DONKERE MATERIE

trefwoorden

,

woensdag 17 april 2013

door

Net sluit zich iets verder om donkere materie

Wetenschappers achter het Super Cryogenic Dark Matter Search-experiment (SuperCDMS) laten weten dat ze een deeltje op het spoor zijn dat wel eens de lang gezochte donkere materie kan zijn.

Nadat begin deze maand al hoopvolle berichten verschenen van het team van de AMS-detector, lijkt het net om donkere materie zich nu ietsjes steviger te sluiten. In het kamp van deeltjesdetector SuperCDMS zegt men aanwijzingen te hebben gevonden voor het bestaan van een deeltje dat voldoet aan de beschrijving van zogenoemde WIMP’s. Deze vermeende Weakly Interacting Massive Particles zouden slechts zelden een interactie aangaan met normale materie en zijn kandidaat nummer één om door te gaan voor donkere materie.

Silicion_detector

Interacties van donkere materie-deeltjes zouden in dit soort silicium schijven gedetecteerd zijn. Texas A&M University

De wetenschappers melden dat de deeltjes zijn gedetecteerd met een zekerheid van 99,8 procent. Vrijwel iedereen zou dan de kurk al van de champagne-fles laten springen, maar betrokken deeltjesfysici laten in een persbericht weten dat er nog zeker geen sprake is van een ontdekking. ‘Met deze zekerheid heb je op zijn hoogst een aanwijzing dat je beet hebt.’

Een strenge regel in de deeltjesfysica stelt dat er pas gesproken kan worden van een ontdekking als er een zekerheid van minimaal 99,9999 procent gehaald is. Dat betekent dat als je het experiment een miljoen keer zou herhalen, je gemiddeld slechts één keer een foute conclusie zou trekken. Deze mate van zekerheid werd vorig jaar bijvoorbeeld ook gehanteerd voor de ontdekking van het Higgsdeeltje en ook de WIMP’s zullen daar aan moeten voldoen.

Oude data

De aanwijzingen voor het bestaan van WIMP’s werden gevonden in een dataset die al jaren bestaat. De detector waarmee ze werd gemeten is zelfs al weer afgebroken voor de opbouw van de volgende, betere detector.

De reden dat de wetenschappers ‘oude’ data onder de loep namen is dat ze geïnteresseerd zijn in het vinden van lichte WIMP’s, en die zouden bij uitstek met deze oude detector gevonden kunnen worden. Na het grondig doorspitten van alle data bleken er inderdaad drie keer een proces plaats te hebben gevonden in de detector dat veroorzaakt kan zijn door interacties met donkere materie.

Bulletcluster

Dit sterrenstelsel leverde een bewijs voor donkere materie. NASA

Wat is donkere materie?

Het bestaan van donkere materie is onder andere af te leiden uit de draaisnelheid van sterrenstelsels. Astronomen zien ze namelijk veel sneller ronddraaien dan ze op basis van de aanwezige zichtbare materie kunnen verklaren. De buitenste sterren zouden eigenlijk uit het sterrenstelsel geslingerd moeten worden. Dat doen ze niet en daarom wordt gedacht dat er zich stiekem veel meer materie in sterrenstelsels zit dan zichtbaar is.

Volgens de laatste schattingen zou het universum voor 26,8 procent gevuld zou zijn met donkere materie, daar tegenover staat slechts 4,9 procent ‘normale materie’ waar jij, ik en de zichtbare wereld om ons heen uit zijn opgebouwd. De overige pakweg 70 procent van het universum zou gevuld zijn met donkere energie, een zo mogelijk nog mysterieuzere substantie, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de versnelde uitdijing van het heelal.

Slappeling onder de grond

Zoals hun Engelse naam al suggereert reageren WIMP’s (wat in die taal ook gelezen kan worden als ‘slappeling’) nauwelijks met andere materie. En dat maakt de zoektocht extreem lastig, want hoe zie je een deeltje dat niet gezien wil worden?

Om ze toch te vinden zijn er over de hele wereld detectors opgezet. Zo ook CDMS, waarmee de eerste experimenten al tien jaar geleden plaatsvonden. In deze experimenten wordt gebruik gemaakt van detector van halfgeleidend materiaal dat tot vlak boven het absolute nulpunt is gekoeld.

Het idee is dat passerende WIMP’s die toevallig een atoomkern in het materiaal raken voor meetbare trillingen en verplaatsingen van lading zorgen. En hoewel zo’n gebeurtenis vrij zeldzaam is, zou het een kwestie van tijd zijn om het bestaan van WIMP’s uiteindelijk via deze methode te bevestigen.

800px-minos_project_in_soudan_mine

Een van de tunnels van de Soudan-mijn, waar tegenwoordig niet meer naar ijzer wordt gezocht maar onbekende elementaire deeltjes. Wikimedia Commons

Het lastige van deze experimenten is het onderscheiden van interacties van de vermeende WIMP’s en signalen afkomstig van toevallige reacties met andere (bekende) deeltjes. Om deze achtergrondruis te minimaliseren vinden de experimenten een kleine kilometer onder de grond plaats in een oude mijn in de Amerikaanse staat Minnesota. Ze zijn daar ver weggestopt van storende invloeden van buitenaf, zoals kosmische straling.

Verdere zoektocht

De vlag voor de ontdekking van WIMP’s is tot nu toe nog niet uitgegaan. In de tien jaar dat er nu wordt gemeten zijn er vaker dan eens interacties gemeten, maar men heeft nooit met zekerheid kunnen vaststellen dat het om WIMP’s ging. Ook andere detectors slaagden daar tot nu toe nog niet in.

Momenteel ondergaat het CDMS-experiment een upgrade waardoor de detector nog gevoeliger wordt. Daarmee kunnen de wetenschappers in de komende jaren hopelijk de aanwijzing die ze nu hebben omzetten in de echte ontdekking van donkere materie.

Lees verder

Deeltjesdetector is mogelijk donkere materie op het spoor

http://www.kennislink.nl/publicaties/deeltjesdetector-is-mogelijk-donkere-materie-op-het-spoor

10 april 2013 · door Roel van der Heijden

Aanwijzingen voor bestaan van donkere materie ontdekt?

04 april 2013   18

donkere materie rondom de Melkweg

De Alpha Magnetic Spectometer, een instrument dat onlangs op het internationale ruimtestation werd geplaatst, lijkt sporen van donkere materie te hebben waargenomen. Een antwoord op de vraag ‘bestaat donkere materie echt?’ lijkt daarmee binnen handbereik.

Maar voorzichtigheid is geboden. Pas over enkele maanden kan AMS met zekerheid stellen dat de sporen die donkere materie nu achtergelaten lijkt te hebben ook echt aan donkere materie toebehoren.

Positronen
De Alpha Magnetic Spectometer (AMS) werd in 2011 op het internationale ruimtestation geplaatst en heeft eigenlijk maar één missie: zoeken naar bewijs dat donkere materie bestaat. AMS bestudeert daartoe kosmische straling: zeer energetische deeltjes waar de ruimte van doordrongen is. Zo’n twee decennia geleden ontdekten wetenschappers dat in deze kosmische straling bijzonder veel antimaterie zit. De oorsprong van die overvloed aan antimaterie is officieel onbekend. Maar wetenschappers hebben wel hun vermoedens. Zo wordt gedacht dat positronen (een voorbeeld van een antideeltje, de bouwsteen van antimaterie) het resultaat zijn van twee deeltjes donkere materie die met elkaar botsen en verloren gaan.

Aanwijzingen
AMS heeft nu in een periode van anderhalf jaar heel wat kosmische straling bestudeerd. In die straling vond AMS onder meer zo’n 400.000 positronen. Ook blijkt uit de resultaten dat de hoeveelheid antideeltjes door de tijd heen niet significant varieert en dat de antideeltjes niet uit één specifieke richting lijken te komen. Stuk voor stuk aanwijzingen dat de deeltjes wel eens het resultaat kunnen zijn van deeltjes donkere materie die met elkaar botsen.

Geduld
Maar het bestaan van donkere materie is nog niet bewezen, zo benadrukken de onderzoekers. “De komende maanden zal AMS ons definitief kunnen vertellen of deze positronen een aanwijzing van donkere materie zijn of dat ze een andere oorsprong hebben,” vertelt onderzoeker Samuel Ting.

Donkere materie is één van de grootste mysteries van de moderne fysica. Iets meer dan een kwart van ons universum zou uit donkere materie bestaan, maar we hebben het nog nooit direct waargenomen. Overtuigend bewijs voor het bestaan van deze hypothetische soort materie is er dus nog niet.

‘Lege’ ruimte zit vol donkere materie

14 februari 2012    24

Nieuw onderzoek wijst erop dat lege ruimte niet bestaat. De ruimte tussen sterrenstelsels blijkt namelijk gevuld met donkere materie.

Dat schrijven onderzoekers in het blad The Astrophysical Journal. Ze baseren hun conclusies op computersimulaties.

Aan de hand van deze simulaties toonden ze aan dat donkere materie ook voorbij de randen van sterrenstelsels nog voorkomt. Het strekt zich tot ver in de ‘lege’ ruimte uit. De onderzoekers bestudeerden het effect van een zwaartekrachtlens (zie ook hieronder). Dit effect waarbij een ver object vergroot lijkt te worden, wordt mede mogelijk gemaakt door donkere materie. Door het effect te bestuderen, kon de verdeling van donkere materie worden vastgesteld. Zo ontdekten de onderzoekers dat grote slierten donkere materie zich ook nog ver buiten het sterrenstelsel bevinden. “Er is geen lege ruimte in het universum,” zo moeten de onderzoekers concluderen. “De ruimte tussen sterrenstelsels is gevuld met donkere materie.”

 

Het effect van een zwaartekrachtlens. Foto: Joerg Colberg / Ryan Scranton / Robert Lupton / SDSS.
En daarmee is een groot mysterie opgelost. Onderzoekers hadden namelijk al berekend dat het huidige universum voor zo’n 22 procent uit donkere materie bestaat. Slechts 4,5 procent bestaat uit ‘gewone’ materie. Maar die 22 procent: daar kwamen wetenschappers tijdens observaties echt niet aan. Ze misten donkere materie. Die vermiste hoeveelheid donkere materie hebben de onderzoekers nu dus teruggevonden.

Bronmateriaal:
Missing dark matter located – inter-galactic space is filled with dark matter” – IPMU.jp
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Dims (via Wikimedia Commons).
door Barry van der Meer
14 Sep 2011
Voor de derde keer heeft een experiment aanwijzingen gevonden voor deeltjes die de mysterieuze donkere materie zouden vormen, …
door Manus Visser
15 Feb 2011
Een draaiende bal blijft volgens de wetten van Newton in een vacuüm eeuwig draaien. Maar volgens Spaanse onderzoekers komt zo’n …
Bronmateriaal:
Missing dark matter located – inter-galactic space is filled with dark matter” – IPMU.jp
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Dims (via Wikimedia Commons).

Mysterieuze donkere energie waargenomen

Door: Germen Roding |

: 10 aug 2010

Eindelijk is het astronomen gelukt: een rechtstreekse blik op donkere energie, de mysterieuze kracht die ons heelal steeds sneller uit elkaar lijkt te scheuren.

De massa in het universum bestaat volgens de laatste theorieën uit drie belangrijke componenten: uit de bekende zichtbare, zogeheten baryonische materie (alles wat uit quarks bestaat, zoals protonen en neutronen, atomen, mensen, planeten en sterren), verder uit donkere materie (waarvan we alleen weten dat het zwaar is en nergens mee reageert, je merkt er niets van als het dwars door je heen vliegt) maar vooral uit donkere energie, een geheimzinnige kracht die nodig is om te verklaren waarom het heelal om ons heen er zo uitziet als nu.

Donkere materie
Baryonische (gewone) materie is meestal opgehoopt in lichtgevende sterren of gaswolken. Die kunnen we waarnemen door de straling die ze uitzenden: licht, radiogolven of andere elektromagnetische straling.

Een ring, veroorzaakt door donkere materie?

Een ring, veroorzaakt door donkere materie?

Donkere materie is waar te nemen door te kijken naar de zwaartekrachtsinvloed die de materie op zichtbare materie heeft. Zo verklaart donkere materie hoe het komt dat de sterren ver van het centrum van een melkweg veel sneller ronddraaien dan ze volgens de zwaartekrachtswet zouden kunnen doen. Een onzichtbare zware wolk donkere materie hangt rond de kern van de melkweg.

Die wolk trekt wel verre sterren aan, maar niet sterren die midden in de wolk hangen. In het midden houdt de zwaartekracht van de wolk ze in evenwicht: alle delen van de wolk trekken ongeveer even hard. Het resultaat: ze tollen veel minder snel rond. Daarom weten astronomen nu steeds meer over de verdeling van donkere materie: in de meeste melkwegstelsels vormt het een soort bol. Sommige melkwegstelsels bestaan vrijwel alleen maar uit donkere materie. Donkere materie biedt veel mogelijkheden. Als we die ontdekken, vinden we misschien een overvloedige energiebron of kunnen we vreemde materialen maken waarmee we bijvoorbeeld dwars door de aarde of de zon zouden kunnen reizen.

Donkere energie: onbekend, maar alles overheersend
Van donkere materie weten we al bijna niets, maar dat is nog heel veel vergeleken met wat bekend is over donkere energie, die toch meer dan zeventig procent van de massa van het heelal uitmaakt en, zo lijkt het, ons over vele miljarden jaren in stukjes uiteen dreigt te scheuren. Althans: tot nu toe. Door nieuwe waarnemingen kunnen astronomen er nu eindelijk in slagen de verhouding tussen energiedichtheid en druk van donkere energie te bepalen.

Zwaartekrachtslens Abell 1689
Een team astronomen heeft met de waarnemingen aan een cluster melkwegstelsels, Abell 1689, gedaan die zich gedraagt als een zwaartekrachtslens. De melkwegstelsels vervormen de ruimte om hen heen waardoor het licht wordt afgebogen. Het licht van de verre melkwegstelsels achter Abell 1689 heeft er miljarden jaren over gedaan om ons te bereiken.

Abell 1689, gebruikt als zwaartekrachtslens. bron: NASA/ESA

Abell 1689, gebruikt als zwaartekrachtslens. bron: NASA/ESA

In al die miljarden jaren is het heelal flink in omvang toegenomen, waardoor het licht uitgerekt is en ook van richting is veranderd. Doordat er zo twee effecten tegelijkertijd worden bestudeerd, kunnen de onderzoekers nauwkeurig waarnemen wat het effect is van de donkere energie op ruimte en tijd en welke vorm het heelal heeft.

Leven we in een vierdimensionale bol, dan worden lichtstralen naar elkaar toegebogen. Leven we in een soort vierdimensionaal zadel, dan treedt juist het omgekeerde effect op. Waarnemingen die ons leren hoe de donkere energie zich gedroeg in het verleden en heden. Klopt de theorie dat de donkere energie in het laatste derde deel van de leeftijd van het heelal in kracht toeneemt tot een orkaan, zoals kosmologen nu geloven? De astronomen zuillen nog jarenlang aan het rekenen zijn.

Wat betekent het voor ons?
Meer weten over donkere energie is niet alleen van belang om onze verre nazaten te redden van de griezelige Big Rip, waarbij zelfs atomen uit elkaar gerukt zullen worden door de totaal uit de hand gelopen donkere energie.

Als we donkere energie leren te temmen kunnen we mogelijk babyheelallen maken en voor God spelen.

Als we donkere energie leren te temmen kunnen we mogelijk babyheelallen maken en voor God spelen.

Als we er in slagen donkere energie te temmen zijn we letterlijk heer en meester over ruimte en tijd. We zouden in staat zijn sneller te reizen dan het licht, door het heelal achter ons sneller uit te laten zetten en het heelal voor ons in te laten krimpen. Een bezoekje aan andere steren of melkwegstelsels wordt dan mogelijk. Misschien kunnen we wel met donkere energie een nieuwe Big Bang veroorzaken en naar dat nieuwe heelal emigreren als hier de zaak teveel uit de hand dreigt te lopen.

Misschien heeft ET het wel te druk met zijn eigen baby-heelal om de moeite te nemen ons op te zoeken.

 

Hubble ‘ziet’ donkere materie in Abell 1689

15 november 2010 r 8

Donkere materie is niet met het blote oog zichtbaar. Toch slaagde de Hubble ruimtetelescoop erin om deze mysterieuze substantie te vinden in een ver cluster. De telescoop wierp een blik op Abell 1689, een massieve groep sterrenstelsels op een afstand van 2,2 miljard lichtjaar bij de aarde vandaan. De zwaartekracht van de sterrenstelsels zorgt ervoor dat licht afbuigt. Aangezien donkere materie verantwoordelijk is voor een groot deel van de massa, is de verdeling van donkere materie in de cluster te reconstrueren.

Abell 1689 is een gigantische gravitatielens. Sterrenstelsels die achter deze groep liggen, worden door de kosmische lens vergroot of vervormd.

Wetenschappers hebben 135 foto’s van 42 achtergrondsterrenstelsels geanalyseerd. Uit deze reconstructie blijkt dat Abell 1689 erg veel donkere materie bevat. Astronomen denken dat de cluster al vroeg begon met het verzamelen van donkere materie. Anders dan had Abell 1689 nu veel minder donkere materie gehad.

Hieronder de foto van Abell 1689. Het is er weer één om in te lijsten.

door Lydwin van Rooyen
28 Jul 2010
Slechts drie maanden nadat de deeltjesversneller Large Hadron Collider (LHC) succesvol in werking is gesteld, maken …
door Lydwin van Rooyen
02 Mrt 2010

Donkere materie

Jasem Mutlaq

Geleerden zijn er nu vrijwel zeker van dat 90% van de massa in het heelal in een vorm voorkomt die we niet kunnen zien.

Ondanks het uitgebreid in kaart brengen van het nabije heelal, in het spectrumgebied van radiogolven tot aan gammastralen (de zeer lange tot de zeer korte golflengtes), kunnen we maar 10% van de massa vinden die er aanwezig moet zijn. Zoals Bruce H. Margon, een astronoom van de Universiteit van Washington, in 2001 zei tegen de New York Times: “Het is nogal pijnlijk te moeten erkennen dat we 90 procent van het heelal niet kunnen vinden.”

De naam die aan deze “ontbrekende massa” wordt gegeven is Donkere materie, en deze twee woorden geven een heel aardig beeld van alles wat we op dit terrein weten. We weten dat er “materie” moet zijn, omdat we de effecten van de zwaartekracht ervan kunnen waarnemen. Maar deze materie zendt in het geheel geen waarneembare elektromagnetische straling uit, en is dus “donker”. Er zijn verschillende theorieën om deze ontbrekende massa te verklaren, variërend van exotische deeltjes die kleiner zijn dan atomen, tot een populatie van afzonderlijke zwarte gaten, tot minder exotische bruine en witte dwergen (kleine sterren). De term “ontbrekende massa” is misschien misleidend, omdat de massa zelf niet ontbreekt, maar alleen de elektromagnetische straling ervan. Maar wat is donkere materie nu precies, en hoe weten we nu eigenlijk dat die bestaat, als we die niet kunnen zien?

Het begon in 1933 toen de astronoom Fritz Zwicky de bewegingen onderzocht van verre en massieve (veel massa) groepen (clusters) van melkwegstelsels, met name de Coma- en Virgoclusters. Zwicky maakte een schatting van de massa van elk melkwegstelsel in de cluster op grond van de lichtkracht (totale hoeveelheid uitgezonden elektromagnetische straling), en telde al die massa’s bij elkaar op, om de totale massa van de cluster te berekenen. Daarna maakte hij een tweede, onafhankelijke schatting van de massa van de cluster, gebaseerd op de meting van de spreiding van de snelheden van de afzonderlijke stelsels in de cluster. Tot zijn verrassing was deze tweede, dynamische massa, 400 keer groter dan de schatting gebaseerd op de lichtkracht.

Hoewel al in de tijd van Zwicky de aanwijzingen sterk waren, duurde het tot in de jaren 1970 voordat de geleerden dit gebrek aan overeenstemming uitvoerig gingen onderzoeken. Het was in deze tijd dat men het bestaan van donkere materie serieus begon te nemen. Het bestaan van zulke materie zou niet alleen een verklaring geven voor het massatekort in clusters van melkwegstelsels, maar ook meer verstrekkende consequenties hebben voor de evolutie en het lot van het heelal zelf.

Noot vertaler: als er te weinig massa in het heelal is, zal het heelal steeds verder uitdijen, is er te veel massa aanwezig, dan zal de uitdijing stoppen, en het heelal daarna gaan krimpen tot …. een punt? En daar tussen in is de kritische massa, die massa waarin het uitdijen weliswaar uiteindelijk (bijna, asymptotisch) stopt, maar niet tot krimpen overgaat. Bij de thans waargenomen massa zal het heelal steeds verder uitdijen, wat sommigen geen prettig of “elegant” idee vinden, en wat dus ook leidt tot het idee van donkere materie.

Een ander fenomeen waaruit het bestaan van donkere materie blijkt zijn de rotatiekrommen van Spiraalstelsels (spiraalvormige melkwegstelsels, zoals onze eigen Melkweg, en onze buurman het Andromeda-melkwegstelsel). Spiraalstelsels hebben een groot aantal sterren, die in bijna cirkelvormige banen bewegen om het centrum, net zoals planeten rondom een ster. Net als planeten in hun baan zouden sterren die een grotere baan beschrijven, een lagere baansnelheid moeten hebben (dit is een gevolg van de derde wet van Kepler). Maar in werkelijkheid geldt de derde wet van Kepler alleen maar voor sterren nabij de rand van een spiraalstelsel, omdat de massa die door hun baan wordt omsloten als constant moet worden beschouwd.

 

 

 

Noot vertaler: Waar het op neer komt is dit: het blijkt dat de sterren veel sneller om het centrum van hun melkwegstelsel gaan dan overeenkomt met de bekende hoeveelheid massa binnen hun baan. En aangezien het de zwaartekracht is van deze massa die hen drijft moet er veel meer massa aanwezig zijn dan bekend.

Noot vertaler: Wat extra informatie: Een ster in een baan om het centrum van een melkwegstelsel wordt alleen beïnvloed door de massa binnen die baan. Men kan bewijzen dat de invloed op de ster van alle buiten de baan gelegen massa gelijk aan 0 is. Op dezelfde manier: als u in een diepe put zou afdalen naar het middelpunt der aarde, wordt uw gewicht uiteindelijk, ook als u het zou overleven, niet groter maar kleiner, omdat alleen de massa dichter bij het centrum dan u, aan u trekt. In het middelpunt zelf zou u niets wegen.

De astronomen hebben echter de baansnelheden van sterren in de buitengebieden van een groot aantal spiraalstelsels gemeten, en geen ervan volgt de derde wet van Kepler, zoals men zou mogen verwachten. In plaats van bij grotere straal kleiner te worden, blijft de baansnelheid opvallend constant. Dit betekent dat de massa die wordt omgeven door een ruimere baan, toeneemt, zelfs voor sterren die naar het schijnt nabij de buitenkant van het melkwegstelsel zijn. Omdat die dichtbij de grens van het lichtgevende deel van het melkwegstelsel zijn, heeft het stelsel kennelijk ook massa tot ver buiten de gebieden waarin de sterren voorkomen.

U kunt het ook zo beschouwen: neem de sterren dichtbij de buitenkant van een spiraalstelsel, met de waargenomen baansnelheden van 200 kilometer per seconde die typerend zijn voor dit soort sterren. Als het melkwegstelsel alleen die materie zou bevatten die we kunnen waarnemen, zouden die sterren al zeer gauw uit het stelsel wegvliegen, omdat hun baansnelheden vier keer groter zijn dan de ontsnappingssnelheid. Omdat men geen melkwegstelsels ziet die uitelkaar vliegen, moet er wel massa aanwezig naast de massa die we kunnen waarnemen.

Er zijn diverse theorieën opgedoken in de literatuur, om de ontbrekende massa te verklaren, zoals de WIMPs (Weakly Interacting Massive Particles (Zwak wisselwerkende deeltjes met een grote massa)), MACHO’s (MAssive Compact Halo Objects (Compacte halo-objecten met een grote massa, een halo is een ruim bolvormig gebied rondom het centrum van een melkwegstelsel, die niet geheel leeg is, maar onder andere bolvormige sterrenhopen bevat)), zwarte gaten die ontstonden in het nog jonge heelal, neutrino’s met (samen!) een grote massa, en andere, alle met hun voors en tegens.

Door de astronomische gemeenschap is nog geen enkele theorie aanvaard, omdat we tot dusver geen middelen hebben om die te toetsen.

Sterrenstelsels en sterren

INHOUD COSMOS   

 zie ook  

°DE MELKWEG.docx (1.7 MB) archief

 Een deel van de Melkweg. © NASA.

Er zijn sterren ontdekt die aan het ontstaan zijn op één van de gevaarlijkste plekken in het heelal: aan de rand van een supermassief zwart gat in het hart van onze Melkweg. Nooit eerder zagen wetenschappers daar zo’n ster vormen. De ontdekking komt van een internationale groep sterrenkundigen.Het middelpunt van onze Melkweg is een enorm zwart gat, een plek waar de zwaartekracht zo groot is dat zelfs licht niet kan ontsnappen. Sterren, planeten en andere hemellichamen worden naar het gat gezogen en gaan daar met veel geweld ten onder. In die enorme krachten zouden stof en gas onmogelijk kunnen samenklonteren tot sterren, maar toch is dat wat de astronomen hebben gezien. “We hebben plekken gezien waar het stof en gas zo dik geworden is dat zij de onherbergzame omgeving kunnen trotseren'” verklaarde Farhad Yusuf-Zadeh.Als die klonten stof en gas dik genoeg worden, ontstaat een kettingreactie. Ze trekken nieuw gas en stof aan, worden zo steeds groter en krijgen dus meer aantrekkingskracht. Zo wordt uiteindelijk een nieuwe ster geboren.


°sterren.docx (2 MB) archief 

°SUPERNOVA & GAMMABUSTER.docx (3.8 MB)archief 

…wetenschappers begin deze maand ook al ?

Supernova Remnant Cassiopeia A


°

Verste en oudste supernova

de oudste supernova tot nu toe ontdekt

 01 november 2012 15

Onderzoekers hebben twee superheldere supernova’s ontdekt. Ze bevinden zich heel ver weg: nog nooit werd een supernova op zo’n grote afstand van de aarde waargenomen. De supernova’s kunnen ons dan ook heel veel vertellen over de kinderjaren van ons universum.

“Het licht van deze supernova’s bevat gedetailleerde informatie over de jonge jaren van het universum, een tijd waarin een deel van de eerste sterren nog uit waterstof en helium gevormd tijdens de oerknal aan het ontstaan zijn,” vertelt onderzoeker Jeffrey Cooke. Samen met zijn collega’s maakt hij de ontdekking in het blad Nature bekend.

Superhelder
De twee ontdekte supernova’s zijn superhelder, in het Engels wordt ook wel gesproken over super-luminous supernovae. Zulke supernova’s zijn zo’n tien tot honderd keer helderder dan andere types supernova’s. De eerste superlichtsterke supernova werd enkele jaren geleden ontdekt. Dergelijke supernova’s zijn zeldzaam in het nabije universum. In het verre universum komen ze vaker voor. Dat heeft alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van deze supernova’s. Wetenschappers gaan ervan uit dat ze ontstaan wanneer een supermassieve ster (150 tot 200 keer massiever dan onze zon) explodeert. De kans op zo’n gebeurtenis was in het jonge universum veel groter, omdat daar veel meer massieve sterren voorkwamen.

Heel oud
Met behulp van de Keck-telescoop gingen onderzoeker op zoek naar de restanten van zulke massieve sterren. Ze stuitten daarbij op twee supernova’s die zo’n 10,4 en 12,1 miljard jaar geleden ontstonden. De oudste supernova die wetenschappers eerder ontdekten, was 10,8 miljard jaar oud.

En daarmee kruipen we dus steeds dichter naar de oorsprong van het universum toe. “De eerste generatie sterren vinden, is toch wel de Heilige Graal voor astronomen,” vertelt Cooke. Maar wellicht duurt het niet lang meer voordat we die Heilige Graal vinden. “De afstanden van onze supernova’s overlappen met de afstanden waar we verwachten de eerste sterren te vinden.”

Bronmateriaal:
Distant super-luminous supernovae found” – Swinburne.edu.au
De artistieke impressie bovenaan dit artikel is gemaakt door Adrian Malec en Marie Martig (Swinburne University) en laat een chaotisch sterrenstelsel met daarin een superheldere supernova in het vroege universum zien.

 

Geschreven op 06 augustus 2012 om 13:15 uur door 3

Wetenschappers hebben een ster ontdekt die mogelijk over niet al te lange tijd uit gaat groeien tot een supernova. Gaat deze ster ons dan vertellen hoe een supernova exact tot stand komt?

Hoewel onderzoekers nog nooit een supernova tot stand hebben zien komen, hebben ze wel ideeën over hoe deze ontstaat. Twee sterren draaien om elkaar heen. Eén van de sterren is een witte dwerg die materie van de andere ster ontvangt. Wanneer de witte dwerg een massa heeft die 1,4 keer groter is dan die van de zon, explodeert deze en wordt een supernova.

Vragen
Hoewel dat grofweg wel aangeeft hoe een supernova ontstaat, zijn er nog veel vragen omtrent dit hele proces. Hoe kan de witte dwerg zijn massa nu laten toenemen? En hoe ziet de andere ster die materie aan de witte dwerg geeft, eruit? Om dat te achterhalen, zullen we een supernova in wording moeten zoeken. En dat is precies wat onderzoekers hebben gedaan.

Natriumgas
Uit recent onderzoek is gebleken dat rondom een supernova vaak natriumgas terug te vinden is. Dit gas komt van de ster die materie weggeeft en hangt vaak nog rond een ster wanneer deze reeds geëxplodeerd is en een supernova is geworden. De onderzoekers gingen op zoek naar een systeem waarin dit gas terug te vinden was. Ze vonden een dubbelster genaamd QU Carinae. Deze bestaat uit een witte dwerg die razendsnel materie van een andere ster afhaalt. Ook vonden ze natrium rondom de twee sterren.

Supernova
En daarmee heeft QU Carinae eigenlijk alle ingrediënten in huis om uit te groeien tot een supernova. “We zijn echt heel opgewonden dat we zo’n systeem hebben gevonden,” vertelt onderzoeker Stella Kafka. “Door deze systemen, de aard van deze twee sterren, de manier waarop massa wordt uitgewisseld en hun ontwikkeling op lange termijn te begrijpen, krijgen we een goed beeld van hoe dubbelsterren één van de meest belangrijke explosies in het universum kunnen veroorzaken.”

Supernova’s zijn heel belangrijk voor wetenschappers. Door te kijken naar de helderheid van supernova’s worden afstanden in het heelal vastgesteld. Ook waren het supernova’s die wetenschappers erop wezen dat het universum steeds sneller uitdijt.

Bronmateriaal:
Supernova progenitor found?” – Ras.org.uk
De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA / CXC / SAO / JPL-Caltech / MPIA / Calar Alto / O. Krause et al.

Voor het eerst is bewijs gevonden dat de schokgolf van een supernova ervoor kan zorgen dat een supernova extreem helder lijkt.

Begin oktober 2010 ontstond er in het sterrenstelsel UGC 5189A een supernova. Een maandje later ontdekten astronomen de supernova SN 2010jl. In december 2010 en oktober 2011 gebruikten ze de Chandra-telescoop om de supernova te bestuderen.

SN 2010jl

Supernova SN 2010jl bevindt zich in een sterrenstelsel dat zo’n 160 miljoen lichtjaar van de aarde verwijderd is. De supernova is op de foto hierboven goed te zien: het is de heldere vlek bovenaan. De paarse kleuren op de foto laten de röntgenstraling zien.

Röntgenstraling
Uit de waarnemingen die Chandra in december 2010 deed, bleek dat de röntgenstraling van de supernova grotendeels geabsorbeerd werd door het gas eromheen. Dat gas had de ster nog voor deze een supernova werd weggeblazen. In oktober 2011 bleek er al veel minder röntenstraling te worden geabsorbeerd. Dat wijst erop dat de schokgolf die de supernova veroorzaakt had door het gas heen was gebroken. Het omringende gas bleek bovendien heel warm te zijn en dat wijst erop dat het door de schokgolf is verwarmd.

