerder-uitgestorven

De overgang van het geologische tijdvak Krijt naar het Tertiair was 65,95 miljoen jaar geleden, ruim 400 duizend jaar eerder dan tot nu toe gedacht. Dat hebben aardwetenschappers van de universiteiten van Amsterdam (VU) en Utrecht vastgesteld.

Ouderdom is voor iedereen van belang, maar voor aardwetenschappers is het cruciaal om te weten hoe oud een bepaald gesteente is. De nauwkeurigheid kan dan ook niet groot genoeg zijn.

De KT-overgang is het moment in de geschiedenis van de aarde dat de dinosauriers uitstierven. Dat gebeurde vermoedelijk doordat een planetoïde insloeg op aarde, in de huidige golf van Mexico, (CHIXULUB  krater )en het klimaat op aarde totaal veranderde. Zeker de helft van de sauriërs stierf daarbij uit.Niet alleen de dinosauri챘rs legden het loodje op deze grens , maar ook ammonieten (inktvisachtigen), vele haaisoorten en planten stierven op of nabij deze grens uit. De tweede belangrijkste theorie over deze massa-uitsterving is de  langdurige vulkanische activiteit inIndia (het Deccan plateau).

In een artikel in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Science publiceren de onderzoekers een nauwkeuriger methode om de ouderdom van gesteenten vast te stellen. Daarbij gebruiken ze een combinatie van radioactieve datering en astronomische gegevens, die leiden tot klimaatveranderingen op aarde die tot gelaagdheid in gesteenten kunnen leiden.

Tot nog toe gaf datering met de aanwezigheid van argonisotopen (40Ar/39Ar) andere resultaten dan astronomische dateringsmethodes. De Nederlanders hebben een methode gevonden om de meetresultaten op elkaar aan te laten sluiten.Daarbij is de radioactieve methode geijkt aan de astronomische reeksen.

De KT-overgang wordt wereldwijd in gesteentenlagen teruggevonden als een dun laagje van het mineraal irridium.

VU-geoloog Jan Smit geldt als een van de ontdekkers van dat laagje, dat hij ziet als een bewijs voor de inslagtheorie voor het uitsterven van de dino’s.

Het laagje is ook in Nederland in mijnen gevonden.


De meteoriet sloeg met grote kracht in en veroorzaakte de Chicxulub krater bij Mexico. Bron: NASA
 

65 Miljoen jaar geleden (op de grens van de geologische tijdperken Krijt en Tertiair) trof een meteoriet de aarde en maakte een einde aan een groot deel van het leven op Aarde.
De Dinosaurus was daarvan het meest aansprekende voorbeeld. Prof. Jan Smit van de  afdeling Sedimentaire Geologie was samen met Amerikaanse collega’s de eerste die daarvoor bewijs kon aandragen.

Het was goed zoeken naar sporen van de inslag 65 miljoen jaar geleden, maar het is gelukt te bepalen dat de meteoriet de aarde getroffen heeft op het puntje van het schiereiland Yucatan in Mexico.
De enorme kuil die daardoor onstond is echter al weer opgevuld met gesteente.
In het landschap is de krater niet meer te ontdekken, maar metingen van het zwaartekrachtveld laten duidelijk de enorme deuk zien die de meteoriet heeft geslagen in de aarde.
Toevallig genoeg heet het dorpje dat boven het midden van de krater ligt Chicxulub, ‘gat van de duivel’.

Wetenschappers van de Amerikaanse Princeton-universiteit betwijfelen  in 2004 of de dinosaurussen door de inslag van een enkele meteoriet op de aarde zijn uitgestorven.
De krater in Mexico die vaak wordt genoemd als bewijs voor deze theorie, is volgens de onderzoekers onder leiding van Gerta Keller minstens 300.000 jaar ouder dan de tijd waarin de dinosaurussen 65 miljoen jaar geleden uitstierven.
Volgens die theorie veroorzaakte de inslag zo veel stof, dat stofdeeltjes de zon verduisterden en het klimaat plotseling veranderde.