Helder
SN 2010jl was in zichtbaar licht veel helderder dan een doorsnee supernova. En de waarnemingen van Chandra kunnen dat mogelijk verklaren. De schokgolf die door het exploderen van de ster ontstaat, dringt zich in het materiaal er rond heen. Dat materiaal wordt verwarmd en geïoniseerd en gaat dan net als de supernova röntgenstraling afgeven. Daardoor lijkt de supernova veel helderder. In werkelijkheid ontleent deze een deel van zijn helderheid dus aan het omringende materiaal.

Wetenschappers voorspelden eerder al dat dit kon verklaren waarom de ene supernova veel energierijker was dan de andere. Maar het is voor het eerst dat daar ook direct bewijs voor wordt gevonden.

 Bronmateriaal:
A Supernova Cocoon Breakthrough” – Harvard.edu
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door xx (cc via Flickr.com).

°sterrenstelsels & nevels.docx (3.7 MB)archief 

Sterren ontstonden miljard jaar eerder dan gedacht

13/03/13

Ontelbare sterren in het universum blijken volgens een onderzoeksteam in Bonn een miljard jaar geleden eerder te zijn ontstaan dan tot nu toe werd gedacht. De ontdekking laat zien dat de heftigste sterrrenuitbarsting ongeveer 12 miljard jaar geleden plaatsvond in het heelal. Dat zegt Axel Weiss van het onderzoeksteam van het Max-Planck-Instituut voor Radioastronomie.

“De ontdekking betekent dat deze sterrenstelsels slechts twee miljard jaar na de oerknal zijn ontstaan. Ze zijn ook een miljard jaar ouder dan voorheen werd gedacht”, zei Weiss op de website stern.de. Tijdens het ontstaan van een ster draaien grote hoeveelheden kosmisch stof en gas om elkaar heen, waardoor nieuwe sterren ontstaan. Uit de nieuwe ontdekking bleek dat dat 1.000 keer sneller gebeurt dan in normale sterrenstelsels, aldus de onderzoekers. “Waar in de Melkweg één zon per jaar ontstaat, zijn dat er 1.000 per jaar in deze nieuwe sterrenstelsels. Dat is alleen daar waargenomen en niet in stelsels in onze omgeving.”Het is volgens de onderzoekers een inzicht in “de stormachtige jeugdfase van het universum”. De ontdekking werd gedaan door de nieuwe Alma-telescoop in de Atacama-woestijn in het noorden van Chili. In totaal bestaat het project uit 66 telescopen. Volgens Weiss werd deze ontdekking gedaan toen pas 16 van die 66 telescopen in gebruik waren. “Je kunt je dan wel voorstellen wat de Alma-telescoop in de toekomst nog kan bereiken.”De ontdekking werd gedaan door de nieuwe Alma-telescoop in de Atacama-woestijn in het noorden van Chili. © afp.

zware dubbelster ontdekt

17 april 2013  

Astronomen hebben een dubbelster ontdekt die bij zijn geboorte ongeveer 300 tot 400 zonsmassa’s woog en nu nog 200 tot 300 keer zwaarder is dan de zon. En daarmee kan het wel eens de zwaarste dubbelster die tot op heden is waargenomen, zijn.

We vinden de zware dubbelster – R144 genoemd – in de Grote Magelhaense Wolk. De ster zend veel röntgenstraling uit en dat bracht astronomen op het idee dat het wellicht om een dubbelster zou gaan. Met behulp van de X-shooter spectograaf op ESO’s Very Large Telescope in Chili is dat nu bevestigd.

De zwaarste?
Bij de geboorte had de dubbelster een massa die ongeveer 300 tot 400 keer groter was dan die van onze zon. Tegenwoordig weegt deze ongeveer 200 tot 300 zonsmassa’s. Daarmee is deze waarschijnlijk zwaarder dan de zwaarste dubbelster die ons tot voor kort bekend was: NGC 3603-A1. Deze dubbelster heeft een massa die 212 keer groter is dan die van onze zon.

Linksboven ziet u dubbelster R144. De centrale sterrenhoop is met de cirkel aangeduid. Foto: NASA / ESA / D. Lennon / E. Sabbi (ESA / STScI).

Linksboven ziet u dubbelster R144. De centrale sterrenhoop is met de cirkel aangeduid. Foto: NASA / ESA / D. Lennon / E. Sabbi (ESA / STScI).

Raadsel
Of R144 nu zwaarder is dan NGC 3603-A1 of niet: de dubbelster heeft wetenschappers in ieder geval aan het denken gezet.

“Het is een raadsel hoe extreem zware sterren ontstaan,” vertelt onderzoeker Frank Tramper. “Volgens de meest gangbare theorieën kunnen sterren van honderden zonsmassa’s alleen worden gevormd in zware sterrenhopen.” R144 bevindt zich vrij ver van zo’n zware sterrenhoop. “Dat is misschien een indicatie dat dit soort systemen ook geïsoleerd kan ontstaan.” Een andere mogelijkheid is dat R144 wel in de centrale zware sterrenhoop is ontstaan, maar daar later uit is gegooid en zo uiteindelijk op zijn huidige plekje is beland.

En daarmee houdt R144 de gemoederen nog wel even bezig. Astronomen blijven de ster observeren en hopen in de toekomst de exacte massa vast te stellen en te bepalen of het inderdaad de zwaarste dubbelster is die tot op heden is waargenomen. Ook willen ze achterhalen hoe de ster precies is ontstaan.

Bronmateriaal:
Kandidaat zwaarste dubbelster geïdentificeerd” – Astronomie.nl
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA / ESA / D. Lennon / E. Sabbi (ESA / STScI).

Nevel rondom dubbelster verklaard

 09 november 2012   1

Astronomen hebben in het sterrenstelsel Centaurus twee om elkaar draaiende sterren ontdekt, binnen in een planetaire nevel. De ontdekking betekent dat een langstaande theorie wordt bewezen.

Rondom de kosmische nevel Fleming 1 hangen een aantal kosmische gasstralen. Astronomen konden er nooit achterkomen hoe zulke zogenaamde ‘jets’ konden ontstaan, en hoe ze zo symmetrisch konden worden. Maar nu zijn de wetenschappers erachter: er cirkelen twee witte dwergen rondom het centrum van het stelsel.

‘Schil’ van gas
De witte dwergen zorgen voor een bijzonder symmetrische planetaire nevel (een gloeiende ‘schil’ van gas rondom een ster in zijn laatste levensfase). Een planetaire nevel heeft dus niets te maken met een planeet. De ster stoot dan zijn buitenste schil af, zodat de kern bloot komt te liggen. Ondanks het feit dat sterren meestal rond zijn, zijn planetaire nevels vaak heel complex van structuur.

Snelle circulatie
De twee witte dwergen draaien in slechts 1,2 dagen om elkaar heen. Ook dat is uniek, zegt astronoom Henri Boffin. “Er is al vaker voorspeld dat deze kosmische jets ontstonden door een dubbelster, maar in alle modellen zouden de sterren er dan tientallen jaren over doen om om elkaar heen te cirkelen. En dan was het niet plausibel dat er een dergelijke nevel ontstond.

 

Het feit dat er nu twee sterren zijn ontdekt, verklaart hoe dergelijke nevels kunnen ontstaan. De aantrekkingskracht die de beide sterren op elkaar uitoefenen zorgt ervoor dat de ene ster de andere ‘opzuigt’. Daardoor ontstaat de symmetrische nevel.

Hele Grote Telescoop
De astronomen ontdekten de sterren met behulp van de Very Large Telescope. Daarmee maten ze het licht van de ster rondom Fleming 1, waardoor ze ook een beeld kregen van de bewegingen, de temperaturen en de chemische samenstelling van de sterren.

Fleming 1 is niet de enige nevel met een dubbelster, maar voor zover bekend is dit wel één van de weinige nevels die vergezeld wordt door twee witte dwergen.

Bronmateriaal:
Vreemd paar oude sterren geeft planetaire nevel spectaculaire vorm” – ESO.org
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door ESO (cc via ESO.org).

O

planetaire wolk (sterrenbeeld schild )

kleine maghelhaense wolk

7/08/13 – 14u06  Bron: Belga

sterrenkraamkliniek

°© afp.

De gigantische VLT-telescoop in Chili heeft een intrigerend stervormingsgebied in de Grote Magelhaense Wolk – een van de naaste begeleiders van de Melkweg – vastgelegd, meldt de Europese Zuidelijke Sterrenwacht ESO.

Zelfs zonder een telescoop als de VLT is tijdens heldere, donkere nachten al een vage vlek in het zuidelijke sterrenbeeld Goudvis te zien, die op het eerste gezicht op een gewone wolk lijkt.De Grote Magelhaense Wolk (GMW) op 163.000 lichtjaar van ons is een grote producent van nieuwe sterren. Sommige van zijn stervormingsgebieden, zoals de beroemde Tarantulanevel, zijn al waarneembaar met het blote oog. Er zijn hier echter ook kleinere, maar niet minder intrigerende stervormingsgebieden te vinden, zegt de ESO. Een nieuwe VLT-opname geeft een detailrijk beeld van een opmerkelijk tweetal: NGC 2014 en NGC 2020.Gloeiende wolk
Het roze getinte object rechts op de haarscherpe foto, NGC 2014, is een gloeiende wolk van voornamelijk waterstofgas. Het bevat een sterrenhoop van hete jonge sterren. De energierijke straling van deze nieuwe sterren slaat elektronen los van de waterstofatomen in de omgeving, waardoor dit gas elektrisch wordt geladen en een karakteristieke rode gloed krijgt.

Behalve deze intense straling produceren zware jonge sterren ook een krachtige sterrenwind, die er uiteindelijk toe leidt dat het omringende gas wordt uiteengedreven en wegstroomt. Links van de sterrenhoop staat een eenzame heldere, zeer hete ster waarbij dit proces op gang lijkt te zijn gekomen: de ster heeft een holte veroorzaakt in de zeepbelachtige structuur die NGC 2020 wordt genoemd. De opvallend blauwe kleur van dit nogal geheimzinnige object is te danken aan de straling van de hete ster, die in dit geval zuurstof ioniseert in plaats van waterstof.

Kleuren
Dat de kleuren van NGC 2014 en NGC 2020 zo sterk van elkaar afwijken komt zowel door de verschillende samenstelling van het omringende gas, als door de temperaturen van de sterren die de wolken aan het gloeien brengen. Ook de afstanden tussen de sterren en de beide gaswolken spelen een rol, aldus nog de ESO.

°

Zeldzaam ‘vierkant’ sterrenstelsel ontdekt

 20 maart 2012

Het sterrenstelsel doet een beetje denken aan een rechthoekige diamant en is tamelijk ongewoon.

Het sterrenstelsel LEDA 074886 bevindt zich op zo’n 70 miljoen lichtjaar van de aarde. Dat de onderzoekers het sterrenstelsel nu pas hebben ontdekt, komt niet alleen door die grote afstand, maar ook door het sterrenstelsel zelf. Het is namelijk niet zo helder: het sterrenstelsel telt bijvoorbeeld vijftig keer minder sterren dan onze Melkweg. En voor de onderzoekers die het sterrenstelsel ontdekten, was het best wel even wennen.

“In het universum om ons heen, zijn sterrenstelsels er in drie vormen,” legt onderzoeker Alister Graham uit.

“Sferoïde, een soort schijf of onregelmatig gevormd.”

Schijf
Maar dit sterrenstelsel is anders. Het is rechthoekig. In eerste instantie dachten de onderzoekers dat het sterrenstelsel met de natuurwetten spotte. Hoe kan zo’n sterrenstelsel nu bestaan? Maar inmiddels weten ze al beter. Het is niet aannemelijk dat het sterrenstelsel kubusvormig is. Waarschijnlijk is het een soort opgeblazen schijf waar ze nu één zijde van gezien hebben, zo schrijven de onderzoekers in hun paper.

Het ‘rechthoekige’ sterrenstelsel. Afbeelding: Swinburne.edu.au.
Totstandkoming
Maar hoe is deze bijzondere schijf ontstaan? De onderzoekers denken dat het sterrenstelsel het resultaat is van twee spiraalvormige sterrenstelsels die met elkaar in botsing zijn gekomen. “Terwijl de sterren die al in deze sterrenstelsels voorkwamen in grote banen werden geslingerd en zo de vierkante vorm creëerden, zonk het gas naar het midden waar het nieuwe sterren en de schijf die we nu hebben waargenomen, vormde,” speculeert onderzoeker Duncan Forbes.

Dat het sterrenstelsel na de botsing zo’n rare vorm heeft aangenomen, heeft alles te maken met de oriëntatie van de twee sterrenstelsels. “Wanneer (in de toekomst, red.) ons eigen schijfvormige sterrenstelsel met het schijfvormige Andromedastelsel botst en de oriëntatie was juist geweest dan zouden we over zo’n drie miljard jaar ook inwoners zijn van zo’n vierkant sterrenstelsel,” merkt Graham op. Dankzij de ontdekking van dit sterrenstelsel hopen de astronomen een nog beter beeld van de evolutie van sterrenstelsels te krijgen.

Bronmateriaal:
Astronomers discover ‘emerald-cut’ galaxy” – Swinburne.edu.au
De afbeelding bovenaan dit artikel is afkomstig van de site Swinburne.edu.au.

Uniek spiraalstelsel

 19 juli 2012  11

Wetenschappers hebben een wel heel bijzonder spiraalstelsel ontdekt. Het stelsel ontstond toen het universum nog maar 3 miljard jaar oud was en spiraalstelsels extreem zeldzaam waren.

Het spiraalstelsel bevindt zich op zo’n 10,5 miljard lichtjaar van de aarde, zo meldt het blad Nature. Toen wetenschappers het spiraalstelsel ontdekten, wisten ze even niet wat ze zagen. “Het feit dat dit sterrenstelsel bestaat, is verbazingwekkend,” vertelt onderzoeker David Law.

Te vroeg
Wetenschappers gingen er namelijk altijd vanuit dat zulke prachtige en complexe spiraalstelsels nog niet zo vroeg in de geschiedenis van ons universum voorkwamen. Sterrenstelsels die zo’n 3 miljard jaar nadat het universum ontstond, tot stand kwamen, zien er vaak niet zo fraai uit. Ze zijn onregelmatig gevormd en lijken meer op willekeurige klonters dan op een spiraalstelsel met fraaie armen. Maar dit stokoude sterrenstelsel is anders. Mooier. Beter geordend, ook. Law heeft er een passende metafoor voor. “Dit sterrenstelsel tussen de onregelmatig gevormde, jonge sterrenstelsels van die tijd zien, is als het zien van een volledig volgroeide volwassene in een klas met basisschoolkinderen.”

 

Raadsel
En daarmee staan wetenschappers voor een raadsel. Het is onduidelijk hoe dit sterrenstelsel al zo vroeg in de geschiedenis van het universum – zeker één miljard jaar eerder dan alle andere spiraalstelsels – kon ontstaan. Mogelijk is een kleiner sterrenstelsel bezig om zich met het grote sterrenstelsel te mengen, waardoor de spiraalachtige vorm van het sterrenstelsel wat uitgesprokener wordt. Maar dat blijft speculeren.

Het bijzondere spiraalstelsel heeft voorlopig de naam BX442 gekregen. Het sterrenstelsel zal nog wel een tijdje de aandacht van wetenschappers trekken. Door meer te weten te komen over de totstandkoming van dit sterrenstelsel, kunnen we mogelijk ook meer te weten komen over het ontstaan van onze eigen Melkweg.

Links een prachtig (jong) spiraalstelsel (Messier 51). Rechts het oude spiraalstelsel dat toch ook echt die vormen al heeft. Foto’s: NASA / ESA (M51) en Dunlap Institute for Astronomy & Astrophysics / Joe Bergeron.

Messier 106

 06 februari 2013

De Hubble ruimtetelescoop heeft – met een beetje hulp van een amateur-astronoom – één van de beste foto’s die ooit van het spiraalvormige sterrenstelsel Messier 106 zijn gemaakt, afgeleverd. Het resultaat is fantastisch.

Messier 106 bevindt zich op ongeveer twintig miljoen lichtjaar van de aarde. In het hart van het spiraalvormige sterrenstelsel vinden we een supermassief zwart gat dat honger heeft. Het trekt voortdurend gas naar binnen. Wanneer dit gas richting het zwarte gat cirkelt, warmt het op en geeft het straling af.

Op de foto is nog een bijzonder kenmerk van Messier 106 bijzonder goed te zien. De meeste spiraalvormige sterrenstelsels hebben twee armen, maar Messier 106 lijkt er vier te hebben. In tegenstelling tot de twee ‘normale’ armen bestaan de twee extra armen niet uit sterren, maar uit heet gas. Waarschijnlijk worden ze veroorzaakt door het zwarte gat in het centrum van Messier 106. Het zwarte gat verstoort en verwarmt het omringende gas en zou zo de twee extra armen vorm geven.

messier 106

De prachtige foto van Messier 106 bestaat voornamelijk uit beelden die Hubble van het sterrenstelsel maakte. Amateur-astronoom Robert Gendler verzamelde de beelden die Hubble maakte en plakte ze aan elkaar om een compleet beeld van het sterrenstelsel te krijgen. Waar stukjes informatie misten, gebruikte hij zijn eigen observaties om het plaatje compleet te maken.

Bronmateriaal:
A spiral galaxy with a secret” – Spacetelescope.org

Paardenkopnevel

 19 april 2013

één van de mooiste nevels die het universum rijk is: de Paardenkopnevel.

Hubble vereeuwigde de nevel in infrarood. We zien de nevel daardoor opdoemen als een transparant en vluchtig geheel. Heel anders dan de foto’s in optisch licht die ons van de nevel bekend zijn. Daarop schittert de nevel als een donkere schaduw.

Downloaden

Wilt u deze foto op zeer hoge resolutie downloaden? Klik dan hier!

De Paardenkopnevel bevindt zich op zo’n 1500 lichtjaar van de aarde en maakt deel uit van het Orioncomplex. In dit gebied ontstaan zeer massieve sterren. Dat is op de foto goed te zien. Zo zien we boven het bovenste randje van de nevel twee sterren opdoemen uit hun ‘kraamkamer’.

De nevel lijkt een soort pilaar in de ruimte te vormen. De vorm van die pilaar doet denken aan het hoofd van een paard, vandaar de naam. De pilaar ontstaat doordat een heldere ster in de buurt ervoor zorgt dat de nevel langzaam verdampt. Gaswolken rondom de Paardenkopnevel zijn hierdoor al een eind zijn vervlogen, maar het bovenste deel van de vooruitstekende ‘pilaar’ bevat een grotere dichtheid waterstof en helium en bevat veel stof. Hierdoor werpt deze een schaduw op het materiaal erachter, waardoor het licht van de ster er geen grip op kan krijgen en een pilaar ontstaat.

De paardenkopnevel. Foto: NASA / ESA / the Hubble Heritage Team (STScI / AURA).

De paardenkopnevel. Foto: NASA / ESA / the Hubble Heritage Team (STScI / AURA).

Bronmateriaal:
NASA’s Hubble sees a horsehead of a different color” – Hubblesite.org

Astronomen nemen verste sterrenstelsel tot nu toe waar

Geschreven op 16 november 2012 om 10:15 uur door 3

Met behulp van Hubble en Spitzer en de natuur zelf, hebben astronomen het verste sterrenstelsel tot nu toe waargenomen. Het stelsel ontstond 420 miljoen jaar na de oerknal. Het licht ervan deed er 13,3 miljard jaar over om de aarde te bereiken.

De onderzoekers namen het sterrenstelsel met behulp van twee telescopen en een techniek die bekend staat als gravitational lensing waar. Alleen door naast de telescopen ook een natuurlijke lens te gebruiken, konden de onderzoekers dit verre sterrenstelsel waarnemen.

Hoe werkt het?
Bij gravitational lensing gebruiken onderzoekers een ander object in het heelal met een sterk zwaartekrachtsveld om het licht van een object erachter (in dit geval dus het zeer oude sterrenstelsel) af te buigen. Zo ontstaat een lens-effect, waarbij het vooraan gelegen object het licht van het verder weg gelegen object een boost geeft. In dit geval gebruikten onderzoekers het zeer zware sterrenstelsel MACS J0647+7015 om het licht van het verre sterrenstelsel MACS0647-JD een boost te geven. Hierdoor leken de beelden van het verre sterrenstelsel zeven tot acht keer helderder.

WIST U DAT…

Kleintje
MACS0647-JD is bijzonder klein: minder dan 600 lichtjaar breed. Bedenk daarbij dat het licht van dit sterrenstelsel 13,3 miljard jaar onderweg is geweest: wat wij nu zien, is in werkelijkheid dus 13,3 miljard jaar geleden gebeurd. Onderzoekers denken dan ook dat het sterrenstelsel in die tijd nog flink gegroeid is. “Dit object kan wel eens één van de bouwblokken van een sterrenstelsel zijn,” vertelt onderzoeker Dan Coe. “In de volgende dertien miljard jaar kan het wel eens tientallen, honderden of duizenden keren samengesmolten zijn met andere sterrenstelsels of stukjes ervan.”

Het sterrenstelsel op 13,3 miljard lichtjaar afstand. Foto: NASA / ESA / M. Postman / D. Coe (STScI) / CLASH Team.

Fascinerend
De vondst van het sterrenstelsel geeft ons een uniek kijkje in het verre verleden van ons universum. Het is fascinerend te bedenken dat MACS0647-JD uit een tijd stamt waarin het universum nog maar drie procent van zijn huidige leven erop had zitten (het universum is nu zo’n 13,7 miljard jaar oud).

Astronomen kunnen dankzij krachtige telescopen en handige trucjes zoals de zwaartekrachtlens steeds verder terug kijken. Eind september maakten ze nog bekend het verste sterrenstelsel tot dan toe te hebben ontdekt: dat bevond zich op 13,2 miljard lichtjaar van de aarde. Dit sterrenstelsel gaat daar alweer overheen. En daarmee komen we steeds dichter bij de oorsprong van het universum in de buurt.

Bronmateriaal:
NASA Great Observatories Find Candidate for Most Distant Object in the Universe to Date” – NASA.gov
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA / ESA / M. Postman / D. Coe (STScI) / CLASH Team.

EXOPLANETEN

INHOUD COSMOS 

°exoplaneten.docx (2.5 MB)<–archief 

°

25 april 2014

Exoplaneten zijn planeten die niet rond onze zon draaien.
De afgelopen jaren zijn er honderden van deze exoplaneten ontdekt.
Een filmpje van Tom Hands, student aan de universiteit van Leicester , brengt ze (bijna allemaal) in kaart en laat prachtig zien hoe ze over ons sterrenstelsel verdeeld zijn.
Hoe compacter een planetenstelsel is, hoe later het in dit filmpje opduikt.. Tom wil met het filmpje inzicht geven in de distributie van exoplaneten.

Zoals gezegd laat het filmpje niet alle exoplaneten zien.
Het beperkt zich tot de exoplaneten die om één ster draaien. Dubbelstersystemen zijn dus even buiten beschouwing gelaten.

°

 

°

 

kepler

NASA / Ames / JPL-Caltech.

Hoe werkt Kepler?

Kepler bestudeert sterren en het licht dat zij afgeven. Wanneer het licht dimt, zou het kunnen dat een planeet voor de ster langs beweegt. Wanneer Kepler zo’n signaal drie keer heeft waargenomen, gaat zo’n signaal de boeken in als een kandidaat-planeet.
Nader onderzoek moet dan uitwijzen of het echt om een planeet gaat.
Kepler heeft reeds 2740 kandidaat-planeten ontdekt. Wetenschappers hebben van 105 kandidaat-planeten inmiddels kunnen bevestigen dat het echt planeten zijn.(10 januari 2013)
Bronmateriaal:
NASA Exoplanet Archive” – Caltech.edu
NASA’s Kepler Mission Discovers 461 New Planet Candidates” – NASA.gov
Formalhaut-BGLIESE 581

 

Kepler ziet eerste exoplaneten

 04 januari   0
Bronmateriaal:
Kepler space telescope finds its first extrasolar planets” – Sciencenews.org

TRONOMIE Pas zes weken gebruikten wetenschappers de Kepler-telescoop, maar dat was lang genoeg om exoplaneten te ontdekken. Wetenschappers hebben vijf nieuwe exoplaneten gevonden. Een Neptunus-achtige planeet en vier lichte Jupiters. Maar dat is niet alles.

Kepler heeft er nog veel meer ontdekt.

Kepler kijkt naar het licht van een ster. Als het licht iets verzwakt, is dat een teken dat een object voor de ster zweeft, bijvoorbeeld een planeet. Op deze manier heeft Kepler – die begin 2009 werd gelanceerd nu al vijf exoplaneten ontdekt. En de verwachting is dat de telescoop de komende drie jaar nog veel meer exoplaneten gaat ontdekken. Misschien wel aardachtige exoplaneten.

De minst massieve exoplaneet heet Kepler-4b. Deze planeet is 43 keer zwaarder Neptunus, maar is wel ongeveer even groot. Kepler-4b wordt bestookt met 800.000 keer meer straling dan Neptunus, omdat de exoplaneet veel dichter bij de moederster staat dan Neptunus. Dit betekent dat Kepler-4b dichter of harder is dan Neptunus, anders had de planeet al haar gas allang verloren. Een mogelijkheid is een hogere ratio steen of water, of een lagere ratio waterstof of helium.

De vier Jupiterachtige planeten zijn vier gasplaneten. Van de planeten is Kepler-7B één van de luchtigste exoplaneten ooit ontdekt: 0,17 gram per kubieke centimeter. Ter vergelijking: Jupiter heeft een dichtheid van 1,33 gram per kubieke centimeter; net iets hoger dan de dichtheid van water. Dit is opvallend, want hoe kan de dichtheid van Kepler-7B zo laag zijn? De planeet draait dichter om haar moederster dan Jupiter om de zon.

Wetenschapper William Borucki van NASA’s Ames onderzoekscentrum in Mountain View (Californië) heeft naast de ontdekking van vijf exoplaneten nog meer goed nieuws.

Kepler heeft al honderd objecten ontdekt die mogelijk planetaire lichamen zijn. Een groot deel hiervan zal de komende maanden bevestigd worden. Dat zijn er een heleboel.

In december 2009 waren er in totaal 415 exoplaneten bekend.

 

 

 

 

Archiefbeeld: 
Corot-95, de eerste ‘normale’ exoplaneet die in detail bestudeerd kon worden en die regelmatig verschijnt voor een zonachtige ster © afp.

 

 2011

exoplaneten  2011

 

Kleine exoplaneet (zo groot als Mars) en kleinste

zonnestelsel

12 januari 2012   1

De Kepler-telescoop heeft de drie kleinste exoplaneten  ontdekt.

De kleinste is net zo groot als Mars.

De drie planeten draaien allemaal om dezelfde ster heen: KOI-961. Dit is een rode dwerg die zo’n zeventig procent groter is dan bijvoorbeeld Jupiter en een diameter heeft die één/zesde van de diameter van onze zon uitmaakt.

“Dit is het kleinste zonnestelsel dat we tot op heden gevonden hebben,” vertelt onderzoeker John Johnson.

“Het lijkt qua schaal meer op Jupiter en zijn manen dan op elk ander planetair systeem.”

Het regent de laatste tijd ontdekkingen à la deze. Zo vond Kepler onlangs de eerste aardachtige exoplaneet. En nog niet zolang geleden werd de eerste exoplaneet kleiner dan onze aarde ontdekt.

Een klein zonnestelsel  met drie  kleintjes
De ene exoplaneet heeft een straal die vergelijkbaar is met 0.78 keer de straal van de aarde. Voor de andere planeten gaat het om stralen van 0.73 en 0.57 keer die van de aarde.

Het kleinste exoplaneetje is daarmee qua grootte vergelijkbaar met Mars.

De ontdekte planeten zijn net als de aarde rotsachtig. “Een planeet vinden die zo klein is als Mars, dat is geweldig,” vindt onderzoeker Doug Hudgins. “Het wijst erop dat er overal om ons heen nog een overvloed aan rotsachtige planeten is.”

Geen leven
De kans dat we op de kleine planeetjes leven gaan aantreffen, is te verwaarlozen. De planeten hebben minder dan twee dagen nodig om rond hun ster te draaien. Die korte omlooptijd wordt veroorzaakt door het feit dat ze heel dicht bij de ster staan. Het is op de planeten dus bijzonder warm: te warm voor leven.

De onderzoekers bestudeerden gegevens van Kepler die al publiekelijk waren gemaakt. Toen ze de planeten hadden ontdekt, was het nog een kwestie van de grootte van de planeten vaststellen. Dat deden ze door eerst de ster waar de planeten omheen draaien te bestuderen. Zodra een planeet dan tussen de ster en de waarnemers kwam te staan, konden ze iets zeggen over de grootte van de planeet.

 

Bronmateriaal:
NASA’s Kepler Mission Finds Three Smallest Exoplanets” – NASA.gov
De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA / JPL-Caltech.
°
°
11  planetenstelsels

Kleinste planeet buiten ons zonnestelsel ontdekt

door:     

Kleinste exoplaneetje ooit ontdekt

Astronomen hebben de tot nu toe kleinste planeet rond een andere ster dan onze Zon ontdekt, zo bericht een team rond Thomas Barclay van de NASA in het wetenschappelijke vakblad Nature.
Barclay en co stelden met de Kepler-telescoop van de NASA vast dat er rond ster Kepler-37 een mini-planeet en twee compagnons draaien.
Het gaat om de tot nog toe kleinste planeet die ooit buiten ons zonnestelsel is ontdekt:  kleiner dan Mercurius: het kleinste planeetje in ons zonnestelsel.
De diameter van het ding bedraagt slechts  iets meer dan  de 3.800 km  diameter van onze Maan
Met die beperkte omvang is het opmerkelijk dat Kepler het kleine planeetje überhaupt heeft opgemerkt. “Zelfs Kepler kan zo’n kleine wereld alleen ontdekken rond de helderste sterren die deze observeert,” stelt onderzoeker Jack Lissauer
De Kepler telescoop bestudeert de helderheid van zo’n 150.000 sterren.Wanneer een planeet voor een ster langs beweegt, verandert de helderheid van de ster. Een fluctuerende helderheid wijst er dus op dat er een planeet om een ster draait. Om de grootte van de planeet vervolgens te kunnen bepalen, moet Kepler eerst vaststellen hoe groot de ster is. Daarvoor bestuderen astronomen de geluidsgolven die ontstaan door de kokende beweging onder het oppervlak van de ster. Die geluidsgolven veroorzaken trillingen die Kepler ziet als snelle veranderingen in de helderheid van de ster. Net zoals kleine klokken hoge en grote klokken lagere tonen genereren, creëren kleinere sterren hogere geluiden (hogere frequentie trillingen) dan grotere sterren.De ontdekking van Kepler-37b smaakt naar meer, vertelt Lissauer. “Het feit dat we de kleine Kepler-37b hebben gevonden, suggereert dat kleine planeten veel voorkomen en dat er naarmate we verder gaan zoeken en gegevens gaan analyseren nog meer planetaire verrassingen op ons wachten.”
Kepler-37b van dichtbij gezien. Artistieke impressie: NASA / Ames / JPL-Caltech.Kepler-37b van dichtbij gezien. Artistieke impressie: NASA / Ames / JPL-Caltech.De planeet draait rond Kepler-37 met twee andere planeten waarvan één nog wat kleiner en de andere duidelijk groter is. Vermoedelijk gaat het om  warme  werelden  van gesteente, zonder lucht en water,….
Diversiteit
De astronomen benadrukken dat de vondst nog maar eens bewijst dat verre planetaire systemen duidelijk van het onze kunnen verschillen.De vraag is echter of het pas ontdekte hemellichaam  zijn status van planeet zal kunnen behouden.

  • met een diameter kleiner dan Mercurius komt het pleneetje  al aardig dicht in de buurt van Pluto.

In 2006 legde de Internationale Astronomische Unie (IAU) strenge omschrijvingen voor het begrip ‘planeet’ vast, waardoor de kleine Pluto tot dwergplaneet werd gedegradeerd.

°  Strikt genomen geldt de normering van de IAU evenwel enkel voor ons eigen zonnestelsel en worden planeten daarbuiten  ” exoplaneten”  genoemd.

 

kepler-37b in vergelijking met onder meer de maan en de aarde

NASA / Ames / JPL-Caltech.

Kepler 37

Alledrie de planeten staan dichter bij hun ster dan Mercurius bij de zon staat. Dat wijst erop dat ze alledrie zeer warm zijn en dat leven er onmogelijk is.

Kepler-37b is hoogstwaarschijnlijk rotsachtig, maar mist een atmosfeer. De planeet staat heel dicht bij de ster: in slechts dertien dagen voltooit deze een rondje rond de ster.Het is er waarschijnlijk superwarm: meer dan 800 graden Fahrenheit, oftewel warm genoeg om een zinken muntje direct te doen smelten.

Kepler-37c is ietsje kleiner dan Venus en doet er 21 dagen over om een rondje rond de ster te voltooien.

Kepler-37d is ongeveer twee keer zo groot als de aarde en doet 40 dagen over een rondje rond de ster. Dat schrijven de onderzoekers in het blad Nature.

Leven (zoals we het kennen ) is er dus  waarschijnlijk  niet mogelijk.

°
55  CANCRI f
55 Cancri f
°
het regent ontdekkingen   1het regent ontdekkingen   2het regent ontdekkingen   3
°
AARDSE  EXOPLANETEN  

Eerste  “leefbare”(1) exoplaneet met zelfde omvang als aarde ontdekt

 

Belga

vr 18/04/2014 –

Een internationaal team van astronomen heeft de eerste planeet buiten het zonnestelsel met een vergelijkbare omvang als de aarde ontdekt, waarop water in vloeibare vorm zou kunnen bestaan. De planeet bevindt zich in de “leefbare zone”(Goldilock zone (2) , de afstand tot een ster waarbij op een planeet in een baan rond die ster water, wat leven mogelijk maakt, kan bestaan.

“Het is de eerste exoplaneet met de omvang van de aarde aangetroffen in de leefbare zone van een andere ster”, beklemtoonde Elisa Quintana, de astronoom die het onderzoek leidde.

“Wat deze vondst zo interessant maakt is dat deze aarde-achtige planeet, een van de vijf die rond de ster – die koeler is dan de zon – cirkelen, zich in een gematigd gebied bevindt waar water in vloeibare vorm kan bestaan”,

aldus de astronoom van het Search for Extraterrestrial Intelligence-instituut (SETI), dat onderzoek uitvoert bij het Ames-centrum van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.

Volgens Fred Adams, fysica- en astronomieprofessor bij de Universiteit van Michigan, gaat het om een

“belangrijke stap in de queeste om een exoplaneet identiek aan de aarde te vinden”, wat het doel is van Kepler, de ruimtetelescoop van de NASA. Volgens wetenschappers versterkt de ontdekking de kans op het vinden van zusterplaneten van de aarde in ons sterrenstelsel.

“Eerder neef van de aarde, dan als aarde-tweeling”

Dat de planeet in de leefbare zone is, “betekent niet dat we weten dat deze planeet leefbaar is”, aldus Thomas Barclay, co-auteur van het onderzoek.

“De temperatuur is sterk afhankelijk van wat soort atmosfeer de planeet heeft. Kepler-186f kan beter beschouwd worden als een neef van de aarde, dan als een aarde-tweeling. Het heeft heel wat eigenschappen die lijken op de aarde.”

De door de telescoop ontdekte planeet cirkelt rond de rode dwergster genaamd Kepler-186, op zowat 500 lichtjaren verwijderd van de Cygnus-constellatie, ook wel bekend als de Zwaan. De planeet kreeg de naam Kepler-186f.

Kepler 186f werd al in 2009 gevonden met de Kepler-telescoop. Dankzij de Kepler-telescoop zijn er al bijna duizend exoplaneten ontdekt. Daarnaast zijn er nog duizenden kandidaat-exoplaneten die graag ook erkend willen worden, maar waarvoor nog meer data nodig is.

 

  • HOE VINDT KEPLER EXOPLANETEN?   :  De Kepler-ruimtesonde vindt exoplaneten door goed te kijken naar het licht van de moederster. Wanneer een planeet voor de moederster langs beweegt, ontstaat er een dipje in de lichtcurve. Stel, hetzelfde dipje is iedere 365 dagen te detecteren, dan is dat mogelijk het bewijs dat een exoplaneet iedere 365 dagen om de ster draait.

 

dipje-300x154

 

 

Dit is het topje van de ijsberg”, zegt co-auteur Jason Rowe van het SETI-instituut aan de LA Times. “Op dit moment wordt er veel data geanalyseerd, maar we kunnen wel aannemen dat er meer soortgelijke exoplaneten ontdekt gaan worden.”

 

  • Kepler 186f is de beste kandidaat voor “leven”op een exoplaneet  ( tot nu toe)

De pas ontdekte exoplaneet is op dit moment de beste kandidaat voor (microscopisch) leven. Toch zijn er de afgelopen jaren al veel andere mogelijke broedplaatsen ontdekt, zoals Gliese 581 g, HD 28185, GJ 1214 en 55 Cancri f.

 

  • GLIESE 581 G  :  In september 2010 vonden wetenschappers de eerste aardachtige exoplaneet: Gliese 581g. Alhoewel, dat dachten zij toen. Een paar maanden later daalde de kans dat Gliese 581g bestond naar 0,01 procent. Een domper voor veel wetenschappers.

 

In 2011 werd de ontdekking van Kepler 22b aangekondigd. Deze planeet is 2,4 keer groter dan de aarde en bevindt zich in de leefbare zone van de moederster. Wetenschappers zijn er echter nog niet uit of Kepler 22b een rotsachtige planeet of een gasplaneet is. Op een rotsachtige planeet is leven mogelijk, op een gasplaneet – zoals Jupiter – is dit iets onwaarschijnlijker.

  • Geen plezierige moederster
    Het voordeel van Kepler 22b is dat deze planeet om een zonachtige ster draait.

Kepler 186f draait om een rode dwergster. Rode dwergsterren zijn een stuk kleiner en koeler dan gele dwergsterren zoals de zon, maar hierdoor verbruiken ze minder snel energie en gaan ze langer mee dan zonachtige sterren. Toch kleven er ook   grote nadelen aan het wonen op een exoplaneet bij een rode dwerg. Jonge rode dwergen hebben een heftige jeugd, die miljarden jaren duurt. Een puberende rode dwerg produceert grote stellaire vlammen en slingert veel ultraviolette straling het heelal in. Planeten als Kepler 186f moeten dus tegen een stootje kunnen.

 

The diagram compares the planets of the inner solar system to Kepler-186, a five-planet system about 500 light-years from Earth in the constellation Cygnus. The five planets of Kepler-186 orbit a star classified as a M1 dwarf, measuring half the size and mass of the sun. The Kepler-186 system is home to Kepler-186f, the first validated Earth-size planet orbiting a distant star in the habitable zone—a range of distances from a star where liquid water might pool on the surface of an orbiting planet. The discovery of Kepler-186f confirms that Earth-size planets exist in the habitable zone of other stars and signals a significant step closer to finding a world similar to Earth. Kepler-186f is less than ten percent larger than Earth in size, but its mass and composition are not known. Kepler-186f orbits its star once every 130-days and receives one-third the heat energy that Earth does from the sun, placing it near the outer edge of the habitable zone. The inner four companion planets all measure less than fifty percent the size of Earth. Kepler-186b, Kepler-186c, Kepler-186d, and Kepler-186e, orbit every three, seven, 13, and 22 days, respectively, making them very hot and inhospitable for life as we know it. The Kepler space telescope, which simultaneously and continuously measured the brightness of more than 150,000 stars, is NASA’s first mission capable of detecting Earth-size planets around stars like our sun. Kepler does not directly image the planets it detects. The space telescope infers their existence by the amount of starlight blocked when the orbiting planet passes in front of a distant star from the vantage point of the observer.

The artistic concept of Kepler-186f is the result of scientists and artists collaborating to help imagine the appearance of these distant

Credit: NASA Ames/SETI Institute/JPL-CalTech

 

 

  • Een vergelijking van ons eigen zonnestelsel en het zonnestelsel van Kepler 186f.

Het is goed te zien dat Kepler 186f zich dichter bij zijn moederster bevindt. Kepler 186f draait in 130 dagen om de rode dwergster en ontvangt dan eenderde van de energie van wat de aarde ontvangt. Kortom, het is hoogstwaarschijnlijk niet erg warm op Kepler 186f. De andere vier binnenste planeten – Kepler 186b, Kepler 186c, Kepler 186d en Kepler 186e – zijn veel kleiner dan de aarde en draaien in vier, zeven, dertien en 22 dagen om hun moederster. Deze exoplaneten zijn dus bloedheet!

  • Grote stap…..We kennen één planeet waar leven is: de aarde. Wanneer we op zoek gaan naar leven buiten onze aarde, is het logisch dat we eerst zoeken naar planeten zoals onze eigen planeet”, vertelt Elisa Quintana, een onderzoekswetenschapper aan het SETI-instituut. Zij is auteur van het paper dat in het wetenschappelijke journaal Science verschijnt. “Het is dus een grote stap dat we een planeet vinden in de leefbare zone, die ook nog eens even groot is als onze eigen aarde.”
  •  ‘Sterke’ atmosfeer  ….Als er leven is op Kepler 186f, dan heeft deze planeet mogelijk een atmosfeer die straling van de moederster filtert. Dit is buitengewoon interessant. Door goed te kijken naar 186f leren wij wellicht hoe wij onszelf beter kunnen beschermen tegen straling, bijvoorbeeld wanneer we Mars gaan koloniseren. Sterker nog: dit betekent dat leven nog hardnekkiger is dan wij al denken en dus op de meeste extreme plekken kan ontstaan.
  • In 2018 wordt de James Webb-telescoop gelanceerd. Deze telescoop hoopt bijproducten van organismen te kunnen detecteren  op potentiële leefbare exoplaneten.

 

 

 

(1)    Op de bijna 1.800 exoplaneten die de voorbije twintig jaar zijn ontdekt, cirkelt een twintigtal rond hun ster in de leefbare zone. Die planeten zijn echter veel groter in omvang dan de aarde en daardoor is het moeilijk vast te stellen of ze uit gas bestaan dan wel rotsachtig zijn.Volgens wetenschappers is de ideale omvang voor een leefbare planeet iets kleiner dan 1,5 keer de omvang van de aarde. De nieuw ontdekte planeet, zou een straal hebben die 1,1 keer die van de aarde is.

(2)    Kepler 186f bevindt zich in de zogenoemde Goldilocks-zone. Dit is een gebied om een ster waar water in vloeibare vorm voor kan komen.                                                                                    Ook onze planeet bevindt zich in de Goldilocks-zone van de zon. Mars bevindt zich net buiten deze zone: hier is het te koud, waardoor water bevriest. Op Venus is het weer te warm, waardoor hier water direct verdampt. De Goldilocks-zone is nooit op dezelfde plek.

Bij een grote reuzenster is deze leefbare zone verder verwijderd van de ster, dan bij een kleinere dwergster.

CONFIRMED

April 17, 2014

Source:Gemini Observatory

  • Summary:  The first Earth-sized exoplanet orbiting within the habitable zone of another star has been confirmed by observations with both the W. M. Keck Observatory and the Gemini Observatory.
  • The initial discovery, made by NASA’s Kepler Space Telescope, is one of a handful of smaller planets found by Kepler and verified using large ground-based telescopes.
  • It also confirms that Earth-sized planets do exist in the habitable zone of other stars.

http://www.sciencedaily.com/releases/2014/04/140417141946.htm

 

°

NESSI is klaar om de geheimen van exoplaneten te ontrafelen

 

exoplaneet

 

Geschreven op 22 april 2014 Caroline Kraaijvanger5

Het New Mexico Exoplanet Spectroscopic Survey Instrument (NESSI) richt  deze zomer  de blik zomer  op verre exoplaneten  om ons meer te kunnen vertellen over hun samenstelling en atmosfeer.

“Planetenjagers hebben duizenden exoplaneten ontdekt, maar wat weten we nu van deze planeten?” vraagt onderzoeker Michele Creech-Eakman zich hardop af. “NESSI gaat ons helpen om meer te weten te komen over hun atmosferen en samenstellingen.”

Pollux
NESSI opende zijn ogen begin deze maand en bestudeerde toen de ster Pollux. Alle instrumenten bleken naar behoren te werken en NESSI is nu klaar voor het echte werk. Deze zomer zal deze beginnen aan zijn onderzoek naar zo’n honderd exoplaneten: van superaardes tot gasreuzen.

JAMES WEBB RUIMTETELESCOOP

Eén van de ruimtetelescopen waar we in de toekomst veel van mogen verwachten, is James Webb. Lees er hier alles over.

 

Ruimtetelescoop
Eerder bestudeerden ruimtetelescopen Hubble en Spitzer – hoewel ze er niet voor gebouwd zijn – op vergelijkbare wijze al exoplaneten. Omdat zij zich in de ruimte bevinden, ondervinden zij geen hinder van de aardse atmosfeer. Hoewel NESSI daar wel mee te maken heeft, heeft zo’n instrument op aarde toch ook voordelen. Zo kunnen onderzoekers de instrumenten gemakkelijker updaten en is de bouw van NESSI aanzienlijk minder duur dan de bouw van een ruimtetelescoop.

In de toekomst zullen telescopen met NESSI’s vaardigheden het luchtruim kiezen en de ogen richten op planeten die sterk op onze aarde lijken. Zij gaan op zoek naar leefbare planeten en wellicht zelfs buitenaards leven. Tot die tijd moeten we het echter met NESSI doen. En hopelijk geeft het instrument ons tot de lancering van zijn opvolgers genoeg stof tot nadenken.

Bronmateriaal:
Exoplanets Soon to Gleam in the Eye of NESSI” – NASA.gov
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door David Aguilar / Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics.

 

°

°

buitenaards

°Buitenaards LEVEN.docx (4.3 MB)CHNOPS.docx (488.6 KB)  http://sandwalk.blogspot.be/2013/02/reviewing-arseniclife-paper.html  B4.RANDVOORWAARDEN-BIOCHEMIE-VAN-LEVENDE-MATERIE-IN-HET-HEELAL[1]

 

 

°

Vorige week ontdekten NASA-wetenschappers de meest Aarde-achtige planeet ooit. Mocht er leven op die planeet bestaan, is dat slecht nieuws voor ons, schrijft wetenschapssite Ars Technica. Als we nog geen buitenaards leven gevonden hebben – of andersom – betekent dat dat intelligent leven uitsterft vooraleer het ander intergalactisch leven kan bereiken.

De pas ontdekte planeet, die Kepler-186f gedoopt werd, is ongeveer even groot als de aarde. De planeet bevindt zich op zo’n afstand van dwergster Kepler-186 dat er mogelijk vloeibaar water en leven aanwezig is. “Het is de eerste exoplaneet met de omvang van de Aarde die is aangetroffen in de leefbare zone van een andere ster”, zei astronoom Elisa Quintana, die het onderzoek leidde. Maar volgens co-auteur Thomas Barclay “betekent dat niet dat we weten of die planeet leefbaar is”.

Uitsterven
Deze ontdekking bewijst wel dat we steeds meer mogen geloven in dat we in de nabije toekomst zelf zullen uitsterven door het concept van ‘De Grote Filter’, dat de Fermi-paradox probeert op te lossen.

Het stelt de vraag waarom we nog geen buitenaards leven gevonden hebben, of andersom: waarom buitenaards leven ons nog niet gevonden heeft. Er bestaan namelijk honderden miljarden andere zonnestelsels naast het onze.

‘Flessenhals’
Door het uitblijven van contact met buitenaards leven lijkt het steeds waarschijnlijker dat het onmogelijk is om te transferen naar een intergalactische bevolking. De afwezigheid van contact met andere beschavingen zou te wijten kunnen zijn aan het feit dat er erg weinig intelligent leven bestaat in ons heelal, of dat dat leven uitsterft alvorens het ander intelligent leven kan vinden. Deze ‘flessenhals’ wordt ook ‘De Grote Filter’ genoemd.

Er wordt al vijftig jaar heftig gediscussieerd over wat die ‘flessenhals’ precies veroorzaakt. De schaarste aan Aarde-achtige planten kan er bijvoorbeeld een van zijn. Er zijn bovendien een reeks perfecte omstandigheden nodig voor de evolutie tot complex leven. Dan denken we aan de perfecte afstand van de zon, dat het sterrenstelsel ver genoeg verwijderd moet zijn van het centrum van het heelal om verwoestende straling te vermijden of de aanwezigheid van onze ongewoonlijk grote maan die ons onze verschillende seizoenen schenkt. Dat zijn nog maar enkele van de talrijke omstandigheden die nodig zijn om complex leven te doen ontstaan.

Radicale veranderingen
Het ontbreken van contact met buitenaards leven zou er aan de andere kant ook kunnen op wijzen dat het niet lang genoeg weet te overleven. Gedurende 200.000 jaar heeft de mensheid supervulkanen, de inslag van asteroïden en pandemieën weten te overleven. Maar we hebben nog maar enkele decennia overleefd in de aanwezigheid van nucleaire wapens, en het is nog maar de vraag of we andere radicale technologische veranderingen die deze eeuw met zich zal meebrengen zullen overleven.

Zo menen gerenommeerde wetenschappers, zoals bijvoorbeeld astronoom Martin Rees, die aan het Cambrigde Centre for the Study of Existential Risk werkt, dat de ontwikkelingen van de biotechnologie mogelijk catastrofaal zullen uitdraaien. Ook wetenschappers als Stephen Hawking hebben hun bezorgdheid al uitgedrukt over de uitbouw van superintelligente machines, waarvan de gevolgen volgens hen te weinig onderzocht worden.

Slecht nieuws
De schaarste aan leefbare planeten wordt steeds meer ontkracht, aangezien er nu de technologie is om steeds meer exoplaneten te ontdekken. Elke ontdekking van een planeet als Kepler-186f maakt het waarschijnlijker dat de Aarde niet de enige planeet is die intelligent leven huisvestigt. Mocht er effectief leven zijn op de planeet, dan is dat heel slecht nieuws voor de mensheid en onze buitenaardse vrienden.

In het geval van Kepler-186f zijn er nog steeds veel redenen om te geloven dat er zich geen leven bevindt op de planeet. Door een te dunne atmosfeer is het mogelijk dat de planeet bevriest, of bij een synchrone rotatie zou er een te statisch milieu zijn om leven te ontwikkelen.

Een ontdekking van een van deze vijandelijke omstandigheden zou de reden zijn voor een feest, meent Ars Technica, die filosoof Nick Bostrom citeert: “De stilte van de nacht is goud waard… in de zoektocht naar buitenaards leven is geen nieuws goed nieuws. Het belooft een mogelijk grootse toekomst voor de mensheid.”

http://arstechnica.com/science/2014/04/habitable-exoplanets-are-bad-news-for-humanity/

Andrew Snyder-Beattie works at the University of Oxford. This article was originally published on The Conversation.

°

Buitenaards leven is moeilijker te vinden dan gedacht

exomaan

De zoektocht naar leven op planeten buiten ons zonnestelsel is veel ingewikkelder dan gedacht. Nieuw onderzoek toont aan dat een levenloze planeet zich heel gemakkelijk voor kan doen als een planeet waarop leven te vinden is.

Tot op heden zijn er 1774 exoplaneten – oftewel planeten buiten ons zonnestelsel – ontdekt. En dat worden er alleen maar meer: naar verwachting zijn er alleen in onze Melkweg al honderd miljard planeten te vinden. De grote vraag is: is er op die planeten leven? Om dat te achterhalen, kunnen onderzoekers naar de atmosfeer van planeten kijken. De aanwezigheid van verschillende stofjes in die atmosfeer – bijvoorbeeld methaan en zuurstof – kunnen op de aanwezigheid van leven wijzen. Zulke chemische aanwijzingen voor buitenaards leven worden ook wel ‘biosignatuur’ genoemd.

Exomaan
Maar een nieuw onderzoek toont nu aan dat de atmosfeer van exoplaneten ons gemakkelijk kan beduvelen. Een levenloze planeet met een levenloze maan kan door onze huidige telescopen heel gemakkelijk worden aangezien als een planeet met een biosignatuur, oftewel leven. Hoe dan? De onderzoekers gaan ervan uit dat wetenschappers zich niet bewust zijn van de aanwezigheid van de exomaan (tot op heden hebben onderzoekers nog nooit met zekerheid een exomaan kunnen ontdekken). Wanneer die wetenschappers vervolgens hun telescopen op de exoplaneet waar de exomaan bijhoort, richten, denken ze alleen te kijken naar de planeet en zijn atmosfeer. Maar in werkelijkheid oefent de maan en zijn atmosfeer ook invloed uit op de resultaten. “Je zou niet in staat zijn om onderscheid te maken tussen deze twee (de exomaan en exoplaneet, red.), omdat ze zo ver weg zijn dat je beiden in één spectrum ziet,” vertelt onderzoeker Hanno Rein. Zo kan een levenloze exoplaneet met een (nog niet ontdekte) exomaan een biosignatuur produceren dat te vergelijken is met de biosignatuur die een exoplaneet waarop daadwerkelijk leven te vinden is, laat zien.

“EEN LEVENLOZE PLANEET MET EEN LEVENLOZE MAAN KAN DOOR ONZE HUIDIGE TELESCOPEN HEEL GEMAKKELIJK WORDEN AANGEZIEN ALS EEN PLANEET MET EEN BIOSIGNATUUR, OFTEWEL LEVEN”

Grote telescoop
Het betekent dat we de biosignatuur die we met de huidige telescopen ontdekken, niet kunnen vertrouwen. Pas met een veel betere resolutie kunnen we daadwerkelijk conclusies gaan trekken. “Een telescoop zou onrealistisch groot moeten zijn,” stelt Rein. Hij denkt dan aan een ruimtetelescoop van zo’n honderd meter groot. “Deze telescoop bestaat niet en er zijn geen plannen om deze binnenkort te gaan bouwen.”

Zullen we op korte termijn dan wel in staat zijn om buitenaards leven te vinden? Rein denkt van wel. “Maar misschien niet op een aardachtige planeet rond een zonachtige ster.” Hij benadrukt dat het ontdekken van buitenaards leven in ons eigen zonnestelsel een prioriteit moet blijven. “En wat exoplaneten betreft: we moeten onze zoektocht verbreden en planeten bestuderen rond sterren die koeler en minder helder zijn dan onze zon. Een voorbeeld is de recent ontdekte planeet Kepler-186f, die om een dwergster draait.”

 

 

Bronmateriaal:
Search for life on exoplanets more difficult than thought” – Utoronto.ca
De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA. 

Leven op exomanen net zo waarschijnlijk als leven op exoplaneetLeven op exomanen net zo waarschijnlijk als leven op exoplaneetOp zoek naar buitenaards leven moeten we onze pijlen niet alleen op exoplaneten richten, zo blijkt uit nieuw…
Water vinden op exoplaneten hoeft niet moeilijk te zijnWater vinden op exoplaneten hoeft niet moeilijk te zijnOm water te vinden op een aardachtige exoplaneet hebben we toch een krachtig ruimtetelescoop nodig, zoals de toekomstige…

 

 

HET ZONNESTELSEL

INHOUD COSMOS 

 

KERNWOORDEN EN LINKS  

KENNISLINK // Het zonnestelsel

, , , , , , , , , , , , ,

WIKIPEDIA // Het zonnestelsel

Alle objecten · Zon   Planeten:Mercurius · Venus · Aarde · Mars · Jupiter · Saturnus · Uranus · Neptunus

Dwergplaneten:Pluto · Ceres · Haumea · Makemake · Eris

Manen van:Aarde · Mars · Jupiter · Saturnus · Uranus · Neptunus · Pluto · Eris

Planetoïden:Planetoïdengordel · planetoïdemanen · Centaurs

Diversen:meteoroïden · TNO’s (Kuipergordel/Scattered disk object) · kometen (Oortwolk)

°

EVODISKU

°Zonnestelsel.docx (7.1 MB)  <—archief file 

_________________________________________________________________________________________________

http://www.kennislink.nl/publicaties/het-zonnestelsel

Het zonnestelsel

2011

Voor opzienbarende astronomie hoef je niet ver van huis te zijn: in ons eigen zonnestelsel komen genoeg spannende en verrassende verschijnselen voor. In dit dossier gaan we op reis van de kern van de zon naar de grens van zijn invloedsgebied.

Wat is het zonnestelsel?

Voor de oude Grieken was het heelal een stuk kleiner dan voor ons. Je had de aarde, de sterrenhemel, en een klein aantal lichamen dat ten opzichte van de sterrenhemel bewoog: de dwaalsterren of planetes. MercuriusVenusMarsJupiter en Saturnus werden rustig op één hoop gegooid met de zon en de maan. De aarde had een spilfunctie als middelpunt van het geheel.

Ptolemaicsystem-small

Het geocentrische heelalmodel dat door de oude Grieken werd ontwikkeld is tot en met de Middeleeuwen gebruikt. Het heliocentrische model van Copernicus, met de zon als middelpunt, heeft dit model vervangen.

Sindsdien is er nogal wat veranderd. De aarde heeft zijn plaats afgestaan aan de zon, de maan is een plekje gedaald in de rangschikking. Er zijn nog twee planeten bij gevonden, en tientallen manen bij de planeten. We hebben gordels van steen- en ijsklompen ontdekt,tientallen dwergplaneten en een aardig aantal kometen. Dat geheel noemen we het zonnestelsel. Bovendien blijken de sterren niet slechts lichtende puntjes, maar zonnen zoals de onze, met in veel gevallen hun eigen planetenstelsel. Ook dat blijkt maar het topje van de ijsberg: sommige ‘sterren’ zijn namelijk complete Melkwegstelsels, waarin miljarden sterren in alle soorten en maten ons toeschijnen.

Het heelal bleek dus een stuk groter te zijn dan de oude Grieken hadden voorzien. Tegenwoordig noemen we de zon en alle voorwerpen die een baan daaromheen beschrijven bij elkaar ons zonnestelsel. In dit dossier maken we op een reis van binnen naar buiten kennis met de bijzondere buren waar we ons stukje heelal mee delen.

De zon

Zon

De zon met hete gebieden en een uitgestoten gaswolk gezien door een speciaal (Helium-II) filter.

99,86% van de massa van ons zonnestelsel bestaat uit één hemellichaam: de zon. De zon is een middelgrote ster, van de klasse die door astronomen gele dwerg wordt genoemd. Naar schatting ontstond de zon zo’n 4,59 miljard jaar geleden uit een wolk stof en gas. Waarschijnlijk is er een supernova-explosie in de buurt geweest die voor een schokgolf in die wolk zorgde. De schokgolf duwde de stof- en gaswolk in elkaar, waardoor de zwaartekracht grip kreeg op een steeds sneller rondtollend klompje van die wolk. De zon – en de planeten die eromheen draaien –was geboren.

De zon is het enige voorwerp in ons zonnestelsel dat licht geeft. Dat licht ontstaat in de kern van de zon, waar de kernen van waterstofatomen onder hoge druk op elkaar gepakt zitten. Die kernen kunnen met elkaar fuseren, waarbij straling en deeltjes vrijkomen. De straling maakt onderweg naar de buitenkant van de zon nog veel meer straling los: lichtdeeltjes (fotonen) die onze planeet en de rest van het zonnestelselvan licht en warmte voorzien.

Van binnen naar buiten neemt de temperatuur van de zon af van 15 miljoen graden tot zo’n 6000 graden. Buiten het oppervlak van de zon, in de chromosfeer en de corona, neemt de temperatuur echter weer toe tot een paar miljoen graden. Hoe dat komt was tot voor kort een mysterie, maar lijkt nu eindelijk opgehelderd.

600px-sun_diagram

De samenstelling van de zon

  1. Kern
  2. Stralingszone
  3. Convectiezone
  4. Fotosfeer
  5. Chromosfeer
  6. Corona
  7. Zonnevlek
  8. Granule
  9. Protuberans

Mercurius

Mercurius_god

Mercurius, bij de Grieken bekend als Hermes, is de boodschapper van de Goden. Hij is bovendien de God van handel, reizigers en winst.

De kleinste planeet van ons zonnestelsel heet Mercurius. Hij dankt zijn naam aan de Romeinse boodschappergod die, met zijn gevleugelde helm, razendsnel berichten heen en weer bracht tussen de weerbarstige Olympiërs. Omdat Mercurius erg dicht bij de zon staat is hij alleen vlak voor zonsopkomst en vlak na zonsondergang soms te zien. Toch was hij al in de Oudheid bekend.

De middellijn van Mercurius is 2,6 keer zo klein als die van de aarde. De relatief grote kern neemt 42% van het volume van de planeet in beslag. Het oppervlak is rotsachtig en bekraterd: van dichtbij lijkt Mercurius verrassend veel op onze maan. Van een atmosfeer kun je nauwelijks spreken, vandaar ook dat de temperatuurverschillen tussen dag en nacht er bijzonder groot zijn. De maximumtemperatuur ligt rond de 430°C, ’s nachts daalt het kwik er tot -180°C.

Mercurius

De kleine, hete planeet Mercurius lijkt erg op onze maan. NASA

Mercurius draait in 88 dagen om zijn zon en in 58 dagen om zijn as. Die combinatie zorgt ervoor dat een etmaal op Mercurius ruim 176 aardse dagen duurt. Een stuk langer dan een Mercuriusjaar dus! Een opvallend kenmerk van Mercurius is zijn sterke magnetische veld. De aanwezigheid van dat veld betekent dat de kern van Mercurius vloeibaar moet zijn, of in ieder geval lange tijd vloeibaar is geweest.

Ongeveer eens in de tien jaar komt Mercurius vanaf de aarde gezien voor de zon langs. We kunnen hier dan een kleine zwarte stip langzaam over de zonneschijf zien bewegen. De eerstvolgende Mercuriusovergang is op 9 mei 2016.

Bepicolombo

Artistieke weergave van BepiColombo. ESA/JAXA

Hoewel er nog nooit een ruimtevaartuig geland is op Mercurius zijn er wel twee dicht in de buurt geweest om de planeet te fotograferen. De eerste was Mariner 10, in 1974 en 1975. Mariner 10 fotografeerde 45% van de planeet. Pas in 2008 werd de rest van de planeet vastgelegd door de MESSENGER-sonde. Die sonde bereikte begin 2011een baan om Mercurius, waar hij metingen aan de samenstelling, de atmosfeer en het magnetische veld van de planeet zal doen. Japanse en Europese ruimtevaartorganisaties werken aan een nieuwe missie naar Mercurius, BepiColombo, die in 2013 gelanceerd moet worden.

Venus

Venusdemilo

Venus, bij de Grieken bekend als Aphrodite, is de Godin van de liefde. Ze wordt gezien als symbool voor vrouwelijkheid.

Op de zon en de maan na is de planeet Venus het helderste object dat aan onze hemel te zien is. Omdat de planeet zo mooi en helder te zien is, als morgenster of avondster, kreeg hij de naam van de Romeinse liefdesgodin Venus. Veel later zou blijken dat de planeetverre van rustig en lieflijk is: de planeet is een snelkookpan waar verzengende hitte en zwavelregens iedere vorm van leven onmogelijk maken.

De middellijn van Venus is maar iets kleiner dan die van de aarde. Het oppervlak bestaat uit twee hoogvlaktes met daartussenin een aantal grote dieptes. Op een uitzondering na zijn alle geologische structuren op Venus vernoemd naar vrouwelijke wetenschappers en kunstenaars. De dichte atmosfeer van Venus bestaat voor het grootste deel uit koolstofdioxide (CO2). De druk is er ongeveer 90 keer zo hoog als op aarde. Dat levert een sterk broeikaseffect op, waardoor Venus met een gemiddelde temperatuur van 480°C nog een stuk heter is dan Mercurius.

Venus-real

Venus in ware kleuren, zoals ruimtesonde Mariner 10 hem zag. NASA

Vanaf de aarde gezien heeft Venus, net als de maan, verschillende fases. In zijn perigeum (het punt waarop Venus het dichtst bij de aarde staat) is de planeet volledig donker. Er is dan wel een halo om de planeet heen te zien, waar zonlicht door de dichte atmosfeer valt.

Ongeveer twee keer per eeuw passeert Venus vanaf de aarde gezien de zon, steeds met een tussenpoos van acht jaar. De Venusovergang is een prachtig zichtbaar verschijnsel waarbij een zwarte cirkel langzaam over de zon kruipt. Op 8 juni 2004 kwam Venus voor het laatst over de zon heen, op 6 juni 2012 zal er weer een Venusovergang plaatsvinden. Pas op 11 december 2117 gebeurt dat nog een keer.

Venus_express

 ESA

Het is lastig om veel over Venus te weten komen zonder er daadwerkelijk meetapparatuur heen te sturen. Dat komt door de dichte atmosfeer die bijna alle straling blokkeert. Totaan de jaren ’60 van de 20e eeuw was er dan ook heel weinig bekend over het onze buurplaneet.