In een stuk dat in maart  2004  in de online-editie van de Proceedings of the National Academy of Sciences wedrd gepubliceerd, wijzen de onderzoekers op een laag afzettingsgesteente tussen de laag van de inslag en de zogeheten
K-T lijn die het uitsterven van de dinosaurussen markeert.
Omdat met de vorming van die laag honderdduizenden jaren gemoeid waren, zou de inslag lang voor het uitsterven moeten hebben plaatsgevonden.
Richard Norris van het Scripps Institution of Oceanography zegt in een reactie dat de groep de K-T lijn onjuist heeft bepaald en ervan uitgaat dat de sedimenten voornamelijk in diep, kalm water zijn afgezet.
Maar omdat de lagen niet van gelijke dikte of horizontaal zijn, kunnen ze heel goed door heftige stromingen zijn ontstaan.
“De bewijzen die zij presenteren kunnen op verschillende manieren worden uitgelegd en lossen dus niet echt iets op“, aldus Norris.(1)

(1) Afstrepen tot er maar één mogelijkheid meer  overblijft…..?
en toen bleek dat de dino’s pas NA die supercollision zijn ontstaan ?
Creationisten  zullen dan toch gelijk hebben  ? 

Niet een planetoïde, maar komeet werd dino’s fataal

05 april 2013  2

komeet

Het is wellicht de oudste cold case ter wereld: het uitsterven van de dinosaurussen. En nu komen wetenschappers met een nieuwe hoofdverdachte op de proppen. Ze stellen dat niet een planetoïde, maar een komeet de dino’s fataal werd.

Zo’n 66 miljoen jaar geleden legden de dinosaurussen – en met hen zo’n 70 procent van alle andere diersoorten op aarde – het loodje. Wat precies de oorzaak was van deze massa-extinctie is tot op de dag van vandaag onbekend, hoewel de meeste wetenschappers het er wel over eens zijn dat de boosdoener uit de ruimte kwam zetten. De meeste wetenschappers stellen verder dat een planetoïde-inslag aanleiding gaf tot de massa-extinctie. Maar een nieuw onderzoek van de universiteit van Dartmouth schetst een heel ander beeld. Niet een planetoïde, maar een komeet zou de dino’s de kop hebben gekost.

Iridium Het idee dat een object uit de ruimte aanleiding gaf tot een massa-extinctie ontstond enkele tientallen jaren geleden. Wetenschappers ontdekten toen hoge concentraties van het element iridium in een gesteentelaag die stamt uit het einde van het Krijt en het begin van het Paleogeen. In gesteentelagen uit het Krijt worden veel fossiele resten van dinosaurussen teruggevonden. In gesteentelagen uit het Paleogeen niet. In andere woorden: de gesteentelaag waarin veel iridium werd teruggevonden, stamt precies uit de periode waarin de dinosaurussen verdwenen. Nu komt iridium weinig in de aardkorst voor. Wel is het vaak aangetroffen in rotsachtige objecten afkomstig uit de ruimte, zoals planetoïden. De onderzoekers moesten dan ook concluderen dat het uitsterven van de dino’s samenviel met het ter aarde vallen van een steen uit de ruimte. Enkele jaren later werd ook de plek waar deze steen ter wereld kwam, ontdekt: de Chicxulub-krater. De krater is net zo oud als de gesteentelagen waarin het iridium werd aangetroffen. Vandaar dat de onderzoekers stelden dat het object dat deze krater had veroorzaakt ook de dino’s fataal werd.

Ruimte Wetenschappers van de universiteit van Dartmouth geven nu een ietsje andere draai aan het verhaal. Ze zijn het er wel mee eens dat het object dat uit de ruimte kwam zetten en de dino’s fataal werd de Chicxulub-krater creëerde. Maar ze kunnen zich niet vinden in de conclusie dat een planetoïde de dino’s uiteindelijk fataal werd.