Mariner 2 was de eerste ruimtesonde die kon zien dat er onder het relatief koele wolkendek van de planeet een gloeiend heet oppervlak zit. De Russische Venera 3 was de eerste sonde die op Venus zou landen. De sonde overleefde zijn landing echter niet. Sindsdien zijn er meer sondes op de planeet geland, waarvan sommige met meer succes. Toch houdt geen enkele sonde het meer dan een half uur vol in de Venusiaanse snelkookpan.

De meest recente Venusmissie is de Venus Express, die sinds 2006 in een baan om de planeet draait. Deze ESA-missie richt zich vooral op de atmosfeer en het wolkendek van Venus, en probeert bovendien een temperatuurkaart van het planeetoppervlak te maken.

Lees ook: Venus Express komt aan bij Venus
Lees ook: Venus Express is aangekomen
Lees ook: Motor Venus Express succes
Lees ook: Venus Express wordt in lagere baan gebracht
Lees ook: Atmosfeer van Venus verder ontrafeld

°Venus.docx (530.8 KB)  <–doc 

Aarde

Moonearth_580

De aarde vanaf de maan. NASA

De grootste van de vier rotsachtige planeten in ons zonnestelsel is de aarde, op een gemiddelde afstand van zo’n 150 miljoen kilometer van de zon. Met een middellijn die iets groter is dan die van Venus en een gemiddelde temperatuur van een aangename 15°C is het de enige planeet in het zonnestelsel waarop vloeibaar water kan bestaan. De atmosfeer van stikstof en zuurstof houdt de warmte redelijk binnen, zonder het snelkookpaneffect van Venus te benaderen. Door de gematigde omstandigheden op aarde is het niet heel verrassend dat juist hier leven bestaat.

600px-full_moon

Onze maan is heel belangrijk voor de omstandigheden op aarde.

Onze planeet is de eerste die niet alleen is, maar begeleid wordt door een maan. Verhoudingsgewijs is onze maan veruit de grootste van het zonnestelsel, en hij heeft een onmisbaar effect op de omstandigheden op aarde. Denk alleen maar aan eb en vloed, maar de maan heeft ook veel invloed op het klimaat. Waarschijnlijk is de maan kort na de geboorte van de zon ontstaan, bij een botsing tussen de aarde en een object ter grootte van Mars.

Hoewel er geen enkele planeet is waar we meer over weten dan over de aarde zijn er nog een paar onopgeloste raadsels. De precieze samenstelling van de kern blijft bijvoorbeeld verborgen, zodat we over het gedrag van het aardmagnetisch veld weinig accurate voorspellingen kunnen doen. Ook de beweging van de tektonische platen, die verantwoordelijk is voor de vorming van het reliëf op aarde, voor vulkanisme en aardbevingen, is wel redelijk begrepen maar slecht op kleine schaal voorspelbaar.

Atrain

 NASA

De eerste aardobservatiesatelliet was Landsat, die in 1972 werd gelanceerd. Inmiddels wordt onze planeet voortdurend in de gaten gehouden door een batterij aan satellieten met uiteenlopende meetinstrumenten. In de afgelopen jaren werden er satellieten gelanceerd die onder meer het zwaartekrachtveld van de aarde, desamenstelling van de atmosfeer en het effect van zonlichtop de atmosfeer in kaart moeten brengen.

Door de verschillen tussen de aarde en de andere planeten in ons zonnestelsel te bestuderen, kunnen we erachter komen wat de vereisten zijn voor het bestaan van leven op een planeet. Die kennis is nuttig bij de zoektocht naar buitenaards leven, momenteel aangejaagd door de vondst van honderden exoplaneten.

Mars

Mars_ares

De oorlogsgod Mars, door de Grieken Ares genoemd, stond bekend om zijn bloeddorst. Waar zijn zus Athena door strategen werd aanbeden, werd Mars geroemd door de strijders op het slagveld.

Op de aarde na is Mars de planeet waar we het meest van weten. Met een middellijn die ongeveer twee keer zo klein is als die van de aarde is het een kleine planeet. Hoewel hij groter is dan Mercurius is zijn dichtheid lager, met als gevolg dat de zwaartekracht op Mars het kleinst is van alle planeten in ons zonnestelsel. Aan het oppervlak van Mars komt veel ijzer(III)oxide voor. De planeet is dus verroest, waardoor hij zijn kenmerkende rode kleur krijgt. Die kleur heeft hem ook zijn naam opgeleverd: het vurige rood werd geassocieerd met Mars, de Romeinse god van de oorlog.

Als Mars aan de hemel te zien is lijkt hij op een heel heldere rode ster. Enkel Jupiter en Venus zijn duidelijker zichtbaar. Doordat Mars zo dichtbij staat is met een verrekijker al eenvoudig te zien dat het geen ster is, maar een schijfje. Mars heeft twee kleine maantjes, Phobos en Deimos. Dat zijn planetoïden die door het zwaartekrachtsveld van de planeet zijn ingevangen. De maantjes zijn zo klein dat ze pas aan het einde van de 19eeeuw ontdekt werden.

Mars01

De rode planeet heeft poolkappen. Waarschijnlijk is er vroeger ook vloeibaar water geweest.

Toen Mars net was ontstaan was er waarschijnlijk vloeibaar water op de planeet. Daar wijzen kleideeltjes op die door Marslanders zijn gevonden. Tegenwoordig zijn de omstandigheden op Mars niet meer geschikt voor vloeibaar water: op veel plaatsen komt de temperatuur niet boven het vriespunt uit, en als dat wel gebeurt dan verdampt het ijs direct. De ijle atmosfeer staat het bestaan van vloeibaar water niet meer toe.

De veranderingen in de omstandigheden op Mars komen voor een deel door perioden van sterk vulkanisme. De atmosfeer is in de loop der tijd minder dicht geworden, waardoor de planeet geen vloeibaar water meer vast kan houden. Als er ooit leven was op Mars, dan was het waarschijnlijk in de jonge jaren van de planeet toen er nog rivieren en zeeën waren.

Spiritonmars_610x457

Marsrover Spirit heeft in zeven jaar tijd een schat aan informatie over Mars opgegraven. NASA/JPL

Dat we zoveel over Mars weten komt deels door het ontbreken van een atmosfeer, waardoor we het oppervlak van de planeet vanaf aarde goed kunnen zien. Voor een ander deel komt het door de grote hoeveelheid missies die naar de planeet toe zijn gestuurd. Mars is de enige planeet in ons zonnestelsel waarop vanaf de aarde gelanceerde sondes zijn geland en ook afzienbare tijd hebben kunnen functioneren.

De eerste sonde die langs Mars vloog was de Mariner 4, in 1965. Mariner 9 was in 1971 de eerste sonde die in een baan om een andere planeet dan de aarde terecht kwam. In 1971 landden ook de eerste sondes op Mars, twee Russische missies die geen van beide de landing overleefden. De Amerikaanse Viking 1 in 1976 had wel succes, en maakte de eerste, inmiddels wereldberoemde, panoramafoto’s van Mars. Na Viking 1 en 2 volgden Sojourner, Phoenix, Spirit en Opportunity. De laatste missie is marsrover Curiosity, die lange tijd op de planeet moet gaan rondrijden en onderzoek doen.

Victoria_crater__cape_verde-mars

De Victoriakrater op Mars, gefotografeerd door Mars rover Opportunity. De foto is samengesteld uit drie weken aan fotomateriaal NASA

Planetoïdengordel

Asteroid460

Planetoïden bestaan in tal van vormen en formaten. NASA

Na Mars blijft het een hele tijd leeg in ons zonnestelsel. De afstanden tussen de zon, Mercurius, Venus, de aarde en Mars zijn steeds ongeveer gelijk, maar tussen Mars en Jupiter zit twee keer zoveel ruimte als tussen de zon en Mars. Ongeveer op één derde van die ruimte treffen we de planetoïdengordel aan. Het woord planetoïde betekent planeetachtige. In sommige (met name uit het Engels vertaalde) artikelen worden ze ook wel asteroïde genoemd. Dat betekent sterachtige, en is dus een verkeerde term.

De planetoïden zijn kleiner dan planeten en manen en niet bolvormig. Dat komt doordat ze zo klein zijn: grotere voorwerpen nemen onder invloed van hun eigen zwaartekracht een bolvorm aan. Over het ontstaan van de planetoïdengordel zijn verschillende theorieën. De meest waarschijnlijke grijpt terug op de manier waarop planeten gevormd worden. Kleine brokstukken, planetesimalen genoemd, klonteren samen en vormen zo een planeet. De planetoïdengordel bestaat uit zulke planetesimalen, maar door de kracht die Mars en met name Jupiter erop uitoefenen was hun eigen zwaartekracht nooit sterk genoeg om tot een planeet samen te klonteren. Ondertussen zijn de brokstukjes verspreid geraakt door het zonnestelsel of opgeslokt door Jupiter, zodat alle planetoïden bij elkaar nog net genoeg zouden zijn voor de vorming van een dwergplaneet.

Asteroid_5535_annefrank

Planetoïde 5535 Annefrank, in beeld gebracht door het ruimteschip Stardust in 2002.

Hoewel het gebruikelijke beeld van de planetoïdengordel een zone is waarin talloze brokstukjes je om de oren vliegen, zou je er in werkelijkheid weinig van merken als je er doorheen vloog. De hoeveelheid materiaal in de gordel is namelijk erg klein. Toch is het in de afgelopen decennia gelukt om een aantal planetoïden van dichtbij te bestuderen.

Er worden nog vaak nieuwe planetoïden ontdekt en het is dan gebruikelijk om ze te vernoemen naar een historische figuur. Dat kunnen wetenschappers en andere helden zijn, maar soms krijgen zelfs nog levende personen hun eigen planetoïde. Zo werd planetoïde 14282 onlangs naar Johan Cruijff vernoemd.

Jupiter

Jupiter_nasa

Jupiter met linksonder de Grote rode vlek. NASA/JPL/USGS

Reuzenplaneet Jupiter is in zijn eentje 2,5 keer zo zwaar als alle andere planeten in het zonnestelsel bij elkaar. Het is de eerste gasreus, een planeet die zo zwaar is dat zijn mantel uit dikke lagen ijskoud gas bestaat. Met een simpele telescoop is de rode kleur van Jupiter al te zien, en als het helder is, zie je de typische banden die over de planeet heenlopen. Het stormt op Jupiter, en dat is het duidelijkst waar te nemen in de grote rode vlek. Deze vlek is eigenlijk een (anti-)cycloon, die al minstens 300 jaar onverminderd woedt.

God_jupiter

Jupiter is de oppergod in de Romeinse mythologie, maar ook god van de hemel en het onweer.

Toen de Grieken Jupiter naar hun oppergod vernoemden, konden ze nog niet weten hoe terecht die naam zou zijn. Doordat de planeet zo massief is, draait hij niet simpelweg rondjes om de zon, zoals de andere planeten dat doen. De zon en Jupiter draaien samen om een middelpunt heen, dat buiten het oppervlak van de zon ligt. Een waarnemer uit een andere zonnestelsel zou de schommeling van de zon als gevolg van Jupiter kunnen meten! Als de planeet nog iets groter was, dan zou de druk in de kern zelfs groot genoeg zijn voor kernfusie. Jupiter zou dan geen planeet zijn, maar een kleine ster.

Een groot voorwerp heeft een sterk zwaartekrachtveld. Objecten die door ons zonnestelsel bewegen, krijgen daar allemaal mee te maken. Meteoroïden en kometen worden door Jupiter aangetrokken. Meestal verandert hun baan daardoor, maar soms is de aantrekking zo sterk, dat ze uiteindelijk op Jupiter neerstorten. Waarschijnlijk is die ‘stofzuigerwerking’ van Jupiter heel gunstig voor ons op aarde. Een groot deel van de objecten die mogelijk hier neer hadden kunnen storten, vindt al op Jupiter zijn einde.

Jupiter_met_telescoop

Dit moet Galileo Galilei ongeveer gezien hebben toen hij in 1609 zijn telescoop op Jupiter richtte. Je ziet de planeet met de vier grootste manen. astronomyonline.org

Grote planeten hebben vaak veel manen, en dat is zeker bij Jupiter het geval. De vier grootste manen werden al in 1610 ontdekt, door Galileo Galilei. IoEuropa, Ganymedes en Callisto werden vernoemd naar vier van Jupiter’s vele geliefden, en werden later bekend als de Galileïsche manen van Jupiter. Inmiddels weten we dat de planeet niet vier, maar meer dan zestig manen heeft.

Als Jupiter zichtbaar is, is hij één van de helderste ‘sterren’ aan de nachthemel. Met een verrekijker is al te zien dat hij geen ster is maar een planeet, en met een beetje telescoop zijn minstens vier van zijn manen zichtbaar.

Saturnus

De tweede gasreus Saturnus is een stuk minder groot dan Jupiter (ongeveer een derde van de massa), maar dankzij zijn imposante ringenstelsel is hij minstens even indrukwekkend. Hij draagt de naam van de Romeinse god van de landbouw, en is net als Jupiter, Mars, Venus en Mercurius al sinds de oudheid bekend. Saturnus is de enige planeet met een lagere dichtheid dan water: in een voldoende groot zwembad zou deze planeet blijven drijven!

Saturnus

Saturnus heeft het meest imposante ringenstelsel in ons zonnestelsel.

De grote ringen van Saturnus bestaan grotendeels uit ijsklompen, variërend van een paar centimeter tot een paar kilometer in doorsnede. IJs weerkaatst licht erg goed, en daarom zijn de ringen zo mooi zichtbaar. Galilei zag ze al, maar begreep nog niet wat die twee ‘handvatten’ van de planeet waren. In 1655 bekeek Christiaan Huygens de planeet met een betere telescoop, en hij beschreef dat de ‘handvatten’ van Galilei in werkelijkheid een ringenstelsel waren.

Vier_manen_van_saturnus_nasa

Dit spectaculaire plaatje stuurde NASA-ruimtesonde Cassini in 2011 naar de aarde. De sonde die sinds 2004 rond Saturnus draait wist de manen Dione, Pandora, Pan en Titan (op de achtergrond) op één foto vast te leggen, evenals een stuk van de ringen. NASA/JPL-Caltech/Space Science Institute

Net als Jupiter heeft ook Saturnus veel begeleidende manen. De reusachtige maan Titan is veel groter dan onze maan, en zelfs iets groter dan het kleinste planeetje Mercurius. Bijzonder is dat deze maan al eens bezoek heeft gehad van een aardse sonde. De veel kleinere maan Enceladus is voor astronomen een interessant studieobject. Op de ijzige maan komen geisers voor, en onder het oppervlak moet het knap warm zijn vergeleken met de rest van Saturnus’ omgeving. Het is goed mogelijk dat er diep onder de ijslaag van de maan een oceaan van vloeibaar water stroomt.

Uranus

Uranus is een zogenoemde ijsreus en is na de twee gasreuzen Jupiter en Saturnus de grootste planeet in ons zonnestelsel. De planeet is vernoemd naar de Griekse God van de Hemel en heeft tot zover bekend 27 manen.

Uranus_nasa

Wolken zijn zelden zichtbaar op de egaal blauwe planeet. NASA/JPL

Er is iets vreemds aan de hand met Uranus. De as waar de planeet om tolt ligt namelijk in hetzelfde vlak als de baan van de planeet om de zon. Geen andere planeet in ons zonnestelsel heeft dat. Wetenschappers denken dat dit door inslagen van grote hemellichamen is gekomen. Dat zou meteen het grote aantal manen kunnen verklaren omdat zo’n grote botsing veel brokstukken zou hebben opgeleverd.

De sterke kanteling heeft grote invloed op de seizoenen op de ijsreus. Uraanse ‘winters’ zijn pikdonker, in de zomer is er onafgebroken zon. En dan te bedenken dat elk seizoen op Uranus zo’n 21 aardse jaren duurt.

Uranus is met het blote oog net niet te zien vanaf de aarde. Als je weet waar je moet kijken dan kun je hem spotten met een verrekijker, het is dan een groen schijfje. Die kleur komt van het methaan, waar relatief veel van in de atmosfeer van Uranus aanwezig is.

Voyager2_nasa

Voyager 2 werd in 1977 gelanceerd. NASA

Uranus heeft een aantal ringen die in 1977 per ongeluk werden ontdekt. Astronomen zagen dat sterren een aantal keer zwakker leken te worden als Uranus voorbij kwam. Dat bleek te komen door de dertien ringen die het licht van de achterliggende sterren steeds heel even verduisterde. Doordat Uranus ‘op zijn kant ligt’ lijken de ringen over de polen van de planeet te lopen.

Er is tot nu toe slechts één ruimtesonde bij deze planeet geweest. De Voyager 2-sonde passeerde de blauwe gasbol in 1986.

Neptunus

Neptunus lijkt erg op Uranus. Het is ook een blauwe ijsreus. Alleen is Neptunus wat zwaarder en dat komt omdat hij misschien een andere planeet heeft opgegeten. Neptunus is vernoemd naar de Romeinse god van de zee.

God_neptunes

Neptunus is de god van de zee uit de Romeinse mythologie, hier afgebeeld met zijn drietand.

De planeet is het enige hemellichaam die door afwijkingen in andere planeetbanen is ontdekt. De ontdekking staat op naam van Urbain Le Verrier, John Couch Adams en Johann Galle en vond in 1846 plaats, alhoewel Galileo Galilei al een ‘ster’ had waargenomen die hij niet aanzag voor de planeet. Veel van wat we weten van Neptunus komt de de passage van Voyager 2 in 1989, dat is het enige bezoek vanaf de aarde geweest.

De sonde zag bijvoorbeeld zeer actieve stormen op het oppervlakte van de planeet. Neptunus heeft net als de andere reuzenplaneten geen vast oppervlak, de buitenste tien tot twintig procent van de planeet is gas. Als je al op Neptunus zou kunnen verblijven zou het er niet aangenaam zijn. Het is er zo’n 200 graden onder nul. Voyager zag ook dat de planeet minstens vijf complete ringen heeft, deze zijn echter erg donker.

Neptunus_nasa

Foto van Neptunus gemaakt in 1989 door NASA’s ruimtesonde Voyager 2. NASA

Triton is een bijzondere maan van Neptunus. De samenstelling lijkt op die van Pluto en daarom vermoeden astronomen dat Triton ook afkomstig is uit de verder naar buiten gelegen Kuipergordel en gevangen is door de zwaartekracht van Neptunus. Dat kan ook verklaren waarom Triton de ‘verkeerde’ kant op draaien (manen draaien normaal gesproken in dezelfde richting als de planeet om zijn eigen as). Triton is zal er overigens niet ‘zo heel lang’ meer zijn. Berekend is dat hij over ongeveer 100 miljoen jaar zal neerstorten op het blauwe oppervlakte van Neptunus.

Pluto en de Kuipergordel

Pluto_nasa_esa

De beste foto van Pluto. Je ziet de dwergplaneet met de manen Charon, Nix en Hydra. NASA/ESA

Pluto is een dwergplaneet. Maar wel een bijzondere, want hij mocht zo’n 75 jaar lang als een volwaardige planeet door het leven gaan. Pluto moest deze titel in 2006 inleveren. Na een lange discussie besloten astronomen dat het officieel een dwergplaneet is. En dat is misschien maar goed ook, want er zijn sinds de ontdekking van Pluto in 1930 verschillende zogenoemde plutino’s gevonden die even groot of zelfs groter zijn dan Pluto. Als Pluto een planeet is, waarom zouden zij dat dan niet zijn? Het gevolg zou alleen nog maar meergetouwtrek zijn over objecten die wel of geen planeet zouden moeten zijn.

God_pluto

Pluto, god van de onderwereld.

Pluto is vernoemd naar de Romeinse god van de onderwereld. Een duister figuur en dat komt wel overeen met Pluto. Op de plek waar de dwergplaneet zich ophoudt is er nog maar een fractie van het zonlicht dat wij hier op aarde ontvangen.

NASA’s New Horizons-missie bestaat uit een sonde die in 2006 werd gelanceerd en nu op weg is naar Pluto en zijn relatief grote maan Charon. Als de sonde daar is aangekomen in 2015 zal dat een hoop informatie opleveren. Nu is er nog maar erg weinig bekend over Pluto. We vermoeden dat hij bestaat uit een rotsachtige kern met daaromheen een mantel van bevroren water. Na Pluto zal de New Horizons-sonde doorvliegen naar een ander Kuipergordelobject, waar hij pas in 2020 zal arriveren.

Kuipergordel

De Kuipergordel zou bestaan uit miljarden komeetachtige objecten van steen en ijs. astronomie.nl

Pluto maakt deel uit van de Kuipergordel, die vernoemd is naar de van oorsprong Nederlander Gerard Kuiper. Hij voorspelde in 1951 dat er zich voorbij de baan van Neptunus wel eens een grote hoeveelheid steen- en ijsklompen aanwezig zou kunnen zijn. In 1992 werd er een tweede groot object gevonden in de Kuipergordel en sindsdien zien er meerdere hemellichamen waargenomen die deel uitmaken van de gordel. Objecten zijn op deze afstand moeilijk waar te nemen omdat ze weinig licht reflecteren en er nauwelijks zonlicht doordringt tot deze buitenste delen van het zonnestelsel.

Oortwolk

We zijn aangekomen bij het laatste en verste onderdeel van ons zonnestelsel: de Oortwolk, bestaande uit miljoenen komeetachtige objecten, die nog net in het zwaartekrachtveld van de zon zitten. De wolk, vernoemd naar de Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort, lijkt enigszins op de Kuipergordel. Alleen is hij veel verder verwijderd van de zon. Zo’n 3.000 tot 100.000 keer de afstand van de zon naar de aarde, maar niemand weet eigenlijk echt tot hoe ver deze wolk strekt. De verste objecten zouden zelfs halverwege de afstand naar de dichtstbijzijnde ster (Proxima Centauri) kunnen staan!

Halebopp031197

De komeet Hale-Bopp vastgelegd in 1997.

Oort probeerde in 1950 een antwoord te vinden op de volgende vraag: waarom zijn er nog steeds actieve kometen? Als zo’n hemellichaam namelijk een aantal keren dicht bij de zon is geweest, zou al het omringende gas (wat voor de komeetstaart zorgt) verdwenen moeten zijn. Aangezien het zonnestelsel al miljarden jaren meegaat, zou er bijna geen enkele komeet meer over moeten zijn. Maar dat is niet zo, zoals de Hale-Bopp-komeet in 1997 bewees. Zelfs met het blote oog was die komeet ’s nachts duidelijk te zien.

De oplossing, zo stelde Van Oort, was een bijna oneindige verzameling kometen die zich ver buiten de baan van Neptunus zou moeten ophouden. Door de zwaartekracht van de grote buitenste planeten zou er zo nu een dan een komeet uit de wolk worden geplukt en naar de binnenste regionen van het zonnestelsel worden geslingerd. Maar het kan ook zijn dat er zich in de Oortwolk een grote ‘planeet’ bevindt die de boel van tijd tot tijd verstoort en kometen kan lanceren. De wolk zou daarnaast wel eens bezoek kunnen krijgen van eenandere ster.

Oortwolk

De Oortwolk is een grote verzameling komeetachtige objecten op grote afstand van de zon. De planetenbanen van ons zonnestelsel passen in het stipje in het midden.

Er zijn geen directe waarnemingen gedaan van de Oortwolk. Daarvoor is het vooralsnog te ver weg, en het licht dat objecten op deze afstand zouden weerkaatsen is te zwak. Maar vermoed wordt wel dat kometen als Hale-Bopp afkomstig zijn uit deze verste en donkere regio van ons zonnestelsel.

DE ZON  

Het begin :

http://library.thinkquest.org/C002416/sun/history.htm

http://hemel.waarnemen.com/FAQ/Zon/010.html
De Zon is een ster en zit dus ongeveer in elkaar als de andere sterren. Om te weten hoe de Zon is gevormd, kunnen we dus een kijkje nemen bij het ontstaan van sterren.

Sterren worden gevormd uit gaswolken die zich voornamelijk in de spiraalarmen van sterrenstelsels bevinden. Een bekend voorbeeld is de Orionnevel, waarin sterren met leeftijden tussen de 500.000 en 2 miljoen jaar (0,01-0,04% van de huidige leeftijd van de Zon, dus erg jong) worden gevonden en waar de stervorming nog steeds aan de gang is. Als zo’n gaswolk samentrekt ontstaan op verschillende plaatsen in de wolk gebiedjes waar zich een beetje meer gas bevindt dan gemiddeld. Doordat zo’n gebiedje meer massa heeft, heeft het ook een sterkere zwaartekracht en zal het gas uit de omgeving aantrekken. Dit extra gas maakt het gebiedje nog zwaarder, waardoor het nog meer zwaartekracht krijgt, enzovoort. 
Zo’n zwaarder gebiedje in de gaswolk zal onder z’n eigen zwaartekracht gaan samentrekken, waardoor het gas wordt verdicht en de temperatuur stijgt. Dit proces gaat door, totdat de temperatuur en druk in het centrum van de verdichting voldoende hoog zijn om kernfusie te laten plaatsvinden. Waterstofkernen worden gefuseerd tot heliumkernen en hierbij komt genoeg energie vrij om de het gas te laten stralen. De verdichting is nu in evenwicht en trekt niet langer samen: er is een stabiele ster gevormd. Sterren waarin de energieproductie wordt verzorgd door waterstoffusie in de kern worden hoofdreekssterren genoemd .

Figuur 1.

Verdichtingen in de Orionnevel, waar op dit moment sterren worden gevormd. Foto: Hubble telescope,

http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnenevel

KANT LAPLACE MODEL 

      

– Left – An artist’s rendition of how the galaxy formed. Dust swirled around and became planets. This is NASA’s current best scientific theory. 

Center &– Right – Immanuel Kant, Pierre Simon Lapolace     ……..”NASA Engineers ” ?  

NASA
De Zon is dus, net als andere sterren, uit een verdichting in een grote gaswolk ontstaan. De Zon heeft op dit moment ongeveer de helft van haar waterstof in de kern opgebruikt, en is dus nog steeds een hoofdreeksster. De leeftijd van de Zon is ongeveer 4,5 miljard jaar (4.500.000.000 jaar). Dit weten we door de datering van meteorieten, stukken steen die zijn gevormd toen het zonnestelsel ontstond. Over het algemeen wordt aangenomen dat het zonnestelsel ongeveer tegelijk met de Zon is ontstaan. De vorming van een planetenstelsel wordt ook bij andere jonge sterren waargenomen (zie: Hoe is ons zonnestelsel ontstaan?).

De Zon ontstond dus ongeveer 4,5 miljard jaar geleden en is nu ergens op de helft van haar leven. Het heelal is al ruim 13 miljard jaar oud. Dit betekent dat verschillende generaties sterren de Zon voorafgegaan zijn. Toen het heelal ontstond, bestond het gas in het heelal voornamelijk uit waterstof en helium. Als dat nu nog steeds het geval zou zijn, zou de Aarde niet hebben bestaan. Daarvoor zijn immers zwaardere atomen nodig, zoals koolstof, zuurstof, ijzer, nikkel en silicium. Al deze atomen zijn gemaakt in vroege generaties van sterren, die dus veel eerder dan de Zon zijn ontstaan, geëvolueerd, en weer vergaan. Bij het vergaan van een ster blaast deze een groot gedeelte van zijn gas de ruimte in. Het gas van de eerste sterren bevatte behalve waterstof en helium dus ook zwaardere elementen. Het gas dat werd uitgestoten door deze vroege sterren heeft zich vervolgens vermengd met het gas dat zich tussen de sterren bevindt, en uit zo’n gaswolk is later de Zon, en met haar het zonnestelsel en dus ook de Aarde, ontstaan.

Het is aardig om te bedenken dat het ontstaan van de Aarde, en dus van leven erop, alleen mogelijk was nadat er zware atomen waren aangemaakt in (de kernen van) sterren. Alle koolstofatomen, zuurstofatomen, en noem maar op in mijn lichaam hebben dus ooit deel uitgemaakt van een ster. Hiervan komt de kreet: “wij zijn gemaakt uit sterrenstof”.

HET  EINDE  ….

24 september 2009  

Wat is het lot van onze planeet?

Vier rampscenario’s:

  1. De mens
  2. Supernova
  3. Een botsing
  4. Het einde van de zon

Als je ’s nachts naar de sterren kijkt, lijkt het wel alsof de nachthemel een constante is waarin nooit iets beweegt. De sterren in een sterrenbeeld staan iedere avond weer op dezelfde plaats ten opzichte van elkaar. Het lijkt zo kalm en rustig. Maar schijn bedriegt. Als je de tijd vooruit spoelt, en niet met een tussenpoos van jaren maar van duizenden jaren kijkt, komen er tal van nieuwe sterren bij en verdwijnen er oude. Sterren die bij elkaar lijken te horen vanaf de aarde blijken bij verschillende sterrenstelsels te horen en drijven uit elkaar. Supernova-explosies lichten de hemel op, soms nog feller dan de zon.

Over ongeveer vijf miljard jaar is onze zon door zijn brandstof heen en zal hij opzwellen tot een rode reuzenster, die de aarde zal verzwelgen. Maar ook voor die tijd zijn er in het heelal tal van risico’s voor onze planeet. Hoe kan het leven op aarde eindigen?
↑ terug naar boven ↑

1. De mens

Veruit de grootste bedreiging voor het leven op aarde zijn we zelf. We vochten in het verleden bloederige oorlogen uit over bezit van land, en de aanleidingen voor conflicten worden alleen maar dwingender. Geloof, overbevolking, honger en grondstoffen drijven mensen bij elkaar in de haren. De wapens die gebruikt worden om die conflicten worden steeds krachtiger. Als er een grote oorlog uitbreekt tussen twee kernmachten kan dat de leefbaarheid van de aarde sterk inperken.

Oorlog is niet het enige risico. Een besmettelijke ziekte zou onze hele soort kunnen uitroeien, als de door de mens ingezette klimaatverandering niet eerst de planeet in een onleefbare broeikas verandert. Op astronomische schaal zijn dit allemaal risico’s die op de heel korte termijn spelen. Waarschijnlijk zou de aarde in deze gevallen niet vergaan, maar ze zouden wel het einde van de mensheid kunnen betekenen.
↑ terug naar boven ↑

2. Supernova

Hoewel we van de zon zeker weten dat hij niet plotseling en op explosieve wijze aan zijn einde zal komen, zijn er een hoop sterren waarvan we dat niet weten. Sterker nog, er zijn een aantal reuzensterren in ons Melkwegstelsel waarvan verwacht mag worden dat ze binnen enkele miljoenen jaren in een supernova-explosie aan hun einde zullen komen. Wat gebeurt er dan hier?

Neem Eta Carinae. Deze reuzenster is honderd keer zo zwaar als de zon, en vier miljoen keer zo helder. Hij staat minder dan 8000 lichtjaar van de zon – een flinke afstand voor de mens, een steenworp voor de sterrenkundige. En hij is aan het einde van zijn korte en krachtige levensduur. Als Eta Carinae implodeert, dan zal de supernovarest zo helder zijn dat je hem overdag kunt zien. ’s Nachts zul je kunnen lezen bij zijn licht. De hoeveelheid gammastraling die ons vanaf de supernova zal bereiken is dodelijk – ware het niet dat de aarde wordt beschermd door een magnetisch veld dat ons tegen straling beschermt.

Als je nu bedenkt dat er heel veel sterren nog veel dichterbij staan dan Eta Carinae, en datsupernova-explosies nog niet voorspeld kunnen worden, dan lijkt het niet zo onwaarschijnlijk dat zo’n explosie tot het einde van het leven op aarde zal leiden. De planeet zelf zal het waarschijnlijk wel overleven.
↑ terug naar boven ↑

3. Een botsing

Objecten in het heelal hangen niet stil, en soms leidt dat tot desastreuze ongelukken. Het ontstaan van de maan is volgens de huidige inzichten veroorzaakt door een object ter grootte van Mars dat op de aarde botste. Een meteoriet die in Mexico insloeg zou het uitsterven van de dinosauriërs op zijn geweten hebben. Volgens nieuwe berekeningen kan het zelfs dat een planeet uit ons zonnestelsel, zoals Venus of Mercurius, op de aarde botst – hoewel die kans er klein is. Hoe groot is het botsingsrisico, en kunnen we hier iets tegen doen?