 

Komeet De onderzoekers verzamelden alle gegevens die collega’s eerder over de hoeveelheid iridium in gesteentelagen hadden gepubliceerd. Ze namen de gegevens door en filterden alle informatie die ze onbetrouwbaar achtten, eruit. “Omdat wij met een frisse blik naar dit onderzoeksveld kijken, hebben we het idee dat onze beslissingen objectief en onbevooroordeeld zijn,” stelt onderzoeker Mukul Sharma. De analyse van Sharma en zijn collega’s wijst erop dat in de gesteentelagen uit de tijd waarin de dino’s verdwenen veel minder iridium voorkomt dan wetenschappers altijd stelden. En daarmee wordt het bewijs voor een inslag van een planetoïde een stuk minder stevig. Tegelijkertijd is er natuurlijk nog wel een enorm bewijsstuk voor een inslag waar wetenschappers niet omheen kunnen: de Chicxulub-krater. De enige verklaring die het bestaan van deze krater en de lagere concentraties iridium in de gesteentelagen met elkaar kan vereenzelvigen, is een komeet. “Kometen bevatten in verhouding tot hun massa een lager percentage iridium en osmium dan planetoïden en toch zou een komeet met een grote snelheid genoeg energie bevatten om een 177 kilometer brede krater (de Chicxulub-krater, red.) te slaan,” vertelt onderzoeker Jason Moore. “Kometen reizen veel sneller dan planetoïden, dus bevatten ze tijdens het inslaan ook meer energie. Dat, in combinatie met het feit dat ze deels uit ijs bestaan, betekent dat ze niet zoveel iridium en osmium met zich meebrengen.”

Dat wetenschappers de komeet zo lang als hoofdverdachte hebben uitgesloten, is volgens de onderzoekers van de universiteit van Dartmouth goed te verklaren. Pas de laatste jaren zijn we meer te weten gekomen over de samenstelling van kometen. “We begrijpen nu veel beter wat een komeet is,” stelt Moore. “We zijn voor 99,9 procent zeker dat we te maken hebben met een 66 miljoen jaar oude komeetinslag en dus niet met een planetoïde,” voegt Sharma toe.

Bronmateriaal:
Dartmouth Researchers Say a Comet Killed the Dinosaurs” – Dartmouth.edu
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Don Davis / NASA.

http://filebox.vt.edu/artsci/geology/mclean/Dinosaur_Volcano_Extinction/pages/studentv.html

Astronomische cycli
Astronomische cycli zijn periodes waarover de zonne-instraling op het aardoppervlak varieert. Dat komt omdat de stand van de aarde ten opzichte van de zon verandert. Oorzaken hiervan zijn variaties in de baan van de aarde om de zon (excentriciteit) en variaties in de stand van de aarde zelf (obliquiteit en precessie). De periodes waarover deze drie cycli vari챘ren zijn 100.000, 41.000 en 26.000 jaar respectievelijk. Tezamen worden deze drie cycli de Milankovitch cycli genoemd. Deze Milankovitch cycli zijn terug te vinden in de aardlagen doordat deze regelmatig dikker en dunner worden. De cycli zijn ook de veroorzakers van de ijstijden.

De drie Milankovitch cycli: precessie, obliquiteit en de excentriciteit. De excentriciteit heeft naast de 100.000 jaar nog een langere periode in zich: 405.000 jaar.

Radiometrische dateringen
Radiometrische dateringen zijn dateringen op basis van radioactief verval van bepaalde elementen. Met behulp van de halfwaardetijd, de tijd waarin er nog maar de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid over is, kan de ouderdom van het materiaal/(vulkanisch) gesteente bepaald worden. Eén zo’n element is kalium (K), dat vervalt tot argon (Ar). Hiervan afgeleid is de dateringsmethode ‘40Ar/39Ar’.

Nauwkeuriger
Verwacht zou kunnen worden dat deze twee dateringsmethoden dezelfde ouderdom geven, maar dat blijkt niet helemaal waar. Er zat namelijk een verschil van circa 1% in deze methoden. Om dit verschil op te lossen, hebben de onderzoekers de 40Ar/39Ar datering aan de astronomische datering geijkt.