Over ongeveer 1,4 miljoen jaar, zo weten we, zal Rode Dwergster Gliese 710 heel dicht langs de aarde scheren. Daarmee raakt hij niets, maar verstoort hij wel de talloze ruimterotsen in de Oortwolk die ons zonnestelsel begrenst. Daarmee zou er een enorme kometenregen kunnen beginnen, waar onze planeet niet tegen opgewassen is. Het gebeurt wel vaker dat kometen erg dicht bij de aarde komen, en daarom is de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA druk bezig om afweer tegen deze ruimterotsen te bedenken. Kleine projectielen, zo verwachten ze, kunnen met raketten stukgeschoten worden voordat ze in de dampkring komen. Grote kometen kunnen uit hun baan worden getrokken, bijvoorbeeld door een raket er tegenaan te schieten. Daar is NASA zelfs al mee bezig.

En dan is er nog een onafwendbare botsing: die van onze Melkweg op het naburige sterrenstelsel Andromeda. Dat duurt nog drie miljard jaar, en misschien merken we er wel helemaal niets van. De effecten van zo’n botsing zijn heel moeilijk in te schatten – en bovendien is er niets aan te doen.
↑ terug naar boven ↑

4. Het einde van de zon

Zelfs als we ons perfect indekken tegen alle dreigingen van buitenaf, en we niet de pech hebben om in een supernova-explosiegolf terecht te komen, zal het leven op aarde ooit eindigen. Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.

Waarschijnlijk is het al voor die tijd onleefbaar geworden op aarde. We zijn voor ons voortbestaan afhankelijk van de energie die de zon uitstraalt. Fotosynthese zou bijvoorbeeld bij een afnemende zonne-intensiteit minder makkelijk plaats kunnen vinden, waardoor het lastig wordt om voedsel te produceren. Als we er tegen die tijd nog zijn, wordt het de hoogste tijd om ervandoor te gaan. Hopelijk in een interstellair sterrenschip dat we dan hebben ontwikkeld.
↑ terug naar boven ↑

http://www.cosmosmagazine.com/features/end-days-a-universe-ruins/

The end of the world: Five to seven billion years from now, the Sun will loom in our sky as a blazing ‘red giant’.

Credit: Photolibrary

ONDERTUSSEN  

Duizenden tornado’s houden zonneatmosfeer warm

 28 juni 2012   1

Zeker 11.000 tornado’s die vele duizenden malen sterker en groter zijn dan de tornado’s op aarde zorgen ervoor dat de hitte van de zon ook in de hoogste delen van de zonneatmosfeer doordringt.

Dat concluderen onderzoekers in het blad Nature. Op elk willekeurig moment bevinden zich zeker 11.000 enorme tornado’s op de zon. De tornado’s zijn zeker 1600 kilometer breed en draaien met een snelheid van meer dan 9500 kilometer per uur.

Energie
De tornado’s vervoeren de energie uit het energiereservoir onder het oppervlak van de zon naar de buitenste lagen van de atmosfeer. Die energie wordt vervoerd in de vorm van magnetische golven. En daarmee is één van de grote vraagstukken die onze zon omringde, beantwoord. “Eén van de grote vraagstukken in de moderne astrofysica is: waarom is de atmosfeer van een ster, zoals onze eigen zon, aanzienlijk warmer dan het oppervlak?” vertelt onderzoeker Robertus Erdélyi.

Bewijs
“Veel wetenschappers onderzoeken hoe de atmosfeer boven het oppervlak van de zon en andere sterren verhit wordt. Het is reeds duidelijk dat de energie van onder het oppervlak van de zon komt, maar hoe die enorme hoeveelheid energie naar de atmosfeer rondom de zon reist, is een mysterie. Wij hebben nu bewijs gevonden in de vorm van roterende magnetische structuren – zonne-tornado’s – die de benodigde energie om het zonneplasma te verwarmen, in de vorm van magnetische golven vervoert.”

Het onderzoek is niet alleen heel belangrijk voor astronomen. Ook wetenschappers die zich bezighouden met schone energie volgen deze studie ongetwijfeld op de voet. “Als we begrijpen hoe de natuur gemagnetiseerde plasma opwarmt, net zoals de tornado’s op de zon, dan zijn we op een dag misschien in staat om dat proces te gebruiken om de benodigde energie te ontwikkelen en apparaten te bouwen die gratis, schone en groene energie leveren.”

Prachtig!

Bekijk hier prachtige beelden van tornado’s op de zon.
Bronmateriaal:
Space tornadoes power the atmosphere of the Sun” – Sheffield.ac.uk
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Wedemeyer-Böhm et al (2012).

Help, de zon wordt wakker!

 04 september 2010 15

Na tien jaar in een soort van winterslaap verkeerd te hebben, lijkt de zon langzaamaan te ontwaken. Een goede reden voor astronomen om op het puntje van hun stoel te gaan zitten. Want dit kan een zeer interessante zonnestorm worden. Dergelijke storm zorgden in 1859 al  voor wat  wereldomvattende chaos.

Wat staat ons nu te wachten?

NASA waarschuwde eerder dit jaar al dat het in 2012 of 2013 kan gaan spoken in de ruimte.

Elke elf jaar draait het magnetisch veld op de zon zich om. Voor een kort moment ontstaat daardoor een zwakker magnetisch veld en dat heeft grote invloed op de omgeving van de zon en dus ook op de aarde. En over twee of drie jaar is het zover.

Geen reden tot zorg?
Na die verklaring van NASA ontstond er wereldwijd tumult en nuanceerde NASA haar uitspraken enigszins door te stellen dat zo’n zonnestorm binnen honderd dagen, maar ook pas over honderd jaar kan volgen.

Kortom: astronomen wisten niet wanneer en wat er precies gebeuren zou, dus moesten we ons maar niet al teveel zorgen maken.

 

Vaststaat dat met  een zonnestorm nogal wat energie is  gemoeid: zo’n 6 x 10^25 joules. Dat is een biljoen keer sterker dan de nucleaire bom die op Hiroshima werd gegooid.

De grootste invloed    op aarde wordt echter gevormd door straling en geladen deeltjes.

1859
Het zijn allemaal scenario’s, maar of ze ook uit zullen komen, is onduidelijk. We weten alleen wat er in het verleden gebeurd is en verder is het koffiedik kijken. Zo weten we dat de situatie in 1859 flink uit de hand liep. Maar dat was ook een exceptioneel sterke storm, waarbij meerdere versterkende factoren samenvielen, zo legt onderzoeker Bruce Tsurutani uit.

“De plasma-bel die door de zon werd uitgestoten, raakte de aarde,” vertelt hij. Nu is dat niet zo heel bijzonder, maar de snelheid waarmee de bel toesloeg, wel.

“Het kostte de bel slechts zeventien uur en veertig minuten om van de zon naar de aarde te gaan.”

En dat terwijl zo’n bel er normaal twee tot vier dagen over doet om de 150 miljoen kilometer af te leggen.

“De magnetische velden in de bel – coronale massa-ejectie genoemd – waren heel intens.

En het vierde en meest belangrijke kenmerk was dat de magnetische velden van de bel het tegenovergestelde van de velden op aarde waren.”

Normaal beschermt het magnetisch veld van de aarde ons tegen de stroom geladen deeltjes, maar in 1859 werd de natuurlijke defensie overweldigd.

Telegraafdraden knapten waardoor er  chaos  was.

Nu
Uiteindelijk zal de geschiedenis zich herhalen. Maar of dat in 2012 of 2013 is?

Astronomen weten het niet. Vaststaat dat de schade in niets te vergelijken zal zijn met die van 1859.

Onze communicatiesystemen zijn veel geraffineerder en omvangrijker, maar ook kwetsbaarder.

En het is mogelijk dat de stroom uitvalt waardoor het hele leven (voor lange tijd) stil komt te liggen.

Wetenschappers voorspellen dat een zonnestorm zoals in 1859 voorkwam nu enkele triljoenen aan schade zou veroorzaken.

Maar het kan ook meevallen. Of tegenvallen.

“We weten dat het komt, maar we weten niet hoe erg het zal zijn,” concludeert NASA-onderzoeker Richard Fisher.

Inactief
Alles wijst erop dat de komende zonnecyclus de minst actieve in tachtig jaar is.

Dat beschermt ons echter niet tegen de zonnevlammen en deeltjes.

In 1859 was de zon ook relatief inactief.

Volgens Mike Hapgood is het een kwestie van afwachten.

Toch wil dat niet zeggen dat we helemaal niks kunnen doen. Wanneer wetenschappers een zonnestorm zien aankomen, kan er actie worden ondernomen om onze apparatuur te redden.

De enige echte bescherming is om alles uit te zetten,” vertelt Hapgood. “Maar als je dat doet dan sterven mensen. Er zullen ongelukken gebeuren omdat de stroom wegvalt en wat als de generatoren ook niet werken?”

Wetenschappers en overheden buigen zich op dit moment over het probleem.

Een probleem waarvan ze niet weten wanneer het komt en hoe heftig het is.

“De uitdaging is om geen paniek te zaaien en het niet te overdrijven,” merkt Hapgood op. “Maar we moeten het ook niet onderschatten.”

Bronmateriaal:
The Great Storm: Solar Tempest of 1859 Revealed” – Space.com
Will sun storms destroy civilization?” – Theweek.com
Sun storm to hit with ‘force of 100m bombs’” – News.com.au
Solar storm” – BBCfocusmagazine.com

(1)

Jeffrey Carels •

Het is geen giswerk dat zo’n gebeurtenis  (= 1859   Carrington Event)maar eens in de 500 jaar voorkomt maar een bewezen feit door te kijken naar C-14 & Be-10 concentraties in ijskernen.(*1)

* Dat is  niets anders  dan  gis werk en geen feit.

Het  vorige zonne maximum was al heviger dan de vorige, dus is het een beetje onverantwoord om te stellen, dat het maar om de zovele jaren voorkomt.
Met de vorige had de aarde het al vrij moeilijk, gelukkig was die ene gigantische x flare toen niet naar de Aarde gericht, het zou wel eens zware gevolgen gehad kunnen  hebben indien datr andrers was geweest .

Ons magnetisch veld was op dat moment, zover naar achteren gedrukt door eerder bombardement, zodat we daar weldeglijk goed zijn weg gekomen.
Door de bombardementen van de ene na de andere zware F flare, was ons magnetisch veld zo naar achteren gedrukt, dat wetenschappers bang waren dat het veld niet lang meer ging stand houden….stel u voor dat die gigantische en zware x flare, toen naar de Aarde was gericht.

Ondertussen na trouwens een onverwachte langdurige dip van activiteit, is ze zelfs bijna net zo actief als de vorige zonne maximum, dus stel u voor als ze op haar hoogte punt komt binnen 2-3 jaar van hier.

(Jeffrey Carels  vervolgt )

Aan de hand van deze gegevens kan men de activiteit van de zon over een periode van 10000 jaar aflezen!
De vorige zonnecylus 23 was trouwens zwakker dan cyclus 22.SC23 had een maximum van 121 terwijl SC22 een maximum had van 158!

De zonneuitbarsting waardoor de elektriciteit uitviel in Canada was in 1989 en niet in 1992 of 1996 en gebeurde tijdens SC22!(*2)
Dat zijn allemaal feiten en geen giswerk.

Het is misschien interessant om eens iets op te zoeken( ipv  allerlei nonsens te schrijven.)(***)

Ps.

er gebeuren dagelijks aardbevingen ….. Dat is misschien de reden waarom je er niets over leest in de media…(°°°°)

Verdere antwoorden  aan 

Jeffrey Carels

=(** * ) Iets opzoeken    , INDERDAAD  : 

-Hevige zonne activiteit tijdens ww2, verstoring van de toenmalige radio signalen, dit zowel in Europa als de VS.
– Hevige zonne activiteit tijdens de vorige zonne maximum (2000/2003) gelukkig was die X4-5 flare niet naar de Aarde gericht.

-(*2) 1989 in Canada, id niet 1992-1996 al was tijdens de jaren 1992-1996 het Canadese net nog steeds niet op haar sterkte als voor die stroom panne.

– Poollicht over heel de wereld in het jaar 1583…

– als ik nog wat verder zoek kom ik heel zeker nog een wel een paar datums tegen.

(*5)Dus ik zit al aan een 4-5 keer om de 500jaar  ,vergeleken met uw 1 om de 500jaar.

“Koolstof datering, C14 heeft een snellere verval dan die 50-60k dan voorheen werd gedacht, verwacht, geschat.
Het zou men niet verbazen moesten bepaalde radio isotopen zoals be10 ook een snellere verval kennen, afhangende van de omstandigheden. Oh ja, wat men uit de ijskernen haalt zijn indirecte dateringen en geen directe, zou me niet verbazen dat heel veel ijs monsters vervuild-besmet zouden zijn. (A) ”

Die zelfde ijs monsters dat ze gebruiken om het weer te voorspellen in het verleden, heden en toekomst…is opzich al een lachertje.

Zover dat ik weet en de gegevens laten zien, zijn de laatste zonne maximum van de voorbije 30 jaar om de 11-12 jaar heviger.

Er zijn niet meer zonnevlekken of uitbarstingen *al weet men dat niet met zekerheid* toch de hevigheid er van neemt weldegelijk toe…en blijft trouwens toenemen.

°°°° Er gebeuren dagelijks aardbevingen,

toch wederom sinds de jaren 80 neemt de hevigheid er van toe.
Voorheen waren het meestal bevingen van 5-6 nu zijn het der al van 6-9, deze komen trouwens vaker voor dan voorheen.

Vulkaan uitbarstingen zijn er altijd wel geweest, wederom neemt de hevigheid er van weldegelijk toe.
Onlangs nog een vulkaan wakker geworden, die maar liefst 400 jaar inactief is geweest.

De relatie zon-ster, Aarde/aardbevingen, Aarde vulkanen, Aarde klimaat is de laatste jaren aan een opmars bezig…….

Voorheen en nu nog zelfs, zijn er wetenschappers die  dom en arrogant zijn, en  die nog steeds beweren dat onze zon-ster geen invloed heeft op ons klimaat,( laat staan op aardbevingen en vulkaan uitbarstingen.)(A) 

– (tsjok)
 (A)- lijkt me toch  erg ” creationistisch  ” van insteek  … alarm …….Ja hoor ;…..het einde der tijden staat voor de deur
want
Wat kunnen we van de zon vóór de komst van Jezus Christus anders verwachten  volgens  de  heilige Bijbel
Allicht  …. en ook de maye kalender maakt weer zijn  opwachtigen
–  Dat de vervalperiode ( en   halveringstijd  )van een radiotief element afhankelijk zou zijn van de omstandigheden  ? lijkt me hoogst onwaarschijnlijke  en kompleet ondeskundige  volstrekte   prietpraat van een dilettaznt in de natuurkunde en kernfysica  …( nou ja arrogante wetenschap dus … spreekt vanzelf  dat bijb elaars en (hollandse )  leken het beter weten  ….)
°°° Bull shit is still a major force on the internet  ….
 

 filmpje bewijst dat de zon  wakker wordt

27 augustus 2012    8

Volgend jaar is het zover: dan breekt het zonnemaximum aan. Gedurende korte tijd is de zon dan superactief. Een nieuw filmpje laat zien dat de zon zich nu al opmaakt voor al die drukte.

In het filmpje zien we links hoe de zon zich in augustus 2009 gedroeg. De beelden laten zien dat de ster in die tijd vrij rustig was. Rechts zien we de zon in augustus van dit jaar. En op die beelden maakt de ster een hoop extra drukte.

Elf jaar
De zon kent een cyclus van elf jaar. In die elf jaar kent de zon een hoogtepunt (zonnemaximum) en een dieptepunt (zonneminimum). Het zonnemaximum staat voor 2013 gepland en is de periode waarin de zon het meest actief is.

Zonnevlam
Het magnetisch veld van de zon is tijdens het zonnemaximum zwakker, hierdoor kunnen gemakkelijker zonnevlammen ontstaan.

Deze zonnevlammen spugen geladen deeltjes in de ruimte. Die deeltje haasten zich onder meer naar de aarde. Wanneer ze in botsing komen met het magnetisch veld van onze planeet kan dat fraaie beelden opleveren.

Denk bijvoorbeeld aan het noorderlicht. Maar het kan ook anders uitpakken. Zo kunnen de deeltjes er ook voor zorgen dat apparatuur verstoord raakt. Zo kunnen satellieten kapot gaan of tijdelijk niet (goed) functioneren, waardoor communiceren en navigeren via satellieten lastig of onmogelijk wordt. Ook kan de stroom uitvallen.

1859
De laatste keer dat de zon voor echt grote problemen zorgde, was in 1859. Toen zorgde een sterke zonnestorm ervoor dat telegraafdraden knapten en er op diverse plekken kortsluiting en brand ontstond.

Een uitbarsting als in 1859 is (tot nu toe )  niet meer voorgekomen. Dat wil zeggen: een zonnevlam welke de Aarde raakte met dezelfde intensiteit– Bij de grote zonnevlam van 1859 was het noorderlicht blijkbaar zowat tot aan de evenaar te zien.

Niet alleen het filmpje – gemaakt door een observatorium van NASA – bewijst dat de zon wakker aan het worden is. De laatste tijd zijn ook steeds meer (sterke) zonnevlammen waargenomen.

Het is de opmaat voor een druk jaar op de zon.

Bronmateriaal:
YouTube
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA.
Meer weten…

…over de cyclus van de zon en de risico’s die een zonnemaximum met zich meebrengt?
Lees dan dit artikel!
Dr. Diedeman 

Intense zonnevlammen (flares) en plasmawolken (coronal mass ejections) tijdens een periode van verhoogde zonneactiviteit kunnen een geomagnetische storm veroorzaken, waardoor met name satellieten, maar ook elektronica op aarde beïnvloed kunnen worden.

Er wordt zelfs af en toe voor gewaarschuwd in het nieuws (zoals afgelopen augustus nog). Grootschalige verstoring (uitval) van elektriciteitsnetwerken is namelijk al vaker voorgekomen (bijvoorbeeld in 1989 in de VS en Canada).

Het effect van zo’n zonne’storm’ is in feite beïnvloeding van het magnetische veld van de aarde, dus fysisch vindt er magnetische inductie plaats en de invloed hiervan beperkt zich tot (bedrading in) elektrische circuits, waaronder hoogspanningskabels. De werking van fotovoltaïca (zonnepanelen) op zichzelf wordt niet beïnvloed, maar aangezien een zonnecel altijd onderdeel is van een groter circuit, kan dit dus toch verstoord worden.

Meer informatie:
http://en.wikipedia.org/wiki/C…
http://en.wikipedia.org/wiki/G…

Zon wordt  echt  wakker

 28 november 2012   13

Wetenschappers roepen het al jaren: de zon wordt wakker, het zonnemaximum (waarin de zon het meest actief is) komt eraan! Maar ook op dit gebied geldt: een foto zegt meer dan duizend woorden en dus maakt NASA met twee prachtige foto’s de toegenomen zonneactiviteit zichtbaar.

De foto’s zijn gemaakt door het Solar Dynamics Observatory. Het observatorium houdt de zon nauwlettend in de gaten en onderzoekt onder meer het magnetische veld van onze ster. Ook maakt het observatorium heel veel foto’s: sinds de lancering in 2010 werden al meer dan 100 miljoen kiekjes gemaakt.

Actiever
En wanneer we sommige van die kiekjes naast elkaar leggen, krijgen we een prachtig beeld van hetgeen de zon nu bezighoudt. En dat is exact wat NASA nu heeft gedaan. De ruimtevaartorganisatie pakte er een foto uit oktober 2010 bij en legde deze naast een foto van oktober 2012. Het is heel goed te zien dat de zon een stuk actiever is dan twee jaar geleden.

 

Cyclus
De zon volgt een cyclus die ongeveer elf jaar duurt. Gedurende die cyclus neemt de activiteit op de zon toe (tot het zonnemaximum) en af (tot het zonneminimum).

Het laatste zonneminimum vond plaats in 2008, sinds januari 2010 begint de zon weer wakker te worden en het zonnemaximum staat gepland voor volgend jaar.

Zonnevlammen
Een zonnemaximum gaat vergezeld door meer zonnevlekken en die zijn op de foto rechts goed te zien. Soms komen uit die zonnevlekken ook zonnevlammen of coronale massa-ejecties voort. De laatste tijd horen we daar steeds vaker van. Zo produceerde de zon in juli van dit jaar nog de grootste zonnevlam sinds jaren. En in augustus spuugde de zon een stroom geladen deeltjes met extreme snelheid uit. Stuk voor stuk aanwijzingen dat de zon zich klaarmaakt voor nog meer spektakel.

Een actievere zon is dus een heel natuurlijk verschijnsel. Toch wil dat niet zeggen dat we er op aarde niets van meekrijgen. Geladen deeltjes die door de zon worden uitgespuugd kunnen botsen met het magnetisch veld van de aarde en dat resulteert in een fraai poollicht. Maar een actievere zon kan ook negatieve gevolgen hebben. Zo kunnen geladen deeltjes satellieten verstoren en ervoor zorgen dat communicatie- en elektriciteitsnetwerken uitvallen.

Zulke heftige zonnestormen zijn echter vrij zeldzaam.

Hoe de zon energie opslaat en loslaat: een primeur!

 24 januari 2013  2

zon

Wetenschappers hebben voor de allereerste keer waargenomen hoe de zon energie van het magnetisch veld naar de zonneatmosfeer verplaatst. Dat dit proces op de zon plaatsvindt, hadden onderzoekers al een tijdje gedacht, maar nu hebben ze het ook voor het eerst gezien.

“Wetenschappers proberen al decennialang te begrijpen hoe de dynamische atmosfeer van de zon tot miljoenen graden (Fahrenheit, red.) verhit kan worden,” vertelt onderzoeker Jonathan Cirtain. De nieuwe beelden die met behulp van de HI-C (High Resolution Coronal Imager) telescoop werden gemaakt, scheppen een hoop duidelijkheid. De onderzoekers richtten de telescoop op een actieve zonnevlek en lieten deze gedurende vijf minuten om de paar seconden foto’s maken.

Lichte plekken
Op de foto’s is goed te zien hoe het magnetisch veld zich ontwikkelt en hoe energie door activiteiten op de zon vrijkomt. Die vrijkomende energie is op de foto te herkennen aan het oplichtende plasma. Deze lichte plekken wijst erop dat de zonneatmosfeer hier enorm verhit wordt: 2 miljoen tot 4 miljoen graden Fahrenheit. “Nu we dit voor het eerst zien, kunnen we beter begrijpen hoe onze zon voortdurend de energie die nodig is om de atmosfeer te verhitten, genereert.”

Foto: NASA.

Foto: NASA.

Andere sterren
Astronomen vinden het belangrijk een beter beeld te krijgen van de wijze waarop het magnetisch veld van de zon de zonneatmosfeer verhit. Heel veel sterren in het heelal beschikken  over  een  krachtig  magnetisch veld.(Alles heeft een magnetisch veld …. maar grote massa’s  die dergelijke  hemellichamen zijn  , beschikking  over  een  naar verhouding  sterk zwaartekracht / magnetisch veld  )

Als we de werking ervan op de zon beter begrijpen, kunnen we ook de evolutie van al die andere sterren wellicht ook   beter begrijpen.

Ook hopen de onderzoekers op basis van de waarnemingen straks beter te kunnen voorspellen welk ruimteweer ( bijvoorbeeld zonnestormen ) we mogen verwachten. Ontwikkelingen ( en lokale fluctaties )  in het magnetische veld van de zon zijn namelijk de drijvende kracht achter erupties op de zon.

Deze erupties kunnen de aardse atmosfeer raken(noorderlicht )  en bijvoorbeeld satellieten die zich in een baan om de aarde bevinden, in hun  communicatie ( en  vooral  ook  ander  radioverkeer ) verstoren. Het is dan ook nuttig om te weten wanneer we zo’n eruptie kunnen verwachten.

Bronmateriaal:
NASA Telescope Observes How Sun Stores and Releases Energy” – NASA.gov
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door NASA.

21/02/13

De NASA heeft een filmpje vrijgegeven met verbluffend gedetailleerde beelden van de zon. “De beelden hebben ieders hoop en verwachtingen overtroffen”, staat op de website van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie te lezen. De foto’s en video’s zijn gemaakt met behulp van verschillende lichtgolflengten waardoor de verschillende samenstellingen en bewegingen van de zon kunnen worden vastgelegd.

Zon produceert in korte tijd een enorme zonnevlek

21 februari 2013   2

zonnevlek

Het Solar Dynamics Observatory is er getuige van geweest hoe een zonnevlek in 48 uur tijd uitgroeide tot een enorme vlek met een diameter die zes keer groter is dan die van de aarde!

De zonnevlek bestaat eigenlijk uit een gebied met daarin meerdere donkere vlekken. De twee onderste donkere vlekken die u op de foto hieronder ziet, maken deel uit van hetzelfde systeem en zijn zes keer breder dan onze aarde.

Een zonnevlek ontstaat wanneer het magnetisch veld van de zon verandert. De zonnevlek die u op de foto hierboven ziet, is het resultaat van een omringend magnetisch veld dat ten opzichte van het magnetisch veld in het midden (de donkere vlekken) precies in tegenovergestelde richting wijst.

Het systeem dat het Solar Dynamics Observatory op de foto hierboven vereeuwigd heeft, is heel instabiel. Het zou astronomen dan ook niet verbazen als het op korte termijn leidt tot uitbarstingen van straling, oftewel zonnevlekken.

Foto:

Foto: NASA / SDO / AIA / HMI / Goddard Space Flight Center.

Enorme zonnevlek – zes keer groter dan onze Aarde –

gevormd in jongste 48 uur


: 22/02/13  Bron: Daily Mail
© epa. 
Zonnevlekken zijn donkere vlekken op de zonneschijf die verschijnen als turbulente magnetische velden, ze herschikken de oppervlakte van de zon. De gigantische vlek vormde zich dinsdag en woensdag en ontwikkelde zich tot een erg onstabiele constellatie.Gevolgen
De zonnevlek bestaat uit verschillende donkere stukken op de oppervlakte van de zon die razendsnel samensmelten. Zonnevlekken ontstaan door intense magnetische activiteit en zijn kouder dan de rest van de zon. Deze kunnen leiden tot explosies van energie. Als die deeltjes de aardse atmosfeer binnendringen kunnen ze poollicht veroorzaken. De kans op poollicht is het grootst in jaren met veel zonne-activiteit, die onze radiocommunicatie kunnen verstoren. Wetenschappers van Nasa merkten de vorming van de vlek op via instrumenten in het station van de organisatie Solar Dynamics Observatory. Dit is een van de vele ruimteschepen die het “weer” op de Zon in de gaten houden.Moeilijke inschatting
“Wetenschappers merkten in de afgelopen 48 uur de vorming van een gigantische zonnevlek op”, aldus woordvoerster van Nasa Karen Fox. “Deze groeide uit tot iets wat zes keer de diameter van de aarde is, het is moeilijk om de volledige grootte exact in te schatten omdat de vlek zich vormde op een plek die niet vlak is. De vlek werd al snel een deltagebied, daarbij zenden de lichtere vlekken rond de zonnevlek magnetische velden uit die in de tegenovergestelde richting wijzen van die in het centrum, het zwarte gebied. Het is bewezen dat dit kan leiden tot zogenaamde ‘zonnevlammen’.”Impact op klimaat
De zon bereidt zich voor op de meest actieve fase van een 11-jarige solaire cyclus. De lijnen van de magnetische velden zijn op dit moment het meest verstoord door het magnetische veld op de zonne-equator die iets sneller roteert dan de solaire polen. Dit maakt dat er heel wat zonnevlekken ontstaan, hierdoor neemt de bestralingssterkte met ongeveer 0,1 procent toe.Deze toename van energie kan het klimaat op aarde beïnvloeden, recente studies hebben een verband aangetoond met lokale weerpatronen. Tijdens de solaire storm van 1859 was de zon zo actie dat het poollicht tot in Rome zichtbaar was.Verschillende voorspellingen
De laatste solaire storm was in 2000. Nasa voorspelde in 2006 een hoogtepunt van de solaire cyclus in 2010 of 2011, wetenschappers dachten toen dat deze de sterkste sinds 1958 zou kunnen worden. De meest recente voorspellingen zeggen echter dat het maximum in de herfst van 2013 op aarde merkbaar zou zijn en dat het om de kleinste sinds 1906 zou gaan.

Plasma op de zon

22 februari 2013  3

regen

Een “plensbui ” in de vorm van superhete plasma.

In een nieuwe video van het Solar Dynamics observatorium is te zien hoe plasma op het zonneoppervlak terugvalt . Dit observatorium draait sinds 2010 om de zon en houdt de ster nauwlettend in de gaten.

Het Solar Dynamisch observatorium heeft daarvoor allerlei instrumenten aan boord, die wetenschappers geregeld inzetten.

Tijdens een zonneuitbarsting in juli 2012 ontstonden enorme plasma-ringen, zoals in de de video te zien is.

In deze plasma-ringen begon het op een bepaald moment de  ‘coronale’ regen.

“Hete plasma in de buitenste atmosfeer van de zon (= de corona, red.) koelt af en condenseert”, vertelt ruimtevaartorganisatie NASA in het persbericht.

“Vervolgens volgt het plasma de magnetische velden in het gebied naar het zonneoppervlak. Magnetische velden zijn onzichtbaar, maar de plasma is genoodzaakt om de lijnen te volgen.

In de video lijkt het heel snel te regenen op de zon, maar schijnt bedriegt.

Iedere seconde in de video correspondeert met zes minuten in ‘echte tijd’.

Dit betekent dat er tussen iedere frame ongeveer twaalf seconden zit.

Bekijk snel de video hieronder en let ook op het schaalmodel van de aarde.

Wat is onze planeet toch enorm klein in vergelijking met de grote plasmaringen.

Bronmateriaal:
NASA’s SDO Shows A Little Rain On the Sun” – NASA

NASA kiekt 1,6 miljoen kilometer lange brug op de zon

Het Solar Dynamics Observatory heeft een prachtige foto gemaakt van een materiebrug in de atmosfeer van de zon. De materiebrug is ongeveer 1.600.000 kilometer lang, oftewel 100 keer groter dan de diameter van de aarde.

Het lijkt wel een slang: de materiebrug die het Solar Dynamics Observatory (SDO) gefotografeerd heeft. Van ‘kop’ tot ‘staart’ meet die ‘slang 1,6 miljoen kilometer. Als je de materiebrug recht zou kunnen neerleggen, zou deze bijna van de ene kant van de zon naar de andere kant van de zon reiken.

De materiebrug is eigenlijk een ‘wolk’ bestaande uit materiaal afkomstig van de zon. Indrukwekkende magnetische krachten geven de materiebrug zijn opmerkelijke vorm. Hoewel zulke materiebruggen vrij onstabiel zijn, kunnen ze soms toch enkele dagen of weken standhouden. Deze materiebrug hield het enkele dagen vol.

SDO fotografeerde de materiebrug in verschillende golflengtes. Elk van deze foto’s licht materiaal van verschillende temperaturen op de zon uit. Door materiebruggen op de zon in verschillende golflengtes (en dus verschillende temperaturen) te bestuderen, kunnen onderzoekers meer te weten komen over wat er aan deze indrukwekkende bruggen ten grondslag ligt.

Bronmateriaal:
NASA’s SDO Watches Giant Filament on the Sun” – NASA.gov

Mercurius zoals u de planeet nog nooit zag

25/02/13

Mercurius is de planeet in ons zonnestelsel die zich het dichtst bij de zon bevindt en dus minder tot de verbeelding spreekt dan ons buur Mars. NASA maakte echter een knappe video die aantoont dat deze erg hete planeet er best kleurrijk uitziet.

De korte video werd door wetenschappers van NASA samengesteld met beelden die de Messenger gemaakt heeft. Voor het menselijk oog zou Mercurius er wel minder kleurrijk uitzien dan op deze beelden, want de kleuren werd scherper gemaakt om de verscheidenheid van het oppervlak te benadrukken. Messenger heeft bijna twee jaar rond Mercurius gedraaid en zal meer dan 168.000 foto’s van de planeet gemaakt hebben. Met die beelden heeft NASA 99 procent van Mercurius in beeld kunnen brengen.

Zonnestorm pakt de maan mogelijk hard aan

 07 december 2011 1

Wetenschappers hebben ontdekt dat een zonnestorm de maan flink kan aantasten. De storm verwijdert veel los materiaal op de maan.

De atmosfeer van de maan stelt niet zo heel veel voor. Hierdoor kunnen de zonnestormen heel gemakkelijk flinke schade aanrichten. “Wanneer een enorme plasmawolk de maan raakt dan wordt de maan gezandstraald en verwijdert de storm heel gemakkelijk los materiaal van het oppervlak,” vertelt onderzoeker William Farrell.