Op deze manier konden aardlagen in Marokko van een veel nauwkeuriger ouderdom voorzien worden (28,201 짹 0,046 miljoen jaar). De onzekerheid van de 40Ar/39Ar dateringsmethode werd hierdoor flink verkleind.

Door dit resultaat kon zelfs de Krijt/Tertiair grens nauwkeuriger bepaald worden. Hiervoor zijn gegevens over aardlagen uit Spanje gebruikt. De grens was eerst gesteld op 65,5짹0,3 miljoen jaar, maar is nu 65,94 miljoen jaar. Een verschil van 440.000 jaar!


Deze aardgelaagdheid in Zuid-Spanje, een andere dan die van de studie, vertoont cycliciteit: steeds opnieuw is de dikke laag weer zichtbaar. Bron: Creative Commons
 

Met deze nieuwe methode kunnen nog veel meer belangrijke geologische grenzen nauwkeuriger bepaald worden. De vraag is niet of, maar hoevéél de geologische tijdsschaal aangepast zal moeten worden. Een nauwkeuriger tijdsschaal is namelijk van groot belang voor alle aardwetenschappelijke disciplines.

Referentie:
Kuiper, K.F., A. Deino, F.J. Hilgen, W. Krijgsman, P.R. Renne en J.R. Wijbrans. 2008. Synchronizing rock clocks of earth history. Science

Zie ook:
De astronomische tijdschaal (Kennislinkartikel van Natuur en Techniek)
Datering van oude fossielen (Kennislinkartikel van Natuur en Techniek)
Nieuwe geologische tijdschaal? (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Uitsterving door vergiftiging (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Herkomst K/T asteroïde achterhaald (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Dino-doder zaaide leven (Kennislinkartikel)
Einde van een sprookje (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Tijdsperiodisering van de aarde (Engels)
Controverse rond dino-krater (Kennislinkartikel van Govert Schilling)
Boren in ‘het achterwerk van de duivel’ (Kennislinkartikel van Eddy Echternach)
De omstandigheden direct na de inslag op de K/T-grens (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Vulkanen – Opbouw, vorm/type en locatie (Kennislinkartikel)
Grote inslagkraters op aarde te klein om basaltprovincies te verklaren (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
Voorstellen voor een nieuwe geologische tijdschaal (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
 
 
 

Krateroorlog

‘Dino’s overleefden de meteoriet’

Video

Noorderlicht – De staart van de duivel Hansje van Etten, 2002 (RealPlayer 25 min.) De Amsterdamse geoloog en paleontoloog Jan Smit reist af naar het Mexicaanse schiereiland Yucatan. Hier stortte 65 miljoen jaar geleden een meteoriet neer die catastrofale gevolgen had voor het leven op aarde. Meer dan zeventig procent van alle plant- en diersoorten stierven uit, waaronder de dinosauriërs. Smit wil weten hoe dat heeft kunnen gebeuren.

Audio

Fragment Noorderlicht Radio: Jan Smit, 18 december 2001 (22 min)

In maart 2002 zond Noorderlicht de aflevering De Staart van de Duivel uit, waarin Jan Smit gevolgd werd tijdens zijn reis naar de inslagkrater in Yucatan. De uitzending is elders op deze pagina te bekijken. Hier is meer achtergrondinformatie te vinden.

Voor de echte liefhebber staat op Smits website de complete discussie met Keller. Het is even zoeken op deze onoverzichtelijk vormgegeven pagina.

Het grote Chicxulub-debat van de Geological Society of London

Twee artikelen uit de Nederlandse pers over de zaak Smit vs Keller, van Govert Schilling en Ben Apeldoorn, zijn ook te vinden op de website van Smit.

Lees ook: “Heilige krater – Kwam het christendom uit de lucht vallen?” (28 juni 2003)

Lees ook: “Spoor van de sloper – Geologen vinden ‘tweede Chixculub’

Noorderlicht nieuwsbericht 12 juni 2003

Lees ook: “Kaboem! – Gat in de Noordzee”, Noorderlicht nieuwsbericht, 1 augustus 2002.

Medio november 2001 vetrok de paleontoloog Jan Smit naar Yucatan om boringen te doen in de inslagkrater.

Tijdens zijn verblijf in Mexico hield Smit drie weken lang een webdagboek bij voor Noorderlicht Online. Lees zijn belevenissen in De Inslag: boren in Yucatan.

 

Niet één, spectaculaire meteoorinslag bij Mexico, maar een hele reeks natuurrampen heeft de dinosauriers 65 miljoen jaar geleden de das omgedaan. Dat beweert althans de tegendraadse onderzoekster Gerta Keller van Princeton University, die daarmee haar ruzie met de Nederlandse onderzoeker Jan Smit over het uitsterven van de dinosauriërs naar een nieuw hoogtepunt stuwt.

  • yaxDeel van een van de boorkernen uit Chicxulub, met linksboven een deel van het omstreden laagje grond.

  • levende wezens 16644420 Levende wezens? Volgens Keller zes plaatjes van eencellige ‘foraminiferen’; Smit wijst erop dat de onderste twee rijen plaatjes er heel anders uitzien en gewoon korreltjes levenloos gesteente zijn.° 
    • Gerta Keller (Princeton University, PR)
    • Zelden zal er een paar kilo gesteente zijn geweest waarover de gemoederen zo hoog opliepen.Volgens de Amerikaanse geologe Gerta Keller is het gesteente – een kokervormig bodemmonster van vijftig centimeter lang – niets minder dan het bewijs dat de dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden níét zijn omgekomen door een meteoorinslag bij Mexico. Aan de Vrije Universiteit van Amsterdam denkt hoogleraar paleontologie Jan Smit daar toch anders over.

    “Hoe krijgt Keller het voor elkaar om zoveel volstrekte onzin in één publicatie te zetten. Dit bewijst helemaal niets. Ik zou er een eerstejaarsstudent nog zwaar op afrekenen.”

  • kellerkeller

  • Het bodemmonster waarom het gaat komt uit de krater van Chicxulub, een reusachtige meteoorkrater die begraven ligt onder het Mexicaanse schiereiland Yucatan. Hier moet 65 miljoen jaar geleden een meteoor zijn ingeslagen van tien kilometer groot. Zo hevig zal de klap zijn geweest, dat de wijde omtrek vlam vatte en de wereld schudde van de schokgolven en de vloedgolven. Misschien werd de planeet ondergedompeld in een eeuwenlange ijstijd, toen het zonlicht werd verduisterd door roet. Ongeveer de helft van alle dier- en plantensoorten moet in de nasleep van de ramp het loodje hebben gelegd. Weg dinosauriërs.

    Dood uit de ruimte – het is een idee waar een klein groepje geleerden zich al jaren tegen verzet. Gerta Keller is een van hen. In nota bene het prestigieuze blad Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) presenteert Keller vandaag haar eigen, alternatieve kijk op de zaak. Volgens Keller is er wel degelijk een meteoor op Mexico geploft – maar gingen de dinosauriërs daarna gewoon nog een tijdje door.

    Zo zouden er op de plek des onheils nog zeker driehonderdduizend jaar lang – de geschiedenis van de mensheid keer vijftig – zeemicroben hebben rondgezwommen die thuishoren in het tijdperk van de dinosauriërs, het Krijt. Pas daarna deed een ándere ramp de reuzenreptielen de das om. Misschien kwam het wel door een meteoorinslag in de Noordzee of in het huidige Oekraïne, of misschien had een uitbarsting van de supervulkaan van India er iets mee te maken, daar wil Keller vanaf zijn. Maar één ding staat wat haar betreft vast: de meteoor van Chicxulub sloeg de dinosauriërs hooguit een bloedneus.