Kiepwagens
Wanneer zo’n plasmawolk twee dagen lang op zijn sterkst is, kunnen er gemakkelijk tien kiepwagens vol met maanmateriaal van het oppervlak worden gehaald. Dat concluderen de onderzoekers op basis van modellen die laten zien welk effect de zonnestorm op de maan heeft.

 

LADEE
Of het model het bij het juiste eind heeft, moet nog blijken. De onderzoekers hopen daar in 2013 meer duidelijkheid over te krijgen. Dan gaat de orbiter Lunar Atmosphere And Dust Environment Explorer (LADEE) de lucht in.

Natuurlijk is de maan heus niet het enige hemellichaam dat door de zonnestorm wordt aangetast.

De aarde merkt er bijvoorbeeld ook iets van.

Het zuider- en noorderlicht is een gevolg van zonnestormen.

http://birdieguy.blogspot.be/2012/01/beautiful-aurora-over-iceland.html

IJSLAND

°

SATURNUS

http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2013/02/22/a-monster-storm-on-saturn/

Storm op Saturnus stikt in zijn eigen staart

1 februari 2013 door
Picture 1
De superstorm in kwestie, gezien door Cassini
°
Noem het de Saturnus-versie van Ouroboros, de mythische slang die in zijn eigen staart beet. Wetenschappers van NASA hebben een uitgebreid onderzoek verricht naar een monsterlijke storm op Saturnus, die zich rond de gehele planeet wikkelde en uiteindelijk zijn eigen staart tegenkwam. Zodra de storm in zijn eigen staart beet, was het snel gedaan met de activiteit. Het is de eerste keer dat wetenschappers een storm zien die zichzelf uitdooft – waar dan ook.
°
Zelfs op Jupiter, waar superstormen algemeen zijn, is het nooit waargenomen.Orkanen op aarde voeden zich met warm zeewater, terwijl stormen op Saturnus zich voeden met warme lucht dat opwelt vanuit het binnenste van de planeet.
°
Zodra de storm losbarste, ontwikkelde zich een heldere, turbulente kop – vol met donder en bliksem. Deze kop is met grote snelheid westwaarts gaan bewegen. In de staart van de storm ontwikkelde zich een krachtige vortex of wervelstorm (ook vol met donder en bliksem), die veel langzamer westwaarts bewoog.Binnen enkele maanden had de kop zich om de gehele planeet gewikkeld, en had de storm een lengte (of breedte, net hoe je het bekijkt) van 300.000 kilometer – da’s even lang als de afstand tussen de aarde en de maan! Uiteindelijk kwam de kop de staart tegen: de kop stortte zich in de vortex en de storm was binnen de kortste keren voorbij.
°
Wetenschappers weten niet waarom de storm zo snel voorbij was nadat het in zijn eigen staart beet.
°
De onweersstorm op Saturnus was een absoluut beest. Zoals gezegd, bereikte de storm een lengte van 300.000 kilometer. Daarnaast duurde de storm maar liefst 201 dagen, veel langer dan iedere storm op aarde. Bovendien creëerde de storm de grootste vortex die ooit is waargenomen op Saturnus, met een diameter van 12.000 kilometer. Dat is even groot als een reuzenstorm op Jupiter, Oval BA genaamd.
°
Oval BA en Jupiter’s beroemdere storm, de Grote Rode Vlek, zijn echter geen onweersstormen. De stormen op Jupiter hebben namelijk een rustig centrum, in tegenstelling tot het geweld dat losbarst in het centrum van Saturnus’ stormen.
°
Wetenschappers weten niet waarom de stormen op Jupiter en Saturnus zo van elkaar verschillen.
°
°Storm Saturnus Kop Staart Vortex

De bovenste foto is gemaakt op 22 januari 2011, vlak na de start van de storm. De heldere kop van de storm staat niet ver van de vortex, met een onderlinge afstand van “slechts” 40.000 kilometer.

°
De tweede foto, gemaakt op 5 mei 2011, laat zien dat de kop van de storm om de planeet is gereisd en vanuit het oosten de vortex aan het benaderen is. De storm was toen 224.000 km lang en de kop was slechts 82.000 km van de vortex verwijderd. De foto laat ook zien dat de vortex over z’n hoogtepunt heen is, terwijl de kop nog steeds voortraast.

°
Op de derde foto is de kop van de storm slechts 14.000 km verwijderd van de vortex.

°

De onderste foto, gemaakt op 12 juli 2012, laat zien hoe de storm is uitgedoofd nadat de kop in de vortex had “gebeten”. De vortex is nog zichtbaar, maar de kop is geheel verdwenen.

°

Eind augustus was het voorgoed gedaan met de storm, hoewel in hogere delen van de atmosfeer nog altijd activiteit werd gemeten.
Bekijk de foto’s hier in hoge resolutie

Bron: NASA

°

 

METEORIETEN EN ASTEROIDEN

GEOLOGIE

INHOUD COSMOS

Komeet in de asteroïdengordel?

 19 januari 2010   0

In de asteroïdengordel hebben wetenschappers een object gevonden met de eigenschappen van een komeet. Zo heeft het object een lange staart van stof- en ijsdeeltjes. Maar hoe kan een komeet overleven in de asteroïdengordel, waar zonnewind ervoor zorgt dat het object snel haar staartje verliest? Er is een oplossing: er zijn onlangs twee asteroïden op elkaar gebotst.

De asteroïdengordel is bezaaid met kleine (en grote) stukken puin: planeetachtige rotsblokken die nooit zijn samengeklonterd tot grotere planeten, zoals bijvoorbeeld de aarde, Mars en Jupiter.

Nog nooit hebben astronomen een directe botsing van twee asteroïden gezien, maar er zijn bewijzen dat dit wel eens voorkomt. Het is dus slechts een kwestie van tijd voor wij er eentje te zien krijgen.

Wanneer een asteroïde op een andere asteroïde botst, verliest één van de twee asteroïden waarschijnlijk een stuk van haar uiterlijk. Vers materiaal komt bloot te liggen, zoals bijvoorbeeld ijs. Als zonnewind dit materiaal smelt, ontstaat er een komeetachtig uiterlijk.

Helaas leven zulke kometen niet lang. De invloed  van de  zon is zeer groot nabij de asteroidengordel. Zonnewind vernietigt het waterijs, waardoor er straks enkel een naakte kern overblijft. Andere kometen overleven de kracht van de zon langer, omdat ze verder van de zon verwijderd zijn en een elliptische baan hebben.

Bronmateriaal:
Mystery Object Behaves Both Like a Comet and Asteroid” – Discovery.com

Asteroïde met  staartje

22 februari 2013   1

mbc

Het komt niet vaak voor, maar soms hebben naast kometen ook asteroïden een staartje. Astronomen komen nu met twee mogelijke verklaringen voor het ontstaan van een asteroïde met een staartje.

Van kometen zijn we wel gewend dat ze een staartje hebben. Het ontstaat doordat de kometen te dicht bij een ster in de buurt komen, opwarmen en ijs en/of materie beginnen te verliezen. Bij asteroïden zien we het soms ook, maar aanzienlijk minder vaak: tot op heden zijn er slechts tien asteroïden waargenomen die op een bepaald moment een staartje hadden. Grote vraag is: hoe ontstaat dit staartje?

P/2012 F5
Astronomen beten zich in dat vraagstuk vast en bestudeerden de asteroïde P/2012 F5. Deze asteroïde – met staartje – werd in maart 2012 ontdekt. De astronomen bestudeerden de asteroïde in mei en juni vorig jaar en gebruikten vervolgens wiskundige modellen om te achterhalen hoe het staartje ontstond. “Onze modellen wijzen erop dat het veroorzaakt werd door een korte gebeurtenis die slechts enkele uren duurde en ergens rond 1 juli 2011, met een onzekerheid van twintig dagen, plaatsvond,” vertelt onderzoeker Fernando Moreno.

Twee verklaringen
Maar wat leidde ertoe dat het staartje ontstond? De onderzoekers komen met twee verklaringen. “Het zou kunnen zijn ontstaan door een botsing met een andere asteroïde.” Een andere optie is dat de asteroïde zo snel ronddraait dat er stukken vanaf vliegen, zo schrijven de onderzoekers in het blad The Astrophysical Journal Letters.

P/2012 F5 is een zogenoemde MBC, oftewel een Main-Belt Comet.

Deze objecten hebben een baan die bij een asteroïde hoort, maar hebben ook een staartje. Tot op heden zijn er zoals gezegd tien ontdekt. Onderzoekers verwachten in de komende jaren echter nog meer van dit soort objecten te ontdekken.

Bronmateriaal:
Discovering the birth of an asteroid trail” – FECYT (via Eurekalert.org).
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door SINC.

Kosmische  Biljart binnen het aard-maan stelsel

DE AARDE ZONDER MAAN

Stel je voor dat een kolossale asteroïde de aarde op een haar na mist. …
De aarde als planeet op zich is dan wel gered … maar stel je vervolgens voor dat de asteroïde crasht op de maan.

De mogelijkheid dat de maan door een of andere ramp de maan wordt vernietigd is niet groot
maar zeker niet onbestaande.
Enkele miljoenen jaren geleden was het bijna zover.
Een grote komeet sloeg neer op de maan en veroorzaakte de grootste(bekende ) krater van het hele zonnestelsel:
de Aitken Base,(Zuidpool-Aitken-bekken) 2500 kilometer breed op de zuidelijke maanpool.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Zuidpool-Aitken-bekken

http://en.wikipedia.org/wiki/South_Pole%E2%80%93Aitken_basin

 


LOLA instrument image centered on the South Pole Aitken Basin, the largest impact basin on the Moon

http://svs.gsfc.nasa.gov/vis/a000000/a003700/a003730/

 

 

 

Lola far hemisphere

 

 

The Far-Side of Earth’s Moon from LOLA Altimeter Data Showing the Huge Aitken Basin on the Southern Hemisphere

http://www.nasa.gov/mission_pages/LRO/multimedia/lroimages/lroc-20110126-boulders.html


Location of the boulder field within Aitken crater.
LROC WAC monochrome mosaic , image width is 160 km
[NASA/GSFC/Arizona State University].
http://www.nasa.gov/mission_pages/LRO/multimedia/lroimages/lroc-20110126-boulders.html

Zonder de maan… zijn wij gedoemd.

Niet veel mensen weten dat de maan onze planeet met alles erop en eraan allang in een min of meer stabiel evenwicht houdt.
Bovendien zou er zonder de maan op aarde van leven nauwelijks sprake zijn.

Stel dat de maan plots verdwijnt , wordt verplaatst of wordt gereduceerd tot kosmisch puin :

Om te beginnen trekt de maan aan de oceanen. Dat geeft ons de getijden. Zonder de maan zouden die ongeveer 2,5 keer minder sterk zijn.
Ze zijn er dan nog wel omdat de zon ook aan de oceanen trekt.
De gevolgen zijn echter dramatisch. De vruchtbare delta’s drogen op. Andere gebieden worden permanent overstroomd. Denatuur zou grondig veranderen. Over de hele wereld is er droogte, hongersnood, ziekten en oorlogen.
En dat is nog maar het begin.

De maan doet immers veel meer dan alleen maar de getijden veroorzaken.
De maan is ook de stabiliserende factor van de as waarrond de aarde draait. Als de maan verdwijnt, dan wijzigt de as –die nu op 23 graden ligt- voortdurend, voornamelijk door de aantrekkingskracht van andere planeten, Venus en Jupiter. Het ene moment ben je in Afrika, het volgende op de Noordpool.
Op lange termijn leidt dit tot onvoorspelbare gigantishe klimaatwijzigingen.
De aarde warmt op, koelt weer af en warmt opnieuw op.

Onze planeet kan evengoed overhellen en gedurende miljoenen jaren (of langer) op haar zij liggen. De ene helft van de aardbol ligt dan voortdurend in het zonlicht, de andere helft ligt in het eeuwige duister – en koude. Geen aangename plek om op te vertoeven.

Nu kan je denken dat het in de tussenzone aangenaam leven moet zijn.
Vergeet het. Die regio lijdt voortdurend onder gigantische eeuwigdurende stormen.
Tussen beide zijden is het temperatuursverschil immers zo groot dat er altijd een gigantische stroom van lucht van deene naar de andere zone gaat.

Maar dat is niet de grootste zorg.

Zonder de maan wordt de aarde een levensloze planeet.

-De atmosfeer gaat er volledig aan.

-Bovendien krijgt de aarde dan ook te maken met het puin dat de inslag op de maan heeft veroorzaakt en door de aantrekkingskracht op aarde terechtkomt.

Een parapluutje zou geen hulp brengen.

Maar er is ook goed nieuws?

Sommige doemvoorspellers zeggen dat onze planeet een pak sneller zou gaan beginnen te draaien zodat er maar vier tot acht uur in een dag zijn. Er zouden apocalyptische stormen zijn die alle steden en bossen tot de grond herleiden en
landbouw onmogelijk zou zijn.
Maar deze doemvoorspellers hebben het niet bij het rechte eind.

Door de maan is de aarde steeds trager beginnen te draaien. Mocht de maan er plots niet zijn, dan zou de aarde niet
plots sneller gaan draaien maar integendeel verder vertragen. En dat omwille van de aantrekkingskracht van de zon.

Een ander vaak gehoord maar compleet uit de lucht gegrepen verhaal is dat de maan op het punt staat ons voorgoed te verlaten, ook zonder inslag.
Wel, het klopt dat de maan van ons afdrijft, maar met een snelheid van niet meer dan 3,8 centimeter per jaar.
Dat betekent niet dat ze in een verre toekomst ons al verlaten.
Volgens berekeningen zal de baan van de maan zich binnen ongeveer 15 mijard jaar stabiliseren op een afstand van ongeveer 640.000 kilometer. Niet dat wij er dan nog zijn want binnen 5 miljard jaar slokt de zon ons mogelijk op wanneer ze nova wordt.
Maar dat is een ander verhaal.

Ten slotte nog dit:

ASTROLOGIE is wanneer je dit allemaal  leest ,  toch een beetje  geloofwaardiger dan normaliter voorgesteld ?
Maar  het is niet omdat de maan van zo’n cruciaal belang is voor het leven hier op aarde dat astrologen het bij het rechte eind hebben.
Astrologie is en blijft een pseudowetenschap die tot nader order pure nonsens is

Asteroïde Apophis scheert  langs de aarde

09 januari 2013  1

apophis

 …Apophis  is  vernoemd  naar de Egyptische god van het kwaad en de vernietiging die de eeuwigheid in totale duisternis doorbrengt 

de asteroide  Apophis vormde  geen enkele bedreiging voor de aarde, maar er is een heel kleine kans dat dat in de toekomst nog wel eens anders wordt.

Op de afbeelding boven aan dit artikel ziet u de baan van de aarde (de aarde staat boven, in het midden) en de baan van Apophis (rood). De afbeelding geeft de verwachte situatie in 2029 weer.

Apophis heeft een diameter van ongeveer 270 meter en kwam relatief dicht bij de aarde. Toch is de asteroïde niet helder genoeg om vanavond met een gewone telescoop waar te nemen. Maar dat wil niet zeggen dat het voorbijscheren van Apophis dan aan ons voorbij moet gaan. De veel sterkere Slooh-telescoop is wel in staat om de asteroïde waar te nemen en zendt de beelden   ier (vanaf donderdag 1.00 uur Nederlandse tijd) live uit.

Wellicht komt de naam Apophis u bekend voor ?  . De asteroïde werd in 2004 ontdekt en zorgde direct voor opschudding. De eerste observaties wezen er namelijk op dat er een kans van één op 45 was dat de asteroïde in 2029 de aarde zou raken. Inmiddels weten we wat meer over de asteroïde en is duidelijk geworden dat deze in 2029 geen gevaar voor de aarde oplevert.

Wel komt Apophis in dat jaar weer heel dicht bij onze planeet: de asteroïde scheert dan op een afstand van 30.000 kilometer langs de aarde. Ter vergelijking: de afstand tussen de maan en de aarde is zo’n 385.000 kilometer en de afstand tussen communicatiesatellieten en de aarde is 36.000 kilometer.

Astronomen blijven Apophis ondertussen goed in de gaten houden. Er is namelijk nog altijd een heel kleine kans dat deze in de nabije toekomst een gevaar voor de aarde gaat vormen.

WIST U DAT……het volgens wetenschappers haalbaar is om een asteroïde te ‘vangen’ in een baan om de maan te plaatsen?

Asteroïde Apophis blijkt stukje groter dan gedacht

10 januari 2013   23

apophis

Asteroïde Apophis zal in 2029 uitzonderlijk dicht langs de aarde scheren en zelfs dichterbij komen dan sommige satellieten. En nu blijkt dat de asteroïde een stukje groter is dan wetenschappers altijd dachten.

In de afgelopen dagen kwam Apophis al aardig dicht bij de aarde Voor astronomen de ultieme gelegenheid om de asteroïde nog eens goed te bestuderen. En ze moeten concluderen dat de asteroïde een diameter heeft die zo’n twintig procent groter is dan gedacht. En dat betekent dat ook de massa van de asteroïde aanzienlijk groter is.

Diameter
De onderzoekers trekken die conclusie op basis van waarnemingen van Herschel. Werd de diameter van de asteroïde eerder nog op zo’n 270 meter geschat, nu komen de onderzoekers uit op 325 meter.

“De twintig procent toename in diameter, van 270 naar 325 meter, is te vertalen naar een 75 procent toename in massa,” vertelt onderzoeker Thomas Müller.

Albedo
Herschel bestudeerde ook de warmte die Apophis afgaf. Zo konden de onderzoekers een beter beeld krijgen van de hoeveelheid licht die de asteroïde weerkaatst (het albedo).

En ook dat moet worden bijgesteld: de asteroïde heeft een albedo van 0.23 in plaats van 0.33. Dat betekent dat de asteroïde 23 procent van het zonlicht dat op de asteroïde valt, weerkaatst.

Dit is belangrijke informatie die wetenschappers weer kan helpen om de baan van Apophis beter te voorspellen: de thermale eigenschappen van een asteroïde geven een beeld van hoe de baan van de asteroïde wanneer deze verwarmd wordt door de zon, verandert.

Asteroïde Apophis houdt de gemoederen al vanaf het moment dat deze werd ontdekt (in 2004) flink bezig.

Kort na de ontdekking stelden wetenschappers namelijk dat de kans dat deze asteroïde in 2029 op aarde zou inslaan, groot was (2,7 procent).

Inmiddels weten we dat we in 2029 weinig van de asteroïde te vrezen hebben, maar astronomen blijven Apophis goed in de gaten houden.

”  In 2036 scheert deze namelijk weer langs en welke baan de asteroïde dan zal volgen is nog onduidelijk, mede doordat de baan van Apophis in 2029 wellicht flink zal worden aangepast. ” ….. 

______over 2036 bleven wetenschappers zich dus  toch zorgen maken: maar   nu rekenen  NASA   wetenschappers ook met dat doemscenario af. …..

“Asteroïde Apophis slaat in 2036 niet op aarde in”

 11 januari 2013     6

apophis

NASA sluit op basis van nieuwe informatie uit dat asteroïde Apophis in 2036 op aarde zal inslaan. De asteroïde scheert dan wel vrij dicht langs onze planeet, maar vormt geen gevaar.

 

De asteroïde vormt ook in 2036 geen gevaar voor de aarde. Ze trekken die conclusie op basis van nieuwe waarnemingen, waaronder waarnemingen die onlangs toen Apophis ook relatief dicht bij de aarde in de buurt kwam, werden gedaan. Uit de berekeningen blijkt nu dat de kans op een inslag kleiner is dan één op een miljoen.

“Daarmee kunnen we een inslag in 2036 met zekerheid uitsluiten,” stelt onderzoeker Don Yeomans.

Hoewel Apophis dus in de nabije toekomst geen gevaar vormt, zal de naam de komende decennia ongetwijfeld nog regelmatig vallen.

Niet in de laatste plaats vanwege hetgeen de asteroïde in 2029 gaat doen: dan vliegt Apophis op een afstand van slechts 31.300 kilometer langs de aarde. Daarmee komt de asteroïde dichter bij onze aarde dan sommige satellieten.

Rakelings langs scherende asteroïde 2012 DA14

14 februari 2013    2

asteroïde 2012 da14

 asteroïde 2012 DA14   scheert uitzonderlijk dicht langs de aarde. Geen reden tot zorg, wel interessant. 

Asteroïde 2012 DA14 werd vorig jaar ontdekt. De asteroïde is ongeveer 50 meter breed en scheert  op 15 februari  op een afstand van zo’n 27.680 kilometer langs de aarde. Daarmee is het een recordbrekende scheervlucht: nog nooit hebben astronomen sinds ze het heelal stelselmatig afspeuren naar asteroïden een steen van deze omvang zo dicht bij de aarde in de buurt zien komen. De asteroïde komt zelfs dichter bij de aarde dan sommige satellieten die zich in een geosynchrone baan om de aarde bevinden (zie de afbeelding hieronder).

Afbeelding: NASA.

Afbeelding: NASA.

Het is een bijzondere gebeurtenis. Maar  er onstaan ook  vaak misverstanden. Tijd om het één en ander over deze asteroïde op te helderen door vijf van de meest prangende vragen hieronder te beantwoorden!

1. Bestaat er een kans dat de asteroïde de aarde gaat raken?
Absoluut niet. Om met de woorden van astronoom Don Yeomans te spreken: “De baan van de asteroïde is ons(voldoende )  bekend genoeg om een inslag uit te sluiten.”

2. Bestaat er een kans dat de asteroïde een satelliet gaat raken?
Die kans bestaat, maar is bijzonder klein. In een baan rond de aarde zijn eigenlijk twee ‘banden’ satellieten te vinden. De ene band bevindt zich vrij laag (enkele honderden kilometers boven het aardoppervlak) en bevat de meeste satellieten. De tweede band bevindt zich aanzienlijk hoger: op zo’n 35.800 kilometer. De asteroïde beweegt precies tussen deze twee banden door. In die ruimte bevinden zich wel enkele satellieten, maar op de hoogte waar de asteroïde langs onze aarde scheert, bevinden zich vrijwel geen satellieten.

Hypothetisch

Nog één hypothetisch vraagje dan. Wat zou er gebeuren als 2012 DA14 toch op aarde inslaat?
De asteroïde zou in staat zijn om een hele regio te vernietigen. Waarschijnlijk zouden de gevolgen vergelijkbaar zijn met de gevolgen van de inslag van de Toengouska-asteroïde die in 1908  in Siberie  insloeg. :  een 1200 vierkante kilometer groot bos plat.

3. Kan ik de asteroïde zien?
De asteroïde mag dan dichtbij komen, de kans dat u deze met het blote oog kunt zien, is bijzonder klein. De asteroïde is namelijk niet zo helder. Met een telescoop zou het misschien wel lukken, maar dan zit u weer met een ander probleem: de snelheid van de asteroïde. Op het moment dat de asteroïde zich het dichtst bij de aarde begeeft, reist deze met een snelheid van 28.100 kilometer per uur, oftewel 7,82 kilometer per seconde. En dat maakt het lastig om deze goed in beeld te krijgen en te houden. Wie toch graag op de hoogte wil blijven van de verrichtingen van de asteroïde, kan bij NASA terecht.

hier

4. Heeft de asteroïde invloed op de aarde? Bijvoorbeeld op de rotatie of de getijden?
De zwaartekracht van de asteroïde heeft een ongelofelijk kleine invloed op de aarde. We zullen daar dus niets van merken.

 Het  is  best uniek is dat een asteroïde van deze grootte zo dicht bij de aarde in de buurt komt. Wetenschappers schatten dat dat maar één keer in de veertig jaar gebeurt. Overigens is 2012 DA14 op zichzelf niet zo zeldzaam: astronomen vermoeden dat er zo’n 500.000 asteroïden van deze omvang nabij de aarde terug te vinden zijn. Slechts één procent daarvan is tot op heden ontdekt. Wetenschappers zijn blij met 2012 DA14: zij hopen wanneer de asteroïde langs de aarde scheert een veel beter beeld van de steen te krijgen.

De asteroïde 2012DA14. © reuters.
 

NASA_Johnson Communications have been restored with the space station effective 11:34AM Central.about 1 hour ago · reply · retweet ·favorite

ISS_Research Read about the new Plant Habitat in work to grow #ISS_Researchon plants in space –nasa.gov/mission_pages/… @NASA@NASAKennedy2 hours ago · reply · retweet · favorite

NASA_Astronauts The #ISS is currently experiencing a comm loss with the ground. Crew and station are fine. More details at nasa.gov/mission_pages/…2 hours ago · reply · retweet · favorite

NASA [Image of the Day] Dragon Prepares to Resupply Stationgo.nasa.gov/YDSmHJ3 hours ago · reply · retweet · favorite

NASA If you missed #NOVApbs last week, take a look now online at the amazing ways #NASA sees our complex world.go.nasa.gov/114Vsf93 hours ago · reply · retweet · favorite

NASA Working on the fly: Antarctic peaks seen from NASA’s DC-8 research plane. twitpic.com/c53b1jgo.nasa.gov/climate365 #IceBridge4 hours ago · reply · retweet · favorite

WIST U DAT…  …een meteorietinslag de ozonlaag   kan beschadigen?

Zo scheerde asteroïde 2012 DA14 langs de aarde

 16 februari 2013  
Planetoïde 2012 DA14 (te zien in het vakje) schiet hier langs de stofnevel van Eta Carinae,
een niet met het blote oog zichtbare ster in het sterrenbeeld Kiel. © epa.

asteroïde

Gisterenavond was het dan eindelijk zover: asteroïde 2012 DA14 kwam recordbrekend dicht bij de aarde in de buurt. Hoe dat eruit zag? 

Onderstaande beelden laten zien hoe de asteroïde met flinke haast langs de hemel scheert. De beelden zijn gisterenavond rond een uur of zeven Nederlandse tijd gemaakt. De belichtingstijd was vijf seconden.

Asteroïde 2012 DA14 scheert langs de hemel. Beelden: E. Guido/N. Howes/Remanzacco Observatory.

Asteroïde 2012 DA14 scheert langs de hemel. Beelden: E. Guido / N. Howes / Remanzacco Observatory.

De asteroïde  ws  online live op tal van plekken te volgen.

Zo zond NASA live deze beelden van Gingin Observatory uit:

Hieronder zien we de asteroïde opduiken als een stipje. De beelden zijn afkomstig van La Sagra Sky Survey.

Beelden: La Sagra Sky Survey (via NASA).

Beelden: La Sagra Observatory (via NASA).

Omstreeks 20.15 uur passeerde 2012DA14 onze planeet, deze is een groter stuk steen dat als een kleine planeet rond de zon beweegt. De asteroïde beweegt nu weg van de aarde.      Uit de  nieuwe beelden  genomen tijdens de scheervlucht  , blijkt dat de planetoïde, ook wel 2012 DA14 genaamd, veertig meter lang was.

De planetoïde werd door de Deep Space Network-schotelantenne gedurende acht uur gevolgd. In die periode is de planetoïde één keer geroteerd, zo valt op radarbeelden te zien

Dat uitgerekend ook die dag  meteorieten (= de tsjebarkoel meteoriet )Rusland treffen, is zuiver toeval, aldus experts.

Er was geen botsing met de aarde en verliep zonder problemen of incidenten, zoals verwacht…..

Maar  na de inslag van meteoriet(en) in Rusland  ( zie hieronder )  wordt toch onrustig de vraag gesteld of dit iets met de asteroïde te maken heeft en of wetenschappers zich niet misrekend kunnen hebben.

De Britse astronoom Dr. Robert Massey stelt ons via The Daily Mail gerust:

“Zoals ik het begrepen heb, kwamen de meteorieten vanuit het oosten, terwijl de asteroïde vanuit het noorden komt. Er zit ook een tijdsverschil van twaalf uur tussen, dus de beide objecten bevonden zich op minstens een half miljoen kilometer van elkaar. Ze kunnen  niets met elkaar te maken hebben.”

Ook andere wetenschappers melden via Twitter dat er geen verband is tussen de meteorieten en de asteroïde.

Toch zijn er ook andere meningen. Simon O’Toole van het Australisch Astronomisch Observatorium zegt niet zo zeker te zijn dat ze niets met elkaar te maken hebben. “Het universum zit vol ongewone toevalligheden. Ze bevonden zich dan wel een half miljoen kilometer van elkaar, maar de asteroïde reist aan acht kilometer per seconde. Zou het niet kunnen dat een stuk is afgebroken en onze planeet nu al bereikt heeft?” Ook de Britse professor Ian Crawford zei aan Sky News dat het te vroeg is om conclusies te trekken.

meteoriet neergestort in Rusland

15 februari 2013      92

meteoriet

In het oosten van Rusland is vanmorgen naar alle waarschijnlijkheid een meteoriet neergestort. Tijdens de val richting de aarde spatte de meteoriet wellicht uiteen en zorgden kleinere brokstukken op tal van plekken voor schade en gewonden.

Gebroken ramen, enkele harde knallen en een lange streep rook tegen een blauwe hemel: de veronderstelde meteoriet heeft zijn sporen nagelaten. Dat meldt de Russische overheid. Ook zijn enkele foto’s van de streep rook die de veronderstelde meteoriet achterliet, vrijgegeven (zie hieronder).

meteoriet

Gewonden
Het lijkt er vooralsnog op dat een meteoriet het gebied met grote snelheid naderde, deels in de atmosfeer opbrandde en vervolgens in kleinere stukken op aarde viel. Op dit moment worden de gevolgen van de veronderstelde meteoriet nog in kaart gebracht. Volgens diverse Russische media zou er naast schade aan gebouwen, ook sprake zijn van gewonden.

Asteroïde
Sommigen zullen bij het horen van dit nieuws direct gedacht hebben aan 2012 DA14: een asteroïde die vandaag rakelings langs de aarde zal scheren.

Is er inderdaad een verband tussen die asteroïde en de gebeurtenissen in Rusland?

Vooralsnog kunnen we ervan uitgaan dat dat niet het geval is, aangezien deskundigen herhaaldelijk gesteld hebben dat de asteroïde geen enkel risico voor de aarde vormt.

Wat is het?
Een meteoriet is in feite niets anders dan een stuk puin uit de ruimte, vaak afkomstig van een komeet of een overblijfsel uit de begintijd van het zonnestelsel.

Zolang het stuk puin door de ruimte zweeft, noemen we het een meteoride. Zodra het puin door de atmosfeer van een planeet komt zetten, spreken we van een meteoor. Als de meteoor de heftige reis door de atmosfeer overleeft – en dus niet helemaal opbrandt – noemen we deze een meteoriet.

Het komt regelmatig voor dat een meteoriet op aarde neerstort.  (…..Heel vaak blijft het neerstorten van een meteoriet onopgemerkt. Simpelweg omdat deze in een dunbevolkt of onbewoond gebied valt, de streep rook schuil gaat in vele gevallen schuil   achter een wolkendek of de meteoriet  valt  in zeer kleine stukjes uiteen .)

Enige tijd geleden stortte  zo  nog    een ruimtesteen in Marokko neer.

meteorieten inslag <– DOC

meteoriet

Mogelijk eerste meteoriet afkomstig van Mercurius ontdekt

 04 februari 2013 0

Het komt regelmatig voor dat meteorieten op aarde neerploffen. Vaak zijn ze afkomstig van de maan. Soms van asteroïden of Mars. Maar een meteoriet van Mercurius: die hebben we nog niet mogen verwelkomen. Tenminste: dat dachten we.

Nieuw onderzoek wijst er namelijk op dat een meteoriet die in 2012 in Marokko neerplofte, toch afkomstig is van Mercurius. Dat schrijven onderzoekers – met enige voorzichtigheid – in dit paper.

Overeenkomsten
De onderzoekers bestudeerden fragmenten van de meteoriet en ontdekten onder meer dat deze bijzonder weinig ijzer en relatief veel magnesium bevatte. Deze en andere resultaten van hun analyse deed ze direct aan onderzoeksresultaten van MESSENGER – een sonde die Mercurius bestudeert – denken. MESSENGER stuitte tijdens het bestuderen van de korst van Mercurius op een vergelijkbare samenstelling.