    De boorkern van Chicxulub is daarvoor het overtuigende bewijs, vindt Keller. Tussen de acht- en negenhonderd meter diep onder de grond vonden de onderzoekers de restanten van een meteoorinslag: opgeworpen puin, gesmolten gesteente, en tot glas gebrande zandkorreltjes. Daar bovenop echter ligt een laag van vijftig centimeter gesteente die volgens Keller ‘onmiskenbaar’ hoort bij het tijdperk van de dinosauriërs.

    Zo herkent Keller in de aardlaag zestien soorten plankton uit de tijd van de dinosauriërs, ziet ze kleine, door dieren gegraven gangetjes en zeker vijf laagjes klei die een versteende zeebodem verraden. Pas daar bovenop ligt de zogeheten K/T-grens, de overgang tussen het Krijttijdperk en het daarop volgende geologische tijdvak, het Tertiair. Keller kan er maar één ding van maken. Blijkbaar zat er tussen de meteoorinslag en de dood van de dinosauriërs een compleet tijdperkje. De zee legde in die tijd de ene na de andere sedimentlaag neer, eencellige beestjes groeven tunneltjes, gingen dood en versteenden – en daarna pas kwamen de dinosauriërs aan hun eind.

    “Ze gaat maar door met die onzin,” verzucht Smit, zelf een van de grondleggers van de meteoortheorie en Chicxulub-kenner bij uitstek. Al maandenlang probeert Smit Keller te overtuigen van haar ongelijk: zo debatteerden de twee geleerden vorig najaar uitgebreid op een speciale website van de Britse Geological Society. Volgens Smit zijn de foraminiferen, de eencellige zeediertjes die Keller beschrijft, gewoon korreltjes gesteente. “Ik heb al die monsters bekeken. En ik zie helemaal geen foraminiferen. Hoe haalt ze het in haar hoofd.”

    Bovendien zou het stukje boorkern waarop Keller zich baseert, zijn verstoord door grondverzakkingen. “We hebben geboord in een gebied waar de krater iets omhoog komt en de rand van de krater een steile helling maakt. Daar wordt dus grond verplaatst. Het is zonneklaar dat er een stukje aardlaag weg is uit de boorkern.”

    ‘Zorgelijk’ noemt Smit het dat Keller haar ‘verschrikkelijke’ stuk mag afdrukken in het toch statige vakblad PNAS. “Ik begrijp dat een vriendje van haar het stuk heeft voorgedragen. Kennelijk kon dat blad vervolgens niet aan de juiste experts komen om de publicatie te beoordelen.” Over Kellers zes medeauteurs is Smit ook al niet erg te spreken: “Let maar op, het is altijd hetzelfde groepje. En dan staan er nog twee of drie bij die volgens mij niet eens weten dat ze erop staan.”

    Smit wordt er onderhand een beetje moe van: steeds maar weer die Keller. “Er zal een onafhankelijk iemand aan te pas moeten komen, om te bemiddelen. Uiteindelijk komt heus wel boven water hoe het echt zit, maar voorlopig gaat dit maar door. Keller vindt dat ze geweldig gelijk heeft.”

    Misschien komt aan de meteoorsoap in mei een eind: dan wijdt het vakblad Meteoritics and Planetary Science een editie aan de boorkernen van Chicxulub. Volgens Smit zal dan eens te meer blijken hoezeer Keller alleen staat in haar opvattingen over het uitsterven van de dino’s.

    Maarten Keulemans

    Gerta Keller, Thierry Adatte, Wolfgang Stinnesbeck, Mario Rebolledo-Vieyra et al.: Chicxulub impact predates the K-T boundary mass extinction.

  • In: PNAS (2004)DOI: 10.1073/pnas.0400396101

  • gelekern
  •  Gedeelte van de boorkern met Kellers interpretatie. Keller herkent onder meer versteende zeebodems (‘glauconite’) en door dieren gegraven tunneltjes (‘burrows’).
  • Nature 449 staat in het teken van de hypothese dat het uitsterven van de dinosauri챘rs aan het einde van het Krijt veroorzaakt is door de inslag van een meteoriet.