Verschillen
Overigens komen de waarnemingen van MESSENGER en de meteoriet niet helemaal met elkaar overeen. Er zijn ook enkele verschillen. Maar dat wil nog niet zeggen dat deze meteoriet niet van Mercurius afkomstig is, zo benadrukken de onderzoekers. Ze wijzen erop dat het best mogelijk is dat de meteoriet dieper uit de korst van Mercurius afkomstig is en vrijkwam toen er een inslag op de planeet plaatsvond. Als de meteoriet inderdaad op zo’n gewelddadige wijze tot stand is gekomen, is het niet verwonderlijk dat deze ietsje anders is dan wat we nu op Mercurius aantreffen, zo schrijven de onderzoekers.

Als de meteoriet inderdaad afkomstig is van Mercurius, is dat een primeur. Nog nooit is op aarde een meteoriet van Mercurius teruggevonden. Maar, de onderzoekers houden nog even een slag om de arm. Ze pleiten in hun paper voor meer onderzoek en benadrukken dat pas echt duidelijk kan worden of de meteoriet van Mercurius afkomstig is als er monsters op Mercurius verzameld zijn en terug naar de aarde zijn gebracht.

Unieke vondst: bijzonder waterrijke Marsmeteoriet ontdekt

04 januari 2013        7
marsmeteoriet

Wetenschappers moeten na een grondige analyse concluderen dat een Marsmeteoriet die onlangs in de Sahara werd ontdekt, heel bijzonder is. Deze bevat veel meer water dan we van Marsmeteorieten gewend zijn.

De meteoriet is ongeveer 2,1 miljard jaar oud. En daarmee stamt deze uit het begin van het meest recente geologische tijdperk op Mars: het Amazonian.

Overeenkomsten
Hoewel de meteoriet zich in verschillende opzichten van andere meteorieten afkomstig van Mars, onderscheidt, zijn er ook overeenkomsten.

Zo bevat de meteoriet bijvoorbeeld ook organisch koolstof vergelijkbaar aan het organische koolstof in de andere meteorieten, zo schrijven de onderzoekers in het blad Science Express.

Verschillen
Al met al overheersen echter de verschillen tussen de pas ontdekte meteoriet en de andere meteorieten die met de verzamelnaam SNC worden aangeduid.

SNC staat voor drie Martiaanse meteorieten die uitvoerig bestudeerd zijn: de Shergotty-, Nakhla- en Chassigny-meteoriet.

“De textuur van de NWA-meteoriet (de pas ontdekte meteoriet, NWA staat voor Northwest Africa, red.) is niet te vergelijken met die van de SNC-meteorieten,”

vertelt onderzoeker Andrew Steele van hetCarnegie Institution for Science.

“Deze (nieuwe meteoriet, red.) bestaat uit gecementeerde fragmenten basalt, gesteente dat ontstaat uit snel afgekoeld lava, wordt gedomineerd door veldspaat en pyroxeen, waarschijnlijk afkomstig van vulkanische activiteit. Deze samenstelling is heel gebruikelijk voor monsters afkomstig van de maan, maar kennen we niet van andere Marsmeteorieten.”

Zuurstof

Ook bevat de meteoriet verschillende zuurstofisotopen, in verhoudingen die we niet van meteorieten op Mars gewend zijn. Mogelijk wijzen deze isotopen erop dat zich in de korst van Mars ooit reservoirs gevuld met zuurstof bevonden.

Korst
De onderzoekers denken de bijzondere samenstelling van de meteoriet wel te kunnen verklaren. “De ongebruikelijke samenstelling van de meteoriet suggereert dat deze afkomstig is van de Martiaanse korst.”

Een primeur. Het is voor het eerst dat een Marsmeteoriet in verband wordt gebracht met de korst van Mars.

Van de eerder ontdekte Marsmeteorieten weten we niet precies waar ze vandaan komen. Sterker nog: recent onderzoek van landers en orbiters op Mars wijst erop dat andere Marsmeteorieten in ieder geval niet afkomstig zijn van de korst van Mars.

“Het basaltisch gesteente in deze meteoriet (NWA, red.) is consistent met de korst of bovenmantel van Mars, zoals we die uit recente vondsten van Marsrovers en -orbiters kennen,” vertelt onderzoeker Carl Agee.

Eén van de meest opwindende conclusies uit het onderzoek naar deze meteoriet is wel dat deze bijzonder waterrijk is.

“De grote hoeveelheid water kan betekenen dat er een interactie was tussen het gesteente en oppervlaktewater,” vertelt Steele. Die interactie werd  mogelijk gemaakt door vulkanisch magma of mede mogelijk gemaakt door vloeistoffen afkomstig van kometen die in die tijd op Mars insloegen.

De onderzoekers blijven de meteoriet bestuderen en hopen dat deze nog wat meer verrassingen voor ze in petto heeft.

°meteorieten en leven.docx (1.5 MB) <—  DOC

Tsjebarkoel meteoriet 

“Explosie meteoor was even krachtig als kernbom”

Een meteoor van ongeveer tien ton is de atmosfeer binnengedrongen en is in het Russische luchtruim geëxplodeerd.

Door een spectaculaire ontploffing en inslag zijn vandaag in het Russische Oeral-gebied zo’n 1200 mensen gewond geraakt. In totaal raakten meer dan 3000 huizen in zes steden in de regio beschadigd, volgens een eerste schatting lopen de kosten van de schade tot 1 miljard roebel (250 miljoen euro) op.

Aard van verwondingen
Het is daarmee de grootste ramp door een vallend hemellichaam in de afgelopen 100 jaar. Experts vergelijken de impact van de explosie met die van een kernbom. De meeste slachtoffers zijn lichtgewond. Het merendeel is getroffen door fragmenten van scherven, anderen hebben snijwonden door gesprongen ramen. Sommigen zijn er slechter aan toe, met onder meer verwondingen aan het hoofd. Ongeveer 110 mensen liggen in het ziekenhuis. Onder de gewonden zijn ongeveer 200 kinderen. Ten westen van de stad Tsjeljabinsk zijn twee brokstukken terechtgekomen bij het Tsjerbakoel-meer. Op beelden was een groot gat te zien in het ijs op het meer. Tientallen kilometers verder naar het noordwesten is ook een fragment gevonden.De schaatsbaan van Tsjeljabinsk liep flinke schade op. In de stad vinden over 2 jaar de Europese kampioenschappen allround plaats. Russische wetenschappers denken dat het object enkele tientallen tonnen woog voordat het de atmosfeer binnenkwam en uit elkaar viel. De meeste fragmenten zijn verdampt, maar sommige raakten het aardoppervlak. Het zou een snelheid hebben gehad van 30 kilometer per seconde.Getuigenissen
“Het was een grote vallende vuurbal. Het duurde een paar seconden”, zei een bewoner van het gebied. Andere ooggetuigen spraken van flitsen, explosies en rookwolken in de lucht. Velen dachten dat een vliegtuig was ontploft. De staatstelevisie toonde beelden van mensen die in paniek hun huizen verlieten. Het kan ook gebeuren dat een meteoriet die plotseling de dampkring binnenvliegt, in Nederland neerstort.

Volgens Gerhard Drolshagen van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA vliegt er elke paar maanden wel een object uit de ruimte de atmosfeer binnen, “maar ze komen meestal in de zee terecht of op een onbewoond deel van de wereld.” De laatste keer dat er een echt grote explosie ontstond, was in 1908 in Siberië. Daardoor vielen bomen om in een gebied van 2000 vierkante kilometer. Het was de grootste inslag van een meteoroïde in de geschiedenis.

Er doken meteen beelden van het ongewone fenomeen op, omdat veel Russen op het dashbord van hun auto een camera hebben zitten. We zagen een helder object aan de hemel, dat de omgeving deed oplichten en aan een enorme snelheid door de lucht bewoog.

De meteoor woog zeker tien ton en bereikte de atmosfeer aan een snelheid van 53.000 kilometer per uur. Ongeveer 30 tot 50 kilometer boven de grond begon het gesteente af te brokkelen.

Een gat van acht meter in een dichtgevroren meer nabij Chebarkul © epa.

De meteoriet die zowat 1.200 mensen verwondde in Rusland, is op ongeveer 20 kilometer boven de aarde geëxplodeerd.

 Volgens gegevens van de gouverneur van de regio Tsjeljabinsk, de hardst getroffen regio, raakten in totaal 1.158 mensen, van wie 289 kinderen, gewond. De meesten van hen waren slechts lichtgewond.

De meeste schade op de grond werd veroorzaakt door de explosie ( en de schokgolf ) , en niet door het puin, zo deelde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA mee.

Het  hemellichamen ( en de fragmenten  )hebben    met een snelheid van 18 kilometer per seconde de atmosfeer doorboord. Met 65.000 kilometer per uur is dat dertigmaal zo snel als een Concorde.De NASA-wetenschappers herhalen dat de meteoriet in geen geval verband houdt met de asteroïde “2012 DA14”, die enkele uren later  zeer dicht maar zonder gevaar voorbij de aarde scheerdeDuizenden meteorieten
“Jaarlijks treffen enkele duizenden meteorieten de aarde. De meeste komen in oceanen en onbewoonde gebieden terecht, of worden overdag niet waargenomen”, aldus de NASA.

Lees ook

Russische wetenschappers vinden fragmenten meteoriet terug

18/02/13 – 07u55  Bron: belga.be


© reuters.Russische wetenschappers hebben fragmenten van de meteoriet teruggevonden, die  boven de regio Tsjeljabinsk desintegreerde.  De schokgolf maakte in het Oeralgebied meer dan duizend gewonden.

Het Russische ministerie van Noodsituaties deelde gisteren mee de zoektocht stop te zetten. Duikers hadden de hele dag tevergeefs in het Tsjebarkoel-meer gezocht. Daar kwam vermoedelijk een deel van de meteoriet neer.

Wetenschappers van de federale universiteit van de Oeral, die ter plaatse waren gestuurd, zeggen echter een vijftigtal kleine fragmenten gevonden te hebben nabij het meer. Zij stuurden hun vondsten naar de stad Jekaterinenburg, aldus een persbericht van de universiteit.

Volgens de leider van de expeditie, Viktor Grochovskij, behoort de meteoriet tot de klasse van chondrieten. De gevonden fragmenten bestaan voor 10 procent uit ijzer, aldus nog de universiteit.

Aangezien het om kleine restanten van de meteoriet gaat, stelt Grochovskij aan het Russische persagentschap Interfax dat het grootste fragment in het meer moet liggen.

Lees ook

Na de Russische meteorietinslag zijn alle ogen naar boven gericht. Deze keer was het een planetoïde met een doorsnee van zeventien meter, maar de volgende keer is het wellicht een groter exemplaar dat op de aarde landt. Hoe kunnen we onze planeet beschermen tegen grote ruimtestenen?

 Ideeën ter bescherming van de planeet

Er zijn al veel  ideeën geopperd om meteorietinslagen te voorkomen.
°Wat dacht u van paintball? In dat geval wordt verf gebruiktom een asteroïdeinslag af te wenden.

Paintball: de manier om een asteroïde-inslag af te wenden?

Geschreven op 29 oktober 2012 om 13:15 uur door 13

Paintball: kinderachtig oorlogje spelen? Echt niet. Het kan wel eens de manier zijn waarop we in de toekomst de aarde van een gewisse ondergang redden. Een wetenschapper komt nu namelijk met een wel heel originele manier om een asteroïde-inslag af te wenden: de asteroïde bekogelen met paintballen!

Het klinkt misschien als een gek idee, maar het leverde student Sung Wook Paek al een prijs op. Hij won met zijn idee de 2012 Move an Asteroid Technical Paper Competition. Om de competitie te winnen, werden wetenschappers opgeroepen om met originele ideeën te komen om aardscheerders op afstand te houden.

Verfje
Dat verf daarbij een belangrijke rol kan spelen, is op zichzelf niet nieuw. Wetenschappers hadden eerder al ontdekt dat het wit verven van een asteroïde een inslag zou kunnen voorkomen. Een witte asteroïde reflecteert meer zonlicht en dus kaatsen er ook meer fotonen (lichtdeeltjes) af. Laat die deeltjes een geruime tijd wegkaatsen en ze leveren op lange termijn voldoende stuwkracht om de baan van de asteroïde iets te wijzigen en zo te voorkomen dat deze in botsing komt met de aarde.

In de ruimte brengen

Hoe wil Paek zijn paintballen in de ruimte brengen? Bij voorkeur niet met behulp van traditionele raketten: de kans is namelijk groot dat de balletjes dan tijdens de ruwe vlucht al openspringen. Beter is om ze in de ruimte te produceren – bijvoorbeeld in het ISS – en ze daar vandaan door een ruimtevaartuig naar de asteroïde te laten vervoeren.

Wolkje
Een asteroïde verven is natuurlijk een hele klus. Maar Paek weet daar wel iets op. Hij borduurt voort op het idee van de vorige winnaar van de Move an Asteroid Technical Paper Competition. Die winnaar stelde voor om een wolk van kogels te maken waar de asteroïde doorheen vloog. die kogeltjes zouden de baan van de asteroïde wel veranderen. Paek gebruikt diezelfde kogeltjes, alleen vult hij ze met witte verf.

Aanpak
Hoe zou dat dan werken? Paek loopt de procedure aan de hand van de 2.1 x 10^10 kilo zware asteroïde Apophis (deze zou in 2029 redelijk dicht bij de aarde in de buurt komen) even door.

Om de asteroïde te verven, is zo’n vijf ton verf nodig. Die verf wordt verdeeld over twee wolken paintballen. Zodra de balletjes de asteroïde raken, barsten ze open: de ene wolk bedekt de asteroïde aan de voorkant, de andere kant verft de achterkant wit (zie het filmpje hieronder). De witte asteroïde reflecteert meer fotonen en wordt zo langzaamaan uit zijn baan gewerkt. Daarvoor moeten we wel geduld hebben: volgens Paek duurt het zo’n twintig jaar voordat de asteroïde uit de baan die deze eventueel in botsing met de aarde kan brengen, verwijderd is.

Het verven van asteroïden is overigens niet alleen handig om ze op afstand te houden, zo benadrukt Paek. Hij kan zich ook voorstellen dat asteroïden een kleurtje krijgen, zodat ze gemakkelijker vanaf de aarde te volgen zijn.

Bronmateriaal:
Paintballs may deflect an incoming asteroid” – MIT.edu
De afbeelding bovenaan dit artikel is gemaakt door ESA.

Wat als de kleuring maar half lukt, en de koers net meer richting aarde wordt gericht?

Natuurlijk is het niet  ( groot) risico en  zorgenvrij. Als het afbuigen niet (helemaal) lukt ( bijvoorbeeld omdat het “witschilderen niet  ( daar gaat de ‘fotonen push’ ) of  erger nog ,  slechts  gedeeltelijk  lukt )  kan  de asteroïde elders inslaan ( de maan bijvoorbeeld ) of juist wél  op een nog betere  ramkoers worden gezet .

Asteroid impact avoidance

http://en.wikipedia.org/wiki/A…

internationale congres van vorig jaar (Engels):

http://www.pdc2011.org/

Er gebeurt gelukkig veel meer op dit gebied dan men gewoonlijk denkt  . Je kop in het zand steken en/of in een bunker kruipen ,  is wel het slechtste dat je kunt doen.

Echter

Veel voorstellen  zijn  niet risico -vrij is en  kunen zware gevolgen  hebben als het verkeerd uitdraait   ….. “Star Trek technologie”   hebben wij nog niet….maar  we   komen we  al   een  heel  klein stapje dichter in de goede richting   .

Hayabusa is al naar een asteroïde gevlogen, en teruggekeerd met de nodige bodemmonsters.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hayabusa_(sonde)

Hayabusa-ruimtesonde

 16 november 2010 0

File:Hayabusa hover.jpg

artistieke impressie van hayabusha op itokawa

De Hayabusa-ruimtesonde is erin geslaagd om deeltjes te verzamelen van de asteroïde Itokawa. Dit zegt de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA. Hayabusa zwierf zeven jaar door de ruimte en probeerde deeltjes te verzamelen in de buurt van de planetoïde Itokawa. Er ging het één en ander mis, maar gelukkig is alles op z’n pootjes terecht gekomen.

De sonde kampte met een heleboel problemen: zo mislukte een poging om een projectiel op het oppervlak van de asteroïde Itokawa af te vuren, waardoor er geen stofdeeltjes werden opgevangen. Toch veroorzaakte Hayabusa tijdens de landing op Itokawa een stofwolk, die door de sonde is opgevangen.

1.500 deeltjes
“Het is de eerste keer dat materiaal van een ander hemellichaam dan de maan wordt teruggebracht door een ruimtesonde”, zegt Yoshiaki Takagi, de Japanse minister van wetenschap en technologie. Japanse wetenschappers analyseerden het stof in de capsules van de ruimtesonde, onder andere met elektronenmicroscopen. Nu blijkt dat 1.500 deeltjes een buitenaardse oorsprong hebben en dus afkomstig zijn van Itokawa.

Baanbrekend
Het teruggebrachte stof moet een beter inzicht geven in hoe het zonnestelsel is samengesteld.. Maar ook al zou Hayabusa daar niet in zijn geslaagd , dan nog is de missie baanbrekend geweest.

Tot het bezoek aan Itokawa was de maan namelijk het enige hemellichaam waar een ruimtevaartuig landde en weer opsteeg. Bovendien is geen enkel ruimtevaartuig ooit zo ver weg geweest en naar de aarde teruggekeerd.

Hayabusa 2
Japan is momenteel begonnen met de ontwikkeling van de Hayabusa 2, de opvolger van de Hayabusa. Net als zijn voorganger gaat Hayabusa 2 een asteroïde bezoeken en stofdeeltjes verzamelen. De ruimtesonde wordt in 2014 gelanceerd en landt zes jaar later op aarde.
Terwijl de Japanse ruimtesonde Hayabusa op het punt stond  te landen op de asteroïde Itokawa is zijn hulpje Minerva de ruimte in gestuiterd. Minerva was ontworpen om met kleine sprongetjes over het oppervlak van de rots te bewegen. Volgens de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA heeft een computerfout de robot de das omgedaan.
De asteroïde-hopper Minerva was uitgerust met temperatuursensoren en drie kleuren-camera’s. Minerva moest met kleine sprongetjes over asteroïde Itokawa springen en data terugsturen naar zijn moederschip Hayabusa. Helaas miste de sonde Itokawa door een verkeerd getimede raketontbranding.
bron: ISAS / JAXA
De ruimtesonde  Hayabusa  zelf  echter   is toch kunnen landen
° Of   men gebruikt   een ruimteschip om een asteroïde uit haar baan te duwen.

Vijf trucs om een

meteorietinslag te voorkomen

04 september 2011   14

We zijn de afgelopen duizenden jaren elke keer goed weggekomen. Maar vroeg of laat moet die grote meteorietinslag er toch komen. En wat dan?

Kraters vormen op aarde de stille getuigen van een hoop ellende. Er zijn er namelijk nogal wat terug te vinden. En dan hebben we het niet over die kleine pitjes veroorzaakt door relatief kleine stenen uit de ruimte. Nee, dan hebben we het over kraters als de Vredefortkrater (met een diameter van 300 kilometer!) of de Chicxulubkrater die mogelijk het verhaal vertelt van de asteroïde die een groot deel van het leven op aarde (waaronder de dinosaurussen) uitroeide.

Voorbereiding
Met dat in het achterhoofd behoeft het geen uitleg dat we maar beter goed voorbereid kunnen zijn op wat er mogelijk komen gaat. Naar schatting zijn er zo’n duizend asteroïden die op een bepaald moment gevaarlijk kunnen worden. Maar hoe kan de mensheid ze als het nodig is tegenhouden?

Verven. Foto: Adam Polselli (cc via Flickr.com).

Verfje
Eén van de ideeën die onderzoekers de laatste jaren hebben geopperd, is het verven van de asteroïde. Kleuren kunnen namelijk invloed hebben op de baan van een kleine asteroïde. Een donkere asteroïde absorbeert meer zonlicht en dat heeft weer invloed op de baan die deze volgt. Door een asteroïde donkerder of lichter te maken, kan deze iets worden bijgestuurd. Het is wel verstandig om op tijd met deze aanpak te beginnen, omdat het effect klein is en het bijsturen van de asteroïde dus meer tijd vergt.

Bommetje
Sommigen van ons voelen zich misschien veiliger bij een iets daadkrachtigere aanpak.

En die is er ook. Zo hebben wetenschappers wel eens voorgesteld om asteroïden te bombarderen. Nu is dat misschien niet zo’n goed idee: de asteroïde kan in kleine stukken uiteenvallen waarbij stukjes alsnog voor een hoop ellende op aarde kunnen zorgen.

  • Mensen die een bom het meest effectief vinden hebben het zó mis! De bom zal de asteroide weliswaar in miljoenen andere delen breken , maar wat dan? Al die nieuwe delen vormen zo opnieuw een gevaar voor de aarde. Men zal geen idee hebben waar welk stukje heengaat, dat is gewoon niet te voorspellen.Waarom zou het dan handig zijn een mega meteoriet te laten exploderen, als er daardoor alleen maar vele andere meteorieten ontstaan die in kunnen slaan op aarde?

Wie toch het grove geschut wil gebruiken, kan ook zijn toevlucht nemen tot de atoombom. Door deze niet op de asteroïde, maar er wel dichtbij tot ontploffing te brengen, komt enorm veel energie vrij en die kan de asteroïde van baan doen veranderen.

Gebruik de zwaartekracht. Afbeelding: Dan Durda – FIAAA / B612 Foundation

Trekken
Maar geweld is heus niet noodzakelijk, zo stellen de astronauten Edward Lu en Stanley Love. Zij bedachten een ruimtevaartuig dat een asteroïde simpelweg in een andere baan kan trekken. Het ruimtevaartuig maakt gebruik van de zwaartekracht en trekt een asteroïde zo met zich mee, weg van de aarde.

“Je kunt het (de zwaartekracht, red.) zien als een grote elastische band die de twee naar elkaar toetrekt,” legt Lu uit.
Het ruimtevaartuig zit niet aan de asteroïde vast, maar hangt er gewoon naast of boven. Veel kracht kost het niet: als er te hard getrokken wordt, kan een asteroïde namelijk zomaar uit elkaar vallen en dan zijn we nog verder van huis.
Dat betekent dat het ruimtevaartuig op tijd de lucht in moet en wellicht jaren nodig heeft om de asteroïde bij te sturen. Maar dat is geen probleem.
“We kunnen de baan van een asteroïde decennia van tevoren al voorspellen.”Spiegels in de ruimte. Afbeelding: M. Vasile e.a. / University of GlasgowSpiegeltje, spiegeltje…
Een asteroïde laten schrikken van het eigen spiegelbeeld is ook een optie. De spiegels komen naast de asteroïde te hangen en weerkaatsen het zonlicht op één specifieke plek op de asteroïde. Het resultaat: het oppervlak van de asteroïde krijgt op die plek een temperatuur van zo’n 2100 graden Celsius en begint te verdampen. De gassen vliegen daarbij van de asteroïde af en stuwen deze – zoals bij een raket – vooruit. Door de spiegels aan de juiste kant te plaatsen, kan de asteroïde opzij worden geduwd.
Om een asteroïde van zo’n twintig kilometer groot opzij te duwen, zijn naar schatting 5000 spiegels nodig. En die moeten drie of meer jaren op rij op de asteroïde gericht zijn. Geen makkelijke en snelle klus, dusKnagen
Een andere optie: MADMEN, oftewel Modular Asteroid Deflection Mission Ejector Node. Deze robots moeten naar gevaarlijke asteroïden vliegen en deze langzamerhand afbreken.Stukken die ze eraf halen, moeten met een flinke kracht in de ruimte worden geworpen, zodat de asteroïde daar elke keer een zwieperd van krijgt. Een flink aantal van die zwieperds zou genoeg moeten zijn om de asteroïde in een andere baan te doen belanden.° – Het risico  is  eigenlijk  een variant  op   hetzelfde bezwaar als met een bombardement  op de asteroide  ( alleen  wat trager en misschien kunnen die stukken  erg klein worden gemaakt   )  die stukken  worden ” de ruimte ingeworpen ” … en dat kan natuurlijk  mislukken  en ze vallen dan  bijvoorbeeld   op aarde  . ..maar als ze klein genoeg zijn branden ze op in de atmosfeer ….het is  echter lang  niet zeker dat het alleen maar de  (gewenste  ) kleine stukken zullen zijnGrotere brokstukken die inslagen veroorzaken   kunnen  de  ozonlaag zwaar beschadigen  , zeker wanneer het er meerdere zijn ….

Meteorietinslag kan ozonlaag zwaar beschadigen

Geschreven op 14 oktober 2010 om 12:48 uur door 7

Als een asteroïde neerstort op aarde en in de oceaan landt, dan maken mensen zich waarschijnlijk zorgen over tsunami’s.

Er zijn echter grotere problemen.

Een nieuwe computersimulatie toont aan dat een meteorietinslag in een oceaan de ozonlaag van de aarde zwaar kan beschadigen. Zo zwaar zelfs, dat dit kan leiden tot het uitsterven van organismen.

Elisabetta Pierazzo en haar collega’s gebruikten een klimaatmodel om te onderzoeken hoeveel waterdamp en zeezout er in de atmosfeer wordt gegooid na een meteorietinslag.

Zij focusten zich op twee soorten asteroïden: exemplaren met een doorsnee van 500 meter en ruimtestenen met een doorsnee van één kilometer. Tot nu toe zijn er al 818 asteroïden groter dan een kilometer ontdekt, die in de toekomst akelig dicht bij de aarde in de buurt kunnen komen.

Stel, een asteroïde met een doorsnee van een kilometer raakt de Noord-Atlantische oceaan met een snelheid van achttien kilometer per seconde. Wat gebeurt er dan?

Wel, 42 biljoen kilogram water en waterdamp gaat de lucht in en komt honderden kilometers boven het oppervlak terecht. Met deze hoeveelheid water kunt u zestien miljoen Olympische zwembaden vullen.

Eenmaal in de atmosfeer vernietigt het water, samen met het chloor en broom van het verdampte zeezout, de ozonlaag. Het gat in de ozonlaag heeft een grote invloed op het leven op aarde. De effecten zijn zelfs een jaar na de inslag nog merkbaar.

Ultraviolette straling
In het ergste geval ontstaat er een gat in de ozonlaag, dat veel groter is dan het gat boven de zuidpool in 1993. In dat jaar was de ozonlaag van de aarde het dunst ooit. De ozonlaag houdt ultraviolette straling van de zon tegen. Wanneer er sprake is van een groot gat, dan bereikt de straling van de zon gemakkelijk het oppervlak van de aarde en vormt zodoende een gevaar voor mensen en andere organismen.

Sneeuwbaleffect
Het is zelfs  hoogstwaarschijnlijk  dat veel  organismen   uitsterven.( wat dus in de geologische  geschiedenis van de aarde meermaals is gebeurt)

Hoe gaat dat in zijn werk  ?

Neem fytoplankton en planten. Als intense ultraviolet straling planten en fytoplankton beschadigen, dan wordt de voedselketen verbroken met als gevolg dat dit effecten heeft voor alle dieren (waaronder ook de  mensen). Een groot gat in de ozonlaag kan zorgen voor een  onvoorspelbaar  sneeuwbaleffect, waardoor in één klap vele soorten van de aardbodem verdwijnen…Net zoals vallende dominostenen  .

Mede hierdoor is het goed dat astronomen gevaarlijke asteroïden in de gaten houden.

Stel, wetenschappers vinden een asteroïde die op een ramkoers ligt met de aarde, dan zijn er mogelijk nog (risicovolle  , maar dat moet dan maar ) maatregelen te nemen om een  zware  natuurramp die het voortbestaan van de mensheid  bedreigd ,  te voorkomen.

Robots haasten zich naar een asteroïde.

Afbeelding: Nathan Phail-Liff, Alien in the Box, San Francisco / Spaceworks Engineering, Inc. (SEI).

  • Het veranderen  van banen  van asteroiden   kan   zware gevolgen  hebben  ; zeker als het mis gaat  ( en dat doet het geregeld   omdat het o.a.  het  realiseren  van  dergelijke theoretische    ondernemingen  , technologisch ( en  ook  )mensenwerk is ) ….Maar goed,we zullen dit eerst moeten uit proberen   dan pas zullen we er lessen kunnen uit trekken (als wij het overleven tenminste )

De-Star  :   laser verdampt  asteroïden

 22 februari 2013  11

destar

Wetenschappers van de universiteit van Californië stellen een systeem voor waarmee potentieel gevaarlijke planetoïden verdampt kunnen worden.

Het DE-STAR-systeem van de Amerikaanse wetenschappers gebruikt zonne-energie om een laserbundel aan te drijven. Deze laserbundel vernietigt de asteroïde stukje bij beetje.

Daarnaast kan de laserbundel de baan van een asteroïde veranderen, waardoor een asteroïde net langs de aarde scheert.

Het systeem is in staat om  asteroïden te verdampen.

°Des te groter de planetoïde, des te langer het duurt om het ruimteobject te verdampen. Een asteroïde met een doorsnee van tien meter is in twee uur te verdampen.

° Maar heeft het object een doorsnee van tien kilometer, dan duurt het verdampen enkele tientallen duizenden jaren.

Star Trek?
“Dit is geen vergezocht idee uit Star Trek”, vertelt professor Gary B. Hughes van de staatsuniversiteit van Californië.

“In principe is het anno 2013 mogelijk om zo’n lasersysteem te bouwen. De enige uitdaging vormt het opschalen van zo’n lasersysteem. Des te groter het systeem, des te effectiever de werking van het afweermechanisme.”

De wetenschappers zien al verschillende mogelijkheden voor DE-STAR. DE-STAR 2, een apparaat ter grootte van het internationale ruimtestation, kan kometen en asteroïden een andere baan om de zon geven. DE-STAR 4, hetzelfde apparaat met een diameter van tien kilometer, kan asteroïden en kometen verdampen.

Interstellair reizen
Hughes en zijn collega Philip M. Lubin gaan nog een stapje verder met DE-STAR 6: een lasersysteem met een doorsnee van 1000 kilometer! Dit enorme apparaat is in staat om een ruimteschip met een gewicht van tien ton met een enorm hoge snelheid – bijna de snelheid van het licht – door het heelal te stuwen. Hierdoor is het mogelijk om interstellair te reizen.

De ideeën zijn er.

Nu nog het geld, de grondstoffen en de tijd!

  • potentieel gevaarlijke objecten (PHO’s):http://en.wikipedia.org/wiki/P…Door de inslag in Rusland is het belang van het werk van de organisatie B612 weer in het nieuws gekomen:
  • http://www.nu.nl/wetenschap/32…De zoektocht naar objecten die de aarde bedreigen kreeg volgens de NY times   tientallen jaren lang weinig aandacht. Inmiddels staat ( na de inslag  in rusland ) de telefoon roodgloeiend bij de astroïdenjagers van de stichting B612. ”Iedereen belt”, vertelde een woordvoerster van de Amerikaanse stichting.

    Ruimtetelescoop

    B612 werkt aan een ruimtetelescoop om de aarde te bewaken. De groep verwacht dat het project zo’n 450 miljoen dollar kost, maar denken daarmee 90 procent van de grotere ruimte-objecten te kunnen vinden. Volgens de onderzoekers is dat hard nodig: de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA becijferde dat slechts 10 procent van de objecten die een grote bedreiging zijn, is ontdekt.

    ”Zou het niet raar zijn als we worden uitgeroeid omdat we niet kijken?”, zei B612-onderzoeker en ex-astronaut Edward Lu.

    Ik sluit me van harte aan bij ex-astronaut Edward Lu:

  • (Volgens mij( =gert1904)  is de inslag van een PHO een van de rampen die we met  de zich ontwikkelende  technologie  binnen een klein aantal jaren, kunnen afwenden. Op het gebied van het voorkomen van de, veel minder destructieve, orkanen, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen zijn we nog lang niet zover.Het standpunt  dat het allemaal “paniekzaaierij” is , daar heb ik geen goed woord voor over.
  • En natuurlijk kan het mis gaan … maar als je niets doet als het voorzienbaar  zo ver is  ,  gaat het zeker mis ….
  • bidden en smeken in kerken zal ook niet helpen  want dat heeft nog nooit geholpen …. bovendien geldt  ook hier  ;    ” help uzelf zo helpt God U ….” .

°

BELGISCHE METEORIETEN 

Het aantal effectief teruggevonden meteorieten is relatief klein.

Wereldwijd zijn er een duizendtal gevallen bekend waarbij men een deel van de meteoriet heeft teruggevonden. De kans dat een rots groot genoeg om de atmosfeer door te komen zonder op te branden is al klein en, zelfs als het brokstuk groot genoeg is, spat het meestal volledig uit elkaar tijdens de inslag.

Vier meteorieten op een tijdspanne van ongeveer 200 jaar ( in Belgie )  is weinig in vergelijking met wat men verwacht volgens het model dat gebasseerd is op visuele en fotografische waarnemingen.

Volgens berekeningen zou er een tweetal keer per jaar een brokstuk vanuit de ruimte moeten inslaan op Belgisch grondgebied.

Sint-Denijs-Westrem

De oudste meteoriet in België waar men zeker is dat hij afkomstig was uit de ruimte kwam neer in de regio rond Gent. Op 7 juni 1855, omstreeks 19 uur 45, botste een meteoor met het oppervlak in de nabije omgeving van Sint-Denijs-Westrem (St. Denis Westrem in officiële catalogi). De meteoor zelf werd niet waargenomen, maar getuigen spraken wel een van een fluitend geluid. De ontdekkers van de meteoriet beschreven het object als ‘rond, gloeiend heet met dunne gesmolten korst en opvallende zwavelgeur’.

Het grootste deel van de 700 gram wegende steenmeteoriet (chondriet, subtype L6) wordt bewaard in het natuurhistorisch museum van Wenen, Oostenrijk.

st_denijs_westrem

Twee kleinere delen, van respectievelijk 2,7 en 1,11 gram, bevinden zich in de Vatican State Meteorite Collection.

Tourinnes-la-Grosse

Enkele jaren later, op 7 december 1863 omstreeks 11 uur 30, viel er in

tourinnes_la_grosse(bevekom )  Tourinnes-la-Grosse (regio rond Beauvechain) een grotere meteoriet neer op Belgisch grondgebied.

Een aanzienlijk deel van de ongeveer 7 kilogram wegende steen spatte uiteen in verschillende stukken op een kleine kasseiweg in het dorpje Culot. Een deel van het wegdek werd als gevolg van de inslag zwaar beschadigd. Nadien werd nog een volledig fragment van ongeveer 6 kilogram teruggevonden in een bos op enkele honderden meters van de eerste inslag. Vermoedelijk werd de val gedeeltelijk gebroken door een spar, waarna het brokstuk zich de grond in boorde nabij de voet van de boom.

Verschillende getuigenissen uit die periode spreken van 2 knallen, die tot in Charleroi werden waargenomen, gevolgd door nog enkele ontploffingen. In het totaal is er 3,5 kilogram van de steenmeteoriet (chondriet, subtype L6) bewaard gebleven in een veertigtal collecties.

Het voornaamste deel (1,2 kilogram) ligt in het natuurhistorisch museum van Parijs, een ander deel (177 gram) in dat van Brussel.

Een derde deel van deze meteoriet maakt deel uit van de collectie van het Vaticaan.

Lesves

De meteoriet die op 13 april 1896 omstreeks 8 uur ’s ochtends neerkwam nabij Lesves (Namen) had bijna een dode op zijn geweten. De steenmeteoriet (chondriet, subtype L6) scheerde rakelings langs het hoofd van de zoon van een plaatselijke landbouwer waarna het object zich in de grond boorde en een kleine krater vormde.

Getuigen van de inslag zagen de meteoor niet, maar maakten wel melding van een luide knal voor de inslag van het object.

Opvallend aan deze meteoriet was de vorm, namelijk 8 op 20 centimeter. In het totaal is er zo’n 2 kilogram bewaard gebleven waarvan 727 gram in het natuurhistorisch museum in Brussel.

Bettrechies en Gerpinnes

Op 26 november 1934 kwam er omstreeks 21 uur een meteoriet neer in een weide in het dorpje Bettrechies (Frankrijk), minder dan 100 meter van de Belgische grens.

Vermoedelijk is er nog een ander fragment neergekomen in Gerpinnes, wat wel op Belgisch grondgebied ligt.

De volgende dag vond de eigenaar van de weide waar het eerste fragment neerkwam een kleine krater met daarin een steenachtig object. De landbouwer dacht dat het een bom was en durfde het voorwerp dan ook niet aan te raken. De man belde de politie met de melding van een ‘vreemd voorwerp’, maar deze reageerde niet meteen.

Diezelfde avond stalen enkele personen, vermoedelijk grappenmakers, de steen echter en stuurden de eigenaar van de weide een ‘officiële’ brief in naam van een fictieve Brusselse geleerde. In deze brief boden ze een enorme som geld voor de (gestolen) meteoriet. Het nadeel van deze grap was dat de plaatselijke bevolking wantrouwig werd, waardoor geologen later weinig informatie konden verzamelen over de precieze omstandigheden van de inslag.

hainaut

De jaren ’30 van de vorige eeuw waren een woelige periode vlak voor de Tweede Wereldoorlog. De inslag van de meteoriet van Hainaut (zoals hij tegenwoordig genoemd wordt) zorgde dan ook voor heel wat opschudding.

Sommigen dachten dat het ging om een bom die afkomstig was van een Duits gevechtsvliegtuig. Twee maanden nadat de steenmeteoriet (chondriet, subtype H3-6) neerkwam rond de Frans-Belgische grens werd het gestolen fragment anoniem afgeleverd bij een professor geologie aan de universiteit van Rijsel. Het fragment dat op Belgisch grondgebied neerkwam, nabij Gerpinnes, werd nooit teruggevonden vanwege de drassige ondergrond.

Op basis van de aanwezige holtes in het fragment van Bettrechies (dat een kleine 20 kilogram woog) werd het gewicht van het tweede fragment bepaald op zo’n anderhalve kilogram. Het grootste deel van de Bettrechies-meteoriet (8,43 kilogram) ligt in het Gosselet museum in Rijsel. Daarnaast bevindt 801 gram van deze meteoriet zich in het natuurhistorisch museum te Brussel en zo’n 699 gram in dat van Parijs. Kleinere fragmenten zijn verdeeld onder enkele private collecties en universiteiten.

Mogelijke meteorieten

De vier gekende Belgische meteorieten zijn allemaal op Aarde terecht gekomen in de 19de of 20ste eeuw. Het zou onwaarschijnlijk zijn moesten dit de enige zijn die ooit in deze regio op Aarde zijn neergekomen.

Er zijn nog drie andere gevallen bekend waarbij men vermoed dat het om meteorieten gaat, maar men heeft enkel nog maar verslagen van ooggetuigen en geen fragmenten van de meteoriet.

Een eerste mogelijk geval is op 30 juni 1186 of mogelijk in het jaar 1187 op Aarde ingeslaan.

Toen is er vermoedelijk een meteoriet van 500 gram neergekomen rond Bergen.

Voor 1520 moet er ook een object zijn neergekomen, maar dan in de buurt van Brussel.

Tot slot is er nog 27 oktober 1634. Op die datum kwam een ‘steen uit de hemel afgedaald’ nabij Charleroi.

°

HOBA

http://ruimtelogs.scilogs.be/index.php?op=ViewArticle&articleId=158&blogId=18

Vincent Van Eylen, 19 Februari 2013

De grootste meteoriet die op aarde werd teruggevonden is de Hoba.
Het stuk steen bevindt zich in Namibië en ligt daar waarschijnlijk al ongeveer 80 000 jaar. Het object weegt meer dan 60 ton en bestaat grotendeels uit ijzer en is dan ook maar enkele meters groot.

(bezoek aan de Hoba, Namibië)

Kometen, asteroïden, …

Meteorieten richten niet enkel schade aan, maar brengen ook letterlijk heel wat informatie mee uit de ruimte.

Wanneer uit een stofwolk een ster wordt gevormd, ontstaan rondom de ster ook kleinere objecten zoals planeten en asteroïden. Deze laatste onderscheiden zich nog van kometen door hun samenstelling: een asteroïde vormde relatief dicht bij een ster (of bij de zon) en bestaat grotendeels uit steen of rots, terwijl een komeet zich ver verwijderd heeft gevormd, waar het koud genoeg was om uit een grote hoeveelheid ijs te bestaan.

Mocht u in de terminologie stilaan het noorden kwijtraken, kan ik u geruststellen: een kleine rondvraag onder mijn collega’s leert dat ook menig sterrenkundige zich wel eens in de precieze nomenclatuur durft te verwarren.

In elk geval zijn heel wat van de asteroïden gevormd tesamen met de zon en de aarde, uit hetzelfde materiaal – wanneer ze dus als meteoren in de dampkring belanden, en als meteorieten op het aardoppervlak, levert dat erg interessante informatie op over de leeftijd van ons zonnestelsel en haar initiële chemische samenstelling.

(de zon en de dichtstbijzijnde planeten, de gekleurde stippen geven asteroïden weer)

De meeste asteroïden komen voor in een gordel tussen Mars en Jupiter (zie afbeelding). Er zijn ook objecten die zich dichter bij de aarde bevinden, deze worden vaak gemonitord. Zo ook met 2012 DA14, de asteroïde die enkele uren na de inslag in Rusland zoals voorspeld op ongeveer 27 000 km ‘rakelings’ voorbij de aarde scheerde. De twee objecten kwamen overigens uit verschillende richtingen en zijn geheel ongerelateerd. De inslag van de Russische meteoriet op de aarde was niet voorspeld – er zijn simpelweg te veel van deze kleine objecten om ze allemaal in de gaten te houden. Toch is ze, met dank aan de Russiche boordcamera’s in de wagen en allerhande andere moderne technologie de best gedocumenteerde in de geschiedenis.

Dat laatste is goed nieuws voor de wetenschap. Enkele weken geleden luisterde ik naar een wetenschappelijk praatje van een professor van de universiteit van Kopenhagen, over zijn onderzoek naar meteorieten. De wat oudere man bracht een verhaal dat voor een jonge wetenschapper nog moeilijk valt te bevatten: oude meteorietinslagen reconstrueren aan de hand van oude manuscripten, het vertalen van teksten uit het Frans of Russisch, het aanschrijven per brief van wetenschappelijke instellingen of het bij elkaar zoeken van stukjes ruimterots in musea verspreid over de wereld…

Het internet heeft het bedrijven van wetenschap zeker heel wat vergemakkelijkt en versneld maar ook die oudere informatie-opslag blijft van belang ….

VUURBALLEN  & BOLIDES

http://weetlogs.scilogs.be/index.php?op=ViewArticle&articleId=697&blogId=19

Manuel Sintubin, 16 Februari 2013,

De helderste meteoren worden ook wel vuurballen (‘fireballs’) genoemd

. En als er bij een vuurbal zich nog een explosie voordoet, spreekt men ook van een ‘bolide’. Wat zich boven Chelyabinsk voordeed, is dus een meteoor, vuurbal of ‘bolide’.

(stukje van de Chebarkulmeteoriet, Ural Federal University)

De Chelyabinsk-explosie – 15 februari 2013

(zicht op meteoor uit Ekaterinburg, 15 februari 2013)

Wat op vrijdagochtend 15 februari 2013 boven de Oeral gebeurde, zal mogelijk de annalen ingaan als de ‘Chelyabinsk-explosie’ – ‘Chelyabinsk event’ – dit naar analogie met de Tunguska-explosie in 1908. Met een snelheid van ongeveer 18 km/s (of 65.000 km/u) drong totaal onverwacht een kleine steenasteroïde – hoogstwaarschijnlijk met een diamter van ongeveer 17 meter en een gewicht van om en bij de 10.000 ton – de atmosfeer boven de Oeral binnen. Op een hoogte tussen 30 en 50 km explodeerde de opbrandende meteoor met een kracht van ongeveer 500 kiloton TNT, equivalent aan de explosieve kracht van 20 à 30 Hiroshimabommen, of aan de energie die vrijkomt bij een aardbeving met een magnitude Mw 6.9 (bv. 1989 Loma Prieta aardbeving). De explosie was zelfs zo krachtig dat de schokgolf de Aarde beroerde en als trillingen geregistreerd werd door seismische stations wereldwijd.

Op deze seismogrammen, vrijgegeven door de USGS, is de Chelyabinsk-explosie duidelijk waar te nemen, vergelijkbaar met een aardbeving met een magnitude van 2,7. See also M0.0 Meteor Explosion Near Chelyabinsk, Russia (USGS)

De Chelyabinsk-explosie is de zwaarste inslag sinds de Tunguska-explosie die plaatsvond op 30 juni 1908 boven Siberië. De explosieve kracht van de Tunguska-explosie wordt op ongeveer 15 megaton TNT geschat, equivalent aan de explosieve kracht van de waterstofbommen die tijdens de Koude Oorlog werden uitgetest, of aan de energie die vrijkomt bij een aardbeving met een magnitude Mw7,9 (bv. 1906 San Francisco aardbeving). Het inslagveld – waarin alle bomen omvergeblazen waren – strekte zich uit over meer dan 2.000 km². De diameter van de verantwoordelijke asteroïde wordt op 60 meter geschat, vier keer groter dan deze boven Chelyabinsk.

Foute prioriteit?

Van al het ruimtepuin dat mogelijk op een collisiekoers met de Aarde zit, kennen we meer dan 90% van de asteroïden met een diameter van meer dan 1 km. Dit zijn asteroïden die bij een inslag een wereldwijde catastrofe zouden kunnen veroorzaken. De laatste gekende inslagkrater van een dergelijke asteroïde is de Ries-krater in het Duitse Beieren. Deze inslag gebeurde zo’n 14 miljoen jaar geleden. Dergelijk inslagen worden geschat 1 tot 2 maal voor te komen per miljoen jaar. Inslagen van asteroïden met een diameter van meer dan 10 km komen waarschijnlijk 1 tot 2 maal voor per 100 miljoen jaar. De laatste van dergelijke impacten deed zich 65 miljoen jaar geleden voor – de beruchte Chixculub-inslag – en betekende het einde van het tijdperk van de dinosauriërs.

Kijken we nu naar asteroïden met een diameter van ongeveer 50 meter – een Tunguska-type asteroïde – dan kennen we amper ~2% van de objecten die mogelijk op ons afkomen. Over de kennis van objecten met een nog kleinere diameter – een Chelyabinsk-type asteroïde – zullen dan ook maar best zwijgen. Die is zo goed als onbestaande.

Op deze figuur is de telling weergegeven van de asteroïden in de directe omgeving van de Aarde die mogelijk een bedreiging kunnen vormen, verdeeld volgens de grootte van de objecten. Elk beeldje vertegenwoordigt 100 objecten. Uit deze figuur blijkt het totaal ontbreken van enige kennis van de objecten met een diameter kleiner dan 100 meter (© NASA).

De ‘wake-up call’ van Chelyabinsk

De Chelyabinsk-explosie is de eerste van zijn soort die zich voordoet boven een miljoenenstad. Stel je gewoon voor dat de asteroïde zo’n 1.500 km meer naar het westen zou ontploft zijn, vlak boven Moscow, of nog verder naar het westen boven onze contreien (Meteorite ‘could have devastated northern UK’, The Guardian, 16.02.2013). De Chelyabinsk-explosie zou ons dan ook wakker moeten schudden, zeker in de verstedelijkte wereld van de 21e eeuw!

Deze figuur illustreert het proces van een risico-inschatting, waarbij voor elk type risico – ‘unwanted event’ – een drempelwaarde met betrekking tot het aantal slachtoffers wordt bepaald (grijze zone) dat ‘aanvaardbaar’ wordt geacht (dus met een extreem aantal slachtoffers) omwille van het feit dat de kans dat het risico zich voordoet zo klein geworden is dat men er eigenlijk van uitgaat dat het zich niet zal voordoen. Risico’s met een hoge kans van voorkomen, maar met een beperktere impact (dus met een laag aantal slachtoffers) moeten zoveel mogelijk worden vermeden (‘eliminated’). Deze figuur komt uit een artikel over de risico-inschatting van monsteraardbevingen (Geller et al. 2013, ‘Fukushima – Two Year Later’, SRL 84(1), 1-3).

De vraag dient, nu meer dan ooit, gesteld te worden of we onze prioriteiten juist hebben door te focussen op de grote asteroïden, die een wereldwijde catastrofe zouden kunnen veroorzaken – en mogelijk het einde van de mens – maar die eigenlijk maar éénmaal om de paar honderdduizenden of miljoenen jaren voorkomt. Is het risico niet zo uitermate klein dat we mogen veronderstellen dat het zich nooit zal voordoen zolang de mens nog zal bestaan op Aarde (bedenk dat de moderne mens nog maar zo’n 200.000 jaar bestaat)? Of leert Chelyabinsk ons dat we dringend onze aandacht moeten richten op het in-kaart-brengen van het kleine ruimtepuin, dat eerder toeslaat op tijdschalen van decennia, eeuwen of millenia … een menselijke tijdschaal. Een Tunguska-type inslag doet zich immer éénmaal om de paar duizend jaar voor, een Chelyabinsk-type inslag éénmaal in 50 à 100 jaar. Deze inslagen zijn dan misschien niet bedreigend voor het voortbestaan van de mens, maar kunnen een enorme impact hebben in het geval van een ‘stedelijke voltreffer’, hoe klein ook de kans. Dergelijke inslagen zullen we niet kunnen vermijden, maar de nodige voorzorgsmaatregelen zouden wel kunnen worden genomen. Een detektie- en waarschuwingssysteem – vergelijkbaar met het ‘Earthquake Early Warning’ systeem (zie Op bezoek in het land van aardbevingen (IV) – waarschuwing) – lijkt dan ook meer dan ooit een prioritiet (Scientists unveil new detectors in race to save Earth from next asteroid, The Guardian, 16.02.2013). En uit de berichtgeving (Vindication for Entrepreneurs Watching Sky: Yes, It Can Fall, The New York Times, 16.02.2013) blijkt toch nu al dat de kosmische ‘wake-up call’ niet in dovenmansoren is gevallen.

En uiteindelijk is de belangrijkste boodschap van Chelyabinsk dat we moeten blijven beseffen dat leven in dit ‘kosmische schietkraam’ grote risico’s inhoudt. Misschien moeten we eerder het inslagrisico gewoon nemen zoals het komt, en wat meer genieten van elke dag alsof het de laatste zou kunnen zijn. Carpe diem!

Wat meer leesvoer naar aanleiding van de ‘Chelyabinsk-explosie’

 

Zeker 26 planetoïden bombardeerden de aarde tussen 2000 en 2013

inslag

Planetoïden hebben het veel vaker op de aarde voorzien dan gedacht. Tussen 2000 en 2013 veroorzaakten planetoïden zeker 26 explosies nabij de aarde. Bij elk van die explosies kwam tussen de één en 600 kiloton aan energie vrij. Ter vergelijking: de atoombom die in 1945 Hiroshima vernietigde, kwam 15 kiloton aan energie vrij.

Dat maakten de voormalige astronauten Ed Lu, Tom Jones en Bill Anders gisteren – op Earth Day – bekend. Ze presenteerden de schokkende getallen aan het grote publiek in het Seattle Museum.

Nucleaire explosies
De astronauten baseren de cijfers op nieuwe informatie van de Nuclear Test Ban Treaty Organization. De organisatie heeft wereldwijd sensoren staan die continu op zoek zijn naar sporen van nucleaire explosies. Tussen 2000 en 2013 detecteerde het netwerk van sensoren 26 explosies op aarde waarbij tussen de 1 en 600 kiloton aan energie vrijkwam en die niet door nucleaire activiteiten, maar door planetoïden veroorzaakt werden. De meeste van deze planetoïden explodeerden vrij hoog in de atmosfeer en richtten geen schade aan op aarde. Desalniettemin is het belangrijk om vast te stellen dat deze explosies plaatsvonden. Het helpt onderzoekers om nog beter in te schatten hoe frequent het voorkomt dat de aarde door een planetoïde wordt geraakt en hoe groot de kans is dat de aarde een aanvaring krijgt met een planetoïde die wel voor brokken op aarde zorgt.

Vaak
Wat de cijfers van de Nuclear Test Ban Treaty Organization in ieder geval aantonen, is dat planetoïden het vaker op de aarde voorzien hebben dan gedacht. Continu komt de aarde in botsing met fragmenten van planetoïden. De grootste meest recent botsing vond in 1908 plaats, toen een planetoïde boven Siberië explodeerde. Daarbij kwam tussen de vijf en vijftien megaton aan energie vrij. Nog recenter waren we getuige van een ruimtesteen die boven Rusland explodeerde. Inslagen waarbij meer dan 20 kiloton aan energie vrijkwam, vonden plaats in Indonesië in 2009, de Zuidelijke Oceaan in 2004 en de Middellandse Zee in 2002. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat geen van deze ruimtestenen voorafgaand aan de inslag waren opgemerkt.

Dom geluk
“Hoewel de meeste grote planetoïden die de potentie hebben om een heel land of continent te vernietigen, wel zijn opgemerkt, zijn minder dan 10.000 van de meer dan een miljoen gevaarlijke planetoïden die een hele stad en het omringende gebied kunnen vernietigen, tot op heden gevonden,” stelt Lu. “Omdat we niet weten waar of wanneer de volgende grote inslag zal plaatsvinden, is dom geluk het enige wat tot op heden voorkomen heeft dat een grote planetoïde die een stad kan vernietigen, voor een ramp zorgde.”

De astronauten die de cijfers gisteren presenteerden, zijn allen betrokken bij de B612 Foundation. Deze organisatie wil een ruimtetelescoop lanceren die gaat jagen op potentieel gevaarlijke planetoïden. Ze hopen deze planetoïden zo tijdig op te kunnen sporen, zodat eventueel nog maatregelen kunnen worden getroffen om deze van richting te doen veranderen. De zogenoemde Sentinel Space Telescope Mission zou in 2018 het luchtruim moeten kiezen en in het eerste jaar al 200.000 planetoïden moeten ontdekken.

Aarde geraakt door 26 asteroïdes sinds 2000

De aarde is sinds het jaar 2000 geraakt door 26 grote asteroïden, rotsblokken uit de ruimte. Omgerekend zijn dat twee forse inslagen per jaar.

23 april 2014

Dat melden de asteroïdenjagers van de stichting B612 woensdag.

De organisatie werkt aan een ruimtetelescoop om de aarde te bewaken.

richten dan nauwelijks schade aan op de grond.

Vorig jaar was er een grote klap. Toen ontplofte een asteroïde bij Tsjeljabinsk in Rusland. De explosie was veertig keer zo zwaar als die van de atoombom op Hiroshima in 1945. Door de ontploffing vielen ongeveer twaalfhonderd gewonden.

Ook in 2002, 2004 en 2009 waren er forse inslagen.

Dom geluk

”De meeste grote asteroïden, die een compleet land of werelddeel kunnen verwoesten, zijn opgespoord. Maar er zijn meer dan een miljoen gevaarlijke asteroïden die een stad kunnen wegvagen, en daarvan zijn minder dan tienduizend gevonden. Omdat we niet weten waar en wanneer de volgende grote inslag zal zijn, is een catastrofe alleen te voorkomen door dom geluk”, verklaart de oprichter van B612, oud-astronaut Ed Lu.

De grootste inslag ooit was in 1908 in Siberië. Die was duizend keer zo zwaar als de atoombom van Hiroshima. Tientallen miljoenen bomen in een gebied van tweeduizend vierkante kilometer vielen om. Omdat het gebied zo afgelegen ligt, viel er geen enkele gewonde.

Door: ANP

“Puur geluk is het enige wat ons beschermt”

ma 21/04/2014Pieterjan Huyghebaert
Volgens enkele oud-astronauten en wetenschappers is de kans dat de aarde geraakt wordt door een grote asteroïde drie tot tien keer groter dan tot nu toe gedacht werd. “Het enige wat voorkomen heeft dat er recent geen grote stad is geraakt door een asteroïde is puur geluk.”

Wetenschappers van de zogenoemde B612 Foundation stellen morgen een onderzoek voor waaruit moet blijken dat de aarde veel kwetsbaarder is voor asteroïden dan tot nu toe gedacht werd. Een satelliet die normaal gesproken gebruikt wordt om na te gaan of een bepaald land kernproeven uitvoert, is gebruikt in het onderzoek om na te gaan hoeveel asteroïden de afgelopen 10 jaar onze planeet hebben geraakt.

Wat blijkt? Sinds 2001 hebben asteroïden 26 keer onze aarde geraakt met een kracht die gelijk is aan de impact van een (kleine) kernbom. “Deze data toont aan dat inslagen door asteroïden helemaal niet zo zeldzaam zijn als we tot nu toe dachten. Ze komen 3 tot 10 keer meer voor dan we dachten”, klinkt het in een persbericht. “Ook het feit dat geen van die 26 botsingen door iets anders dan deze satelliet is opgemerkt, is niet geruststellend. Het enige wat onze steden beschermt tegen de inslag van een asteroïde is puur geluk.”

Het team wil een speciale satelliet (foto onder) bouwen die alle asteroïden die op weg zijn naar onze planeet moet opmerken. Dinsdag worden de volledige conclusies voorgesteld aan het grote publiek op een persconferentie die u  hier kunt volgen.

fundamentele natuurconstanten en moleculaire materie

INHOUD CHEMIE 

 

Moleculaire materie in zeven miljard jaar geen spat

veranderd

 
 

EOS   Artikel | 13 december, 2012 –

De radiotelescoop in Effelsberg.  Radiotelescoop

 

Een proton weegt 1836,152672 maal zo veel als een elektron. Experimenten met buitengalactisch alcohol tonen aan dat deze verhouding zeven miljard jaar geleden precies zo was, toch met een foutenmarge van een honderdduizendste van een procent.

De waarde van deze fundamentele natuurconstante – en daarmee de structuur van alle moleculaire materie – is dus niet veranderd gedurende de tweede helft van de levensduur van ons universum. Dit schrijft een Nederlands-Duits onderzoeksteam in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

Het idee voor het onderzoek ontstond toen wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam ontdekten dat de structuur van het methanolmolecuul (CH3OH, de eenvoudigste vorm van alcohol) uiterst gevoelig is voor een kleine verandering van de massaverhouding tussen een proton en een elektron. De structuur van buitengalactisch alcohol zou dus informatie kunnen geven over de geschiedenis van deze verhouding.

Duitse collega’s speurden daarop met een gigantische – 100 meter doorsnee – radiotelescoop in Effelsberg, een klein plaatsje in de Duitse Eiffel, de kosmos af op zoek naar buitengalactisch alcohol. De wetenschappers vonden in een verafgelegen melkwegstelsel inderdaad moleculen die radiostraling bij bepaalde frequenties absorbeerden, karakteristiek voor het methanolmolecuul. Uit de ‘kosmologische roodverschuiving’ van de absorpties – die samenhangt met de uitdijing van het heelal – bepaalden ze de leeftijd: zeven miljard jaar.

Vervolgens konden ze uit precieze frequentiemetingen van de geabsorbeerde radiostraling afleiden dat de natuurconstante niet veranderd is.

 
 
 
…  fuel Energy density of heating oil Energy density of methanol (wood alcohol) Energy density of ethanol Energy density of …
 
…  koppelplaatsen leeg kan laten.   (v.l.n.r.) methanol (1), een primair (2), een secundair (3) en een tertiair …
 
…  simple, yet astrophysically relevant, ice mixture (water, methanol, ammonia, and carbon monoxide), a very complex mixture of compounds, …
 
…  omstandigheden het broeikasgas methaan kan afbreken via methanol tot kooldioxide en biomassa. De Nederlanders vonden zo’n bacterie in …
 
 

C : COSMOS

INHOUD —-> https://tsjok45.wordpress.com/2012/09/03/evodisku/

(KLIK op de links –>  verbinden  met  gearchiveerde documenten( docX)   en  dagblad-knipsel-pdf’s 

2007.docx (2.1 MB)   (jaaroverzicht )

COSMOLOGIE

° 1254950 krause 2012 (boek aankondiging )  pdf

°afstanden en ouderdom.docx (191.4 KB)

°AGEUniverse.doc (1 MB) 

°astrofysica uitdijing big bang big crunch.docx (1.3 MB)


°Buitenaards LEVEN.docx (4.3 MB)CHNOPS.docx (488.6 KB)  http://sandwalk.blogspot.be/2013/02/reviewing-arseniclife-paper.html  B4.RANDVOORWAARDEN-BIOCHEMIE-VAN-LEVENDE-MATERIE-IN-HET-HEELAL[1]


°COSMOLOGIE.docx (990.6 KB)
    
°exoplaneten.docx (2.5 MB)
°FAQ & LINKS.docx (206.1 KB)

Kennislink  & wetenschap 24    //Ons Heelal
dinsdag 22 september 2009 door 

Ons Heelal

de acht grootste onopgeloste kwesties in het heelal

Dit jaar is het vierhonderd jaar geleden dat de Italiaan Galileo Galilei voor het eerst een telescoop op de nachthemel richtte. Dat moment zien we nu als het begin van de wetenschap sterrenkunde. Natuurlijk is het niet mogelijk om het échte begin daarvan aan te geven, want al zolang we bestaan proberen we uit te vinden hoe die mysterieuze sterrenhemel werkt.

Maar sinds Galilei is sterrenkunde in een stroomversnelling gekomen, waarbij we door belangrijke ontdekkingen en betere apparatuur steeds meer kunnen zien en uitleggen. En in die vierhonderd jaar is het ook pijnlijk duidelijk geworden hoe weinig we eigenlijk weten. Voor ieder opgelost raadsel komen er twee nieuwe bij, en zelfs nu weten we van 85% van het heelal niet wat het is. Vandaar dat we in dit dossier onze blik op de toekomst richten…

 

Meer over het heelal op Kennislink

door Marieke Baan
-17 Okt 2012
Europese astronomen hebben een planeet van ongeveer één aardmassa opgespoord die rond een ster van het nabije Alfa …
door Barry van der Meer
12 Okt 2012
Gestoord volgens de één, een heldendaad volgens de ander. Hoe dan ook, de sprong die skydiver Felix Baumgartner zondag maakte, …
door Roel van der Heijden
-05 Okt 2012
Dat sommige sterren met hoge snelheid rondom zwarte gaten draaien was al bekend, maar nu hebben astronomen in onze eigen …
door Roel van der Heijden
03 Okt 2012
Een zonnevlam, een supermaan of een interstellaire nevel. Er is veel prachtigs in het heelal te ontdekken. Zie hier een …
door Roel van der Heijden
21 Sep 2012
Ruimtesonde Dawn draaide bijna een jaar rond planetoïde Vesta. En hoewel hij begin deze maand al weer vertrok levert de data …
door Rosa Zwartjes
19 Sep 2012
“Ik wil het graag met jullie hebben over niets.” Met deze woorden begon de Amerikaanse theoretisch natuurkundige en …
door Roel van der Heijden
12 Sep 2012
Michael Brown speurde jarenlang de hemel af naar nieuwe werelden voorbij de baan van Neptunus. Toen hij daarin slaagde en een …
door Roel van der Heijden
05 Sep 2012
Bij prijzen en Scandinavië denk je al snel aan de Nobelprijzen. Maar deze week worden in Oslo de Kavli-prijzen uitgereikt. …
door Marlies ter Voorde
04 Sep 2012
Een raadselachtig verschijnsel in de woestijn van Chili. Wie of wat heeft die enorme keien toch zo mooi gepolijst? De stenen …
door Roel van der Heijden
29 Aug 2012
Wetenschappers zijn er voor het eerst in geslaagd te bepalen welke twee sterren verantwoordelijk waren voor een …
°

°meteorieten en leven.docx (1.5 MB)Doc


°ruimte chemie Acetyleen en blauwzuur.docx (47.3 KB)


° 

        zwarte gaten.docx (1.7 MB)

°

Sterrenstelsels en sterren

°DE MELKWEG.docx (1.7 MB)
°sterren.docx (2 MB)
°sterrenstelsels & nevels.docx (3.7 MB)  
°SUPERNOVA & GAMMABUSTER.docx (3.8 MB)

 

ZONNESTELSEL


°JUPITER.docx (81 KB)
°KOLONISEREN.docx (114.1 KB)

MARS
°Mars lander.docx (622 KB)
°mars.docx (2.8 MB)



°SATURNUS.docx (723 KB)
°Venus.docx (530.8 KB)


  
°Zonnestelsel.docx (7.1 MB)

FYSICA

°materie en energie.docx (282.4 KB)
°QM.docx (1.2 MB)
°Standaard model.docx (2.2 MB)

°ENTROPIE.docx (105.1 KB)

CREA BAGGER

°Nep cosmology uit de weet.docx (1021.7 KB)

BELANGRIJKE LINKS 

http://www.dailygalaxy.com/my_weblog/2013/02/the-visible-universe-seven-trillion-dwarfs-and-billions-of-undetected-galaxies-weekend-feature.html#more