    Bottke et al wijzen erop dat uit studies bekend is dat er in de loop van de aardgeschiedenis een toename is in de frequentie van inslagen. Deze toename zou een factor 2 tot 4 bedragen. Zij menen dat deze toename verklaard kan worden door een enorme botsing die 160 miljoen jaar heeft plaatsgevonden in de astero챦de-belt tussen Mars en Jupiter.

    Een grote asteroïde werd in stukken gebroken en vormde de huidige de huidige astero챦de Baptistina en haar familie (BAF), een gordel van kleinere fragmenten.

    Een ander brokstuk zou 65 miljoen jaar geleden de Chicxulub-krater veroorzaakt hebben.

    Bottke et al stellen – op basis van simulatie-software – met een 90% zekerheid dat deze meteoriet afkomstig moet zijn uit de Baptistina-gordel. De datering van de inslag zou inmiddels een nauwkeurigheid hebben van +/_ 25.000 jaar.

    Literatuur & links
     
     
     

Over tsjok45
Gepensioneerd . Improviserend jazzmuzikant . Instant composer. Jamsession fanaat Gentenaar in hart en nieren

6 Responses to Krijt-Tertiair-grens

  1. Sjoerd says:

    Laat die mevrouw nog eens terugkomen als ze één dinobotje heeft gevonden boven de KT-grens.

  2. tsjok45 says:

    One liners zijn aandachtrekkers die spijtig genoeg door veel trollen worden gebruikt
    Verklaar je dus nader …
    nml : Wat is jouw boodschap en gewaardeerde (mogelijke) bijdrage aan dit onderwerp ?
    Graag ….

    OK ; het gaat dus uiteraard over jouw standpunt (en onderbouwing ervan ) betreffende de(gedepasseerde ? ) hypotheses van Keller ?

    Met vriendelijke groeten
    Tsjok

  3. gnossie says:

    Geachte heer tsjok 45,

    Ik ben een regelmatig lezer van uw blogs, en waardeer ze ten hoogste.
    Ik heb geen academische achtergrond, maar ben ten hoogste geïnteresseerd in de onderwerpen waar uw blogs over handelen.
    Ik maakte inderdaad een oneliner met mijn reactie, die ik hierbij van enige specificatie wil voorzien:
    Ik ergerde mij (en ik meende te bespeuren dat u er ook zo over denkt), dat mevrouw Keller er een controversiële mening op nahoudt wat betreft de uitsterving van de Dino’s.
    Hoeveel onzekerheden er ook mogen zijn in de aardgeschiedenis, over de grote Krijt-uitsterving hoeft toch geen controverse te bestaan?
    We mogen er van uitgaan dat de Chicxulub-inslag een eind heeft gemaakt aan het dino-tijdperk, tenzij mevrouw Keller, of meneer Bob Bakker(bijvoorbeeld) met wat zwaardere bewijsvoering komt.
    Als de gevestigde wetenschap iets gemist heeft is het goed dat er mensen zijn met een tegendraadse mening, maar ik heb de indruk dat mensen als mevr. Keller de controverse opzoeken omwille van de controverse. De paleontologische variant van Dan Brown of Erich von Dänicken.
    Om terug te komen op mijn oneliner:
    In Krijtafzettingen worden Dino-botten gevonden.
    Daartussen zit dat laagje iridium.
    Daarboven begint het Tertiair, waarin nog nooit een dinosaurusfossiel is gevonden.
    Als mevr.Keller daarmee op de proppen komt geloof ik haar.

    met vriendelijke groet
    Sjoerd Jongsma.

  4. Pingback: IJSTIJDEN « Tsjok's blog

  5. Pingback: INHOUD Gaia Millieu | Tsjok's blog

  6. Pingback: uitstervingen | Tsjok's blog

Plaats een reactie